Instellingenivëlke reeds vóór de uitvaardiging van het in het hoofd dezer vtrmeld besluit?gevestigd waren, en niet vatbaar zijn om te worden goedgekeurd. Beraming der Instelling. Door wie de Directie wordt gevoerd. Plant-", waarde Instel lingen gevestigd zijn. Weduwen-beurs. Weduwen-bosonder de Zinspreuk Öpregte huwelijkstrouw tracht hier be wijs te gevendat ware liefdezorg zich uitstrekt na dit leven Weduwen-fonds, onder de Zinspreuk; Door liefde zorgt men na den dood Waarborg-genootschap voor Weduwen; G. R. van Nekte Doesburg. J. van Dobben c s.tc Haarlem. T, Hi. Smedema c. s. te Holwcrd. J. te Winkel en II. J. Rietveldte Amsterdam. Doesburg. Haarlem. IIol werd. Amsterdam# Behoort bij *s Konings besluit van den 10 Julij 1840, Staatsblad N°. 43). Mij bekend. De Secretaris van Staat (Gctf.) Van Doorn. Accordeert met deszeifs origineel, De Griffier ter Staats-Secretarie QGet.~) A. G. A. van Rappard. Voor eensluidend afschrift, De Secretaris'Generaal bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken c. volleniioven. Voor kopij conform De Griffier der Staten van Holland D. J. t. z. Ganswijk, l. G. Leydtn den itfdèn September 1840. Burgemeester en Wethouders voornoemd J; G. DE ME y. Ter ordonnantie van dezelve, v. puttkammeei PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, Ontvangen hebbende eene circulaire aanschrijving van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, van den isten dezer maand, f Provinciaalblad ,N°. 92), strekkende, om het in omloop brengen van vreemde koperen muntspeciën tegen te gaan Brengen bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat door Zijne Excellentie den Mi nister van Finaetien de navolgende bekendmaking is gedaan De Minister van Finanriën onderligt zijnde gewordendat meer en meer vreemde kope ren munten in omloop worden gebragt, waarschuwt elk en een iegelijk, dat die munten geen wettigen cours hebben, noch in het Rijk gangbaar zijn; dat niemand kan verpligt worden dezelve in betaling aan te nemen, en dat die mitsdien aan alle publieke kassen moeten worden uitgeschoten en afgewezen; terwijl daarentegen, tot voorziening in de behoeftewelke hier en daar aan de Nederlandsche koperen munt mogt bestaande noo- dige schikkingen zijn gemaakt, dat de Agenten van den Rijkskassier, aan welke men zich tot dat einde zal aanmelden, tegen betaling in gouden of zilveren munt, zullen afgeven Nederlandsche centen en halve centen, mits de aanvraag geschiede voor niet minder dan tien gulden te gelijk. *s Gravenhage den 27 Augustus 1840. De Minister voornoemd RocKussen. Wordende wijders aan de Ingezetenen medegedeeld, dat de bedoelde vreemde munt, op de Rijks en tie verschillende Stedelijke Kantoren niet meer in betaling zullen worden aangenomen en alle Siedelijke Ambtenaren mitsdien naauwkcurig zullen toezien, waartoe zij bij deze ten ernstigste worden uitgenoodigd, of zoodanige vreemde muntspeciën zich ook onder de Nederlandsche centen bevinden en die, door hen ontdekt wordende, uit te schieten en af te wijzen; terwijl de bedoelde Ambtenaren, voor zoo veel dit van hen afhangt, gehouden zijn, de circulatie der Nederlandsche koperen specie te bevorderen en tot derzei ver verspreiding op eene gepaste wijze mede te werken. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den lydeii September 1840. J. G. de M e y. Ter ordonnantie van dezelve, v. PutTkammer. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, geven bij deze kennis aan dé Ingezetenen dezer Stad, dat, krachtens de bepalingen, vastgesteld by Zijner Majesteïts vacatures in ae Stedelijke Kics-Collegienin de vergadering van dën Ed. Achtb. Raadj op lieden gehouden, bij stem-opneming gebleken is, dat door de Stemgeregtigde Ingeze tenen, ter vervulling van twee tusschentijds gekomen zijnde buitengewone vacaturesbij meerderheid van stemmen, zijn verkozen de Heeren; Mr. PIETER BUYSKES, Prof. JOHAN RUDOLPH THOR BECK E; Welke die functie tot aan dén 3osten September 1848 zullen waarnemen. Aldus gedaan en gearresteerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leydenop den i7den September 1840. j. G. de Met, Ter ordonnantie van dezelve, v. puttkammer. NEDERLANDEN. Leyden, 19 September. Het «trekt ons tot groot genoegen te vernemen dat de benoeming van onzen stadgenoot, den heer J. Pierot, tot Oost-Indisch Ambtenaar der eer. ste klasse en zijne spoedig op handen zijnde afreize naar Java voornamelijk de bereiking van een wetenschappelijk doel ten oogmerk heeft, hetwelk de bijzondere goedkeuring en bescherming van onzen geêerbiedigden Koning heeft mogen wegdragen. De heer Pierot, een kweekeling onzer Hoogeschool, heeft sedert lang de kruidkunde tot hoofdstudie gekozen en zich daarbij de vereischte practische kundigheden tot het aankweeken van gewassen eigen gemaakt. Hij verdiende uit dien hoofde voor deze zending bijzonder in aan. merking te komen, waarvan het oogmerk is de merkwaardigste en tevens nuttigste voortbrengselen uit het plantenrijk dier afgelegen gewesten bijeen te brengen, om door derzelver invoering aan de hier te lande zoo zeer vervallen horticultuur nieuw leven te geven en dezelve uit hare langdurige kwijning op te beuren. Men mag zich derhalve van deze keuze eenen allezins gunstigen uitslag beloven, te meer daar met deze onderneming tevens de oprigting eener Maatschappij voor het aankweeken van Indische en vooral Japansche gewassen hier te lande in verband staat. Het is bekend, tvelk eenen heilzamen invloed dergelijke Maatschappijen in naburige landen niet alleen op de uitbreiding der horticultuur, maar ook op die van de wetenschap zelve hebben uitgeoefend. W(j juichen dus van ganscher harte de pogingen toe van de heeren Blume en von Siebotd, die zich tot de oprigting eener zooda. nige Maatschappij hebben vereenigd, wier werken Over de belangrijkheid en den rijkdom der vegetatie van onze Oost-Indische koloniën en Japan reeds zoo veel licht verspreid hebben, en waarvin de voltooijing door allen, die in de uitbreiding der wetenschap en den Vaderlandschen letterroem be. lang stellen, met gespannen verwachting te gemoec gezien wordt. Wij ver- trouwen, dat die pogingen den bijval onzer landgenooten in ruime mate zul. len wegdragen en danken onze Regering, die nimmer achter blijft, waar het eene nuttige onderneming geldt. Men meldt uit *s Gravenhage van den 20 September; Monsgr. AntonucciZaakgelastigde van den Paus bij ons Hof, is dezer dagen door den Paus tot Bisschop van Moncefeltri, in de Republiek van San Marino, in Italië, benoemd. Die benoeming zal in het eerstvolgend consistorie worden gepreconiseerd. Zijner Majs. brik delVindhond zal met den laatsten dezer maand buiten dienst worden gesteld en opgelegd en deszelfs Kapiteiu J. F. Kist, en de verdere dienstdoende officieren op non-activiteit gebragt worden. Uit Schevaningen verneemt men, dat, behalve het groot getal baden, ain de westzijde van dat dorp gebruikt, het getal der badgebruikers aan het Badhuis, dit jaar ongeveer tien duizend heeft bedragen. Dit getal mag, in vergelijking van dat van vorige jaren, als zeer hoog beschouwd worden, wanneer men daarbij in aanmerking neemt het ongunstige weder in den voor. zomer. Er hebben dit jaar op het Badhuis verschillende aanzienlijke partijen plaats gehad, waaronder het diner van den voormaligen President der Tweede Kamer, O. van Swinderen van Rensuma, eene eerste plaats bekleedde. Laatstleden Dingsdag heeft onder het voorzitterschap van den heer A. Kist Ëz., de jaarlijkschc prijauitdeeling te Dordrecht plaats gehad aan de leer. lingen van de stads bouwkundige teekenschool; deze plegtigheid werd vereerd door de tegenwoordigheid van de Regering dier stad en eene Commissie nic liët genootschap Pictura. Men schrijft uit Utrecht van den igden dezer: Op heden aanvaardde de Hooggeleerde heer G. J, Mulder zijn* post als Hoogleeraar aan onze Hoogeschool, met eene redevoering: de indole Che'* miaequa lis nostrii aetate colitur, dat is: over den aard der Scheikunde, zoó als die in onzen leeftijd wordt beoefend. De Arrondissements-Regtbank heeft heden uitspraak gedaan in de zoo^ veel gerucht gemaakt hebbende zaak van mevrouw de Baronnesse Taets van Amerongcn, geb. Baumhauer. In aanmerking nemende, dat de getuigde om, standigheden, omtrent onderscheidene feiten, op zich zelve en niet in ge. noegzaam verband stonden; dat ook van geen boos opzet der moeder, noch van benadeeling der gezondheid van het kind was gebleken; zoo min als dat de grenzen der kastijding, aan de ouderlijke magt toegekend, waren overtreden; en er alzoo geen misdrijf naar de wet aanwezig te achten was, is de beklaagde vrijgesproken. Te Amsterdam hield den igden dezer de HoIIandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen hare algemeene vergadering, onder den voorzitter, den Hoogleeraar J. Bosscha, welke sprak over de verpligtingdie er op de Regering ten aanzien van de Kunsten en Wetenschappen rust. Daarna wera het verslag voorgelezen van de handelingen, voorgevallen in het laatst verloopene jaar, waaruit onder anderen bleek, dat de Amsterdam- sche afdeeling thans25o, de Rotterdamsche 109, de Leydsche 69 en de Haag. sche 67 leden telt, en dat er te Amsterdam 12, te Rotterdam 4, te Leyden 7 en te 's Hage 8 openbare bijeenkomsten waren gehouden. De secretaris wijdde daarop eenige oogenblikken aan de nagedachtenis van twee verdien, stelijke leden der Maatschappij: van den Hoogleeraar J. IJ. van der Palm eerelid, en van den heer H. Haakman, gedurende vele jaren bestnurder der Maatschappij, en schetste in fiksche trekken, wat de Maatschappjj door het afsterven van deze verdienstelijke mannen had verloren. De gouden medaille werd toen uitgereikt aan den heer A. Bogaers, op zijne bekroonde verhandeling over de uiterlijke welsprekendheid, en de zilve ren aan den heer J. Immerzeel Jr., voor zijne lofrede op Rembrandt. Van de opgegeven prijsvragen werd die bekroond van den heer J. P. Heye, Med. Doet,, wegens eene verzameling van gedichten, om mee één en meerdere stemmen gezongen te worden. Tot voorzitter werd verkozen de heer G. H. M. Delprat en tot secretaris de heer A. van Ryckevorsel, Te Zierikzee is den I4den gevankelijk binnengebta'gt de persoon van Ch. Amadio, ambtenaar bij de belastingen op het eiland Duiveland, beschul digd van zijne hulsvrouw J. van der Houte geweldadig om het leven te hebben gebragt De misdaad zou reeds beleden, en het misbruik van ster. ken drank tot dezelve de aanleidende oorzaak gegeven hebben. Uit Groningen schrijft men van den I5den dezer: In de vergadering der Provinciale Staten van Groningen zijn, ter vervul, ling der twee vacatures in de Tweede Kamer der Staten-Generaalin plaats van Jonkheer Mr. O. van Swinderen van Rensuma, benoemd rot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, verkozen: Jhr. Mr. J. E. van Panhuys, Regter in de Arrondissements-Regtbank te Winschoten, en, in plaats van den wel-edelen gestr. heer Mr. H. II. Brongers, overleden, de wei-edele gestr, heer Mr. H. J. H. Modderman, Procureur te Windschoten. Uit Franeker wordt van den 17 September gemeld: Heden aanvaardde de hoog-eerw. hooggel. heer J. H. Scholten, Theol. et Litt. Hum. Doctor, het Hoogleeraarsarabt in de godgeleerdheid aan '5 Rijks Athenaeum alhier, met eene plegtige redevoering: de vitando in Jesu Chrlsti - - .-..■v J- ------- fl.*.!r*ow r hodiernae theologiae muneredat is: over de voor de zaak des Christendoms zoo belangrijke taak der hedendaagsche godgeleerdheid, om eene docctischc rigting te vermijden in de behandeling van het leven van Jezus, /EGYPTE. Ofschoon men uit Weenen, onder dagteekening van 11 September een berigt mededeelde, dat Mehemed-Ali toegevenheid had betoond, zoo worde echter uit Alexandrie van den 3osten Augustus, over Marseille, het vol gende gemeld: Eergisteren heeft de Pacha den Gezant der Porte, Rifaat-Bey, en de Consuls der vier Mogendheden bij zich doen ontbieden, en hun te kennen gegeven, dat hij, wat /Egypte betreft, met het tractatt volkomen tevreden was; ten opzigte van Syrië, zich vergenoegen wilde met een levenslang bezit van hetzelve, en aan Rifaat-Bey zoude opdragen dit laatste voorstel aan de Porte te doen. Rifaat-Bey aangenomen hebbende zulks te doen, zijn de Consuls der vier groote Mogendheden tnsschen beiden gekomen, den onder-Koning vragende: wat hij voornemens was te doen, indien de Porte weigeren mogt totdat voorstel toe te treden. De Pacha gaf daarop ten antwoord, dat hji zich deswege niet te bekommeren had, wel verzekerd zijnde van de bewilliging des Sultans, In dat geval, hernamen de Consuls, moet Uwe Hoogheid on verwijld aan uwen zoon Ibrahim bevelen geven, om met zijne troepen terug te trekken en moet vooraf dé vloot worden overgegeven. Zeggende: „indien ik niet zeker ware van de bewilliging der Porte, zou ik geene enkele concessie hebben gedaan" weigerde Mehemed-Ali aan het eene zoowel als aan het andere te voldoen. Daarop is men uit elkander gegaan en de vrede schijnt verder dan ooit verwijderd. Zoo als men uit een vroeger berigt weet, was de blokkade van Alexan. drie door Engelsche en Oostënrijksche schepen reeds begonnen. T U R K Y E. Door de Engelsche bladen is thans het tnsschen de 5 Mogendheden En geland, Pruissen, Oostenrijk, Rusland en Turkije, den 1$ Julij I. 1. geslo ten tractaat tegen Mehemed-Ali bekend gemaakt; hetzelve is van den vol. genden inhoud In naam van den Albarmhartigen God. Daar Z. H. de Sultan zich tot HH. MM. de Koningin van Groöt-Britan.' nie en Ierland, den Keizer van Oostenrijk, Koning van Hongarije en Boheme, den Koning van Pruissenen den Keizer aller Russen gewend en derzelver bijstand gevraagd heeft, te midden der moeijelijkhedenwaarin hij zich door de vijandelijke gedragingen van Mehemcd-Alt, Pacha van /Egypte geplaatst vindtmoeijelijkheden welke de ongeschondenheid van hec Ottomannische rijk en de onafhankelijkheid van de kroon des Sultans be dreigen; en daar gezegde Majesteiten, vereenigd door het gevoel van vriendschap, die tusschen dezelven heersebe, bezield met den wensch om, in het belang van de bevestiging des Europeschen vredes, voor de onge. schondenheid en onafhankelijkheid van het Ottomannische rijk te waken; gecrouw aan de verpligtingenaangegaan bij de op den 27 Julij 1839 door hunne vertegenwoordigers te Konstantinopel aan de Porte ingediende nota; wenschende bovendien bet bloedvergieten te stniten, hetwelk veroorzaakt wordt door de voortzetting der in Syrië nirgebarsten vijandelijkheden tus schen de door den Pacha aangestelde overheden en de onderdanen van Z. H.» zoo hebben zij besloten met den Sultan eene overeenkomst tet het voormelde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2