A'. 1840. f f - V X. M, IA f LEYDSCIIE COURANT. *9 JU LIJ. T U R K Y E. WOENSDAG, B U R G V. M F. E S T F. R EN WETHOUDERS DER STAD LEYDEN,— 'Gehad hebbende de verzoeken van: IIermanus Vermeulen-, Pottenbakkerom een Pottenbak kersoven te plaatsen in een Pakhuis en Erf, staande aan de Westzijde van de 'Oosthavenstraat, Wijk VII1. N°. 45; alsmede van Johannes They.ssrn, Smitöm eenè 'Smederij te stellen in eene Huizing, staande op de Heerengracht, Wijk Vlll, 784; Gezien Zijner Majesieits besluit van den sisten January 1824, rakende de vergunnin gen ter oprigting van sommige Fabrijken en Trafïjken; Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbendendat tot het booren der bewoners der huizen, naast de bovengenoemde Percelen gelegen, ten opzigte der infor- ifiatien de commodo et incómmododoor de Commissie van Fabricage, zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Stad, op Dingsdag den 4 Augustus aanstaande, des middags teil ■twaalf urezullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen opgemelde Verzoeken op dien tijd bij genoemde Commissie in te brengen, terwijl bij verzuim daarvan* zy gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging van dezelven niet te hebben verzet, Leyden den 27 Julij 1840. Burgemeester en Wethouders vóornoemd J. G. DE MEY. Ter ordonnantie van dezelve, V. PüTTKAMMER. NEDERLANÖEN. Letden, 28 Julij. Gisteren avond Is v.n hier een detachement curassiers vertrokken naar de gemeenten Llsse en Hillegom, omdat ook aldaar eemge woelingen onder dé dijkwerkers ontstaan zijn. Men meldt uit *s Gravenhage van den 27 Julij: Naar men verzekert, zal de opening van de buitengewone vergadering der Staten-Generaalde Tweede Kamer in dubbelen getale, op aanstaanden Dings- dag den 4 Augustus, met de bij de opening eener gewone vergauering ge bruikelijke plegtighedenplaats hebben. Zijne Maj. heeft dezer dagen Zijne Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken gemigtigd tot de openbare aanbesteding der volgende werken, ter be vordering van de droogmaking van het Haarlemmer Meer: t°. het graven van een gedeelte van de ringvaart en het opwerken van den ringdijk tusschen het Luikemeer en de Kom achter de halfwegsche Sluizen, door het buitenland van Raaidorp, den Osdorper Bovenwegschenpolder en Polanen, mitsgaders het digien van den mond van het Lutkemeer, en 2°. hermaken der verenchte jaagbiuggen in de aangelegd wordende jaagwegen langs het Noorder- enZui der-Spaarne. In het Journal de la Ha-je treft men eene aankondiging van het Rus. sisch Gezantschap in deze Residentie aah, waarin hetzelve te kennen geeft, gelast te zijn geworden, de personen, die verlangen mogten aan Zijne Maj. den Keizer werken of andere letterkundige voortbrengselen, voorwerpen van kunst, van nijverheid of van natuurlijke historie aan te bieden, te her. inneren, dat de Keizerlijke Regering geene bezendingen van dezen aard ontvangt, tenzij dezelve door de Russische Gezantschappen in de andere Rijken worden toegezonden. Deze zijn dienaangaande van bijzondere in- structien voorzien geworden. Bepaaldelijk is hun opgedragenzich met geene overzending te belasten, ten ware zij vooraf daartoe de toestemming hunner Regering hebben bekomen. De personen, die, niettegenstaande deze aankondiging, zich van andere wegen mogten bedienen, om hunne bezen, dingen regtstteeks aan den Keizer of wei aan het Keizerlijk Ministerie te doen, zullen zich zeiven de ongelegenheden te wijten hebben, die daaruic voor hen zeiven kunnen voortspruiten,alsmede het verliea der voorwerpen, welke zij met overhaasting mogten gezonden hebben. Uit Rotterdam wordt van den 25 Julij het volgende gemeld: Heden is wederom gearresteerd geworden zekere Arie Onwerkerk, welke persoon, volgens onze vorige, voortvlugtig en de hoofdaanlegger van den opstand aan den Zuidpias was, zonde hij dezelfde geweest, die de roode vlag als oproerieus geflrsgen heeft. Zoo suecestivelijk schijnt men er nog meer van die onruststokers en kwaadwilligen in handen te zullen krijgen, wordende dezelven alsdan onder militair geleide naar hier getransporteerd. Tot op he. den zijn er reedt vier dier belhamels gearresteerd geworden. Naar men ver- neemt verwacht men in de dorpen, gelegen aan den Zuidpias, zoo als Zeven. huizen, WaddinXveen, enz., nog 200 2 300 man tot versterking, om aldaar eenigen tijd gestationeerd te blijven, ten einde de orde en rust onder de'werk. lieden te bewaren en dezelve voor de mishandelingen en beieedigingen der kwaadwilligen te vrijwaren. Het is te hopen, dar die stand der zaken aldaar spoedig moge ophouden en een iegelijk weder vrij en onbelemmerd aan den arbeid kunne gaan. fan den 26 Julij. De bij ons op heden ingekomen berigten van den Zuidpias zijn van getuststellenden aard, en alles doet hopen, dat eerlang alles weder tot de vorige orde en rust zal ziin teruggekeerd. Van den 27 Julij. Het fregat de IJsiel van 44 stukken, gesleept door het stoomschip Cerberus, den 22Sten des morgens om 6y ure van hier ver. trokken, i< langs het kanaal van Voorne, hetwelk het den 23sten des mor gens ten ure verlaten heeft, den 24sten des morgens ten 9, ure op de reede van Vlissingen aangekomen, na gedurende den nacht voor Ter Veere geankerd gelegen te hebben. De geheele overtogt van hier naar Vlissingen, het oponthoud van schutten, stilleggen enz. daaronder begrepen, ia dus in 51 uren gedaan. Heden is Joseph Bonapartegewezen Koning van Spanje, met gevolg, oft Londen alhier aangekomen en aan Hendriksen's New Bath-HoteI afgestapt. Uit Amsterdam meldt men van den 27 Julij: Dê drukte aan onzen Haarlemmer-spoorweg duurt onverminderd voort, en vooral des Zondags maken duizenden van dit versnelde vervoermiddel gretig gebruik. Gisteren zijn, ondanks het buijige regenachtige weder, niet minder dan 4360 menschen over dien spoorweg vervoerd. Te Amsterdim is er in den nacht van uen 2<5sten dezer, ten huize van den broodbakker N. Diederich, in de St. Jakobsstraat, brand ontstaan, waar- door de zoldering van het vertrek boven de bakkerij en een gedeelte van het achterhuis geheel zijn nitgebrand. Men is de brand, door behulp van drie brandspuiten, spoedig meester geworden. Van de Turksche grenzen schrijft men van n Julij: Volgens berigten uit Konstantinopel wordt het altijd waarschijnlijker, dat Mehemed-Aifs nieuwste voorslagen geenen ingang zullen vinden. Ponsonby welken R«cAW-Pacha ten dezen aanzien gepolst had, heeft verklaard, dat hij eer Konstantinopel verlaten zon, dan de getuige van eene voor de Porie zoo imkdelyke overeenkomst te zijn, en ook de Ootenryksche Internuntius, aan wien zich Resc'n.' Pacha daarop wendde, antwoordde, dat hij tegen ieder besluit, hetgeen ae Porte wegens eene directe schikking met Mehemed-Ali op den van dezen voorgeschreven grondslag, nemen zoumoest protesteren. Een Fransch dagblad vermeldt, als volgt, de geruchien; die omtrent dè Zaken van het Dosten in omloop waren: De besluiten, reeds lang tegen den Pacha van Aegypte aangekondigd, zijn te Londen vastgesteld. De Vertegenwoordigers der 4 Mogendheden, van Engeland, Oostenrijk, Prulssen en Rusland, hetiben met den Afgevaardigde van de Porte eene overeenkomst geteekend, waarvan de voornaamste bepa lingen zijn: De Sultan zal aan den Pacha Aegypte erfelijk en het Pachaliek Vfan St. Jean d'Acre levenslang aanbieden. Indien hij binnèn 10 dagen niet -Aegeatemd heeft, zal hem de Sultan alleen Aegypte aanbieden. Indien hij nog weigert, verbinden zich de Mogendheden Mehemed-Ali tot gehoorzaam heid aan den Sultan te dwingen. Men zegt, dat deze overeenkomst naar Weenen, Berlijn en Petersburg gezonden is, om geratificeerd te worden. SPANJE. De wet op de Gemeenteraden, welke de Koningin bekrachtigd had, doch welke Espartero haar gedrongen heeft te beroepen, bevatte eene wijziging van de wet op die Raden van 1812 en vervolgens in 1837 hernieuwd; vol gens deze laatstgenoemde had een groot deel der mannelijke bevolking der plaatsen deel aan de verkiezing der Raden en was de magt der plaatselijke Besturen bnna aan geene beperkingen onderhevig. De wet, zooals dezelve thans gewijzigd was, had aan onderscheiden voormalige kiezers de magt om te kiezen benomen en hiertegen nn voornamenlijk is Espartero opgekomen en heeft zich dus in oppositie gesteld met drie stiatsmagtende Koningin, de Mi nisters en de Cortes. Over Espartero en zijne handelwijze lezen wjj in een Fransch blad het volgende: In éénen dag heeft Espartero den roemrijken naam verbeurd, welken hij door het ten einae brengen van den burger-oorlog had verworveniet wijl hij den strijd als nu voor zijne eigene rekening weder opvat. Met denzelfden slag werpt hij tevens het gebouw omver, in de laatste 3 jaren, met zoo veel moeite, door de behoudende staatkunde opgetrokken. Spanje is op nieuw tot regeringloosheid vervallen. Espartero heeft zich misschien met de ge- gedachte gevleid, in dat land de rol van Bonaparte, op den 18 Brumaire, te spelen, doch hij staat slechts gelijk met den sergeant Garcia. De tooneelen van la Granja zijn te Barcelona herhaaldde Koningin-Regentea is aan eenen marenden dwang onderworpen, en in de grofste bewoordingen heleedigd geworden, en ditmaal door den Veldheer, welken zij aan het hoofd der Spaansche legers had geplaatst. Het oproer, tegelijk uit het volk en uit het leger voortkomende, en waar.' voor de Koningin heeft moeten zwichten, is door Linages, chef van Espar- tero's staf, voorbereid. Hij is het, die zijnen zwakken en besltiiceloozen Generaal heeft medegesleepten tot die schandelijke buitensporigheden aan gespoord. Hij is het, die Inderdaad alles in zijnen naam bestuurt; en liet la aan dezen voorganger der Exaltadcs, aan dien voorstander der Engeische partij, in wiens handen thans het lot van Spanje is gekomen. Ook in Madrid hebhen den 18 Jnlij, voor dat men aldaar het te Barce lona gebeurde kon vernemenoproerigheden plaats gehadwelke echter door de militaire magt voor het oogenblik bedwongen waren. I11 het Fransche Regeringsblad van den 25sten lee«t nien het volgende: Het nieuwe Spaansche Ministerie is den 2osten dezer des avonds benoemd; Het is aldus zamengesteldVoorzitter en Minister van Justitie, Antonio Gon. zalezMinister van Bnitenlandiclie zaken, Charlis de Onisj van Binnenland sche Zaken, Êincenie Sanchóvan Oorlog, Valentin Ferras; van Financien, Feras-, van het zeewezen, Armero. Men vermeldt thans, in strijd met de eerste berigten, dat de Koningin dé bekrachtiging, die zij aan de wet omtrent de Gemeenteraden had geschonken, niet heeft ingetrokken. Den 2isten was de gisting te Barcelona nog groot; maar het oproer had opgehouden. In een ander blad treft men hét volgende aan: De heden bij de Regering ontvangen tijdingen ontnemen aan de treurige geweldadigheden, waarvan Barcelona het tooneel is geweest, een gedeelte van derzelver bedenkelijk karakter. Hoe onbeschoft de aandrang ook is ge. weest, waaraan het Koninglijk gezag bloot heeft gestaan, hec is daardoor niet, zoo als men iri het eerst geloofd heeft, tot de treurige noodzakelijk heid gebragt geworden, om eene beslissing, binnen den kring van deszelfs grondwettige bevoegdheid genomen, weder in te trekken; de Koningin is grovelijk beieedigd geworden, maar hét Koningschap neefc ten minste zgn regt gered. De zaken staan dus nog in geen opzigt wanhopig, en het onweder, het- welk in de eerste dagen van vrede, die voor het Schiereiland Waren ver. worven, is uitgebarsten, zal ongetwijfeld niet al die verderfelijke gevolgen hebben, die zich daaruit lieten voorzien. Öe Fransche Regering koestert van hare zijde eenig vertrouwen van de treurige tijdingen, dié zij ter kennis van liet algemeen heeft rtioeten brengen; spoedig door openbaarmakingen van eenen meer en meer vértroosténden aard te kunnen doen opvolgen; maar wat er ook gebeure, zij is op alles voorbe reid. Wij hebben zeiven kwade dagen genoeg doorleefdzeiven zegevierend moeijelijke worstelingen genoeg volgehouden, om ons door de ernstige ge varen, die de toestand van Spanje, onzen bondgenoot, aanbiedt, niet te laten verschrikken. Wij weten bij ondervinding, dat zelfs op de kalmste eti wettigste omwentelingen, dagen van onrust, dagen van zeer betwiite bver- winning volgen; maar de ondervinding heeft on« tevens geleerddat vdor* zigtigheid met moed vereenigd ten laatste over de begoochelingen van dert hartstogt en de aanrandingen van het geweld zegeviert. De berigten langs den gewonen weg loopen nog niet verder, dan tot den ïpden en bevatten dus omtrent het oproer te Barcelona niets. Deze tijdingen behelzen, dat aan den Generaal Espartero door den Municipaleii Raad eene luisterrijke serenade gegeven is, waarbij de volgende coupletten gezongen zijn: I. Onze zwaarden zijn ons genoeg om onze regten te verdedigen, zonder dat buitenlanders, de zendelingen van eenen vreemden Vorst, onzen vaders landschen grond betreden. II. Spanje verlangt geenen anderen roem; geene andere kroon, geenen anderen lauwer, dan het bezit van Isabel! en van den Hertog der Overwinning. III. Dat Russen en Franschen zich vergenoegenin Rusland en in Frankrijk te heerschen, en ons niet de wet komen stellen in Spanje,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1