A\ 1840. LEYDSCEE COURANT. NEDERLANDEN. WEST-INDIE. WOENSDAG, 27 MEI. SCHUTTER IJ. WAARSCHUWING aan degenendie nog mogten hebben verzuimd, om zich voor de Schutte rijke dienst te doen inschr jven. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, In aanmerking nemende, dat, alhoewel vele daartoe_verpligte Ingezerenen dezer Stad, ten gevolge der gedane oproeping bij Kennisgeving van den 4 Mei 11.zich tot de Schut- lerlijke dienst hebben laten inschrijven, echter sommige zulks tot lieden hebben verzuimd, cn willende dezelve voor de daaruit te ontstane nadeelen zoo veel mogelijk bevrijden, Brengen bij deze ter kennisse van degenen, die zulks zoude mogen aangaan, dat alsnog tot de Inschrijving der geborenen in het Jaar 1815, alsmede voor de geborenen in den Jare 1806 tot 1814 ingesloten, die zich hier ter Stede, sedert de laatste Inschrijving met ile woon van elders hebben nedergezet of sedert de in 1839 plaats gehad hebbende In schrijving, uit de Militaire dienst zijn gepasporteerd of van de Mobiele Schutterijen ont slagen, en zich tot heden ten dien einde niet hebben aangegeven, alsnog zal worden ge vaceerd op het Raadhuisop Vrjdag den zysten dezer maanddes voormiddags van 10 tot één ure; met verdere waarschuwing aan dezelve, dat voor zoo veel zij zich op den isten Juny niet zullen hebben aangegeven, zy bij ontdekking ambtshalve zullen worden ingeschreven, verwezen tot eene geldboete en geene redenen van vrijstelling kunnende aanvoeren, zonder loting dadelijk worden ingelyfd; alles met inhassie van hetgeen by bovengemelde Kennisgeving oreeder is vermeld. Aldus gedaan en gearresteerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 25Sten Mei 1840. J. G. DE MET. Ter ordonnantie van dezelve, v. p uttk ammik. PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, waarschuwen bij deze een ieder, "wien het zoude mogen aangaan, dat, ingevolge de bestaande wetten, op de aanstaande Kermis, geene HoroskooptrekkersPlaneetlezersDobbelaarsRijfelaarsDraaiborden of diergelijke schadelijke spelen zullen worden toegelaten, en dat onder voorwendsel of schijn van iets te vertoonen als anderzins, geene bedelaarsverminkte of gebrekkige per sonen alhier zullen worden gedoogd, maar dadelijk door de Agenten der Policie opgevat, ten einde omtrent dezelve naar bevind van zaken zoude kunnen worden gehandeld. Terwijl wijders aan allendie in de termen der wet op het Patentregt vallenbij deze nadrukkelijk wordt herinnerd, dat zij niet zullen worden toegelaten, tenzij van een be hoorlijk Patent voorzien, waaruit tevens blijkt, dat liet diensvolgens door hun verschul digde regt is betaald. Dat eindelyk niemand, gedurende deze Kermis, met iets zal mo gen voorstaan, op de straten vertoonen, of daarmede rondgaan, zonder daartoe niet alleen het vereischte consent verkregen te hebben, maar ook het deswegens verschuldigde markt geld aan den Marktmeester te hebben betaald. Wordende de Heer Directeur en Commis sarissen van Policie bij deze gequalificeerdom voor de executie dezer te zorgen. Aldus gedaan en gepubliceerd, by H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den assten Mei 1840. J. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve, v. puttkammer. Leiden, 26 Mei. Men meldt uit 'i Gravenhage vin den 2Ssten dezer: Men verneemt dat HH. KK. HH. Prins en Prinsca /TWwrt oei ivcuenan* den, ten gevolge van omvangen berigten, nog heden naar Berlijn zouden vertrekken. In de zitting van de Tweede Kamer der Stiten-Generaal van heden, zijn ontvangen onderscheidene verzoekschriften, welke aan de daartoe be. stemde Commissie zijn verzonden. Dezelve heefc, bij monde van de heeren Vijfhuis en van Hoorn van Burgh, verslag gedaan op onderscheidene in hare handen gestelde stokken. Zij hebben alle betrekking tot de ingediende voor. Itellen tot herziening der grondwet. Inwonera van een deel van Noord-Bra. band-verzoeken, dat die streek wederom bij Zuid-Holland moge worden ge. voegd. Ingezetenen van Noord-Holland verklaren zich tegen de verbrokke- ling van de provincie Holland, en, bijaldien daartoe mogt worden overge gaan, dan wenschen zij, dat West-Vriesland met het Noorder-Kwartier weder als een afzonderlijk gewest, onder de provinciën zal worden opgenomen. Deze verzoekschriften zullen ter griffie worden nedergelegd. De centrale afdeeling doet verslag over het ontwerp van wet tot voorzie* nlng in de behoeften van het Amortisatie-Syndicaat voor het loopende jaar, De beraadslagingen voor dat ontwerp worden bepaald op morgen ochtend ten elf ure. Tot dien tijd wordt de vergadering gescheiden. De Eerste Kamer houdt zich bezig met in hare afdeelingen de ontwer pen te onderzoeken, welke haar zijn voorgesteld. Aanstaanden Vrijdag zal zij eene algemeene vergadering houden. Bij een dezer dagen genomen Koninglijk bealnit is eervol ontslag ver. leend: aan den Majoor A. Z. P. Storm de Grave, van de 4de afdeeling in. fanterie, oil zijne betrekking van Adjudant van den Luitenant-Generaal von Goeiecke; aan den Kapitein H. F. Busch, van de 4de afdeeling infanterie, uit zijne betrekking van Adjudant van den Luitenant-Generaal Hovenaan dan Kapitein J. J. Diemontvan de 5de afdeeling infanterie, uit zijne be. trekking van Adjudant van den Generaal-Majoor Evertzaan den Kapitein J, C, A. de Roo van Aldervereld, van het algemeen depót der landmagt N°, 33, uit zijne betrekking van Adjudant van den Luitenant-Generaal Verma- sen; aan den Kapitein J, H. J. Pissuisse, van de eerste afdeeling, uit zijne betrekking van Adjudant van den Generaal-Majoor van Boecopaan den Ka. pltein H. A. Wijnenvan de ade afdeeling infanterie, uit zijne betrekking van Adjudanten van den Luitenant-Generaal de Fauvageaan den Kapitein J, G. Tindal, van de iste afdeeling Infanterie, als Adjudant van den Gene raal-Majoor de Hardt; aan den Kapitein M. Bierhaus, van de 5de afdeeling infanterie, sla Adjudant van den Luitenant-Generaal George; aan den isten Luitenant K. Rattaerd, van de 8ate afdeeling infanterie, als Adjudant van wjlen den Luitenant-Generaal Baron van Sijtzama; aan den isten Luitenant C. van Emde, van de 9de afdeeling infanterie, als Adjudant van den Gene raal der infanterie Baron Chassiaan den isten Luitenant .7. W, Kriller van de 10de afdeeling infanterie, ala Adjudant van den Generaal-Majoor Guickerit; en aan den isten Luitenant J. C. F. de Vries, van de 7de afdee ling infanterie, uit zijne betrekking van ordonnance-officier bjj den itaf der 3de divisie infanterie. Men verneemt, dat het Zijne Maj. heeft behaagd, Hoogstdeszelfs bouwmeester te magtigen, om voorloopig door het Vennootscoap van den Aspkaltischen IJzergrond, onder de firma W. J. Verboom v. d. Zande en Comp. hier ter stede, met deszeifs Asphaltiseb Plaveisel (oorspronkelijk uit de mijnen van Labsann) in de Koninglijke stallen en binnenplaatsen eenige proe. *en te laten leggen. Verder verneemt men, dat, onder anderen, de spin, zaal der armeninrigcing, alhier, reeds met genoemd Aspbaltisch plaveisel belegd is. Als Consul van Hare Groot-Britannische Majesteit voor Amsterdam en onderhoorigheden, is eiltend de heer John Storey Penleazeen als Consulair Agent der Vereenigde Staten van Amerika voor den Helder en Texel, de heer J. Arts. Wij vernemer,, dat er door Zijne Maj. den Koning der Franschen last gegeven is, om aan onzen landgenoot, den heer B. C. Koekkoek, een gouden gedenkpenning uit te reiken, voor zijn fraai landschap, het midden van een wolid, hetwelk op de laatste tentoonstelling te Parijs ter bezigting werd aangeboden, hebbende hetzelve op de laatste tentoonstelling te 's Hage, almede de gouden medaille verworven. Deze prachtige schilderij, over welker juistheid alle de ware kenners het eens zijn, maakt deel uit van de kostbare verzameling van den Colonel de Cevas in deze Residentie. Bij ministeriële resolutie is bepaald, dat, wanneer de ontvangers der directe belastingen, hetzij tot het doen bewerkstelligen van executiën van onroerende goederen, hetzij tot het vragen van hypothecaire inschrijving voor de invordering der belastingen, benoodigd hebben extracten uit de perceels. gewijze leggers der grondlasten, ten aanzien van zekeren op te geven persoon of personen of zekere bepaalde artikelen op de archieven der grondlasten, zij zich daartoe schriftelijk zullen moeten aanmelden bij den provincialen bewaarder van het kadaster, die hun de gevraagde extracten gratis zal afge. ven, en de aanvragen aan het einde des jaars zal moeten toezenden aan den Gouverneur der provincieom te worden gevoegd bij de aan het Departe ment van Financien over te leggen stukken, bij letter b van het eerste lid der resolutie van den 14 November 1839, N". 133, bedoeld. Zijne Exc. de Minister van Financien ad interim heeft onlangs bepaald s 1°. dat de rozijn- en vrucht-azjjnmakers, welke voor de fabricatie hunner azijnen, behalve van andere grondstoffen, in dezelfde kuipen ook van geest houdend vocht gebruik maken, deswege geene verhooging van patentregt zullen verschuldigd zijnzullende de aanslag in het regt van patent enkel geregeld worden volgens N°. 3 van tabel N°. 2 der wet, en dus naar gelang der tweelingskuipenvoor zoo verre die gebezigd worden, of, geen twee- lingskuipen gebruikt wordende, naar de andere, twee aan twee genomen, terwijl dezelfde fibrijkanten, welke azijn fabriceren enkel uit geesthoudend vocht, deswege belast zullen worden naar het ingeslagen gedistilleerd, op den voet van het tarief, daarvoor bepaald; behoudens om daarvan voor elke der drie vernieuwingen af te trekken zeven kannen per vat ruimte der kuipenwaarin de door hen tevens vervaardigd wordende rozijn- of vrucht- azijn gemaakt wordt. 20. dat de regten der azijn-fabrijkenvallende in de termen van N°. 3 der 2de tabel, zoo wel als van art. 1 der resolutie van den 23 Maart 1839, N°. 31, gezamentlijk voor ieder slechts in een enkelen aanslag ten kohiere zullen worden gebragt, en wel naar zoodanige klasse, als de som der op de twee wijzen verschuldigde regten bet naaste bij zal komen, zullen daarbij het maxium of de eerjte klasse voor iederen fabrijkanc niet mogen worden overschreden. Uit Leeuwarden meldt men van den 21 Mei het volgende: hol'ienebife'ft-9k1 0H overledenwaï in i7'7o gehuwd met Wijbe Jentjes le Rooithans in zijn 94ste jaar, die, bij het genot eener redelijke gezondheid, ligchaamssterkte genoeg bezat, om haar stoffelijk deel tot aan het graf te vergezellen. Van de kinderen uit dit 70 jarig huwelijk zijn nog drie in leven, waarvan de oudste 69 en diens oudste zoon, welke ook vader van verscheidene kinderen is, nu 44 jaren heeft be- reikt. Aldus heeft dit merkwaardig paar de volwassenen van drie air hun gesproten geslachten mogen aanschouwen. Men meldt nit Cursfio van den isten April: Onze uitgestorven kokos-boomgaarden leveren een treurig gezigt op: de plaatsen waar eenmaal deze bootnen stonden, die ons oog vermaakten door de aanhoudende schommeling van hunne kruinen, en ons streelden, door het geruisch, dat deze beweging veroorzaakte, ziet men thans honderden, of zelfs op sommige plaatsen, duizenden lange naakte kruinlooze stammen terwijl eenige overgeblevene verdorde bladstelen ons nog aantoonendat dit eenmaal boomen waren. Onze tuinen zijn thans als het ware de kerkhoven onzer kokosnoomen. Dezelfde schildluis heeft zich ook verplaatst op eene menigte andere boomen; doch deze schijnen beter bestand te wezen voor derzelver aanranding, alleen maar worden derzelver vruchten zuur en onsma. kelijk. De kokosnoot is thans van de groenmarkt verdwenen, zonder dat wij hoop hebben dezelve er immer weder op te zien; want als wij jonge kokos, boomen planten, zijn wij genoodzaakt dezelve dagelijks van de schildluis te reinigen, doch zulks kan bij de hooge en slanke boomen geen plaats hebben. Zoo de kermes deze cocaies of boomgaarden van Maracaibo insgelijks mogte bezoekendan worden wij insgelijks beroofd van den invoer der kokos-olie. De handel tnsschen Curapao en de kust bepaalt zich thans bijna geheel in geitenvellen uic de provincie Coro; zijnde de geit een dier, dat zeer wel aardt in de drooge en klipachtige streken dier provincie. Men schat het getal der geitenvellen, die hier ingevoerd, worden, op 1 miliioen, welke vellen alsdan van hier naar de Vereenigde Staten worden vervoerd. De handelomzet te Coro van het voorgaande jaar, zijnde omstreek 270,000spruit bijna uit. sluitelijk voort met Curagao. De eigentlijke handelomzet zal wel ruim f 300,000 bedragen, want alles wordt niet opgegeven. SPANJE. Berigten uit Madrid van den 17 Mei melden, dat de voorslag van den Minister van Financientot de uitgaaf van 500,000,000 realen werkelijke schuld, in de Commissie der Cortes, met het onderzoek van dat ontwerp be- last, zoo veel tegenstand heeft gevonden, dat de Minister zijn voorstel heefc ingetrokken. De Cortes korden zichvolgens' dezelfde berigtenthans goed met het Ministerie verstaan, en vooral werd de handelwijze van den nieuwen Minister van Oorlog,den Graaf van Clonard, goedgekeurd, welke zich door geene partijzucht liet leiden. Ook de Generaal Espartero is zeer met hem ingenomen. Een regiment, hetgeen voor eenige weken reeds te Madrid blijken van eenen oproerigen geest had gegeven, is dezer dagen aan het muiten geslagen en heeft deszeifs bevelhebber vermoord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1