Het Provinciaal Geregtshof in" Holland heefrin zijne zitting van heden den persoon van Jan van Lis, oud 28 jaren, van beroep smid, woonachtig te Rotterdam, schuldig verklaard aan het uiterlijk schenden, altereren en in de wandeling brengen van zilveren muntspeciën, wettigen koers hebbende binnen dit Koningrijk, en hem dienvolgens veroordeeld, naar aanleiding der wet van 24 April 1836, tot geeseling en brandmerk met den strop om den hals binnen de stad Rotterdam, en confinement voor den tijd van twaalf jaren. De veroordeelde, welke met veel sluwheid en overleg dit verfoeije- lijk handwerk heeft uitgeoefend, was reeds twee malen wegens diezelfde misdaad in criminele proceduren gewikkeld geweest, doch vrijgesproken. Fan den isden Julij. Naar men thans verneemt, was er werkelijk in de vergadering der Staten van Holland de vraag ontstaan, of er eenrge stap van hare z.ijde moest worden gedaan, hetzij bij den Koning of bij de Twee de Kamer, nopens de voorgenomene splitsing van Holland. De leden der Staten, die rot leden der buitengewone vergadering der Tweede Kamer be noemd waren, verklaarden alstocn, dat, indien dit voorstel zou worden be- handeld, zij niet vrij zouden zijn in de door hen, in de dubbele Tweede Kamer, over dat vraagstuk, uit te brengen stem, en dat zij, in dat geval, in die Kamer geene zitting zouden kunnen nemen. De meerderheid der ver gadering scheen biet deze heeren in te stemmen en het gëvolg hiervan moet dan ook geweest zijn, dat er besloten werd; dat er van de zijde der Staten, omtrenc dit onderwerp, geen stap hoegenaamd zal worden gedaan. Het verslag van de Gedeputeerde Staten van de provincie Holland meer uitvoerig willende mededeelen en thans door plaatsgebrek verhinderd stellen wij hetzelve uit tot een volgend nommer. Het Depattement van de Marine is door Z. M., in het belang derjin. landsche industrie, gemagtigd, om, voor zoover bij openbare aanbestedingen van artikelen voor de marine benoodigd, zoo als onder anderen ankers, ket tingen, knieveêren, ijzeren spijkers en vijlen, het buitenlandsch zoowel als het binnenlandsch fabrjjkaat wordt toegelaten, alsdan eene geëvenredigde voorkeur uiterlijk tot tien tot honderd aan de minste inschrijving op het in. landsche fabrijkaat toe te kennen, wanneer deze die op liet bnitenlandsche niet meer dan zoodanig bedrag- overschrijdt, met uitdrukkelijke bepaling, dat, behalve de gewone gevorderd wordende certificaten van oorsprong, het Departement zich oogenschouwelijk zal doen overtuigen van de inlandsche bewerking. Van wege den Koning zijn de overige departementen van alge. meen bestuur hierop opmerkzaam gemaakt, met autorisatie, om insgelijks in den zin van deze door Z. M. genomen beschikking te handelen, daar waar zulks naar haar inzien dienstig te achten is. Men schrijft ons uit Alblasserdamvan den 8sten dezer: Heden had alhier eene buitengewone gebeurtenis plaats. Op de scheeps. timmerwerf van den heer C. Smit werden gelijktijdig drie barkschepen, met liet beste gevolg, te water gelaten. Twee derzelve, de Fice-Admiraal Go. bius en Bonjol, zijn voor Rotterdamsche rekening gebouwd; de derde, de Jonge Cornells, voor de Alblasserdamsche reederij. Na het afloopen derzelve werd, door het leggen der kielen van drie andere bodems, het zestal, op deze werf liggende driemastschepen weder aangevuld. De overgroote schaar welke, om dit treffend schouwspel bij te wonen, van onderscheidene plaat sen, onaangezien het ongunstige weder, was zamengevloeiddroeg almede bij, om dezen dag, voor dit dorp, tot een echt vaderlandsch feest te maken. In het verslag der Gedeputeerde Staten van Utrecht leest men onder anderen het volgende over den gelegd wordenden spoorweg van Amsterdam naar Utrecht Op dien weg, welke zich eigenaardig in twee gedeelten splitst, van Am sterdam op Utrecht, en van daar op Amsterdam, is, wat onze provincie aangaat, het eerste gedeelte der aarden baan, op eene lengte van ruim 10,000 ellengrootendeels voltooid. Sommige der bruggen zijn reeds in aanbouw, de aanbesteding der overige zal spoedig volgen, en zijn de houten onderlagen en de ijzeren spoorstaven voor het geheel aanbesteed. Op het andere gedeelte is de doorgraving van de hoogte bij Maarn, wel de Maamsche berg genaamd, reeds vóór een' geruimen tijd aanbesteed, en thans, voor genoegzaam drie vierde voltooid; waartoe sedert meer dan een jaar 300 arbeiders werkzaam zijn. Te Maarn loopt de aangelegde baan, boven den provincialen weg van Wijk bij Duurstede op Amersfoort op eene houten brug, welke door eene steenen poort zal vervangen worden. Men vleit zich, dat de weg in het volgend jaar van Amsterdam op Utrecht zal kunnen geopend worden, en van Utrecht op Arnhem in het daarop vol gend jaar, De Staten der provincie Zeeland hebben tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal verkozen den heer Mr. J. de Backer, Officier bij de Ar- rondiisements-Regtbank te Goes, in de plaats van Jhr. Mr. P, J. Boddaert die bij de vervulling van het lidmaatschap niet meer is in aanmerking gekomen. Voorts zijn door die Staten benoemd tot buitengewone leden van de Twee. de Kamer, de heeren: Jhr. Mr. A, J. van der Heim van Duivendijk, Griffier van de Staten der provincie; Mr. J. de BackerOfficier der Arrondissements- Regtbank te Goes, en Mr. K. fFagtho, Burgemeester te Tholen. De Provinciale Staten van Gelderland hebben in hunne zitting van den 8sten dezer als gewone leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal herkozen, de heeren: fF. A. Baron Schimmelpenninck van der Oije van de Pell en J. A. C. Baron van Nagell tot Ampsen. In diezelfde vergadering is een begin gemaakt met de benoeming van buitengewone leden voor de Twee. de Kamer en zijn als zoodanig benoemd, de heeren: M. J. de Man; IF. J. E. Baron van Lijnden tot Hemmen en J. M. de Kempenaer; zullende de ver. kiezingen den volgenden dag voortgezet worden. Blijkens het verslag door den Gouverneur der provincie Gelderland, bij de opening der Provinciale Staten, op den 7 Julij aan dezelve gedaan, is de bevolking van Gelderland in het laatste tienjarige tijdvak met 34,70/;. personen toegenomen. Op den 31 December 1839 bedroeg dezelve 344,497 personen, waarvan 209,759 Protestanten, 130,595 Roomsch-Katholtjken 3,656 Israëliten en 487 personen van niet genoemde gezindheden. Omtrent het armwezen, enz. wordt, onder anderen, gezegd, dit de in- rigtingen der moederlijke weldadigheid steeds aan het oogmerk voldoen, vooral die te Hattem. H. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje, bescherm, ster dier instelling, heeft in 1839 eene aanzienlijke toelage geschonken, met toezegging, die gifte jaarlijks te zullen herhalen. Bovendien hebben de in. teekenaressen zich onderling verbonden tot het vervaardigen der kleeding. stukken en het verstrekken van voedsel gedurende de eerste veertien dagen na de bevalling. Genootschappen te Bemmel hebben ook aan een aantal behoeftige kraam, vrouwen hulp verleend, en door verloting van vrouwelijke handwerken ten behoeve der armen zich zeer verdienstelijk gemaakt. Het algemeen bestuur heeft, in het belang der Israëlitische ingezenen te Veenhüizen, voorzieningen genomen tot het stichten eener kerk en school gebouw, mitsgaders tot de inrigting van alles, wat de eeredienst en het belang der Israëlitische ingezetenen te Veenhüizen, betreft, waardoor nu het bezwaar geheel is opgeheven, dat er vroeger tegen de opzending van kin- deren dier gezindheid bestond. Uit het hoofdstuk Eeredienst blijkt, dat een groot aantal nieuwe kerkert van verschillende gezindheden gebouwd zijn, of men zich daarmede bezig houdt. De landbouw is bijzonder gezegend geweest. De heer A. J. van Eind hoven, te Empe, heeft zijne moerbeziën-beplanting uitgebreid, en de teelt der zijdewormen heeft betere uitkomsten opgeleverd; kunnende vooral de qualiteit der zijdetonnetjes of cocons uitstekend worden genoemd. De af. haspeling wordt almede voortgezet. Vele personen uit den omtrek hebben bij dien nijverheidstak weder werkzaam kunnen zijn. In onderscheidene districten blijft dè ontginning der woeste gronden toe. nemen, en worden ook de tnarkverdeeUngen voortgezet. Het hoofdstuk nopens de fabrijken is zeer gunstig. Allerwege ziet men nieuwe fabrijken oprigten, hetgeen van den toenemendefl bloei derzelve getuigt. Nopens Handel en Scheepvaart wordt, onder anderen, gezégd, dat de her. eeniging met het sedert 1830 afgescheiden Limburgsche grondgebied den handel te Nijmegen eenigermate heeft opgebeurd. Het verval van den vischhandel in de aan Zuiderzeë gelegene plaatsen is reeds bij vorige verslagen opgegeven. Te Harderwijk; waar deze tak van nijverheid weleer zoo hloeijende was, bestaan weinige kooplieden meer, en deze beperken zich nog grootendeels tot binnenlandsche verzending. Het lot der visschers is bijgevolg betreurenswaardig; zijnde deze buiten Staat de benoodigde netten en zeilen aan te schaffen, en moetende hunne knechts afdanken. Hierdoor lijden mede mandemakers, kuipers, voerlieden, sj'oü; wera, en een snder groot gedeelte der ingezetenen. De vsngst van aal heeffc bijna niets opgeleverd. Ten opzigte der Noordzeesche visch; Zuiderzee, sche bot en ansjoviseh was zulks mede het geval; schuiten, die weleer ge. woonlijk in een etmaal tienduizend panharingen aanbragten, vingen in 183^ niet meer dan 12 tot 20 stuks, en beliep de lading soms eens een hilftal of honderd vis'scheu, dan werd deze gebeurtenis voor een wonder gerekend. Zoogenaamde Noordsche haring, of zonder kuit eh milt (die vroeger milli£ oenen beliep), vertoonde zich bijna niet meer in onze wateren. De winter was ten opzigte der gevaren aan dijken bijzonder gelukkig; zijnde slechts de Neder-Rijn, Maas en Yssel, doch niet de geheeie Waal, kortstondig met ijs bezet geweest. De berigten betrekkelijk het schoolwezen luiden zeer gunstig. Op het gedrag en de kunde der onderwijzers vallen geene aanmerkingen. In dit van de Staten van Overijssel treft men het volgende aan: Sedert de daarstelling der zoo nuttige Willemsvaart eene der vele wel.' daden, die deze provincie aan de regering van den Koning danken moet; heeft de liahdebar van het Katerveer «f twee wegen naar zeer, den IJisel en het Zwarte Water, staat de stsd Zwolle in directe verbinding met dëri IJsselen kan meer dan vroeger in den handel op die rivier deelen. De schepen den IJssel en Rijn op- en afvarende kunnen even gemakke» lijk te Zwolle als te Kampen komen. Het Bestuur def stad Zwolle, het onberekenbare nut inziende, om van it vooriz. gunstige ligging, die de stad bezit, meer gebruik te maken, is bezig proeven te nemen tot verbetering van het Zwarte Water en liet Zwolscbe Diep, door middel van baggering der specie uit de ondiepten. Hasselt, Zwartsluis en Genemuiden neelen in bet belang van dit vaarwater naar zee. Hoezeer ik nu van oordeel ben, dat het doel niet op die wijze alleen te bereiken is, zoo verheug ik mij niettemin, dat de proef, die, doelmatig uitgevoerd, beter dan alle redenering is, van de verbetering van hec Zwol. sche Diep, door middel van uitbaggering, zal worden genomen, en hoop, dat de pogingen, die daartoe en tot meerdere verbeteringen, die hier en daar noodig zijn, zullen gemakkelijk gemaakt worden, door een bagger-werktuig door middel van de stoomkracht in beweging gebragt, zijnde het eigendom van den Rijn- en IJssel-Stoomboot-Maatschappij. Het kan niet missen, of deze vermeerdering van gemeenschap en middelen van vervoer geven belangrijk vertier. Het is verblijdend de weibeladen kielen in alle rigtingen op de bevaarbare wateren in dit gewest te zien vermeerderen, en alzoo ook voor hetzelve de bron milder te zien vloeijen.die den grondslag voor den rijkdom van Neder, land heeft gelegd. De Provinciale Staten van Gelderland hebben in hunne zitting van den 8steh, nog tot bnitegewone leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene. raai benoemd, de heeren: Mr. J. Rau, Baron H. IF. van Aylva van Pallandt van IFaar denburg en Necrynen en C. S, IF. J. van Nagell tot fFisch. De Provinciale Staten van Vriesland hebben tot buitengewone leden der Tweede Kamer benoemd de heeren: L. C. A. Graaf van Limburg Stirum Grietman van KollumerlandJhr. Mr. H. Baard van Sminia, Grietman van TietjerksteradeelMr. J. Schik, Griffier der Staten 1 J. Steenstra, Eurge. meester van Franeker, en Mr. Alberda, Advocaat te Leeuwarden. Door de Provinciale Staten van Groningen zijn als leden van de Twee. de Kamer der Staten-Generaal weder ingekozen, de heeren: Mr. J. Cockinga en Mr. H. H. Brongers, en zijn als buitengewone leden der Kamer benoemd, de heeren: Mr. H. O. Feithlid van het Geregtshof en Archivarius der Pro. vincie; Mr. R. T. Mees, lid der Provinciale Staten en Procureur te Appin. gadam: Mr. H. A. Spandaw, Griffier van de Staten der Provincie en Mt.H. de Ranitz, lid der Staten en Wetnouder vin Groningen. Door de Provinciale Staten van Noord-Braband zijn als gewone leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal herkozen, de heeren Mr. R.P, Romme en Baron J. D. van Tuijll van Serooskerktn, Thans is de uitslag der verkiezingen tot leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zoo wel voor de buitengewone ais voor de gewone ver. gadering, uit alle de gewesten des Rijks bekend. De uitslag daarvan is ge. weest, dit van de negentien leden, die dit jaar moesten aftreden, zeventien als zoodanig zijn herkozen, en slechts twee leden, waarvan een op zijn ver. zoek, zijn uitgevallen. Deze twee leden zijn de heeren: Boddaert, uit Zee. land, en van Tuyll van Coelhorst, uit Utrecht. Terwijl bovendien voor Vries, land een nieuw lid gekozen is in de plaats van den heer Cats, die binnentijdi zijn ontslag heeft genomen. Dientengevolge zullen er in de gewone verga, dering der Tweede Kamer, in het najaar, de drie volgende heeren voor het eerst in dezelve zitting nemenals voor: Zeeland, Mr,J,de Backer; Utrecht, J. C, Baron van Golstcyn, en Vriesland, N. van Heioma. Wat aangaat de buitengewone vergadering der Tweede Kamer, die den 4 Augustus vergaderen en bestaan zal uit de gewone 55 leden der Tweede Kamer, die gedurende de gewone sessie van 1839*1840 in dezelve zitting hebben gehad, alsmede uit 55 buitengewone leden, achten wij het niet on. belangrijk thans de volledige lijst mede te deelen van de Tweede Kamer, die laatstelijk door de Staten der provinciën gekozen zijn: Holland: Jhr. Boreel van Hoogelanden, Mr. fF, D. Cramer, Professor ThorbcckeMr. T. JV. Baron van StyrumDirk Grave van Hegendorp, Mr. A. A. Read, Mr. P. C. Schooneveld,S. de Fries, Mr. G.Croen van Prinsterer Ananias Willink, Mr. M. C. Bichon van JJsselmonde, H. A. van Blyswyk, Mr. S. H. AnemaetJhr. IF. van Loon, Mr. H. van Berkel, C. J, de Bruylt KopsMr. J. C. van Nes, C. van Bommel, Mr. L. C. R. Copes van Catttnburehi Mr. G. van Leeuwen, H. P. Hoog, R. IF. Baron van de Brienen van di Croote Lindt. Utrecht: Mr. A. van Beusichem van Harmelen, Mr. F. A. A. C. Baron van Lynden tot SandenburgMr. H. A. Laan. Zeeland: Jhr. Mr. A. J. van der Heim van Duivendyk, Mr. J. de Backer,- Mr. K. IFagtho. Gelderland: Mr. M. J. de Man, IF.J. E. Baron van Lynden van Hemmen,- Mr. J. M. de Kempenaer, Mr. J. Rau, H. IF. Baron van Aylva van Pallandl van IFaardenburh en NcerynenC. S. fF. J. Baron van Nagell tot fFisch. Overijssel: Mr. IF. H. Cost Jordens, Mr. A. J. Fos de IFaelMr. B. Ir A. E. Baron Sloet tot OldhuisG. S. G. Baron van Fridagh. Vriesland: L. C. A. Graaf van Limburg Styrum, Jhr. Mr. H. Baard va* Sminia, Mr. J. Schik, J. Steenstra, Mr. B. Alberda. Groningen: Mr. H. 0. Feith, Mr. H. A. SpandauMr. H. de Ranitz, We R. T. Mees. Drenthe: Mr. H. Fos.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2