A\ 1840. LEYDSCHE WOENSDAG, COURANT. •IS JULIJ. G&wqq SCHUTTER Ij. P U B L 1 C A T I E. "Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, Bréngen bij deze ter kennis Van de belanghebbenden, dat de Commissie, volgens art. 15 der YVct op de Schutterijen, Vali den nden April 1827, benoemd tot het onderzoeken van, en beslissen omtrent, de 'tedenen van vrijsteling en uitsluitingzal vaceren op liet Raadhuis dezer Stad op Dings- 'tag en Donderdag den 21 sten en z^sten Jul ij 'aanstaande'j namiddags te Vijf ure Eti worden diensvolgens opgeroepen i®. Al de zoodanigen, welke aan de loting van dit jaar deel genomen hebben. 2°. Degene, die'sedert de vorige inschrijving alhier zijn komen wofietien geboren zyn in de jaren 1806 tot 1814 ingesloten, g*. zijdie ambtshalve zijn ingeschrevenen ecnige redenen tot vrijstelling ver. mtenen te hebben. 4®. Degenen die, na hunne indienststelling bij de Schutterij, regt op vrijstelling hebben 'verkregenalsmede die by het Bataillon oré ligchaimsgebreken tijdelijk zyn vrijgesteldëh r g©# Degenen die volgens L. en M. der Wet, als tot de Nacht- of Brandwacht behoorende, lijf- of huisbedienden zijnde of bedeeld wordende, vrijstelling kun nen erlangen. Öm zich voor gemelde Commissie, op bovengemelden dagen, al warè het dat bij dezelve geen oproeping-biljet was ontvangente sistcrenten einde over derzelver recla me uitspraak werde gedaan; terwijl zij, die alsdan niet compareren, geacht zullen wor den geene redenen tot vrijstelling te hebben, 'en mitsdien, overeenkomstig art. 16 van Zijner Majesteits besluit, van den 28sten Junij 1828, voor zoo verre zij dienstpligtige Nommers getrokken hebben, bij de Schutterij zullen worden ingelijfd. Aldus gedaan en gearresteerdbij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den isdcn Julij 1840. J. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve, v. Puttkahhek. NEDERLANDEN. Letden, 14 Julij. Gitteren h«d het examen en de prusuicdeeling onder de kweekelingen van kei Paedagogium voor het onderwijs der Oude Talen, onder het Bestuur van den Wel-Ed. Zeer Gel. Heer J. j. de Gelder, Phil. Theor. Mag. Lit. Htm. Dotter, in de Stadi Gehoorzaal plaats. Vier verdienstelijke jonge lingen, die naar de Hoogeschool vertrekken zullen, droegen door hen zeiven opgestelde Declamatien voor. Namenlijk J. Zeeman, Je Penelope, bona uxore et bona matreA. M. W. K. Ver Huell, de Solone poêta gnomico M. S. F. de Moraas Imans, de .puerorum apud Romanos educationeC. G. Luzac, de Themistocle haud rede cum Coriolano conferendoVervolgens wer den de volgende eereblijken uitgereikt: Am j. Zeeman een prijs voor hec Griekich, hët Latijn t de Wiskunde, het Franschhet Duitsch en het En- gelich, benevens een getuigschrift* dat hij den prijs voorde Geschiedenis der Midden Eenwen en den prijs der Nieuwe Geschiedenis, door hec loc verloren had. Aan M. S. F. de Moraas Imans., een prijs voor hec Grieksch en de prijs voor het Teekenen. Aan A. M. W. K. Ver Huell, een prijs voor het Latijn. Daarna werden de jongelieden eenige vragen ter beantwoór. ding voorgesteld en eindelijk de overige eereprijzen aan onderscheidene jon- gelingen in de verschillende klassen uitgedeeld. Aan J. K. Hummel de eerste prijzen voor Grieksch en Latijn en de prijs voor de Wiskunde; aan C. Ekama tweede prijs voor het Grieksch; am W. Ever wijn de tweede prijs voor het Latijn eb de prijs voor de Geschiedenis der Middel Eeuwen, benevens een getuigschrift, dat de prijs voor de Nieuwe Geschie denis, door het lot, verloren werd; aan W. I. P. Timmermans de eerste prijs voor het Latijnaan P. C. Lezwtn de eerste prijs voor hec Grieksch aan I. B. Vos de cweede prijs voor het Grieksch; aan I. van Andel de eerste prijzen voor het Grieksch en Latijn en een getuigschrift, dat de prijs voor de Wiskunde door het lot verloren werd; aab B. M. Verbrugge de tweede prijs voor het Latijn; aan I. Vos de eerste Grieksche prijs en een getuig schrift voor de Teekenkunde; aan P. W. Perkens de cweede prijs voor hec •Grieksch en de prijs voor de Nieuwe Geschiedenis 5 aan F. A. Eckhart de Mesquita de eerste prijs voor hec Grieksch en de eerste prijs voor het La. tljn; aan J. C. J. van der Schalk de tweede prijs voor het Grieksch; aan W. p. A. Dozy de eéTste prijs voor het Grieksch en aan I. H. van Gorkum een getuigschrift voor hec Latijnaan C. Cock de eerste prijs voor het La tijn, de prijs voor de Oude Geschiedenis, benevens een getuigschrift, dat de prijs voor de Wiskunde door het lot verloren werd; san W. G. Schel TINGA Kluit en aan A. N. Hubrecht een prijs voor de Cijferkunsthenevens am H. J. Llzwyn en A. Gevers een getuigschrift voor de Vaderlandsche Geschiedenis; terwijl ten slotte vermeld werd dat de kweekelingen W. F» van Gorkum Willem Terpstra en H. P. van Kaathoven, de lessen te korten tijd hadden bijgewoond, om naar eereprijzen of getuigschriften mede te dingen. Na den afloop van dit alles bedankte de verdienstelijke jongeling j. K. Hummel uit naam zijner medemakkers de talrijke toehoorders voor hunne tegenwoordigheid. ïn het Verslag der Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan de Staten der provincie Holland in derzelver gewone vergadering, gehouden te 's Gra. venhage den 7den dezer, treft men onder anderen hec volgende aan: Edel Groot Achtbare Hferen! Oud Nederland," zoo spraken wij op den 2den Julij des vorigen j'aars. 'een blik werpende op de geschiedenis der laatste vijf en twintig jaren, „Oud Nederland is ongeschonden bewaard gebleven; en alsnu door geene vreemde vorderingen of belangen meer belemmerd, kunnen wij alle onze zorgen aan ons eigen welzijn toewijden.*' Met genoegen herinneren wij deze woorden aan U Edel Groot Achtb.oij het aanvan gen van ons tegenwoordig verslag, betrekkelijk den toestand der provincie Holland, omdat de bedoelde onderstelling nu reeds* in meer dan één opzigt, is bewaarheid geworden darjr het afgeloopen jaar zich in der daad beeft gekenmerkt door buitengewone werkzaam, heden en gemeenschappelijke pogingen ter bevestiging van ons volksbestaan, ter verbete ring van onze staatkundige instellingenen tot invoering van mogelijke vereenvoudigin gen en bezuinigingen. t Al die werkzaamheden en pogingen, al die onvermoeide zorgen en opofferingen onzes geëerbiedigden Konings, al de vereenigde krachten der maatschappij, werden door geen ongepasten invloeddoor geene vreemde vorderingen meer belemmerd. Volksgeest. Wij mogen het als een natuurlijk gevolg van dien veranderden stand van zaken beschouwen, dat de belangstelling des volks in de aangelegenheden der groote huis houding van Staat, in de raadplegingen der staatsmagten en in de bedoelingen en daden van ho'oge en lage bestuurders, aanmerkelijk is toegenomen. Maar het is ons aangenaam, er met gerustheid te kunnen bijvoegen, dat. gelijk onze landgenooten in bet algemeen, zoo ook de ingezetenen van dit belanprijk gewest, bun bezadigd, opregt en vertrouwend karakter niet hebben verloochenden dat hunne verkleefdheid aan het beminde Huis van Orjtnjenog onlangs bij de vereffening der geschillen met Belgie, en bij de viering der beugchelijke echtverbindienis van Z. K. H. den Erfprins, op nieuw betoond, voorzeker nimmer zal \vorden uitgewischt. Eeredienst. Niet minder lofwaardig blijft de godsdienstige stemming van bet meeren- deel der bevolking in deze provincie. De leeraars der verschillende gezindheden zullen; hiervan houden wij ons gaarne overtuigdhun onderrigt en voorbeeld blijven aanwenden tot bevestiging en veredeling 'van die stemming, en alzoo dc maatregelen der Regering', welke de Uitbreiding van het-gebied van waarheid en deugd ten doe! hebben, in ecnen verlichten .zin en met den geest oer liefde blijven ondersteunen. Onderwijs. Kunsten en wetenschappenDe staat van liet openbaar onderwijs isovc'c bet algemeen, voldoende, ofschoon een en ander gedeelte van drt hoojst gewigtig vak van opvoeding en staatsbeheer voor verbetering vatbaar blijft. Wij gedragen ons daar- omtrent aan onze verslagen van vorige 'jaren. De Leydsche Hoogeschool wordt ons steeds als blocijcnde geschetst. Het verheugt ons, dar in hët afgeloopen dienstjaar, de lloogkcraren in het leven gespaard zijn en geen hunner, door aanhoudende ongesteldheid, verhinderd werd, om ijverig ten nutte van de Akndemische jeugd te arbeiden. Het getal der Studenten bij den aanvang van 1840, bedroeg 634, waarvan in de facul teit der" wijsbegeerte en letteren 39, in die der geneeskunde 181 der regtsgeleerdlieid 279; der godgeleerdheid 128, en der wis- en natuurkunde 7. De Academische kabinetten en verzamelingen bevinden zich in eenen goeden staatja velën'zijn allengs tot eene volkomenheid gebragt, die weinig te wensclien overlaat. De Bibliotheek is. met vele geschenken door binnen- en Wuitënlandsche schrijveis ver rijkt Hieronder mag gezegd worden uit te munten het volledige Handschrift der Geodè- sische en Astronomische operation, van den jare 1802 tot 1810, in Holland (het tegen woordig Rijk der Nederlanden), uitgevoerd onder de leiding Van Zijne Excellentie den Luitenant-Generaal Baron Kraaijenhof. een.werk, dat voorzeker in de geschiedenis der wetenschap melding verdieht; terwijl liet vlijtig bezoeken der Bibliotheek overigens ge- tuigt van den ijver, 'waarmede de studiën beoefend worden. In den stand van het onderwijs op de meeste Latijnsche scholen is geene noemenswaar dige verandering gekomen. 'Armwezen. Gevangenissen. Geneeskundige dienst. Met betrekking tot hét armwezen heeft men (buiten zoodanige plaatsen, alwaar de handel of eenige tak van nijverheid bui- lengewoon vertier en welvaart aanbrengt), in den laatsten tijd, over bet algemeen weinig vooruitgang bespeurdterwijl de klagten wegens het aangroeijend getal der bedeelden; de ontoereikendheid der arinenfondsen en het bezwarende der te verstrekken gemeentelijke subsidrën, steeds aanhouden. Intusschen is men er op bedacht, oihdoor meer afdoende middelenin het kwaad te voorzien. Ook zijn er weder in het verloopen j'aar, ten "behoeve van armbesturen en weldadige jnrifftingeïv, eènige min of meer belangrijke schenkingen en legaten opengevallen. Onder dezen vèrdïént boVenal vermelding de erfstelling van wijlen Mejufvrouw Anna Helena Theresia Spijkerdie by uitersten wil over haar geheel vermogen beschikt heeft ten be hoeve van een gesticht voor R. C. oude vrouwen in de hoofdstad, hetwelk zij gedurende baar leven bad opgerigt en bestuurd. Mogen de weldadige bedoeling van deze erflaatster spoedig verwezentlijkt en de moeijelykhedcn opgeheven worden, welke aan de Koning rijke autorisatie, tot aanvaarding dier nalatenschapalsnog 111 den weg staan! in den stand der zaak, betrekkelijk de verbetering dér krankzinnigen-huizenis, ge durende het verstreken jaar, geene merkelijke verandering gekomen. Omtrent de voor Zuid-Holland gedane_ voorstellen, betrekkelijk bet aldaar vestigen van twee provinciale krankzinnigen-huizen, is heden een antwoord van het algemeen Bestuur ontvangen, hetwelk tot een nader mondeling overleg, en, zóo wij vertrouwen, tot ecu gunstig3 resultaat zal leiden. MeCopzigt tot de gevangenissenachten wij ons verphgt te herinneren, dat de locali- teit, hier en daar, nog wel iets te wenschen overlaat. De gezondheidstoestand der ingezetenen in dit gewest was gedurende 1839 allergunstigst. Daarvan strekt ten bewijze het buitengewoon matige getal der sterfgevallen, in verhouding tot dat der ge,noorten. r t De natuurlijke kinderziekte beeft zich, ïn mindere of meerdere mate, 111 de gemeenten Leyden. Hillegom, LisseTer Aar, GorinchemLeerdam, Haringcarspel, Nieuwe Nie- dorp, YV.Vrmcnhuizen, Winkel, Zijpe en eenige andere, geopenbaard. Overigens hebbed er in 1839 nergens epidemische of conxagieuse ziekten of kwaadaardige koortsen gebeerscbr. Het getal slag to fiers, die in de hoofdstad door de kinderziekte ten grave werden gesleept* bedroeg in het jaar 1839, 315 in hec jaar 1838 had hetzelve 450 belöopen. Ofschoon wij met genoegen bespeurd hebben, dat het getal der in Zuid-Holland, ge durende 183^', verrigte vaccinatien dat van 1838 verre overtreft, mogen wij echter niet ontveinzen, dat er nog steeds bij vele ingezetenen, vooral ten platten lande en in al de deden, d.cr provincie, vooroordeelen tegen de k.oepok-inenting blijven bestaan. In de hoofdstad was het getal der gevaccineërden, bij vergelijking met Vorige jaren; bijzonder gering. Men vleit zichdat de op nieuw aan de betrokken plaatselijke besturen gerigte aanbe velingom de belangstelling in deze aangelegene zaak op te wekken, den gewenscliten uitslag zal mogen hebben. Waterstaat Wegen, enz., De beschouwing der watejrstaatsaangelegenheden van Holland stemt ons altijden bijzonder in dit jaar, tot bewondering van mensen el ij ke volharding cn krachtsontwikkeling, tot erkenning van onze afhankelijkheid van Hooger Bestuuren tot dankbaarheid voor de Goddelijke bewaring. Met welgevallen worden, in Zuid en Noord-Holland beiden,de voorbereidende werk zaamheden tot droogmaking van het Haarlemmermeer gade geslagen. Het kanaal, langs Rlrijnsburg gegraven wordende, zal aan den boezem van Rhijnland eene meer onmiddeL lijke communicatie geven ,met de Noordzee, door het Katwijksche kanaal. Op den 5 Mei jl. zijn de werkzaamheden aan de droogmakerij zelve aangevangen, met het graven dér ringvaart en het maken van den ringdijk tusscheil .Hillegom en de Kaag, alsmede tusscheh Rietwijkeroprd en Sloten. Nog in dit jaar zal bijna de helft van de ringvaart en cl ijk onder handen gënomen wnrdén. De ijzeren spoorweg tusschen de hoofdstad en Haarlem in den herfst van bet vorige jaar geopend zijnde, kan deze onderneming thans geacht worden baar volle beslag té hebben verkregen. Men pïijst algemeen 'de doelmatige en ordelijke inrigting van deze dienst, en beduidend is dan ook het aantal dergenen, die van dit versnelde middel van vervoer gebruik maken. Tert gevolge van 's Kóhings besluit van den 22 Junij jl.N®. 60 waarbij aan de Hollandsche spoorweg Maatschappij concessie is verleend tot voortzetting van dé baan over 's Gravenbage naar Rotterdam, verwacht men alsnu, dat 'eerlang met dit gewcnscht werk een aanvang zal gemaakt worden. Met den aanleg van den Rhijnspoorwegvoor zoo veel dit geweSt Betreft, kan men, uit hoofde van de nïoe ijel ijk hedenaan de onteigening der benoodigde gronden verbon den, slechts langzaam'vordtreh. Over het algemeen heeft men weinig reden, om p? roemen op de medewerking der eigenaren, in de bevordering van een voor den handel zoo aangelegen werk. Vervolg hierna.) Men meldt, dat Zijne Maj. heeft bènóemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Berg-Ambacht c. a., den heer A. Balen van Andeltot dus verre ontvanger te Warmond, en in diens plaats te Warmond, den heer J. Oostendorp Verbruggelaatstelijk Kapitein bij de thans ontbonderi mobiele Zuid-Holiandsche schutterij. Aan den ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Rhoon c. 1.; M. Hoger zeelis een eervol ontslag verleendbehoudens zijne aanspraak op pensioen, en in diens plaats als zoodanig benoemd de heer H. Martens geëmployeerde bij het Provinciaal Gouvernement van Zuid-Holland. Den 11 Julij is te Vlaardingen de derde haringjager aangekomen, 140 tob haring aanbrengende. Van den Helder meldt men, dat den 11 Julij van daar naar zeè gezeld is, het onder bevel van den Schout-bij-Nacht Machielsen bestaande smaldeel uit de schepen: het fregat de Sambrede corvet de Argo eti dë brikken de Venusde Windhond en de Courier r— Uit Utrecht meldt men van den iri Julij.: Men is begonnen met het leggen van een Makadams weg van Utrecht o|> Thief. De menigvuldige reizigers, die uit Pruissen, Nijmegen, Noord-Bra- band en van de stoombooten langs dezen weg op Utrecht reisdenWenschten sedert lang hier te vinden een beteren weg, en geschiktere rijtuigen, die geregeld alle dagen op een bepaald uur afrijden. Thans hopen wijdat eene solide onderneming dezen wensch zal vervullen. Uit de Betuwe schrijft men van den 12 Julij: Het aanhoudende regenachtige en atormachtige wedei- vërobrzadkt veel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1