■van den regerenden Hertog van Nassau met de Grootvorstin Olga plaats heb ben gedurende het verblijf van de Keizerl. familie te Emswaarheen dezelve morgen van hier op reis gaat. Het derde en laatste ontwerp van de verandering in de Hanoversehe grondwet wordt thans door de Tweede Kamer der Hanoversehe Stenden beraadslaagd, In een der Dnitsthe bladen leest men, dat de Duitsche Staten het ein delijk eens waren geworden, omtrent den aanleg van vestingen in het Zuid westen van Duitschland, waartoe reeds bij den vrede van Parijs was beslo. ten. De Pruissische Gezant bij de Bondsvergadering zou verkregen hebben, dat zoowel Rastadt als Ulm, en ook de bergpassen van het Schwarzwald zonden versterkt worden. Reeds voor lang waren tot het ten uitvoer bren gen van dat plan gelden verzameld, doch daar dezelve niet genoegzaam zijn, zou er, onder waarborging van den Bond, eene geldleening i 4 pCt. gesloten worden, tot welker aflossing de verschillende Bondsstaten 5 pCt. jaarlijks Zouden bijdragen. Gedurende de maand Mei zijn te Keulen aangekomen 9 schepen van Rotterdam met 33,843 centenaars goederen; 8 van Amsterdam met 3488 ct.; 1 van Dordrecht met 150 ct. Daarenboven zijn door 29 stoombooten der Rotterdamsche maatschappij aangebragt 9492 centenaars en door 13 der Rhijn-IJsselmaatschappij 2866 centenaars goederen. Van Keulen zijn gedu. rende genoemde maand naar de Nederlanden afgevaren 4 schepen naar Rot terdam met 9144 ct., 3 naar Amsterdam met 5036, terwijl 24 stoombooten der Rotterdamsche maatschappij afgevoerd hebben 7720 centenaars en 15 der Rhijn-IJsselmaatschappij 2257 centenaars. GROOT-BRITANNIË. Londen den 17 Junlj. De Koningin heeft den i^den eenen Kabinets-raad gehouden, waarin bepaald is geworden, dat aanstaanden Zondag tn de kerken der onderscheiden gezindheden dankzeggingen voor het behoud van Hare Maj. leven zouden gedaan worden. Hare Maj. heeft met haren Gemaal den ifiden en I7den de paarden, wedrennen bij Ascottot groote vreugde der talrijke aanwezendebijgewoond. De zaak van Oxford zal spoedig voor het openbaar Geregtshof behan deld worden; het schijnt, dat men verklaren zal, dat hij vlagen van krank, zinnigheid en aanvallen van woede heeft, en in eenen derzelven zijne schan delijke daad heeft uitgevoerd. Ondertusschen is men nog niet zeker of de pistolen wel geladen waren, daar men geen spoor van kogels heeft kunnen vinden; het is echter zeker, dat hij weinige dagen te voren een aantal kogels had gekocht. Men wil weten, dat er onder de papieren van Oxford een statuut van het geheime genootschap: het Jonge Engeland, gevonden is, van welke de hoofdinhoud de volgende zou zijn: Het genootschap zal den naam van het Jonge Engeland dragen. Het zal uit een onbepaald getal leden bestaan. Ieder lid moet voorzien zijn van een paar pistolen, eene sabel, een karabijn en een ponjard. De beide laatsge. noemde wapenen moeten altijd in het lokaal des genootschaps gedeponeerd blijven. Ieder lid moet voorzien zijn van eene zwarte krippen muts en dezelve den geheelen duur van de zitting des genootschaps dragen. Elke muts zal versierd zijn met roode strikken, welker getal den rang zal aanwijzen, dien hij, die ze draagt, in het genootschap bekleedt. Twee roode strikken duiden den rang van Kapitein, en eene witte rozet dien van Colonel aan. Ieder zal, zoodra hij lid van het genootschap wordt, eenen anderen naam aanne- men en zijnen waren naam en adres aan den Secretaris des genootschaps bekend maken. Geen lid mag bij de vergaderingen meer dan eens het woord voerenten ware hij van den Voorzitter daartoe verlof verkregen hebbe. Ieder lid moet zich, met twee pistolen gewapend, naar de vergadering bege. ven ten einde zich in geval van overrompeling te kunnen verdedigen. Wan. neer de lands Autoriteiten zich vertoonen mogten om de leden des genoot schaps te overvallen, zal de Secretaris, op het eerste alarm, al de papieren des genootschaps verbranden. Ieder lid, dat vijftig nieuwe leden aanbrengt), heeft aanspraak op bevordering. Ieder lid, dat nieuwe leden invoert, is ver antwoordelijk voor derzelver goed gedrag en getrouwheid aan de zaak des genootschaps. Het genootschap zal van tijd tot tijd bijeenkomen en de tijd stippen der vergaderingen zullen door de meerderheid der tegenwoordige leden bepaald worden. Dit stuk was geteeken: Smith, Secretaris. Lord Londonderry heeft in het Hooger-Huis, daartoe aanleiding geno. men hebbende uit eene petitie waarbij het ontslag der Ministers verzoeht wordt, aan den eersten Minister Melbourne gevraagd, welk stelsel van be. stuur het Ministerie thans volgde, dewijl, daar de Minister verklaard had dat hij hem onmogelijk was slechts met eene meerderheid van slechts 5 stem. men in het Ministerie te blijven, thans echter, nu hetzelve gedurig de neder laag kreeg, evenwel aan het gebied bleef. Hiervan was, zeide Lord Lon donderry, in de Engelsche geschiedenis geen voorbeeld. De Minister heeft geweigerd op zijne vragen te antwoorden. Men heeft verleden Donderdag, in de nabijheid van Londen, op de nog onvoltooide BirminghamBristol and Thames junction Railway, in tegen woordigheid van velen, die in de wetenschappen belang stolen, weder nieuwe en zeer voldoende proeven genomen, met het bewegen van rijtui gen, door middel van de drukking der dampkskringslucht, in plaats vandoor stoom. Een afstand van 900 ellen werd tegen een hellend vlak van een voet in de 115, in 2| minuut afgelegd. Men gebruikt daartoe den gewo. nen spoorweg, In het midden van welken, onder den grond, eene ijzere buis van 9 duim middellijn geplaatst is, welke groot genoeg is om eenen last van 40 ton, met eene snelheid van 30 a 40 mijlen in het uur, op den zeiven te bewegen. In de buis is eene schijf beweegbaardoor eene ijzeren staaf aan het eerste rijtuig verbonden, welke staaf door eene opening in de buis loopt; die met kleppen gesloten is. Op afstanden van 4 tot 4 mijlen moeten er groote luchtpompen geplaatst zijn, welke, door stoomwerktuigen van 12 h 16 paardenkracht In beweging gebragt, de lucht in de buis vóór de schijf wegpompen, een luchtledig daarstellenen alzoo aan de lucht achter de schijf gelegenheid geven, om dezelve, met hare natuurlijke persing voort te drukken. Zoo deze manier van bewegen geene nog onbekende gebreken heeft, zal dezelve, behalve de goedkoopheid, vele voordeelen boven die door stoom hebben, als zijnde aan oneindig minder levensgevaar onderhevig. Elke trein zal zijn afzonderlijk spoor moeten hebben, en er zullen dus nimmer botsingen kunnen plaats hebben. De heer Monteath te Londen, heeft door eene bijzondere bewerking al het greenen en vuren hout, dat hij gedurende de 40 laatste jaren gebe- zigd heeft, tegen den worm bewaard. Hij legt namenlijk het hout, zoodra het geveld is, in eene oplossing van ongébluschten kalk, gedurende to of 14 dagen; dit geschied zijnde, is het aan geen bederf onderhevig. Van Yarmouth wordt van den 7den dezer gemeld, dat voor die haven was gevischt een groot vat foelie, hebbende oogenschijnlijk reeds een' ge. ruimen tijd in het water gelegen, op den eenen bodem met zwarte verw gemerkt F. Goede, en op den anderen N°. 224, 5, 93, N°. 372, 3, 465. Ook wordt van Tromoen, in Noorwegen, van den 20 Mei gemeld, dat door een van Newhaven alhier aangekomen schip in de Noordzee mede een vat foelie was gevischt geworden. Een en ander, zoo wel als de op onderschei, dene tijden en plaatsen opgevischte vaten foelie en notenmuskaat, is ver moedelijk afkomstig van het op Goedwinsand gezonken groote Nederlandsche schip, zijnde waarschijnlijk het schip de IVijnhandel, Kapitein J. Smit, met koffij en specerijen, van Batavia naar Rotterdam, den 2 September van St. Helena vertrokken, sedert welken tijd niets dienaangaande is vernomen ge worden. F R A N R R IJ K. Pnkijs den "19 junij. De Koitibg heeft eenen brief aan den Maarschalk GerardOpperbevelhebber der 'nationale garde gezonden, waarin hij hem zijne tevredenheid over de laatste wapenschouwing betuigt, er bij voegen, de, dat hij nooit de nationale garde in zulk een groot getal heeft zien opkomen. Z. M. heeft besloten den tegenwoordigen Franschen Gezant in Belgle naar Spanje en die van Spanje naar Belgie te zenden. In de laatste zitting der Kamer van Afgevaardigden is een voorstel van het lid Tascherau afgekeurd, bevattende, dat de lijst van letterkundigen en kunstenaars zou openbaar gemaakt worden, die onderstand en tractement uit 's Rijks Schatkist trokken. De Minister Thiers meende, dat het met de kiesheid niet zou overeenkomen, die namen bekend te maken. De in Bourges gevangen gehouden SpaansChe Pretendent en zijn ge. zin, zouden zich in den béhoeftigsten toestand bevinden. De Gemalin van Don Carlos zon reeds bare laatste diamanten verkocht hebbenom de noo- digste behoeften te kunnen bestrijden, daar mende aanbiedingen van Frankrijk, die onder vernederende bedingen gedaan zijn, niet wilde aannemen,en liever de voor derzelver opname te Blaije gereed gemaakte gevangenis betrekken. Aan de Akademie der wetenschappen alhier, is dezer dagen door den heer Sequin eene verhandeling medegedeeld over liet verkrijgen van gaz uit dierlijke zelfstandigheden, waarbij zijn hoofddoel was, doode dieren op eene niet alleen onschadelijke, maar ook nog voordeelige wijze te bezigen. Deze geleerde trekt, onder anderen, uit een dood paard, dat gemiddeld 220 kilo- grammen weegt, 25,682 litres gaz of licht voor 411 uren. De doorgaande prijs voor zulk een dood of nog af te maken paard is I7frs.de kosten van het bereiden van gaz uit hetzelve, het vuur daaronder begrepen, 8 francs, 65 centimes. Daar nu Parijs van de 15 tot 16,000 doode paarden jaar lijks oplevert, laat zich het voordeel van deze bewerkingswijze ligt berekenen. De Kapitein Dumont d'Urville, die reeds sedert een pasr jaren eene reis om de wereld doet, heeft onder den zuider poolcirkel op 138° O. lengte een uitgestrekt vast land ontdekt, hetgeen hij den naam van ideiianaar zijne echtgenoot, gegeven heeft. Dit land, waarheen de Kapitein een paar sloe, pen gezonden had, was met sneeuw bedekt en door ijsbergen omringd, geen plant groeide er, slechts eenige pinguina werden er gezien. Hij is hetzelve, zoo veel de ijsschotsen hem toelieten, eenigen tijd langs gezeild, zonder verdere opnemingen te kunnen doen. Den 2 Junij is op 520 N. breedte en 30 O. lengte aan boord van een schip, dat toen 250 mijlen van alle land verwijderd was, eene duif gevangen, die den 31 Mei met beurs en andere berigten van Parijs opgelaten was. In het Journal des Dibats leest men: De handelstractaten met Engeland, Holland en het Duitsche tolverbond zullen gedurende deze zitting niet tot wet kunnen worden gemaakt. Zij zijn zelfs nog niet eens geteekend, hoewel men ten opzigte van Groot-Britannie het thans nopens bijna ai de punten eens is en binnen weinige dagen de hand. teekening der beide Regeringen den arbeid der Commissarissen zal bekrach tigen. Het zonde van belang wezen dat deze tractaten, eens gesloten zijnde, in den tnsschentijd van twee zittingen hun beslag konden krijgen. Ongeluk, kiglijk mag de Regering dezelve niet ten uitvoer leggen alvorens zij door de Kamers goedgekeurd zijn. De tegenwoordige wetgeving belet haar zulks. De voornaamste der overeenkomsten, die met Engeland, schaft het ver. bod op den invoer van vreemde kramerijen en vreemd aardewerk af. De wet van 1814 geeft aan de Regering het regt om, bij afwezigheid der Ka. mers, de tarieven te veranderen en mitsdien om een verbod op te heffen, maar alleen voor grondstoffen; en met den besten wil der wereld is het niet mogelijk kramerijen en aardewerk daaronder te begrijpen. Lodewyi Napoleon heeft in de Londensche bladen den volgenden brief laten bekend maken, welken men meent, dat de Parijsiche niet hebben wil len opnemen: Uit den grond mijner ziel stem ik In met de verklaring van mijnen oom Joseph. De Generaal Bertrand is het slagtoffer van eene betreurenswaardige begoocheling geweesttoen hij de wapenen van het hoofd van mijn geslacht aan Koning Lodewyk Philips ter hand stelde. Het zwaard van Austerlitz be. hoort niet in de handen van vijanden te zijn: het moet enkel in de nre des gevaars voor den roem van Frankrijk worden gezwaaid. Dat men ona van ons vaderland beroove, ons eigendom onthoude, enkel grootmoedigheid je. gens de dooden aan den dag legge: wij weten te verduren zonder te klagen, omdat onze eer onbezoedeld is. Maar de erfgenamen des Keizers van het eenig erfgoed, dat het noodlot hun heeft overgelaten, te berooven, aan een door Waterloo gelukkig gewordene de wapenen van den overwonnene te ge. ven, dat is verkrachting der heiligste pligten, daardoor wordt aan de onder drukten de verpligting opgelegdom te eeniger tijd tot de onderdrukkers te zeggen: geeft ons terug, wat gij overweldigd hebt. Bij een besluit van den Maarschalk ValUe, is de invoer van onderschei, den artikelen, zoo als vleesch, rijst, aardappelen, grutten enz., met welke schepen ook aangevoerd, in Algerie vrijgesteld. Een bijzonder berigt uit Algiers van den 11 Junij meldt, dat de Maar. schalk op de troepen van Abdet-Kadcr, in eert geregeld gevecht, eene be. slissende overwinning behaald heefr. MENGELINGEN. De FAN-KUEI in CHINA, Poor T. DOWNING (1). De Fan-Kuei (of naar de Engelsche spelling Fanqui)dat is buitenlandsche duivel, is de in het zuidelijke China gebruikelijke spotnaam voor vreemden aller natiën, voornamelijk Europeërs. De titel van het door den heer Dow ning uitgegeven werk in drie deelen, beduidt dus niets anders dan „de Europeer in China." De luimige en wel onderrigte schrijver heeft het loffelïk doel, ons iets dieper, dan tot nu toe mogelijk was, in de „Geheimen des Midden-Rgks" te doen doordringen. Als heelkundige van beroep, genoot hij gedurende zijn verblijf aldaar, menig voorregt dat andere reizigers ontzegd is; hij mogt de Chinesche hospitalen bezoeken, en verkreeg nu en dan toegang in particu. liere huizen. Het meeste wat de heer Downing ons verhaalt, is meestal reeds bekend, maar hg verstaat meer dan anderen de kunst, om alle zaken in derzelver waar daglicht te atellen en niets vreemds ongemerkt te laten voorbijgaan. Daar de schrijver niet verder dan Canton gegaan is, zoo moest hem ook deze groote stad de voornaamste opmerkingen, betreffende het Chinesche Ie. ven, aan de hand doen. Zijne beschrijving van het Ta-ho, der omstreken van Whampoa en over het algemeen van de geheele streek, alwaar de buiten, landsche dnivels zich vrij bewegen mogen, is levendiger en omstandiger, dan elke andere, welke wij tot nogtoe hebben gezien. Wij zullen hier eenige fragmenten als proeve laten volgen. „Tegenover de stad Canton zijn de groote vaartuigen sy metrisch gegroe» peerd, zoodat zij lange straten vormen, welke van het midden des vloedt tot aan den oever strekken. De huizen dezer vloed-straten zijn, elk naar rang en vermogen der eigenaren, verschillend bewerkt, geschilderd en op gesmukt. Eenige hebben boven-verdiepingen en groote gaanderijen rondotn het beneden deel des gebouws, welke tot huiselijk gebruik dienen. Klei nere straten en stegen loopen naar alle rigtingen, doch vertoonen zich veel (1) Thé Fatt-qui in Chinadoor Toogood Downing, Doctor in de Medicijnen. 3 Dee len. Londen 1838.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 3