LEYDSCHE A0. 1840. woensdag, courant. 4 november. 1. Interessen van de inschrijvingen in het tweede grootboek der werkelijke rentegevende schuld 4 5 pCt., volgens de wetten van 6 Januirjj en 22 No. vember 1832, 30 December «838, 28 April en 15 December 1834, 18 April 1835 en 30 Dec. 1839, te zamen uitmakende een kapitaal van f 203 257 000 over de twee halfjaren, verschijnende ultimo Maart en ultimo September 1841. ƒ10,162,895. 3. Interessen van de schatkist-biljetten, uitgegeven volgens de wet van 28 April 1834, van een kapitaal van f 9,799,950 f '0.554.893. 5,600,000. NOTIFICATIE. Oproeping der Verlofgangers voor de Nationale MUitle. feüRGEMEESTER RN WETHOUDERS DER STAD LEYDENroepen by dezen Opinge- *olgc eene aanschrijving van Zyne Exc. den Heer Staatsraad Gouverneur van Zuid- Holland vde Verlofgangers van de Nationale Militie, welke van hunne korpsen zijn terug gekomen, om te compareren aan het Boterhuis van de Stads Waag aan de Vischbrug ten einde, ingevolge art. 181 der wet op de Nationale Militie, win den 8 Januarij 1817, In verband gebragt met art 10 der wet, van den 28 November 1818, door den Heer Militie Commissaris te worden geïnspecteerd, voorzien van de kleeding- en kleine eqiti- pement-stukken, welke zij van hun korps behouden hebben, alsmede van hunne livrets en verlofpassen en zulks op Maandag den 9 November aanstaande's morgens ten elf ure. En geven Burgemeester en Wethouders voornoemd wyders bij deze kennis, dat, bijaldien zich thans in deze Stad Ook Verlofgangers mogten bevinden, tot andere Ge- meenten of Districten behoorende, deze alsmede gehouden zijn. om ter voorschreven plaatse en tijd te compareren Met vermaning aan alle Verlofgangers van de Nationale Militie, om naauwkeurig aan deze oproeping te Völdoen; terwyl aan die gerten, welke zonder wettige, of door Burgemeester en Wethouders aangenomene redenen, van de inspectie mogten weg blijven .door den Heer Militie-Commissaris een arrest van twee tot zes dagen, in de naastbij gelegene militaire provoost zal worden opgelegd. Zullende de attesten wegens ziekte, door Geneesheeren of Heelmeesters, aan Verlofgangers afgegeven, uit hoofde van welke zij belet mogten worden de inspectie bij te wonenop dien dag des morgens vóór tien ureter Secretarie moeten Worden inge'everdterwijl andere wettige redenen van verschooning, door de Verlofgangers op Donderdag den 5 November *s morgens ten elf ure9 aan H. H. Burgemeester en Wethouders zullen moeten worden voorgedragen ten einde over dezelve te kunnen oordeelen. Zullende er doof den Heer Kolonel Militie-Commissaris aan niemand vrystelling worden verleend. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H- Burgemeester cn Wethouders der Stad Leyden, op den 2 November 1840. J. G. BE MEY« Ter ordonnantie van dezelve, v, PUTTKAMMIR, X. 133. fëfvr."KB?- cif cmwm t \d TK te NEDERLANDEN. Letdzn, 3 November. .t Op Dqoderd.g' den 38 October is bij Zijne Maj, den Koning ter audiëntie toegelaten eene Commissie uit de Leidsche Studenten, van bet Corps Fis Vnsta Fortioraan .welke Zijne Maj., na eene aanspraak door een der leden dier Commissie gedaan, Hoogstdeszelfs genoegen beeft te kennen gegeven over de belangatelling in Hein en Hoogstdeszelfs Koningljjk Huis gesteld; hopende, dat de Studenten der Leydsche Hoogeschool immer diezelfde be. langstelling zouden blijven betoonen, door Hem reeds vroeger ondervonden. De Staats-Courant van heden hevat het navolgende: PROGRAMMA voor de plegtigheid bij gelegenheid van de bediening van den Heiligen Doop aan den jonggeboren Erfprins van Oranje, in de Kloosterkerk te 's Gravenhageop fFoensdag den 4 Novene ber 1840, ten drie ure. Art. 1. De Godsdienstige plegtigheid begint met het zingen van een of twee verzen uit eene de Psalmen of Gezangen; daarna doet de Leeraar, ■zijnde de Predikant van den Broekhet gebeden vervolgens wordt eene kerkelijke redevoering gehouden, welke een kwartier uurs duurt. Art. 3. Inmiddels wordt de jonggeboren Print naar de Kerk geleid in de «olgende orde: a. Een commando cavallerie. b. Eene koets, tiet zes piarden bespannen, waarin vier Kamerheeren paait ieder portier gaat een lakkei. c. Eene koetsmet zes paarden, waarin de jonggeboren Prins, met de Grootmeesteresse van H. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranjenaast ieder portier gaan drie lakkeigen. d. Een commando cavallerie. Deze trein zal den volgenden weg nemen: door He Houtstraat; langa het Tournooivelddoor het Voorhout, tot voor de Kloosterkerk. Bij het aankomen wordt de jonggeboren Prins door eene Commissie uit den Kerkenraad ontvangen, en bjj het inkomen van den jonggeboren Prins in de kerk en Zoo lang dezelve niet geplaatst is op den voor hem bestemden .ftoelhoudt de Prediker zijne redevoering op. Art. 3. Vervolgens wordt de bediening van den Heiligen Doop, door den daartoe benoemden Predikant van den Broek, verrigt. De Godsdienstige plegtigheid wordt door een gebed en Gezang of Psalm geëindigd. Art. 4. Bij het vertrek neemt de trein den volgenden weg: over den Kneuterdijk, den Langen Vijverberg,den Korten Vijverberg, langs het Plein, naar bet Paleis van Z. K. H. den Prins van Oranje. Art. 5. De noodige militaire wachten zullen geplaatst worden, aan het Paleis van Zi K. H. den Prins van Oranje en aan de Kloosterkerk. Art. 6. Salvo's van het geschut zullen het afrijden van den jonggeboren Prins van het Paleis, en het oogenblik, dat Hoogscdezelve de Kerk verlaat, aankondigen. 's Gravenhage, den 30 October 184s. De Kamerheer Ceremoniemeester Graaf van Limburg Stirum Noordvvijk. Men meldt nit 's Gravenhage van den 3 November: Gisteren morgen hebben HH. MM.,de Koning en Koningin, HH. KK. HH. de Prins en Prinses van Oranje, Prins Alexander, Prins Hendrik, die eer. gistere* van het Loo is teruggekeerden H. K. H. Mevrouw de Prinses Sophie, de morgen-godsdienst In de Kloosterkerk, onder het gehoor van den weleerwaarden heer Ds. van den Broek, bijgewoond, welke Predikant den Allerhoogste met warmte gedankt heeft voor de behouden terugkomst van fc. K. H. Prins Hendrik, na eene zoo langdurige afwezigheid. Laatstleden Donderdag heeft de algemeene Synodale Commissie der Ne. dertandsche Hervormde Kerk, vertegenwoordigd door den Wei-Eerwaarden Heer Rooxeboom, Predikant alhier, en door Jonkh. Frans Beelaerts van Blik tand, Raadsheer in den Hoogen Raad, leden dier Commissie, de eer gehad, ter audiëntie bij Zijne Majesteit te zijn toegelaten. Bij die gelegenheid heeft IVoornoemde Predikant Rooxeboom bet woord tot Z. M. gevoerd met de na. volgende aanspraak: Sire I „De Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsche Hervormde Kerk had ge- wenscht, in volledige getale verzameld, Uwe Majesteit bij de aanvaarding der Kroon hare eerbiedige opwachting te maken. Had zij durven hopen, bij de menigvuldige be. aioeijingen van Uwe Majesteit in deze gewigcige dagen, reeds heden te zullen worden 1 toegelaten tot den troon, hare leden waren bij het eindigen der werkzaamheden harer jongste zamenkomst niet uiteengegaan, cn een talrijker personeel zou U de nederige hulde onzer vergadering hebben aangeboden. Doch hoe gering in aantalSirewij beschou wen onze taak eervol en hoogstgewigtlg. Wij hebben toch in last, om in naam onzer Commissiein naam der hoogste Kerkvergadering der Hervormdeu in ons Vaderland, ja, ils de tolken van geheel de Nederlandsche Hervormde Kerk, tot Uwe Majesteit het Woerd te voeren. Het is dier Kerk niet onbewust, Sire! dat dé glans van eeneh aardschen troon geen straal kan toevoegen aan den liemelschen luister des eeuwiggezegenden Verlossers maar zij wil het zich nogtans geenszins ontveinzen, dat het tot hare vreugde en roem behoort onder hare leden de aanzienlijksten des lands, en aan het hoofd van dezen de waardige Telgen uit het Doorluchtig Stamhuis van Oranjc-Nassau te mogen tellen en heilig cn onschendbaar acht zij dien banddie haar vereeuigt met Uwer Majesteits aeëerbiciliaden persoon en het Vorstelijk geslacht. Bij die gedachte zweeft haar liet beeld"van her vlc ledcne met dat der toekomst voor den geestcn uit beide durft zij zich vreugde en boon voorspellen. Uwe onvergetelijke Vaders, Sire! waren haar met mond en hart toegedaan zij beschermden haar met magtigen armen stomen voor haar hun edel bloed m dat bloed, hetwelk ook door Uwe aderen stroomt, zal Uwe Majesteit nimmer «rloochef new, eclyk de Nederlandsche Hervormde Kerk nooit vergeten zal. wat zii a™ hJIS! Z verschuldigd ia. En dan staat hfi nog vóórharen geest, de achtenswaardige cSd aan wiens ijverige en verdienstelijke beinoejjingen gedurende eene reeks van laren zoo onschatbare verpligting lieert, wiens eervolle rust zij God blijft bidden dat I t rigongestoord cn gezegend zjjAan de herinnering van het veriedene hèchr Ylrh 1 v vooruitzigt op de toekomst, en met verrukking ziet de Kerk eerlang den nleatigcn dl» ,e gemoet, <£tt een nieuwe Telg uit Uw Doorluchtig Huis, door het He'l ae fj00 aan Christus gewijd, openlijk in haren schoot zal opgenomen worden tot een' ni.„ waarborg, dat het Haar onder Gods weldadig bestuur, ook voor het toekomende aan voorstanders en verdedigers zal ontbreken. Die Kerk, Sire! zii m« Tn 1' vol vertrouwen op Uwe Majesteit rekenen, en hare heilige resten en teedere met aan Uwe Majesteit aanbevelen en toevertrouwen. Wij veroorloven ons geene nÏ !'8"1 gennoch zoeken de belemmering van iemands regten. Alles wat wij „an Uwe Mama" tein verlangen, is onontbeerlijke ondersteuning en gelijke voorrenten i,„. 1 Zoo waarlijk dale de Goddelijke zegen in de ruimste mate nX"1 Uwe" eeS'"i"?' digen Persoon en Geslacht! Zoo waarlijk aal de Hervormde Gemeente door ha» gangers daartoe steeds opgewekt, niet slechts het talrijkste en aanzie,ilijkste maar onk het beste en getrouwste deel van Uwer Majesteits onderdanen blijven uitmaken' teL.v. U de Almogende God gezondheid, leven, wijsheid, moed en krachti Veriinte HH He moeijelijke taakU opgelegd; verhoore Hij de gebeden, die wij niet zullen ophouden Voor U ten Hemel op te zenden, en make Hij Uwer Majesteits Regering onderons voor" spoedig en gezegend tot in lengte van dagen!" voor' Zijne Majesteit heeft met Hoogstdeszelfs eigene minzaamheid en hartelijk heid zijnen dank betuigd voor het Hem toegebedene, daarbij verklarende dat Hij, als Protestant door geboorte endoor overtuiging, verdraagzaamheid jegens alle andere gezindheden onder zijne hoogste pligten ook als Koning telde, doch niettemin door de bescherming der Protestantiche Kerk zoo zulks noodig moge zjjn, zijne toegenegenheid en liefde aan dezelve tè zul len doen blijken. Heden heeft eene der afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten- Generaal haar onderzoek over het ontwerp van wet tot opheffing van het Amortisatie-Syndicaat aangevangen. Morgen zullen de overige afdeelineen bet onderzoek over dat ontwerp aanvangen. Het elide hoofdstuk der voorgedragene Staatsbegrooting voor den rare J841, betrekkelijk het Departement van Financiën, en wel de eerste afdeeling nopens de Nationale Schuld, houdc de volgende uitcjjfering in: Nationale Schuld. Iste Afdeeling. Oude Schuld. I. Interessen van de werkelijke rentegevende schuld 4 3} pCc van een kapitaal van f 768,858,300, na aftrek van f 5,000,000 aan jaarlijksche renten door België te betalen, ingevolge art. B. van het te Londen gesloten traktaat* in d»o 19 April 1839. f ,4 j i. Suppletie voor de amortisatie van schuld, tot overgang 3 van de bij de wet van 34 December 1839 (Staatsblad N°. 80j bepaalde uitgestelde tot de werkelijke rentegevende schuld - 1,557,900.00. Ilde Afdeeling. Nieuwe Schuld. f ÏS'779'^7-S°- 2. Aflossing der nieuwe schuldMemorie 4 4 pCt„ verschijnende in 1841- 391,998. Derhalve I. Oude Schuld. a15.779.357-50. II. Nieuwe Schuld- 10,554,893.00. Te zamen 26,334,250.50.- Uit de rsming van de opbrengst der middelen ter bestrijding van de uitga, ven, begrepen in de begrooting over 1841, blijkt, dat: A. de dtredce belastingen geraamd zijn op 16,940,741.54, als: a. de grondbelasting 9,579,908.21, b. het personeel - 5,462,500.00, c. de patenten- 1,898,333 33. B. De accijnsen zijn geraamd op ƒ17,339,625, als: Suiker ƒ300,000, wijn ƒ850,000, binnenlandsch gedistilleerd ƒ3,000,000, buitenlandsch gedistilleerd 250,000, geslagt 1,300,000, zont 1,350,000, zeep 800,000, bieren en azijnen ƒ325,000, steenkolen ƒ450,000, turf ƒ1,000,000, gemaal ƒ3,000,000, lopCt. collectief zegel ƒ1,162,500, vervoer-biljetten ƒ75,000, opcenten op de accijnsen 3,377,125. C. In- en uitgaande regten en scbeepvaart-regten 5,000,000. D. Indirectie belastingen: zegel, registratie, griffie, hypotheek-en snc. cessie-regten 6,000,000, 25 opcenten 1,500,000, te zamen 7,500,000. E. Regt van waarborg op de gonden en zilveren werken 160,000. F. Posterijen ƒ1,460,000. G. Loterijen ƒ530,000. H. Jagt en visicherij ƒ110,000. I. Opbrengst vin verkoopingen en verschillende ontvangsten 690,000. K. Het overschot van hetgeen de opbrengst der middelen over 1838 en vroeger meerder heeft bedragen, dan voor dezelven is geraamd, volgens de rekening van de generale Thesaurie, op 1 Januarij 1840, 398.703.72}. L. Uit hetgeen reeds gebleken is, dat de opbrengst der middelen over 1839 en 1840 meerder heeft bedragen dan daarvoor is geraamd 850,000. M. Overschot van het dnor België ten deele gerestitueerde aandeel in de rentebetaling over 1839 i,4°o>00°. N. De opbrengst der middelen in het Hertogdom Limburg 1,800,000. o'. Bijdragen uit de geldmiddelen der Overzeesche Bezittingen: n. Tnr voldoening der renten van het kapitaal, vermeld in art. 1. der a. Tot voldoening wet van 24 April 1836.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1