GROOT-BRITANNIE. Londen den lo junij. De voorstanders van het Ministerie, zijn door hetzelve met aandrang uitgenoodigd, om aanstaanden Donderdag toch stellig de zitting van het Huis der Gemeenten bi] te wonen, dewijl alsnan Lord Stanley zijne aangekondigde en gevreesde motie doen zal, betrekuelijk de kiezerslijsten in Ierland; welke motie daarna in Committé zal behandeld worden. Men wil dat in het laatst van de volgende maand de tegenwoordige zitting der beide Huizen gesloten en in den loop van Augustus het Lager hui» zal ontbonden worden. Bij een brand, Zondag morgen in de City, ten huize van den boek- hinder Price, uitgebarsten, zijn de vrouw en vier kinderen van dien onge- TuWkigen man en vader, in de vlammen omgekomen of gestikt, terwijl hij keif, na ter naauwernood het leven gered te hebben, in een staat van rade. loosheid verkeert, die aan krankzinntgneid grenst. Van den nden meldt men, dat den vorigen avond tusschen 6 en 7 ure terwijl Hare Maj. de Koningin, vergezeld van haren Gemaal van het paleis yin Buckingham naar Hydepark reed, eene poging geschied is, om deze Vorstelijke personen te vermoordendaar er omstreeks op het midden van 'den weg twee schoten op hen gelost werden, die echter gelukkig het doel biet troffen. Hare Maj. zou, zeer verschrikt zijnde, het luid hebben uitge. gild, doch evenwel haren weg vervolgd hebben. Dè garde te paard, die haar vergezelde, deed dadelijk onderzoek, en nam op de plaats waar de schoten gevallen waren, twee jongelingen van omstreeks 18 jaren gevangen, van welke de een twee afgeschoten pistolen in de hand hield; deze is genaamd Oxford en van Birmingham geboortig. Men zou aan hem geene teekenen van krankzinnigheid ontdekt, maar bij hem een stuk gevonden hebben, waaruit blijkt, dat hij tot eene vereeniging behoort, die zich zelve den titel van het Jonge Engeland heeft gegeven. F R A N K R IJ K. Parijs den 11 Junij. De Hertog van Orleans heeft lange conferentien met den Minister Thiers en andere leden van het Ministerie gehouden. Hij had zich zeer beklaagd, dat onder de geweren, welke bij de Arabieren, die ter neder geveld waren, gevonden zijn, vele van Franschen oorsprong waren,- hamenlijk uit de fabrijf van St. Etienne. De Regering moet besloten hebben, op nieuw 10,000 man troepen naar Algiers zoo spoedig mogelijk af te zenden. De Maarschalk Kallée zou echter die nieuwe bezending niet afwachten, maar reeds den 2den dezer uit Algiers vertrokken zijn, om zijnen tweeden veldtogt te beginnen. De Moniteur weerspreekt thans op vele punten de valsche beschuldi gingen door eenige bladen tegen den Maarschalk KalUe en den Hertog van Orleans aangevoerd als ook dat het verlies der Franschen grooter dan dac der Arabieren zou zijn. De Graaf Lion Laborde, die zich reeds herhaaldelijk ten opzigte der qoekdrukkunst heeft verdienstelijk gemaakt, geeft in eene brochure, onlangs te Parijs uitgekomenonbewimpeld te kennen, dat Lourens Koster van Haar. lem de eigenlijk» uitvinder der boekdrukkunst geweest is. Dit denkbeeld zal nader door den Graaf worden ontwikkeld in eene ter perse zijnde brochure, getiteld: Recherches sur la Dicouverte de F impression dans les Pajs-Bas •BELGIE. De heer de la Haye heeft in de zitting van de Kamer der Volksvertegen, woordigers van den nden klagten der Gentenaren aangevoerd, die proteste ren tegen het regt van 54 cent, hetwelk door de Hollanders geheven wordt van de schepen, die het kanaal van Ter Neuzen bevaren. Die Vertegen woordiger meendedatzoo de vorderingen van de Hollandsche Regering wettig waren, het Belgische Gouvernement dan haren eigenen onderdanen in het betalen dier belasting moest te hulp komen, zoo als met de scheepvaart van Antwerpen geschied'was. De Minister van Binnenlanasche Zaken heeft geantwoord, dat de zaak onderzocht zou worden. De wet tot aanmoediging voor eene stoomvaart naar Amerika, waarvoor door het land eenige honderd duizende franken gedurende eenige jaren zou. den worden toegestaan, is in de zitting van den iideta mee 52 tegen 10 stem. tnen aangenomen. MENGELINGEN. OUDHEDEN der NIEÜWE-WERELD. Dat'ook Amerika deszelfs oudheden heeft, gelooft men in ons Europa eerst sedert eenige jaren. Hetgeen ons Europeërs zoo lang ongeloovig in dit punt maakte, was de gewoonte, het nieuwe vasteland als een werelddeel te beschouwen, dat naauwelijks den eersten trap der kindsheid was over. schreden. Hoewel ook de geschiedenis van Peru's en Mexico's wonder- gebouwen mogt vertellen, altoos schilderde onze verbeelding Arnerika's velden wild en maagdelijk af, als waren zij zoo eerst uit den chaos verrezen. Eu toch verheffen zich midden in die ondoordringbare bosschen, in die eenzame srreken, welke geen menschelijke voet ooit schijnt betreden te. hebben, talrijke bouwwerken, indrukwekkend door hun karakter en hunne reusachtige proportiën, welke, om met Chateaubriand te spreken, voorheen bosschen beheerschtenen thans op hunne verwoeste tinnen bosschen dragen. In de westelijke Staten der Unie vindt men groote tumuli- of kustmatige heuvels, welke aan een vroeger geslacht tot graven dienden en onmetelijke aarden-wallen van de verschillendste vormen. Bij de tegenwoordige Indianen vindt men geene overlevering, welke op de vorming dezer wallen betrekking heeft. De aloude verschansing in de nabijheid van Chillicoteis op eene ruimte van honderd morgen lands daargesteld; de aarden-wal derzelve heeft nagenoeg twaalf voet hoogte, twintig voet dikte, en eene gracht van twintig voet diepte omringt het geheel. Van af de monden der Cataragu, in hec meer Eriestrekt zich eene oude linie van aarden-wallenhonderd Engel. Sche mijlen lang, naar het zuiden uit, en in het westelijke deel van den Staat van New-York ontdekt men sporen van gelijke werken, welke mins. tens 500 morgen laad bedekken. De tumuli in het noorden hebben gewoonlijk eenen kleineren omtrek dan de zuidelijkede doorsnede der eersten bedraagt slechts tien tot twaalf voet, waarentegen de laatsten dikwijls tachtig tot negentig voet hoog zijn. Tegenover de stad St. Louis, verheft zich een tumulus van ioo voet hoog, welke aan deszelfs basis 2400 voet omtrek heeft, en in het stroomgebied Van den Mississippi telt men er minstens 3000; de kleinste derzelve hebben !oo voet doorsnede. Ook zoogenaamde cyclopische steenmuren, uit groote ruwe blokken, zijn in verscheidene streken van Louisiana gevonden. In den Staat Kentucky bevinden zich bouwvallen eener oude stad, welke eene oppervlakte van 5 tot 600 morgen beslaan. Deze bou wvsllen zijn met zeer dikke aardlagen en met bosschen van 3 of 4 perioden (elk periode van $oo jaren) overdekt; alzoo moet de verwoesting voor minstens 1500 jaren hebben plaats gehad. In den Staat Massachusiets verheft zich, aan den oever van den Missis- sippi, een merkwaardig gedenkstuk van anderen aard: het is eene groote rots, met ontelbare gesnedene opschriften in onbekende letters. Op verschil lende andere plaatsen merkt men dergelijke regelen op, welke insgelijks in de rotsen gehouwen zijn. Peru heeft oude gebouwen van steen aan te wijzen, welke reeds te dik. *erf beschreveo zijnom hierop breedvoerig terug te komen. Wij noe. then dus maar alleen de vesting van Cusco, die van Tumbez, den zonnen- tempel van Cusco, en dien van Callo, den 30 mijlen langen muur bij Mua. cache; de kanalen van Ï20 en 150 Fransche mijlen lengte, welke alleen tot bewatering der weideh aangelegd werden, en bovenal de beide beroemde heerbanen welke ieder $èo mijlen lengte hebben. De Inka Huyana Capak wilde, nadat hij al zijne vijanden overwonnen had, eene reis door de pro. vinciën van zijn Rijk maken. Op het gerucht der aanstaande komst van den aangebedenheerscher, sloegen zijne onderdanen dadelijk handen aan het werk; zij maakten heuvels, gelijk, viilden dalen, ondersteunden het geheel met vervaarlijke rotsenmassa's, en bragtenmet bewonderenswaardige kunst en snelheid, eenen weg tot stand, welke, in eene gelijke rigting, zich 500 mijlen ver uitstrekt. Toen de Inka tot san de uitterste grenzen zijner Staten gekomen was, uitte hij den wensch, langs den oever der zee terug te keeren, en dadelijk bouwden hem zijne volken, als door eenen toover. slag, eenen anderen Weg van dezelfde ongehoorde uitgestrektheid, waarvan oe hechte bouworde thans nog de algemeëne bewondering tot zich trekt. In Nienw-Grenada vonden de Spastische veroveraars, wel is waar, geene gedenkmalen, maar eene bijzonder ontwikkelde beschaving. De inboorlin gen verdeelden hunnen tijd tn weken, maanden en jaren; zij bezaten in steen gesneden Kalenders, en bepaalden nunne uren naar zonnenwijzers in de gedaante van groote zuilen. Bij hen vond men ook de kunst om metalen te smelten, hetgeen den overigen Amerikanen onbekend was. Brazilië heeft hier en daar overblijfselen van oude gebouwen, uit baksteen vervaardigd, aan te wijzen, en aan de mondingen des Amorgoso en Arvoredo, verheffen zich rotsenwaarin letters van veertig voet hoogte gesneden zijn. Deze kolossale letters gelijken öp het Phenicische schrift; men onderscheidt de. zelve op eenen afstand van eene halve zeemijl. In het binnenste van Zuid-Amerikaeene nog weinig onderzochte streek, zijn tot nog toe slechts eenige grafheuvels, gelijk aan die van het noorden, en enkele met symbolische figuren beschrevene rotsen, ontdekt geworden. Wenden wij ons nu naar Mexiko, den klassischen bodem der beschaving in de nieuwe wereld. Wij verwijlen nog niet bij Paleuque, die verwoeste stad van acht uren omtrek, met hare tempels van graniet en kolossale stu. kadoor-werkenook niet bij Millade dooden stad, alwaar zich muren van mozalk-werk, pijlaren en ornamenten in Griekschen smaak voor onze oogen opdoen. Eene tallooze menigte andere bouwkundige denkmalen, wel ke, in gelijken graad, onze bewondering verdienen, is over hec geheele land verspreid. Daar ontdekken wij reusachtige tumuli, deels uit aarde, deels uit steenen en kalk of tigchelsteenen opgetrokken. Eenige derzelve zijn zonder ingang, terwijl andere door eene gaanderij, of twee zich kruisende gaanderijen door trokken worden. Deze gaanderijen hebben gedeeltelijk doorbroken gewelven, en zijn met regelmatig gehouwen steenplaten belegd. Niet minder indruk dan de tumuli, maken de kolossale in het vrije staande altaren van 50, 60 of 80 voet hoogte Qcocaliïs) uit gehouwen steen met platte daken, welke somwijlen door eenen tempel bekroond worden. De bepleistering, welke de teocallfs overdekt is bijna onvergankelijk. Andere hoogst merkwaardige oudheden van Mexico, zijn: de vierkante pyramiden, naar dezelfde beginse. len gebouwd als de spits-pyramiden van Egypte, alleen de vorm verschilt,— de onderaatdsche graf-monumenten van steen, met meer of minder bijtelwerk versierd, de cyklopische bruggen, waaronder eene waarvan de boog door twee krom gebogen steenen gevormd worde, de massive waterleidingen, eene menigte beelden en basreliëfs van kalksceen, graniet, jaspis en por. phyr-steen, en vele andere dingen. Deze werken zijn zonder twijfeleven als de oude gewrochten der kunst bij alle overige uatien, uit verschillende tijdperken afkomstig. Eenige heb ben een ruw en barbaarsch karakter, terwijl anderen van eenetrgosden smaak voor hec schoone getuigen. Meetdere beelden der oude Mericanen zijn uit de hardste stoffen met wire meesterschap bewerkt. Daartoe hoort b. v, een klein kopje van groen en wit geaderd kwartz, in het bezit des heeren Gaiindo, Stadhouder eener bin- nen-provincie van Mexico. Van dit voortreffelijk bewerkte kopje heeft men verschillende copijen genomen. Als meesterwerken van beeldhouwkunst, verdienen bijzonder de stukadoor-werken in relief, welke een grooten tem. pel van Palenque versleren, roemrijke vermelding. Teederheid en bevallig heid van vormen, vereenigen zich hier met bewonderenswaardige finheid en sierlijkheid der draperien. De monumenten van Palenque zijn. gelijk die van het oude Mexico, naar het Egyptisch beginsel der helling talus') gebouwd. Dit begin'el moesc hen, vereenigd met het gekozen materiaal en de grootsche vormen denzelfden duur verzekeren als aan de pyramiden en tempels van Egypte; en coch zijn zij veel meer in verval. Men kan uit deze omstandigheid op maken, dat Palenque en Oud-Mexico, tot een even zoo vroeg tijdperk op. klimmenals de reuzen-gebouwen der oude Egyptenaren. De hieroglyphen op de overblijfselen van Palenque hebben, wat den vorm betreft met de Egyptische niets gemeens; behalve dat, zijn de eerste in relief, en niet hol Ingewerkt gelijk de laatsten. Het meest verwondert ons echter de omstandigheid, dat het beeldenschrift der Azteken (het volk van Montezuma) even zoo veel met die van Palenque verschilt, hoewel tot hetzelfde land tiehoorende. Ook verdient opmerking, dat de tempels der stad Palenque in hunnen bouwtrant veel eigendommelijks hebben. Al deze tempels zijn bedekt, en men vindt in Palenque geene eigenlijke pyramiden, terwijl in het noordelijke Mexico, elk aan de godsdienst gewijd gebouw, slechts een verbazend py- ramidalisch altaar zonder dak is, op wiens platten top, de godsdienstige eeremonien onder den bloocen hemel plaats hadden. Toen de Azteken, het volk van Montezuma, in de twaalfde eeuw onzer tijdrekening, Mexico in bezit namen, vonden zij al deze grootsche denkmalen reedj daar en leidden dezelve, daar de overlevering niet verder opklom, van hunne voorgangers, de Tulteken af, welke omstreeks de zesde eeuw op het plateau van Mexico aangeland waren. Vermoedelijk hadden die Tulteken, die van het noorden aanruktenvoor den aandrang van Noord-Aziatische naar Amerika overgescheepte stammen moeten wijken. In het hooge noorden vindt men echter geene gedenkmalen van steen, en reeds deze omstandigheid levert grond genoeg op, om aan de Tulteken de eer der opbouwing van Palenque te ontzeggen, Vergenoegen wij ons inmiddels met de negative daadzaak, tot dat de, ook omtrent dit punt, immer verder gaandeonderzoe. ken, iets stelligs betreffende de oude geschiedenis van Amerika zullen heb. ben geleerd. PRO MO TIEN aan de LEYDSCHE HOOCESCHOOL. Den iaden Junij, de Heer M. Schooneveld, petr. jac. f-, van Amsterdam, in de Regteii, na het verdedigen zijner Dissertatie: de Actionibus Possesionsmaxime secun- dunt jus Ho&ierrium Dienzelfdeh dag, dc Heer D. Rutgers van Rozenburg, Jr., mede van Amsterdam, en in de Regtcn, na liet verdedigen zyner Dissertatie: de Conditione et Jurïbus Agrorumy e quibtts fodiuvtur Cespites Bitumïnosiin Patria nostra. Nog dienzelfden dag, de Heer A. Sprenger, van Tyrol, in de Medicijnen, na liet verdedigen zijner Dissertatie: de Originibus Medicïnae Arabicae sub Khalifatu Den i3den Junü, de Heer R. Swbts, van Hardinxveld, mede in de Medicijnen, na het verdedigen zijner Dissertatie: de Cephalalgia Idiopathica Dienzelfden dag, de Heer G. J. Kronenberg, Van Deventer, in de Regten, na het verdedigen zijner Dissertatie: de Causis Mitigandi. ZEE- T U D I N G. In Tessel binnengekomen J. J. Rembes en J. van Scbaifcvan BataviaC. P. Kuiper, van Sourabaya, W. H. Buykes, van BezoekiJ. AndresenP. H. Warnsinck, Gz. van BaujoevvangicH» A. Tekelenkurg, J. Riekels, van Padang, P. Sauvage en N. P. Olsenvan Rio di Janairo, J. E. Elderts, van Montevideo, W. A. hraglivan Pcnsi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 3