Espartcro stond den J7den te Cervera en zon vandaar naar Berga, door de Carliaten bezet, oprukken, om Cabrera op nieuw aan te tasten. Dit Carlistitch legerhoofd zou nog 20,000 man onderzijn bevel hebben, welke troepen het hem weder mogelijk was geworden bij een te trekken, door dat Esparterona belangrijke voordeelen op hem behaald te hebben, hem niet dadelijk had vervolgd. Er waren andere afdeelingen van het leger der Ko ningin opgerukt, om Cabrera te beletten zich weder in Navarre of Arragon ie werpen en hem te noodzaken in Frankrijk eene verblijfplaats te zoeken. Onderscheiden afzonderlijke benden Carlisten doorkruissen nog het land. Omstreeks Puycerda bevindt zich eene bende van 1500 man, welke het te veld itaande koren verwoestte, brandstichtte en alle geweldenarijen van den oorlog uitvoerde. De Bisschop van Orihuela, die onlans naar Frankrijk gevlugt is, werd tot aan de grenzen begeleid door 200 Carlistendie met een detachement troepen van Puycerda hebben geschermutseld, om hem het binnenkomen In Frankrijk gemakkelijk te maken. Hij was vergezeld van zijn Secretaris, een kamerdienaar, een Priester, twee gidsen en een Colonel van de ruiterij. Hij had eene niet onbeduidende som aan goud bfj zich. Volgens zijn zeggen heerscht de grootste tweedragt tusschen de hoofden der Carlisten, zoodat het onmogelijk was, dat zij het omtrent de militaire operatien eens konden worden. DUITSCHLAND. Z. M. de Koning van Pruissen heeft besloten dat Z. K. H. de Prins van Pruissen Voorzitter zal zijn van den Raad van Ministers, Den i8deu dezer zijn HH. MM. de Keizer en Keizerin van Rusland benevens de Grootvorst Troonopvolger, de Grootvorstin Olga, de Prinses Maria van Hessen en de regerende Hertog van Nassau, te Ems aangekomen. Zijne Maj. is den aisten uit Ems weder vertrokken en is den 23sten in de itad Hanover aangekomen reizende onder den naam van Graaf van Romanov; aldaar een bezoek bij den Koning hebbende afgelegdis hjj in den namiddag naar Hamburg vertrokken. Z. M. de Koning van Hanover heeft Z. K. H. Prins Frederik der Ne. derlanden de ridderorde van St. George verleend. Zoo als men verzekert, zou de krooning van HH. MM. den Koning en de Koningin van Pruissenin September aanstaande te Koningsbergen als Souvereinen van Pruissen en Posen plaats hebben, eene maand later zou dit te Berlijn, als Souvereinen van Brandenburg, Saksen, Pommeren en Silezie geschieden en eindelijk In November te Keulen als Souvereinen van de Rhjjn-provincien en Westphalen. Uit Berlijn meldt men van den 23 Junij t Heden voormiddag vierde, te Potsdam, het Koninglijke regiment lijfgarde het eeuwfeest van zijne oprigting, op de wijze, zoo als door wijlen Zijne Maj. den Koning was vastgesteld. Bij deze gelegenheid stond het regiment lijfgarde te paard, in zijne vergulde kurassen en helmen getooid, met den rug naar den luistuin gekeerd. Op den rcgtervleugel bevonden zich alle officieren, die tot hetzelve hadden behoord, en aan derzelver hoofd Z. K. H: Prins Wilhelm, oom van Zijne Maj.; tegenover hen op den linkervleugel de invalides van het regiment. Nadat Zijne Maj. de Koning, in de uniform van het regiment, met kuras en helm gekleed, vergezeld van de Koninglijke Prinsen en den Aartshertog Albrceht van Oostenrijk, en Hare Maj. de Ko ningin met de Koninglijke Prinsessen in een rijtuig gezeten, het tront waren gepasseerd, begaf zich Zijne Maj. voor hetzelve, begroette het regiment, en sprak anet eene krachtige stem over de hooge beteekenit van deze door den overleden Vorst eigenhandig geschreven Kabinets-orde, bij welke het aan het vaandel van het regiment geschonken lint aan dat vaandel werd gehecht. De Overste, Graaf von Waldersee, bevelhebber van het regiment, las de gezegde Kabinets-orde voor, die, ofschoon niet voor allen der en ligne geplaatste manschappen verstaanbaar, echter bij hen, die haar vernamen, eenen diepen Indruk te weeg bragt. Daarna plaatste zich het regiment (n kolonne tegenover het altaar, voor hetwelk vervolgens de veldpredikers/er, na het lezen der Liturgie, eene redevoering uitsprak en het vaandel op nieuw zegende. Deze plegtigheid werd met het defileren van het regiment voor Zijne Maj. besloten. Noch muzijk noch gejuich werd daarbij gehoord, uit hoofde van de smartelijke herinnering aan het verscheiden van den derden Koninglijken chef van dat regiment. Zijne Maj. heeft zich voorbehouden het regiment later een gepast feest te geven. Ieder der manschappen heeft, uit handen van den Graaf vtn Waldenee, een fraai exemplaar der geschiedenis van het regiment, door den Maarschalk von Schöning geschreven, ontvangen. In Frankfort heerschte groote bedrijvigheid wegens het den 23sten be gonnen eeuwfeest der Duitsche boekdrukkunde. Er waren reeds een groot aantal vreemdelingen aangekomen. Aan den grooten optogt namen al de handwerksgilden met hunne banieren deel. Het Corps Diplomatique neemt geen .deel aan het feest en de Senaat zelf zal er niet officieel by vertegen, woordigd worden. Men schijnt te Napels te vreezen, dat de onderhandelingen over de zwavel-quaestie te Parus op de lange baan zullen worden geschoven. Er zijn van Napels eenige Engelsche oorlogschepen naar Maltha vertrokken, om aldaar het bevel over te brengen, de Napelsche schepen, welke aldaar nog terug gehouden werden, vrij te laten Men meldt Dit Rome, dat het antwoord van het Roomsche hof op het berigt van Rusland, betrekkelijk de wegvoering van den Bisschop van Pod- lachie, door den Russischen Gezant te Rome naar Petersburg is overge maakt. Er moet in dat stuk veel gematigdheid heerschen en het bestaande bezwaar aldus ontwikkeld zijn, dat men niet twijfelde, of de zaak zou in der minne kunnen geschikt worden en de Bisschop naar zijnen zetel wederkeeren. GROOT-BR ITANNIE. Londen den 24 Jnnfl. Een besluit der Koningin in rade, reeds geteekend 3 April, betrekkelijk het opbrengen van Chinesche koopvaarders door Engel, sche oorlogschepen, is door het Londensch Regerinsblad van 23 Junij bekend gemaakt. Misschien zijn den genoemden 3den April de vijandelijkheden begonnen. Den 22Sten heeft H. M. een cour gehouden, om nogmaals gelukwen- schingen wegens haar behouden leven te ontvangen; des avonds was er ten hove een stariebal. Ter audiëntie is toegelaten geworden Prins Dolgorueky, van wegen Z. M. den Keizer van Rusland en Z. K. H. den Grootvorst Troonopvolger met de bijzondere zending belast, om H. M. geluk te wenschen. De heer Hudson, door H. M. tot Gouverneur van Nieuw-Zeeland be. noemd, was aldaar den 2osten Februari) I. I. aangekomen en had de regering in naam der Koningin aanvaard, doch slechts over een klein gedeelte van dat land. Het voorstel van Lord Stanley, nopens de verkiezingen in Ierlandzal, hoewel de Ministers er sterk tegen zijn, nogthans voortgang hebben. Het Ministerie heeft In de laatste vergaderingen 3 nederlagen geleden, doch het schijnt daardoor niet te worden afgeschrikt, om het bewind in handen te blijven houden. Sir Robert Peel heeft in het Lager-Huis de zaak van Damaskns op nieuw te berde gebragtwaarin hij door den heer D, O'Connell ondersteund werd. Beide lieten zich in een geest van innige afkeuring der barbaarsche vervol, ging hooren. De Minister Palmersfon herinnerde, dat hij de noodige maat. regelen had genomen om echte bengten nopens het gebeurde te bekomen. De heer O'Connell heeft tevens den weusch geuit, dat de emancipatie der liraëliten in Engeland wlerd toegestaan. De heer Fitsroy Kelly heeft gisteren in het Lager-Huis eene motie gedaan, ten einde eene voordragt te mogen inbrengen, tot algeheele afschaffing van de doodstraf, behalve voor moord en hoog verraad. De Minister Lord John Russell heeft meer zijdelings, de Procureur-Generaal meer regtstreeks deze voordragt op de lange baan willen schuiven, doch de voorsteller heeft zich daartegen aangekant. Bij het groote feestmaalhetwelk Lord Wellington in de vorige week ter herinnering van den veldslag van Waterloo gaf, zag men eenen wagen van hooge waarde, welken de overleden Koning, George IK, aan den Hertog ten geschenke had gegeven, de tafel rondrijden. Deze soort van wagen, die benevens de raderen van massief goud en met fijne paarlen rijk versierd is, bevat twee ronde banken, waarop onderscheidene rijen fiesschen staan, nit welke de bedienden dezelve halen om aan de gasten rond te dienen, in deze banken zijn de onderscheidene medaljes geincrusteerdwelke de edele Hertog van vreemde Vorsten ten geschenke heeft ontvangen. Deze wagen loopt de geheele tafel rond en ieder gast vraagt den wijn, dien hij wênscht te drinken. Het regtsgeding van Oxford, dat Maandag had moeten aanvangen, is tot den pden Julij uitgesteld, op verzoek van zijnen zaakverzorger, die op gaf, dat onderrcheiden getuigenwegens de kortheid des tijds niet hadden kunnen opkomenen de opgewondenheid der gemoederen nog te groot was, om onpartijdig te kunnen oordeelen. De Zwitsersclie knecht Courvoisierbeschuldigd van Lord William Russell vermoord te hebben, is, zooals reeds voorloopig gemeld is, verleden Zaturdag door de Jury schuldig verklaard, en daarna ter dood veroordeeld. Den laatsten dag van zijn proces is er nog eene nieuwe getuige tegen hem opgekomen, namelyk eene vrouw, welke verklaard heeft, dat zij hem te voren, doch slechts onder den naam van Johngekend heeft; dat hij haar twee dagen vóór den moord een pakje te bewaren heeft gegeven, en dat zij niet vóór II. Vrijdag op het denkbeeld is gekomen, dat John en Courvoisier dezelfde persoon kon zijn, waarna zij, in tegenwoordigheid van getuigen, het pakje geopend, en eenig zilverwerk van Lord Russell, het eenige, dac nog vermist werd, in hetzelve gevonden heeft. Toen de Jurij hem schuldig verklaard had, heeft zijn Advocaat Philips, die hem met veel bekwaamheid had verdedigd, dadelijk aan de Regters kennis gegeven, dat Courvoisier nadat de laatste getuige tegen hem opgekomen washem in het geheim be- kend heeft, dat hij werkelijk de moordenaar was. Hij verhaalt, dat hij eersc geen ander voornemen had, dan slechts zijnen meester te beroovendoch dat hij, midden in den nacht, in de dessert-kamer, bezig zijnde eenige din. gen van waarde bijeen te pakken en te verbergenopdat de schuld van dief. stal op eenig werkvolkdat daags te voren in huis geweest waszou val. len, hij onverwachts door den ouden Lord zeiven verrast werd, die, niet wel geworden zijnde, zich gedrongen had gevoeld naar beneden te komen, en dat zijn Lordschap, hem daar alzoo bezig vindende, gedreigd had, hem den anderen morgen als een' dief zijn afscheid te geven. Radeloos, wat te doen, is toen eerst het denkbeeld van moord in hem opgekomen, en een uur daarna stil de deur van de slaapkamer open gedaan hebbende, en merkende, dat zijn Lordschap gerust lag te slapen, heeft hij hem met een scherp tafel mes slapende den hals afgesneden. De oude man, zegt hij, heeft ter zijner verdediging geene andere, dan slechts eene kleine beweging met zijne reg- terhand gemaakr. De in Engeland gevestigde maatschappij tot bevordering der thee- cultuur in Assam, heeft omstreeks 2000 personen, zoowel handwerkslieden en arbeiders als planters derwaarts gezondenbehalve nog wel 500 Chinesche arbeiders, uitPulo, Pinang en Singapora gekomen. De maatschappij heeft zich in het Rijk der Birmannen eene groote markt geopend, en tracht op alle wijzen Chinezen naar Assam te lokkenzelfs is een harer hoofdbeambten een Chinees, Lam qua geheeten. Op de landerijen, die dezer maatschappij aangewezen zijn, mag geen opium gebouwd worden. In de drie vereenigde Rijken van EngelandSchotland en Ierland if de menigte van gedistilleerde wateren, die men aldaar gebruikt heeft, in de volgende mate toegenomen: In 1817 zijner gebruikt 9,200,000; in 1827, 18,200,600; in 1836, 26,745,000 gallons. Terwijl in de 30 jaren de bevol. king slechts met een derde vermeerderd is, werd het gebruik van sterke dranken bijna driemalen zoo groot. F R A N K R IJ K. Parijs den 26 Junij. Onderscheiden transportschepen hebben in laic be. komen, zich zeilvaardig te houden, ten einde troepen naar Algiers over te brengen. In het Journal des Dibats leest men het volgende Indien het noodig was nieuwe voorbeelden te leveren van het gevaar, hetgeen reizigers loopen, die boven op de diligences plaats nemen, wanneer Zij op- of afstijgen willen, en vooral wanneer zij zulks doen zonder de voor. zorg te nemen van de paarden te doen stilhoudenzou het afgrijselijk onge. luk, waarvan een hunner het slagtoffer geweest is, wel geschikt zijn om de stoutsten derzelven af te schrikken, deze zoo gevaarlijke plaatsen te kiezen. Van eene kleine, naar zijn vaderland gedane reis terugkeerendehad de heer Retemeijer, die tot eene der geachtste familien in Holland behoort en sedert verscheiden jaren te Parijs woonachtig isin eene diligence geene andere plaats kunnen krijgen dan die boven op den wagen. Niettemin, zijne reis was gelukkig afgeloopen tot op vier uren afstands van Parijs. Daar was hij op eene wisselplaats afgetreden; eene andere diligence wisselde er gelijk, tijdig met de zijne van paarden. Eich haastende om voort te rijdenroept zijn conducteur de reizigers toe, hunne plaatsen te hernemen. De heer Retemeijer wil zich spoedenen in zijne drift neemt hij het eene rijtuig voor het ander, kioutert naar boven en bemerkt zijne vergissing niet eer voor dat hij boven op de diligence gekomen is, die op hetzelfde oogenblik begon voort te rijden. Ijlings wil de ongelukkige weder afstijgen, zijn mantel raakt vast, zijne voeten missen de van plaats tot plaats aangebragte steunselshij valt, en het wiel van het geweldig rijgevaarte vergruist hem het been; bijna stervende opgenomenwordt hij met groote moeite in de coupé der diligence welke eenige dames hem inruimen, geplaatst en in den schrikkeljjksten toe. stand, onder onlijdelijke pijnen, naar Parijs gebragt» Hier wordt de zorg der bekwaamste heel- en geneesheeren aan den ge. kwetsten besteed, maar alles is vruchteloos en weldra geeft hij den geest; het snel voortgegane koud-vuur had niet toegelaten het verbrijzelde lid af te zetten. De heer Retemeijer laat een troosteloos gezin en opregt aan hem verknochte vrienden achter. Hij bezat al de hoedanigheden van een braaf en achting, waardig man. Voorzien van grondige kundigheden in onderscheiden vakken, vloeijend en zuiver de voornaamste talen van verschillende gewesten in Eu. ropa, welke hij met smaak en nut doorreisd had, sprekende, hield de heer Retemeijer, en wel als bekwaam beoefenaar, zich met letterkunde, toon- en schilderkunst bezig. Verscheiden zijner muzijkale compositien zijn gegraveerd geworden. Zij bestaan in quatuors, quintetten en sextuors voor het piano en voor snaar-instrumenten, als ook in zangstukken. In al die opstellen ademt eene zachte zwaarmoedigheiddit was de grondtoon zijner ziel. Hij achtte zich tot ongeluk bestemd. Wie, die zijn leven gekend heeft en thans zijn te vroegen dood (hij was naauwelijks vijftig jaren oud) verneemt, zat durven zeggen, dat dit voorgevoel ongegrond was. Uit eenen door den Moniteur medegedeelden vergelijkenden staat van den in- en uitvoer in Frankrijk, gedurende 1837 1839, blijkt, dat de han del in die 3 jaren zeer veel is toegenomen. De in- en uitvoeren hebben, wat den algemeenen handel betreft, die voornamelijk den doorvoer en het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 3