A\ 1840. LEYDSCHE WOENSDAG, COURANT. &3 SEPTEMBER. PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, Ontvangen hebbende eene circulaire aanschrijving van den Heer Staatsraad, Gouverneur Van Zuid-Holland, van den isten dezer maand, Provinciaalblad N3. 92), strekkende, om het in omloop brengen van vreemde koperen muntspeciën tegen te gaan Brengen bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat door Zijne Excellentie den Mi nister van Finaetiën de navolgende bekendmaking is gedaan De Minister van Finantiën onderrigt zynde geworden, dat meer en meer vreemde kope ren munten in omloop worden gebragt, waarschuwt elk en een iegelijk, dat die munten geen wettigen cours hebben, noch in het Rijk gangbaar zijn; dat niemand kan verpligt worden dezelve in betaling aan te nemen, en dat die mitsdien aan alle publieke kassen moeten worden uitgeschoten eu afgewezenterwijl daarentegentot voorziening in de behoefte, welke hier en daar aan de Nederlandsche koperen munt mogt bestaan, de noo- dige schikkingen zijn gemaakt s dat de Agenten van den Rijkskassier aan welke men zich tot dat einde zal aanmelden, tegen betaling in gouden of zilveren munt, zullen afgeven Nederlandsche centen en halve centen, mits de aanvraag geschiede voor niet minder dan tien gulden te gelijk. *s Gravenhage den 27 Augustus 1840; De Minister voornoemd Rochussen. Wördende wijders aan de Ingezetenen medegedeeld, dat de bedoelde vreemde munt, op de Ryks en de verschillende Stedelijke Kantoren niet meer in betaling zullen wörden aangenomen en alle Stëdëlijke Ambtenaren mitsdien naauwkeórig zullen toedienwaartoe zy by deze ten ernstigste worden uitgenoodigd, of zoodanige vreemde muntspeciën zich ook onder de Nederlandsche centen bevinden en die, doof hen ontdekt wordende, uit te schieten en af te wijzen; terwijl de bedoelde Ambtenaren, voor zoo veel dit van hen afhangt, gehouden zyn* de circulatie der Nederlandsche koperen specie te bevorderen en tot derzelver verspreiding op eene gepaste wijze mede te werken. Aldus gedaan en gepubliceerd, by H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den iyden September 1840. J. G. de MET. Ter ordonnantie van dezelve, v. puttkammer, NEDERLANDEN. Leyden, 22 September. Gisteren is ten overstaan van H. H. Burgemeester en Wethouders dezer stad, van de puije van het Raadhuis alhier, afgekondigd de Publicatie van den 4den September II., betrekkelijk de veranderingen en bijvoegingen door de wetten van denzelfdeh dag, Staatsblad N°. 48 tot en met N°. 59), in de grondwet gebragt; welke Publicatie in ons Nommer van den löden dezer woordelijk is overgenomen. Bij den Koninglijken Paardenpostmeester, den Heer ff. L. Burgers, is gisteren per renbode het berigt ontvangen, dat Zijne Maj. de Koning van Wurtemberg, reizende onder den naam van Graaf Six, heden nacht te Nij megen zou overnachten en morgen den 23sten dezer door onze stad Hoogst, derzelver reis naar 's Gravenhage voortzetten, vergezeld van Z. K. H. den Erfprins van Oranje, welke heden morgen Zijne Maj. naar Nijmegen is te gemoet gereisd, na alvorens alhier van paarden te hebben verwisseld. Men meldt uit 's Gravenhage van den 21 September: Naar men verzekert, zal Zijne Maj. de Koning zich aanstaanden Vrijdag Baar het Loo begeven. Men verneemt, dat het Zijne Maj. behaagd heeft, den heer/, ff. J. ffcllenbergh, die H. K H. Mevrouw de Erfprinses van Oranje, bij hare be valling, heeft bijgestaan, tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw ie benoemen. De Luitenant-ColonelSprengler, Adjudant van Zijne Maj. den Koning, is door Zijne Maj. den Koning van Wurtemberg met de Ridderorde van den Kroon van Wurtemberg vereerd geworden. Er is den i8den dezer tusschen ons Rijk en het Gemeenebest Texas, In Amerika, een tractaac van vriendschap en handel gesloten, onder leiding <fer Gevolmngtigden van Zijne Maj. den Koning, Zijne Exc. den Baron fer. stuik van Ztelen en van de Republiek, J. Hamilton. De raciücatien van dat tractaac moeten nog uitgewisseld worden. Het heeft Zijne Maj. behaagd aan de Hervormde Gemeente te Oud- Alblas eene subsidie van f 3000 toe te leggen tot herbouw hirer kerk. Alhier is uit Brussel aangekomen de Generaal Prisse, Adjudant van Zijne Maj. den Koning der Belgen, President der Belgische Commissie van de grensscheiding, benevens den Luitenant-Adjudant Coffinet, Secretaris van genoemde Commissie. Volgens de Brusselsche dagbladen, staat die'komst in verband met de werkzaamheden der vermelde Commissie. In deze Residentie zien thans het iichc twee uitgaven der grondwet des Rijks, zoodanig als zij, na de onlangs daarin gebragte wijzigingen, luidt, met aanduiding van de artikelen der grondwec van 1815. Ook ziet het Iichc het eerste boek van het wetboek van strafregt, in eene doorloopende reeks van artikelen vervat. Deze uitgaven onderscheiden zich door netheid en itasnwkeurigheid. Daardoor wordt voldaan aan den reeds van verschillende XÜden uitgedrukten wensch, ei werkelijk wordt er tevens in eene algemeen gevoelde behoefte voorzien. Uit Rotterdam wordt van den 20 September gemeld: Naar men verneemt, zon hec dezer dagen bij de Hooge Regering een punt van deliberatie uitmaken, om eenige wijzigingen en nadere bepalin. pen in het Reglement, rakende de initrnctle van Kapiteins en gezagvoerders van koopvaardijschepen, daar te stellen. Hetzelve zou ten doel hebben de magt, hun op die achepen toegekend, meer naar reglementaire bepalingen vast te stellen, ten einde toch eenmaal de veelvuldige en meestal gegronde klagten van het scheepsvolk, over de handelwijze van sommige Kapiteins hun op de reis naar elders aangedaan, te doen ophouden. Uit Amsterdam meldt men van den 20 September hec volgende t De plegtstatige Inwijding van den spoorweg tusschen deze stad en Haarlem,- den eersten, dien men in Nederland tot stand zag komen, had plaats op den so September 1839, en deze belangrijke gebeurtenis werd heden te eerder met genoegen herdacht, omdat reeds in het vetloop van den voltooiden eer- «ten jaarkring de ervaring bewezen heefc, aan den eenen kant de nuttigheid van dien spoorweg voor de bewoners der provincie, en in het bijzonder voor de ingezetenen der beide steden, en aan den anderen kant, de gegrondheid der verwachting, dat op den duur de onderneming zelve zich bij de zaak zal wel bevinden; vooral wanneer de voortzetting van den weg tot Rotter, dam zal zijn toe stand gebragt. Niet ten onregte derhalve had de spoorweg dezen dag een feestelijk aanzien; waarvan echter de fraaiheid door hec gure en regenachtige weder minder uitkwam en ook minder werd gadegeslagen. Van alle de stationsgebouwen wapperde de nationale vlag, met welke ook de wachthuisjes den weg langs getooid waren. Insgelijks waren den ganschen dag door de locomotiven en achterste waggons der wagentreinen met de uit. waaijende sierlijke banen der vaderlandsche driekleur versierd. In gepaste vrolijkheid li overigens hec heugelijke van den goeden uitslag der onderne ming, door de verschillende beambten" van den weg, aan een feestelijk one. haal, hnn door de Directie aangeboden, dankbaar herdacht; bij deze gele. genheid zijn de welgemeendsce toasten aan den Koning, het Koningliike Huis, de leden van den raad van administratie en andere tot den weg betrekking hebbende autoriteiten en personen met geestdrift ingesteld. In den namiddag van den 2osten dezer is de bliksem geslagen in de Kamper-stoomboot Drusus, waardoor het bovenste gedeelte van den masj geheel verbrijzeld is; overigens is er geen schade veroorzaakt, de kok al. leen is door den schok, die zeer hevig was, omvergeworpen. Uit Groningen meldt men van den 17 September: Ais eene zeldzaamheid dient vermeld te worden, dat zich thans, in den tuin van Roe/f E. Dul, uir. schoenmaker te Garmerwolde, eene komkommer, peer bevindt, die eenen omtrek heefc van 1 Ned. el en 3 duimen, lang bijn» 8 palmen, en eeo gewigc hebbende van ruim 14 Ned. pondén. O O S T - I N D I E. In de Javasche Courant van 9 Mei leest men het volgende: Bij het Gouvernement is de tijding ontvangen, dat onze troepen ia de noordelijke afdeeling van Sumatra, op den 11 April jl., in de nabijheid van Baros, een beduidend voordeel hebben behaald, zijnde twee, in de nabijheid dier plaats gelegen, vijandelijke bentingsna een' hardnekkigen tegenstand, dien dag stormenderhand veriaeesterd, hetgeen ten gevolge heeft gehad, dat de vijand, door een' panischen schrik bevangen, ook Tapos heeft ontruimd, welke plaats den volgenden dag door de onzen is in bezie genomen. Nopens hec voorgevallene op den nden zijn de volgende bijzonderheden bekend Nadat de Colonel Michieh, welke den 9den van Padang te Baros was aan. gekomen, nog denzeltden dag, mee den commandant der zeemagc, den Ka. pitein ter zee Edeling, was overeengekomen nopens de gemeenschappelijke tusschen de land- en zeemagc te nemen maatregelen, ten gevolge waarvan den roden 's avonds de oorlog-schoeners Pilades, Kameleon en de civiele schoener Anadiomène de hnn aangewezen stellingen hadden ingenomen, wer. den gelijktijdig van de landzijde de noodige coebereidselen cot den aanval gemaakt, waarbij men mee veel moeijelijkheden te kampen had, zijnde de geheele nacht van den ioden op den uden noodig geweest om een kanon k 12 pond en een houwitser k 24 pond ijzer te voeren over de tegenover onze stelling Baros loopende, door den hoogen waterstand moeijelijk over te trekken rivier Batoe Grigie. Kort na hec aanbreken van den dag was evenwel dat geschut, in weerwil van hec kogel- en micraille-vuur der vijandelijke bentlng, in bacterq gebragt en vöór dezelve eene borstwering van zandzakken opgeworpen, bij welke werkzaamheden de Kapitein en de tweede Luitenant der artillerie Abbema en Umbgrove en de eerste Luitenant der genie Mangin zich door ijver en beleid hebben onderscheiden. [ntusschen was eene colonne van 200 man Infanterie, onder bevel van den Kapitein Dammers, door de wildernis langs de binnenzijde der duinen getrok- 'ken, om den vijand te beletten den voortgang der onzen langs hec open strand te belemmeren, welke marschna hec lossen van een paar schoten met hec gesehut uit de voormelde batterijdan ook werd voortgezet. Dé colonne, onder bevel van den Majoor Schlosserinsgelijks 200 man sterk, vereenigde zich met die van Kapitein Dommers in het gezigtenop niet meer dan 300 ellen afstand van de vijandelijke bencing. De scukken alsnu aldaar andermaal in batterij gesteid zijnde, werd een levendig vuur op den Vijand geopend, wiens geschuc al spoedig tot zwijgen werd gebragc. Nadat, door een gegeven sein van de redoute te Baros, het vuren der marine op deze benting was gestaakt, liet de Colonel Michieis twee colons nes d'attaque formeren, die, wegens den rook niet bespeurd, toe aan den voec der benting naderden, terwijl de lokale gesceldheid toeliet om hec vuren te doen voortduren. In weinige oogenblikken was de benting bestormd en overmeesterd, ter. wijl eene tweede in de nabijheid zijnde geheel gesloten meer belangrijke vijandelijke bencing omgetrokken en insgelijks bestormd werd; hier bood de vijand een hevigen en hardnekkigen tegenscand, zoodat aan de reserve-co. lonne bevel tot oprukken gegeven werd. Deze benting is dan ook over de lijken van derzelver bezetting bemag. tigd geworden; 78 dooden heeft de vijand daar en in de nabijheid achter ge. laten; drie gewonden werden gevangen genomen, terwijl vier stakken ge. schuc van velschillende kaliber, en een aantal andere wapenen en goederen in onze handen vielen. Met bijzonderen lof wordt door den Colonel Michieis, die in persoon de operatien heefc gedirigeerd, gewaagd van den moed en de volharding, door onze troepen daarbij aan den dag gelegd en Van de goede diensten, door de zeemagc bewezen'. Vooral hebben zich bijzonder onderscheiden de iste Luitenant van het 4de bataljon infanterie Bischof en de sergeant-majoor Coltschalk: zijnde genoemde officier, met de sabel in de vnisc, in de eerste vijandelijke benting gedron. gen, alwaar hij zich van 'svijands vlag heefc meester gemaakt en bij hec nedervellen van verscheiden vijanden, door elf klewang- en sabel-houwen ia gewond geworden, terwijl de insgelijks geblesseerde sergeant-majoor Gott schalk het eerst in de andere benting is geweeat en daarbij veel onverschrok. kenheid heeft aan den dag gelegd. De behaalde overwinning geefc alle reden om de spoedige onderwerping van Sinkel te verwachten, waardoor de rust in de noordelijke afdeeling weldra zal verzekerd zijn. Voornoemde eerste Luitenant Bitschof is door Zijne Exc. den Gouver. nenr tot Kapitein en de sergeant-majoor Cottschalk tot tweeden Luttenanc bevorderd. T R K Y E. Het linieschip, de twee fregatten en de twee korvetten, welke uit Konstancinopel met 6000 man landingstroepen uitgezeild waren, zijn te Cyprus aangekomen, en aldaar zijn die troepen ontscheept. Het Turksche linieschip heeft zich daarop met de Engelsch-Oostenrijksche vloot voor Alexandrie vereenigd. Mehemed-Ali heeft aan de mishandelde Joden ,die beschuldigd waren van Pater Thomas te Damascus vermoord te hebben, om zijn bloed met hnnne paaschbrooden te mengen, geregtiglieid doen wedervaren en bij eenen firman heeft hij hunne invrpeidstelling bevolen en tevens gezorgd, aac elk huuner,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1