en nlgemeene zitting gehouden, waarm de bekende drie proclamation en pu.
plicatie zijn afgekondigd en daarvan "aan het Openbaar Ministerie, op des.
zelfs requisitoir, icte is verleend,
Naar men vetneetnt, zullen de inspectiën der miliciens, die zich met
onbepaald verlof in Zuid-Holland -bevindenplaats hebben in de maanden
November 1840, Februarij, Mei en Augustus 1841.
"AaD de Roomsch Kachoiijke gemeente te Eist is eene Rijks subsidie
verleend tot het bouwen eener nieuwe kerk en de verbetering der pastorij.
In de den Ssten dezer te Rotterdam gehouden veiling van het EijerJ
land in 72 afzonderlijke percelen, hebben dezelve f 617,485 opgebragt.
Op Donderdag den 22Sten October is de afslag, eerst der afzonderlijke perl
celen en daarna in massa, bepaald,
De leeuwin van den bekenden Martin heeft onlangs te Amsterdam vier
jongen geworpen, hetgeen eene groote zeldzaamheid is. Zoo als dit b(j
zulk een geval bijna altijd gebeürt, zoo heeft de leeuwin ook nu slechts
twee jongen naar zich willen nemen; de twee anderen zijn door Martin aan
eene schoone teef toevertrouwd, door wie zij sedert gezogen worden.
Van Apeldoorn wordt, onder dagteekening van den 7den dezer, het
volgende gemeidt
Omstreeks ten lil ure begaven zich de Ministers eu Raden van den Staat
in groot constuum naar her paleis.
Ten 12 ure is de plegtigheid van den afstand en de overdragt des troons
aldaar, in tegenwoordigheid van Z. K. H. den Prins van Oranje, van de
verder aanwezige leden van het Koninglijke Huis, en de bovengemelde hooge
Staatsdienaren, door Z. M. voltrokken.
Reeds vóór inf ure waren de Ministers en Staatsraden weder te Apel.
doom cerug.
Dadelijk daarna vertrokken de meeste Ministers en Staatsraden weder
naar 's Ilage.
Z. M. Koning Willem II is eerst des namiddags ten 5 ure van net Loo
naar' de Residentie terug gekeerd.
De plegtigheid heeft, zoo als uit het bovenstaande blijkt, maar kort ge
duurd en weder blijken gedragen van de eenvoudigheid, die steeds door
het Koninglijke gezin wordt in acht genomen. Zij heeft plaats gehad in de
groote zaal, in welke zich niets buitengemeens bevond, dan eene groote
met groen laken bekleede tafel, rondom welke de stoelen waren gerangschikt.
Men meldt vau daar wijders, dat Z. M. Koning Willem I op den sden
en dus twee dagen vóór Hoogstdeszelfs abdicatie, nog een aantal
11 zon tot bevordering
dezer, en dus twee dagen voor nougsiuc,.co 0
besluiten genomen en gunsten had verleend, strekkende zoo tot bevordering
van onderscheidene civiele ambtenaren, als het benoemen van een groot aan-
jHonzcrdeszelfs kleinzonen Willem Frederik
van onuciibu«>»vU. - naren aio uvi
tal ridders, als; onder anderenHoogstdeszelfs kleinzonen Willem Frederik
Nicotaas AlbertPrins der Nederlanden (zoon van Z. K. H. Prins Frederik
en Frederik Willem Nico/aas Albert, Prins van Pruissen (zoon van Z. K. H.
Prins Albert van Pruissen en Prinses Mariannetot ridders Grootkruizen der
orde van den Nederlandschen Leeuw.
Wijders zijn nog, onder anderen, door Z. M. tot Ridders der orde van den
Nederlandschen Leeuw benoemd: de heeren van Akerlaken, de Hacker, van
Drmvesteyn, van de Mortel en Weynaendts, alle leden van de Tweede Kamer
der S'ncen-Generaalmitsgaders de heeren VHonori, Referendaris bij de
Staat3-Secretarie, de Bruin Kops, Burgemeester van Haarlem, de Generaal-
Maioor Murault, Provinciaal Commandant van Noord-Braband, de Graaf
Bestinck Kamerheer van Z. M., de Generaal-Majoor de Perponcher, Pro.
vin'ciaal Commandant van Noord-Holland, de heer va» MarleInspecteur
der munt, enz. Tevens heeft Z. M, den heer van Stralen, Secretaris van
het Kabinet, benoemd tot Staatsraad in buitengewone dienst.
Voorts heeft Zijne Maj. Koning Willem I nog de volgende benoemingen
gedaan tot Ridders der orde van den Nederlandschen Leeuw, als de heeren;
Bent hem Reddingius, Predikant bij de Hervormde gemeente te Assen; Beije.
rinck, Iloofd-Ingenieur van den waterstaat; W. C. van Braam, Bnrgemees.
ter va'n [Iattem; J. de Koek, Griffier van de Staten van Utrecht; B. Nieuwold
Predikant bij de Hervormde gemeente te Leeuwarden; H.dcQuaij, Districts
commissaris in Noord-Braband; L. Baron Rengers, Kamerheer van Zijne Maj.;
Baron Sloet tot Oldhuis, Districts-Commissaris van de Veluwe; Snouck Uur.
van aeranaut -nu *ru»' -a—.d-Scill',
Kapitein ter zee en eqnipagiemeester te Rotterdam; benevens den heer
Stift, geheim-Referendaris voor de Luxemburgsche zaken en Ridder der
01de, tot Commandeur.
Uit Groningen meldt men van den 8 October:
Heden heeft de Hooggeleerde heer Mr. C. Star Numan het Ree.
toraat dezer Hoogeschool overgedragen aan den Hoogleeraar J, Baart de !a
Faille, met het houden eener plegtige Latijnsche redevoering: de patrio
JurisconsultoAcademica institutione imprimis informandodat is: over de
vorming van den Faderlandschen Regtsgeleerdeals het voorname doel van hei
Regtsgeleerd Academisch ondervijs. Tot secretaris van den Academisclien
Senaat is benoemd de Hoogleeraar A. A. Sebastian.
Heden avond houden de heeren Studenten eene luisterjjke serenade bij
fakkellicht.
OOST.IN DIE.
Van de regen China bestemde expeditie heeft men eenige nadere berigten.
Admiraal Elliot, laatstelijk van de Kaap vertrokken, was niet, gelijk men
vroeger dacht, regtstreeks naar China doorgezeild, maar met een deel van
zijn eskader, te weten den Melville, de Blonde en den Pylades den ïöden
junij te Singapore aangekomen. Terstond had hij er eenige Chmescbe jonken
doen aanhouden, maar onderrigt, dat de bevelhebber der reeds vertrokken
scheeps-dlvisieSir Gordon Bremer, aan de Chinesche kooplieden aldaar eene
soort van verzekering gedaan had, dat zij onbekommerd zouden zijn, ontsloeg
hij dezelve kort daarna. Men wil, dat Admiraal Elliot eenig ongenoegen be.
toond heeft, dat hij de eerste divisie reeds vertrokken vond. Althans reeds
twee dagen na zijne aankomst, den i8den, is h(j, zonder op her overschot
van zijn eskader te wachten, Sir Gordon's afdeeling achterna gezeild, en
daar men berigt had, dat zij den I3den Junij nog niet verder gekomen was
dan bij het eiland Poulo Sapataomtrent halfweg tusschen Singapore eu China
dacht men dat de Admiraal haar gemakkelijk zou inhalen. Uit het aanhouden
der jonken te Singapore meent men te mogen afleiden, dat de Admiraal bevel
heeft om alie vaartuig aan de Chinesche kust te nemen en te vernielen. Van
hunnen kant gelooft men, dat de Chinezen toebereidselen maken 0111 de rivier
van Canton te stoppen. Verscheiden jonken, met steeneu geladen, lagen
bij de eerste baar ten anker en aan beide de oevers waren hoopen graniet,
blokken opeen gestapeld, ofschoon deze rotsstukken ook wel bestemd kun
nen zijn tot het aanleggen van vestingwerken. Te Singapore wachtte men,
bij het vertrek van Admiraal Elliot, nog de schepen Blenheim, Pique en
Inconstant uit Engeland, de Modeste en Colombine van de Kaap, en twee
kanonneer-brikken uit Brazilië. De gezamenlijke sterkte der landmagt, die
uit Engeland medegerekendwerd op 15,000 man begroot. Eenige Chir.e.
sche jonken hadden den nssten Mei, bij de zoogenaamde Broeders ten Noor
den van Namo, eene poging gedaan om een Engelsch vaartuig, de Hellas,
te nemen; daar er destijds windstilte heerselue waren zij bijna in hun oog
merk geslaagd, doch het opkomen eener koelte had de Hellas in staat gesteld
hen af te weren. In de Chinesche provincie Honan scheen er een vrij ern
stige opstand te woeden, en onder de Chinezen was sedert lang eene voor.
spelling in omloop, dat zij door eene blanke, van top tot teen gekleede
natie uit het Westen veroverd zouden worden. Te Singapore bleef de opi-
umhande! nog zeer levendig; ook waren er uit China millioencn ponden thee
verzonden.
T U R K Y E.
Uit Konstantinopei wordt van 16 September berigt, dat de Saltan het vol.
gend besluit had doen afkondigen:
Wij hebben kennis genomen van de acte, welke de beallssing van den
algemeencn raaddie laatstelijk: bij den Scheik-il-Islasn is gehouden, bevat,
en daar het genomen besluit, omtrent het zeer ernstige en teedere TEgypti!
sche vraagstuk, blijkens de algemeene toestemming, het eenigste is, dat te
nemen overig bleef, zoo hebben wij met genoegen gezien, dat de adviezen
van den raad daarmede overeenkomen: Ten opzigte van een vraagstuk, dat - I
om zijne hooge belangrijkheid, eike andere zaak overtreft, zullen alle poginl
gen, om hetzelve tot een goed einde te brengen, eene groote, aan de gods
dienst, het volk en vaderland bewezen, dienst zijn; en ook zal elke tegen
overgestelde handelwijze niet anders dan als eene daad van wezenlijk verraad
kunnen beschouwd worden. Dat men dan, dientengevolge, in gemeenschap,;
pelijke overeenstemming met de grootste opregtheid en ijver hindele in all ei
wat de uitvoering van de maatregelen, bij het met de vier Mogendheden ge. 1
sloten tractaat bepaald, betreft, opdat men met Gods hulp, tot eene gelukkige
uukomst moge geraken. Maar mogten onbezonnenen zich tegen deze heil.
zame maatregelen durven verklareD, en aldus verdeeling en tweedragt onder
de natie zaaijen, dat men van heden af wete, dat zij onverwijld aan de ge.
strengste straffen zullen onderworpen worden. Dat de Allerhoogste, door de
tusschenkomst van hen, die hij bemint en eert, zich verwaardige het geluk,
kig ten einde te brengen; deze dreigende zaak gemakkelijk te maken en hen
met gelukzaligheid in de beide werelden te beloonen, die zich door hunne
regtschapenheid en opregtheid onderscheiden. Zoo zij het!
In de tuighuizen der hoofdstad heerschte de grootste bedrijvigheid- er
zon op nieuw een leger van 45,000 man bijeen getrokken worden.
_—Aan de.Svriers is een manifest door de Porte eerist eeworden 'ten einde
SPANJE.
Z K. H. Prins Hesidrik der Nederlanden is aan boord van het fregat de
Rhiiss, den ai September te Cadix aangekomen.
Voor bet vertrek van den Hertog de ia Fsctorsa naar de hoofdstad
hebben de gezamenlijke Fransche, Engelsche, Nederlandsche, Belgische en
Portugesche Gezanten eene nota aan den Hertog gerigt, waarin zij hem te
kennen geven, dat bij de minste krenking van het Koningschap door hem,
zij van hunne Gouvernementen in last hadden, hunne passen te vragen en
Spanje te verlaten.
Espartero heeft den ai tweemaal van het balkon van zijn hotel tot het
volk gesproken, maar is, wegens het gejoel, niet kunnen verstaan worden.
Het gerucht is wederom in omloop, dac de Regentes zich niet naar
Madrid, maar naar Italië zou begeven.
ITALIË.
Van de Italiaansche grenzen schrijft men van den 27sten September:
In de Italiaansche Staten vertoonen zich de bezorgdheden wegens eenen
aanstaanden oorlog steeds levendiger. Men begint dien, hetzij dan te regt
of niet, voor onvermijdelijk te houden, en indien al ook de regeringen deze
wijze van zien niet deelen, zoo heeft toch, bij voorbeeld, de Sardinische
verscheidene maatregelen genomen, welke op de mogelijkheid eener storing
des vredes heen wijzen; met name is onlangs door haar bevel gegeven om
paarden aan te koopen, ten einde de cavallerie-regimenten, vooreerst ech
ter slechts op den voet van vredevoltallig te maken. In het begin
dezer maand heeft de Fransche vice-Consnl Boggiano, te Messina eene uit.
noodiging bekend gemaakt, waarbij hij degenen, die genegen mogten zijn
aan de Fransche, in gemelde haven landende schepen levensmiddelen,
met name brood, vleeschwijn, olie, kaarsen, suiker, moesgroenten
en zout te leveren, verzocht hunne aanbiedingen verzegeld in te zenden.
De contracten van leverantie moeten voor zes maanden gesloten worden.
Men vermoedt hieruit, dat Frankrijk aldaar voor zich eene station in de
Middellandsche zee wil oprigten, om de gemeenschap met de Levant ge-
UtfJi.tól"ljijUKePffifeeBii£0"'^n&&v»e^eflFe'! r^apefs'"'wTf in acht nemen.
ZWiTZERLAND.
Betrekkelijk het gesloten handels-tractaat tusschen het Vorort en het Ko.
ningrijk der Nederlanden, waarvan de ratificatien verwacht worden, verneemt
men uit de Zwitzersche dagbladen, dat bij art. 2 bepaald is, dat de Koning
der Nederlanden aan de voortbrengselen van Zwitzerlands grond en nijverheid,
bij den invoer in de Nederlandsche koloniën, alle de voorregten zal doen
genieten, welke door de meest bevoordeelde natiën worden of zullen worden
genoten, en dat, daarentegen, de Zwitzersche Bond tlle de Nederlandsche
koopgoederen, welke, hetzij te land, hetzij te water, worden ingevoerd,
zal toelaten op den voet der tegenwoordige regten, die niet zullen verhoogd
mogen worden. Het tractaat zal in kracnc en werking blijven tot het einde
van Januarij 1851.
DUITSCHLAND.
Volgens een berigt uit Siiesiên, zou het jongste kind van HH. KK. HH.
Prins en Prinses Albert van Pruissen, in gevaarlijke omstandigheden verkeeren.
Den 4den dezer zouden, volgens berigten uit Berlijn, de zittingen der
Commissie aldaar geopend worden, welke belast is om de beraadslagingen
over het al of niet opheffen van de in de laatste twee jaren met Nederland,
Hamburg en Bremen gesloten handelstractatende voorzitter der Commissie
is de Opperpresident van Pruissen von Schiju. Later zouden aan de werk.
zaamheden der Commissie ook deskundigen deel nemen en het zeggen was,
dat men van dien kant ernstige bedenkingen tegen het voortduren dier trac-
taten aanbrengen zou.
Een der voornaamste werktuigkundigen te Weenen, de heer Glantz,
arbeidde sedert eenige jaren aan een werktuig, dac, door een zeer vinding
rijk mechaniek, geluiden, die met de measchelijke stem overeenkomeft, moec
voortbrengen. Naar men verzekert, heeft de heer Glantz zijnen arbeid
thans volbragt, en ziét zijne lange volharding boven verwachting bekroond.
Het nieuwe instrument is, naar men zegt, een meesterstnk van werktuig
kunde; door op eene veder te drukken, kan men verschillende melodien
voortbrengen in de tistor-, bargtoh- en basse-taille-stem. Dit wonderbare
instrument wekt In de salons van Weenen da levendisgte belangstelling. De
heer Glantz is voornemens een* automaat te vervaardigenin wiens hoofd
hjj zijn sieminstrumtnt, dat weinig ruimte beslaat, zal plaatsen.
Volgens berigten uit Herzegowina, is in de verleden maand Augustus,
de vesting Scoiacz door den bliksem vernield geworden. Hij trof namelijk
het kruidmagazijn en deed het in de Iuchc springen, waardoor de vesting,
werken en vijftien in derzelver omtrek staande huizen in een' puinhoop ver»
anderd werden. Zoo men zegt, zijn door deze ongelukkige gebeurtenis 6
nvenschen om het leven gekomèn, terwijl 15 andere, levend, maar meerder
of minder zwaar gekwetst, van onder het puin der hnizen opgegraven zijn.
Daar de in den kruidtoren bewaard geweest zijnde ammunitie dezelfde was,
welke reeds in dezelfde maand van het vorige jaar insgelijks door den blik
sem gevaar geloopen had, toen zij zich nog aan boord van het schip bevond,
uit hetwelk zij naderhand in de vesting overgebragt werd, achten wij, dat
het niet onbelangrijk zijn zal, van dezen zonderlingen zamenloop gewag te
maken en tevens de verbazingwekkende omstandigheid, die destijds plaats
had, bij deze gelegenheid te verhalen. Den apsten der bedoelde maand, in
liet jaar 1839, verhief zich een ongemeen hevig onweder, en tegen het