Jn den loop van de maand Oeiober zal de belangrijke biblioiheek van wijlen den ïjoogieeraar J. Heringa te Utrecht verkocht worden. Uii>Deventer meldt men van den u Junij: ""K"htf*particulier hcrigt Van Batavia van den 22 Februari] jl. spreekt van toebereidselen voor eené expeditie, welke tegen den Koning vanSinkel, op de westkust van Sumatia, zal ondernomen worden. Daar die Koning stellig blijft weigeren zich te onderwerpen, moet zijn Rijk ingenomen worden, hetwelk laog al tegenstand zal vinden, daar hij een jaar tijd gehad heeft, zich te versterken en daarvan ook een goed gebruik gemaakt heeft. De expeditie zal waarschijnlijk bestaan uit een fregat, eene Corvee, 4 schooners en 700 k 800 man troepen. De Gouverneur van Sumatra, de Colonel Michiels zal zelf het bevel voeren, en dan twijfelt men niet aan den goeden afloop. Uit Nijmegen meldt men van den n Junij; Heden heeft de officier bij de Arrondissements-Regtbank alhier, zijne con. clnsien voorgedragen en ontwikkeld, in de zaak der stootnbooten de Stad Keu ten en de Komeet, waarvan het getnigen-verhoor laatstleden Zaturdag avond was afgeloopen, Zijn F.d. Achtb. ging daarbij nit van het denkbeeld, dat er van beide zijden verregaande onvoorzigtigheid heeft plaats gehad, en heeft daarom voor elk der gedaagden geeischt veertien dagen gevangenis, twintig guldens boete en de kosten solidair. Daarop zijn onmiddellijk de plcidooijett begonnen, welke nog voortduren. Van den lader. Junij. Heden wordt alhier uit Rome over Zwitserland en Dnitschland verwaent, Zijne Hoogwaardigheid Monseigneur Cornelius Lu- dovicus Baron van H'ijkersleetHeer van Schalkwijk, Bisschop van Curium. Z. H. Eerw. zal afstappen ten huize van de Hoog Welgeboren Jonkvrouwe van Hackfort. Morgen, Zaturdag, zal Z. H. Waardigheid in de Regulieren kerk, in de Molenstraat, in welke men zeer ijverig bezig is, om alle noo. dige toebereidselen te maken, de Heilige Wijding toedienen aan bijna vijftig Theologanten, die reeds alhier zijn aangekomen. Eene groote menigte HIK Geestelijken uit de omliggende plaatsen zijn alhier tegenwoordig, ten einde Z. H. Eerw. te complimenteren en de solemnele Wijding bij te wonen. Men meldt uit 's Hertogenbosch van den 11 Junij: Uit het verslag van het hoofdbestuur der Maatschappij van Moederlijke Liefdadigheid in de provincie Noord-Brabandonder de bescherming van II. K. K. Mevrouwe de Grootvorstin van Rusland, Prinses van Oranje, Kroonprinses der Nederlanden, en onder voorzitting van Mevrouwe Baron nesse van den Bogaerde van der Bruggen, geboren Papeiam de Morchoven echtgenoot van Zijne Exc. den Staatsraad Gouverneur dezer provincie, om trent den toestand der Maatschappij bij het einde van het elfde jaar van haar bestaan opgemaakt, blijkt onder anderen, dat door deze edele en menschlie. vende inrigttng, in een tijdvak van elf jaren, 2,765 vrouwen door het uit reiken van pakjes goederen zijn bedeeld gewordenen aan 2,906 vrouwen geldeiiike ondersteuningen in behoeftige omstandigheden zijn verleend. Uit Maastricht wordt van den 10 Junij gemeld: Men verneemt met zekerheid, dat, de Nederlandsche en Belgische Com. missiën van dilimitatie omtrent eenige punten in verschil zijnde, er thans is bepaald, dat deze het onderwerp van diplomatische onderhandelingen tus- schen de beide Gouvernementen zullen worden, en dat wanneer dezelve langs dien weg zullen zijn uit den weg geruimd, en ook de werkzaamheden in het Groothertogdom Luxemburg afgedaan zijn, de Coinmissien tot definitieve regeling der grensscheiding op nieuw alhier zullen vergaderen; terwijl inmid dels de provisioneel vastgestelde limiten door beide partijen zullen moeten worden gerespecteerd. CHINA. De berigten uit Canton loopen tot 10 Maart, waarin gemeld wordt, dat in die stad vele oorlogsjonken gebouwd werden en vele vaartuigen met gewa. pende manschap gereed lagen. Den iaden Februarij is aldaar een bevel des Keizers ontvangen, waarbij het afbreken der handelsbetrekkingen met alle vreemde natiën bevolen en de Commissaris Lin gelast wordt, om alle maat regelen te nemen, die hij tot het volvoeren van dien maatregel noodig acht, zonder daarover verder naar Peking te schrijven. Uit de stukken, die te gelijk met dit bevelschrift openbaar zijn gemaakt, blijkt, dat onder die maat regelen door den Hoogen Raad van oorlog te Peking het in brand steken der nog bij Macao in de baai van Tongkao aanwezige Engelsche ooriogs- en koopvaardy-schepen en het vermoorden van derzelver manschap geteld wordt. Er hebben werkelijk reeds pogingen plaats gehad, om de Engelsche schepen in brand te steken, doch tot daartoe zonder gevolg. Er zouden te Peking en elders oproerige bewegingen hebben plaata gehad en eenige Mandarijnen afgezet zijn. Onder de officiële stukken van China, aan de Kaap de Goede hoop met het schip Thomas Coutts ontvangen, vindt men een antwoord van Tu, den Hoppo van Canton, geteekend 19 December 1839, op een verzoekschrift van een' Holiandschen Kapitein, Teideman, komende van Linstedt in Holland en verzoekende vrijheid om te mogen ontladen welk verzoek hem wordt toegestaan, met aanbeveling aan de Hong kooplieden, om over de ontlading te wakeu. De zwarigheid schijnt bestaan te hebben in de omstan- digheid, dat gemelde Kapitein Teideman Engelsche goederen aan boord had, welke hij echter bewees gekocht te hebben, vóór dat het verbod hem be kend was. De gezameiijke hooge Overheden te Canton hebben eenen langen brief geichreven aan Hare Maj. Koningin Victoria, welke in sommige dagbladen medegedeeld wordt, en waarin zij H. M. bekend maken met al het onregt, hetwelk hare onderdanenwaarschijnlijk zonder haar wetenin China bedre ven hebben en nog bedrijven, bij haar aanhoudende, om van haren Itant alles san te wenden tot bewaring der goede verstandhouding. Deze brief, waarin hier en daar veel naïviteit heerscht, isindien dezelve echt ismerkwaardig genoeg, vooral ook wegens den toon van gelijkheid, waarop zij tot H. M. spreken', alsof zij ook afhankelijk was van het Hemelsche Rijk in China. Zij vragen onder anderen, of zij zelve niet gevoelt, hoe onbillijk het is, zoo vele nut tige dingen uit China te trekken, en niets dan vergif er voor in de plaats te zenden, en zeggen voorts, dat zij niet begrijpen kunnen;, daar er toch geene opium in Londen groeit, en zij dezelve haren onderdanen verbiedt, hoe H. M. er zoo op gesteld kan zijn, om ze van de uiterste grenzen van haar gebied naar China te laten brengen. De opiumhsndel gaat nog onafgebroken op de kusten voort. Men meldt, onder anderen dat de smokkelaarLady Grant, den 13 Januarij op de reede van Tongkao aankwam, met eene lading opium ter waarde van 100,000 welke dezelve langs de kusten in de kreken en baaijen, en tusschen de eilan den ging verkoopen. Deze smokkelaarwelke eene maand dacht uit te blijven was gewapend met 14 stukken geschut, door Europeanen bediendwelke hooge maandgelden trekken, en zoo weinig vrees aan den dag legden, dat zti bij hun vertrek zich uitlieten, dat zij zich vleiden binnen weinige dagen reeds eenige Chinescbe staarten te zullen hebben, om er zekerheidsbandjes voor hunne horologien van te maken. T U R K Y E. Volgens een berigt in de AUgemeine Zeitung, uit Konstantinope! van den 2isten Mei, zou de Groot-Vizier Chosrew-Pacha, die weinige dagen te voren den val van den Minister Halil-Pacha bewerkt had, thans zelf in on genade zijn gevallenuit zijne bediening ontzet en opgevolgd zijn door Fehria-Ahmed-Fethi-Pacha, Minister van Koophandel, die tevens met eene zuster des Sultans In het huwelijk zou treden. Door eene willekeurige daad van den Kapudan-Pacha derTurksche vloot, die thans nog in de haven van Alexandrie ligt, is het wederom bekend ge. worden, hoe weinig men aldaar om den Sultan geeft. Te voren namenlhk wis het eene wet, dat de Sultan alle hooge rangen bij de marine begaf en de Luitenants slechts door den Kapudan-Pacha werden aangesteld. In de maand Mei nil, de Kaputana-Bey gestorven zijnde, heeft de Kapudan-Pacha hem dadelijk eenen opvolger gegeven en andere officieren in hooge rangen aangesteld. DENEMARKEN. Na de woelingen,- welke te Kopenhagen, zoo als gemeld ii geworden, den 22 en 23<*ten lVlei hebben plaats gehad, en die nog tijdig door die Poli cie zijn kunnen bedwongen worden, is het in die stad rustig gebleven. Ön- dertusschen heeft de Regering de voorzorg gebruikt, om zoowel over dag als gedurende den nacht zware patrouilles door de stad te laten trekken hoewel het niet blijkt, dat er zonder dat vernieuwde pogingen tot opstand zouden ondernomen zijn; wel had men gemeend, en hfec gerucht was hier. van ook verspreid geworden, dat den 28sten Mei, den verjaardag vdn het invoeren van de provinciale Staten onlusten zouden plaats hebben, liotH' er was niets bijzonders voorgevallen SPANJE. Over Parijs heeft men wederom het volgend berigt uit Spanje ontvangen Eene telegrsphische depeche uit Bayonne vermeldt, dat de gemeenschap* met Madrid niet meer door de Carlisten wordt gestremd. Een Kabinets- renbode, die den ïden van Madrid was vertrokken, is den 7den te Bayonne aangekomen. Men gelooft, dat Balmesedana Segovia te hebben bedreigd, zich naar de omstreken van Aranda begeven heeft. Van alle zijden zendt men troepen tegen hem af. De colonne, waarover hij bevel voert, wordt op 3000 man geschat. Uit Barcelona meldt men van den 5 JuniJ, dat Cabrera aan de spits van 4000 man troepen, den Ebro overgetrokken en in Catalonie binnengerukt washij werd door O'Domiell vervolgd. DUITSCHLAND. Berlijn den 7 Junij. De Pruissische Staats-Courant maakt in de volgende bewoordingen den dood van den Koning bekend: Naar het onnaspeurlijk raadsbesluit Gods, voleindigde heden namiddag 3r ure onze geliefde Koning, Zijne Maj. Fredcrik IVillem IIIde vader zijn» volks, zijne aardsche loopbaan. De gevolgen van eenen herhaalden aanval der griep, aan welke Zijne Maj. sedert eenige weken ongesteld was, voerden in de laatste dagen een groorer veival van krachten en daardoor eenen toestand aan, die, alle krachtsinspan ningen der natuur en der kunst van ervaren artsen weêrstaandeaan het dierbare en rijk gezegende, rrtaar ook zwsar beproefde leven van Zijne Maj., onder de heete tranen van alle de, in dat oogenblik hem omringende, Koninglijlte kinderen en der Prinsen eu Prinsessen van het Koninglijk Huis, een ein. perk stelde. De laatste levensdagen van Zijne Maj. waren door de tegenwoordigheid van 's Konings Keizerlijke dochter en hare doorluchre kinderen, de laatste oogenblikken door de tegenwoordigheid vsn 't Konings Keizerlijke schoon, zoon veraangenaamd. Het vsderland, hoe ook in rouw en trsnen gedompeld, verheft, vol ver. trouwen, en voor deszelfs toekomst getroost, zijnen blik tot den Vorst die Zijne Maj. op den troon zijner roemruchte voorzaten opvolgt. Erfgenaam der deugden van beroemde vaderen, opgevoed onder de stormen van eenen onrustigen tijd, vroeger reeds tot zijne groote bestemming rijp geworden, en in de dagen der ziekte door liet vertrouwen van Hoogstdeszelfs zaliger» vader reeds tot het bewind der zaken geroepen, zal Zijne Maj, de zegenin gen der orde en des vredes verspreiden, die het lot van een getrouw en gelukkig volk en de belooning der zorgvolle moeiten van den goeden en wijzen Regent zijn. Uit dit berigt ziet men, dat ook Zijne Maj. de Keizer van Rusland nog te Berlijn aangekomen is, toen zijn schoonvader nog in leven was, De troepen hebben den 7den, des avonds ten 7 ure, den eed van ge. trouwheid aan den nieuwen Koning Fredcrik HJllem IK afgelegd. Volgens sommiger meening zon de dood des Koningi van gewigtige gevolgen voor het Koningrijk kunnen zijn, daar, hoewel de «taalkundige strekking der Regering geene andere rigting, wat de hoofdzaak betreftnemen zoude Kroonprins echter in verscheiden punten waaromtrent hij het niet met den Koning eens was, een ander plan zou volgen; ook meende men, dat de kerkelijke aangelegenheden op eenen anderen voet zouden behandeld worden. Het lijk van den overleden Koning is den 9den door de onder-officie, ren der waèht van het paleis naar het slot overgebragt, waar het in de grooie troonzaal op een praalbed zal worden ten toon gesteld. De eerewacht bjj het lijk is aan 8 Generaals toevertrouwd, terwijl hetzelve gekleed is in de uniform van het eerste garde-regiment, met de muts van de Landwehr en den Koninglijken mantel. Nadat den 8sten in tegenwoordigheid der Koninglijke famielje de ope ning van het testament, reeds in 1827 geschreven, heeft plaats gehad, zijn HH. MM. de Koning en Koningin, benevens de geheele Koninglijke famielje naar Potsdam vertrokken, om daar te vertoeven tot dat het lijk in de Dom kerk en vervolgens op Charlottenburg zal zijn bijgezet. Men meent, dat dit den i6den zal plaats hebben. In dat gedeelte van het testament, waarin niet over de verdeeling der goederen gehandeld wordt, zou de overleden Koning hoofdzakelijk het woord tor den tegenwoordigen Koning rigtehhem daarbij de moeijelijke en hei. nge pligten voor oogen houdende, die hij als Regent heeft te vervullen. Bijzonder wordt daarin de raad gegeven, de meestmogelijke zorg te dragen tot handhaving van het verbond tusschen Rusland, Pruissen en Oostenrijk, hetwelk daarin als de grondsteen van den Europeschen vrede wordt voorge steld. Men verzekert, dat ook daarin de volgende zinsnede voorkomt: „Neem u in acht, mijn zoon, voor den gevaarlijken fgeest van nieuwigheid, die thans overal heerscht; blijf echter met niet ai te groote vooringenomen, heid aan het oude hechten. Slechts dan alleen wanneer gij deze beide klippen weet te ontgaan, zult gij gelukkig en gezegend op den troon uwer vaderen heerschen. Ik schenk vergiffenis aan alle mijne vijanden, en in het bijzonder aan hun, die door openbare geschriften mij in de openbare meening trachtten te schaden, en mij alzoo de liefde van mijn volk te ontrukken,- welke mijn hoogste schat is." Te Koblenta en in alle garnizoens-piaatsen des Rijks hebben de mili tairen den eed van getrouwheid aan den nieuwen Koning reeds afgelegd. Het muzijkfeest, dat te Aken op de Pinksterdagen gehouden is, wordt zeer geroemddaar niet alleen duizende menschen daarheen waren gestroomd, maar ook onderscheiden beroemde en fraajje muzijkstukken zijn uitgevoerd er waren 134 muzijkanten en 400 zangers en zangeressen tegenwoordig, onder welke men uit Nederland telde de heeren Krugt en Fischer. De Allgemeine Zeitung deelt mede, dat de Koning van Napels een groot feest, dat aan boord van het Engelsch Admiraalschip den 28 Mei gegeven was, had bijgewoond, en dus daardoor een bewijs had gegeven, dat hij tot inschikkelijkheid gezind was. Een dagblad van Bombay wil weten, dat het Russisch legercorps., sterk 24,000 man, te Chiwa was binnengerukt en zich gereed maakte, om op Buchara te trekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2