LEYDSCIIE
COÜRAN T.
NEDERLANDEN.
T U R K Y E.
VR IJD AG,
7 AUGUSTUS.
Let den, 6 Augustus.
Gisteren is alhier op de gebruikelijke wijze de verjaardag gevierd van
H. K. H Prinses Wilhelmina Frederika Alexandrina Anna Louiza,
dochter van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden.
Men meldt uit *s Gravenhage van den 5den dezer:
De zitting van de Tweede Kamer der Scaten-Generaal van heden is even
na twee ure geopend.
De heer van SwinderenVoorzitter gedurende de afgeloopene gewone zit
ting der Kamer, bekleedt den Voorzitterstoel en vangt aan met de benoeming
van drie Comnaissien, bestemd om de geloofsbrieven der benoemde buitenge
wone leden der Kamer te onderzoeken. Deze Commissien zich van deze taak
gekweten hebbende, doen de heeren van den Mortel Beslaerts en Snouck Hur.
gronje, namens dezelve, verslag, hetwelk daartoe strekte, om alle de leden
toe te laten, aangezien de geloofsbrieven in behoorlijke orde waren. De
Commissie, belast geweest met het onderzoek van de geloofsbrieven der
leden uic Holland, deed echter der Kamer opmerken, dac de Graaf D, van
Hogendorp een zwager geweest is van het gewone lid der Kamer, den heer
JVarin, en dac alzuo, ten aanzien van dit buitengewone lid, de vraag ont
stond, of hij, naar de bepalingen van art. 81 der grondwet, wel zitting in
de Kamer mogt nemen. Dac artikel toch sluit alle bloedverwantschap of
zwagerschap, cot in den derden graad ingesloten, uic. De rapporteur deed
echter tevens opmerken, dac de echcgenooce van den heer iVarinde zuster
van den Graaf van Hogendorp, overleden was; dat zich alzoo de vraag op
deed, of het zwagerschap nog eenig bezwaar tegen de toelating opleverde;
dat het daardoor twijfelachtig was geworden, of art. 352 van het burgerlijk
wetboek, volgens hetwelk door de ontbinding des huwelijks, de zwagerschap
tusschen den eenen der echtgenoocen en de bloedverwanten van den anderen
niet wordt opgeheven, hter wel van coepassing is. De Commissie liet de
beslissing van deze vraagpunten, aan de Kamer over.
Al dadelijk stelt ae cijdelijke President voor, om aeze vraagpuncen in hec
midden te laten toe dac de andere buitengewone iecien, tegen wier toelating
geene bedenking bestaat, zitting zouden hebben genomen. De vergadering
vereenigde zich met dat voorscel.
De buitengewone leden nemen daarop zitting, met uitzondering van den
Graaf van Hogendorp
Toen vatte de tijdelijke President hec woord op en hield hij eene toepas
selijke aanspraak. De nieuwe leden riep hij een hartelijk welkom toe. Hij
merkte onder hen mannen aan, die persoonlijk of door hunne geschriften, of
wel door de openbare meening, bekend zijn als door de harcelijkste vader
landsliefde bezield te worden. Hij hoopte, dat de beraadslagingen der Ka
mer met kalmte en beradenheid zouden gevoerd worden, waardoor de eerste
discussien over hec belangrijke werk der veranderingen, in de grondwet te
brengen, zich hebben onderscheiden, en dat, niettegenstaande het verschil
van gevoelen, hetwelk er ïiicgelijk over sommige punten moge ontstaan, de
beraadslagingen hec bewijs zullen opleveren, dac ailen door denzelfden geest
worden bezield, en dat een ieder, naar zijne innige overtuiging, de belan
gen van het Nederlandsche Volk tracht voor te staan en te bevorderen.
De President deelde daarop aan de vergadering de vragen mede, welke er
nopens de toelating van den Graaf van Hogendorp waren ontstaan en stelde voor,
dit punt tot een onderwerp van beraadslaging op morgen te maken en thans
tot de verkiezing van drie Candidaten voor het Voorzitterschap over te gaan.
De heeren Brucevan Dam van Isielt en andere leden verklaarden zich
daartegen en meenden, dat eerst het ontstane vraagpunt moet worden uitge
maakt, omdac de Graaf van Hogendorpindien hij wierd toegelaten, het regc
had aan alle werkzaamheden der Kamer deel te nemen.
De heer Schimmelpenninck en andere leden waren van een tegenovergesteld
begrip én ondersteunden hëc voorstel van den President. Zjj meenden, dac
men wel den tijd mogt hebben, om over de moeijelijkheid, die zich opdoet,
na te denken.
Ter stemming overgegaan zijnde, is met eene meerderheid van 56 tegen 48
stemmen, overeenkomstig het voorscel van den President besloten en dienvol
gens bepaald, om op morgen over de oncstane zwarigheid te beraadslagen.
Vervolgens is men overgegaan tot hec opmaken eener lijsc van drie Candi-
dacen, die aan Zijne Maj. zal worden aangeboden, en waaruit Hoogscdezelve
eene keuze voor het Voorzitterschap der Kamer, gedurende de tegenwoordige
buitengewone zitting, zal doen.
Bij de eerste stemming voor oen eersten Candidate, verkreeg Jhr. van Swinm
deren van Rensuma, aftredend Voorzitter der Kanier, dadelijk de vereischte
meerderheid en werd hij alzoo tot eersten Candidaac verkozen. De heer van
Swinderen bekwam 67, de heer Luzac 33 stemmen, enz.
Tot tweeden Candidaac werd, r.a twee stemmingen, benoemd Mr. L. C.
Luzacdie 68 van de 104 stemmen op zich vereenigde. Na den heer Lu
zac, verkreeg de heer de Jonge de meeste, dat is 30 stemmen.
Tot derden Candidaat werd bij de eerste stemming verkozen Jhr. Mr. M.
IV, de Jonge van Campens Nieuw land, die 57 stemmen bekwam. Na hem er
langde ae heer Mr. J, G. van Nes, buitengewoon lid, de meeste, namelijk 29
stemmen.
De tijdelijke Voorzitter benoemde daarop eene Commissie, bestaande uic
de heeren: Roe 111 CatsCopes van Cattenburchde Vos de Hraelvan Meeu
wen, Hi ti lopenvan Lijnden van Hemmen en Groen van Prinster erwelke de
opgemaakte Ijjst van drie Candidaten morgen aan den Koning zal aanbieden.
Ten half zes ure worde de vergadering tot morgen gescheiden.
Van den 6den AugustusDe zitting van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal van heden is ten half een ure geopend. Er worde beraadslaagd
over de vraag, of Grave Dirk van Hogendorpals zwager zijnde van hec
gewone lid der Kamer, den heere IVarin, als buitengewoon lid der Kamer
kan worden toegelaten. Na langdurige beraadslagingen worde die vraag ont
kernend beantwoord roet eene meerderheid van 81 tegen 18 stemmen.
Wordt gelezen een Koninglijk besluit, waarbij Jhr. O. van Swinderen van
Rensuma tot Voorzitter der Kamer, gedurende de tegenwoordige zitting der-
zelve, benoemd worde. Dezelve aanvaardt zijne betrekking met eene toe
passelijke aanspraak, waarin hij als zijn gevoelen te kennen geeft, dat de
Kamer de door de gewone Tweede Kamer aangenomen wetten tot wijziging
der grondwet, slechts heeft goed te keuren of te verwerpen.
De Voorzitter benoemt eene Commissie, bestaande uit de heeren Luzac
de Jonge van Campens Nieuw landvan RappardSmits en Feithom een
ontwerp van adres in antwoord der troonrede op te stellen.
Wordt gelezen eene Koninglijke boodschap, ten geleide van 13 ontwerpen
van wet, strekkende tot wijziging der grondwet. Dezelve worden aan de
afdeeiingen vefzonden.
Nog wordt gelezen een Koninglijk besluit, houdende bepaling, dac de bui
tengewone leden der Tweede Kamer dezelfde reiskosten zullen ontvangen als
de gewone leden en de verblijf kosten per maand zullen worden berekend
naar 2500 *s jaars.
Er zijn drie verzoekschriften ingekomen, alle betrekking hebbende tot de
herziening der grondwec. Dezelve worden verzonden aan eene Commissie,
bestaande uit de heeren van HemertRsdel, van LijndenAlberda en de Ranitz*
De Voorzitter willende overgaan coc de zamenstelling der afdeeiingen,
doec de heer Schimmelpenninck het voorstel, om, aangezien de vergadering
thans zoo talrijk is, daarin zeven afdeeiingen, in plaats van vijf, in te dee*
len. Dien overeenkomstig worde besloten. Na het zamenstellen der afdee
iingen, worden tot hare Voorzitters en onder-Voorzitters benoemdde heeren:
Voorzitters: Luzacvan bytzama, Cats, Schimmelpenninckde Jongevan
Dam van Isseltvan Rappardonder-Voorzitters: DijkmeesterBackerAl-
berdavan AkerlakenCramerSandbargLuybeu,
De vergadering is toe nadere bijeenroeping gescheiden. Na dezelve heeft
de Commissie tot hec opstellen van een adres in antwoord der Troonrede,
eene bijeenkomst gehouden.
Bij Koninglijk besluie heeft Zijne Maj. benoemd tot Custos bij de Ko*
ninglijke Bibliotheek T, B, Ader, en tot Amanuensis J, Jm Dodt.
Zijne Maj. heeft dezer dagen bepaald, dat de heeren A. LipkensAdvi
seur bij het Departemenc van Binnenlandsche ZakenM.G. Beijerinck, Hoofd
ingenieur van den waterstaat voor Zuid-Holland; en GSimons, Ad viseur voöf
wis- en scheikundige zaken bij het Departemenc van Financiën, zich in Com-
missie naar Engeland zullen begeven, om aldaar sommige machinale werk
tuigen te bezigtigen en tevens ce onderzoeken of dezelven ook hier te lande
bij de droogmaking van het Haarlemmer-Meer zijn toe ce passen.
Zijne Maj. heeft benoemd tot Ingenieur der iste klasse P,Kocken tot
Ingenieur der 2de klasse kV, C, P, van Reede van OudshoornAdspiranc-Ingenieur.
Zijne Maj. heeft, den 22 Ju lij II,, bij uitbreiding van 1 2de lid van
Hoogsrdeszelfs besluit van 12 Junij 1839, bepaald: 1. dat onder de daarbij
opgenoemde kantoren van betaling, bij invoer langs de Schelde en het kanaal
van Neuzen, ook zal worden opgenomen Delfshaven, tot aus verre alleen
opengesteld tot den invoer uit zee; 20. dat Schiedam, als kantoor van beta
ling voor de Schelde, ook zal worden begrepen onder de kantoren van beta
ling voor het kanaal van Neuzen.
Zune M*j, heetc aan de ontvangers J, IV, Cantzlaar te Naaldwijk en
Mr. J. H. van Galen te Oegscgeest vergund onderling van standplaats te
verwisselen,
T)en 4len dezer zal te Nootdorp, door de Commissie tot droogmaking
der Noordorpsche plassen, worden aanbesteed het uitdiepen der bestaande
vaarten, ter lengte van ruim 68,000 ellen.
Uit Haarlem meldt men, dac het Badhuis ce Zandvoort dezen zomer
zeer druk bezochc wordt.
Uit Amsterdam meldt men van den 5 Augustus:
Heden heeft de 5de Algemeene Kerkelijke Vergadering der Herstelde
Evang. Lucherschen alhier eenen aanvang genomen. Bij afwezigheid van
Zijne Exc. den heer van Pallant van KeppelMinister van Staat, belast
met de zaken der Procestantsche Kerken, is dezelve geopend door den heer
Mr. P, ABrugmans, Deze vergadering wordt bestuurd door de heeren Pre
dikanten J. A, Helper SesbruggerPresident, T, C, C. Evertsvice-Presidenc
en D. R, UckermanSecretaris.
Aan het Nederlandsch Israëlitische Seminarium te Amsterdam, als mede
tot het opleiden van jeugdige Israëliten tot Godgeleerden, heeft Zijne Maj.
over het loopend jaar weder geldelijke toelagen uit 's Rijks Schatkist verleend.
Uit Arnhem meldt men, dat het voor den landman thans zoo gunstig
weder hem de hoop doec verlevendigen, dac de tabak, die iniharen wasdom
door het gure en natte weder, niet veel gewonnen heeft, ofschoon in min
dere mate dan in het voorgaande jaar, echter een* redelijken oogst zal ople»
veren. Het hooi was aldaar, niettegenstaande den aanhoudenden regen,
tamelijk droog en vrij kleurig binnen gekomen. In de afgeloopen week
was men aldaar begonnen met het maaijen van rogge, die zich als wel ge*
lukc laat aanzien. Overal verheugt zich de landman in eenen goeden oogst
van de rogge, die men als wel gewonnen kan beschouwenterwijl de schoone
weêisgesteldheid hem de gewenschte gelegenheid geeft de vruchten van
zijne vlyt in de schuren te verzamelen.
Uit Eonstantinopel meldt men van den 15 Julijdat Chosrev-Pacha de
gewezen Groot-Vizierdie zich naar zijn buitengoed, aan den Bosporus ge-
legen, begeven had, onverwachts is opgeligt en door eene stoomboot naar
Rodosco in ballingschap is weggevoerd.
Dit wegvoeren van ChosrcW-Pacha moet bij de Grieksche en Armenische
bevolking van Konstsntinopel eenen onaangenamen indruk gemaakt hebben,
omdat hij zeer op de hand van Rusland is en altijd zeer voor de Russen
geijverd heeft; zoo wil men dan ook, dat de reden van zijne verbanning
daarin zon bestaan, dac men ontdekt heeft, dat Chosrev/ van Rusland vele
geschenken ontvangen had.
De Fransche Monitcur van den 3den dezer bevat omtrent de Syrische
zaken de twee volgende telegraphische depêches
Marseille, i lugustus
De Luitenant ter zee Sparck, bevelhebber van de Engelsche paketboot
Prometheusdie den 28 Julij van Malta is vertrokken, en op het oogenblik
aankomt, heeft verklaard, dac op den dag van zijn vertrek door eene uit
Beyrut en Alexandrie aangekomene paketboot was aangekondigd, dat de op.
stand in Syrië zonder slag of stoot was gestild, en dat de iEgyptische vloot
met een deel der troepen, die zij naar Syrië had gebragt, naar Alexandrie
was teruggekeerd.
Malta, 28 July.
De Alecto is, na den 2tsten van Beyrnc en den 23sten van Alexandrie ver.
trokken te zijn, den 28sten des morgens te Malta aangekomen: de Kapitein
kondigt aandat de opstand in Syrië geëindigd is.
Te Konstantinopel heefc men eene zamenzwering ontdekt, aan welker hoofd
de gewezen Groot-Vizier Chosrev/-Facha stond: hij is gevat en in balling,
schap gezonden. {Zie boven.')