i><t Tweede Keuicr en tot het doen Van eer beroep op He Vatic innctenivcirden toegestaan. 11ij weet wol, dat dit verder tot liet iltV.aemi van regtsirtcksclic verkiezingen leiden zal; torli acht dit een natuurlijk gevolg van herinvoeren der Ministeriële verantwoordelijkheid. De heer Luzae meent, dat de rcgtstrccksche verkiezingen bij ccnc zoo kalme Natie als de Nederlandschc geen bezwaar kunnen opleveren. Uit ccnc soort van vaderlijke groot moedigheid mag hij begrooringswetten die hij niet goedvindt, niet aannemen, vooral niet na onvoldoende waarborgen voor de toekomst. Behalve de lieer Gouverneurzullen de heeren TrompVerwsy-Mejdh en Corver Hooft nadere inlichtingen afwachtten; zij opperen nog vele bedenkingen, geput uit den ongun- stigen staat van 's lands financiewezen. De lieer Thoup zegt, dat hij weinig heeft aan liet zoogenaamde leencrediet. Dat ons land dit crediet nog ncv.it, is enkel daaraan toe te schrijven, dat men tot nu toe in de prompte betaling der rente heeft kunnen voorzien; maar waar moet bet heen, daar men telkens door nieuwe geldleeningen in de betaling dier renten voorziet. Het veider voortgaan op dien weg leidt tot Staatsbankroet. Hij had 113 al het gebeurde in het laatste halfjaar, liever eene credietwetdan cene gave begroo ting toegestemd. De heer Verwey-Mejan vindt het kwaad, aan 'slands geldmiddelen knagende, met 111 personen; want aan de eerlijkheid en goede trouw onzer Staatsdienarèn valt niet te twij- felcn; raaar aan het verkeerde in onze instellingen. Deze zijn althans zoodanig toegepast, dat de begrootingen ten laatste geheel fictief werden en de goedkeuring der Kamer naar eene ijdele praalvertooning geleek. Ook de tegenwoordige begrooting bevat niet de geheele waarheid. Indien het uitzigt iiiet geopend ware op het "betreden van een beteren weg in de toekomst, dan zou hij omtrent het verwerpen dezen begrooting niet aarzelen. Thans verkeert hij deswege in twijfel. Hij wil liever opbouwen, dan afbreken. Mogt de Minister hem geruststellen vooral nopens eene betere regeling van de Rekenkamerdali zal hij voor de wetten stemmen. Er waren nog verscheiden sprekers ingeschreven. De zitting is tot dezen avond verschoven. Avondzitting van din I oden dezer. De beraadslagingen voortgezet zijnde, hebben de heeren Frets, van Asch van IVyck, van Alphen en de Jonge zich nog vóór de begrooting verklaard, waartoe zij voornamelijk door de belofte des Konings en de verkregene waar. borgen besloten hadden. Men meende, dat er werkelijk van de zijde der Regering groote toenadering was betoond, en de Kamer haar thans de be hulpzame hand behoorde te bieden, om op den ingeslagen beteren weg voort te gaan. Zijne Exc. de Minister van Financienad interimvangt aan met het maken van twee voorloopige aanmerkingen, als; i°. dat de begrooting slechts eene tijdelijke begrooting is, alleen voor 1840 wérkende, welker aanneming geene gevolgtrekking hoegenaamd voor de toekomst zal kunnen opleveren 5 en 2°. dat de aanneming der begrooting aan de Regering den tijd en de gele. genheid Iaat, om de gedane beloften te volvoeren, en voor dé toekomst zorg te dragen. Wat nu aangaat de begrooting van uitgaven, doet Zijné Exc. de zeer aanmerkelijke vermindering uitkomen, welke dezelve aanbiedt, in vergelijking met de voorstellendie in December verworpen zijn. De be. reids ingestelde bezuinigingen bedragen 2y millioen. Krachtdadige bespa ringen zijn bij het Departement van Oorlog ingevoerd. In dit opzigt heeft de Regering volkomen aan hare belofte voldaan. Nopens de voordragt van wet op de middelen toont Zijne Exc. aan, dat de gelden, door Belgie be. taald, gebruikt worden ter aanvulling van de behoeften der schatkist, welke 1 aan de koloniën, die ten achteren zijn, moet bijspringen; dit er dit jaar geene bijdrage uit de Oost-Indische geldmiddelen onder de ontvangsten is knnnen worden opgenomen; dat dit het gevolg is der verwerping van de leeningswet van 56 millioen; dat, bij eene aanneming der begrooting, er met de Handelmaatschappij nader over den verkoop der producten van de koloniën zal kunnen worden gehandeld, en dat bij eene aanneming deréelve, alle vooruitzigt bestaat, dat de geldmiddelen der Overzeesche Bezittingen voor eene volgende begrooting gunstig op de inkomsten zullen kunnen werken. De Minister geeft te kennen, dat het op zijn uitdrukkelijk verzoek is, dat de Koning er in heeft toegestemd, om Hoogstdeszelfs geêerbiedigden naam aan het hoofd der gedane verklaring te hechten, omdat hij, Minister, be. speurd had, dat men in zijne verklaring niet hernatteomdat er bij de be handeling eener volgende begrooting een andere Minister met het beheer vaii 's lands geldmiddelen zou zijn belast. Zijne Exc. herinnert, dat de begroo ting alleen voor 1840 is; dat, mogt zij worden verworpen, de voor té dri- gene credietwet niet anders zijn kan, dan de begrooting zelve; dat daarvafl bet gevolg zou zijn de stilstand in 's lands financiendat het belang der ge heele Natie de aanneming vordert; dat dit belang toch medebrengt, dat allé stagnatie worde vermeden; dar, wordt de begrooting verworpenhet tafereel der gevolgen hiet te oomter 11 af te malendat daaruit een ongelukkige tóe, atand zou geboren worden, waarvan men moest ijzen; en dat, gaat de beè grooting doorer tijd en gelegenheid zal zijnom over 's land* financiën een beter toeatand te vestigen, voor de toekomst zorg te dragen. Zijne Exc. verklaart, dat het openleggen van den ataat der financien des Rijkj op dit oogenblik onmogelijk is, omdat nog vele bescheiden, welke daartoe gevor derd worden, zich nog in Belgie bevinden, en men dezelve eerit zal knnnen verkrijgen, wanneer alle verrekeningen met dat land zullen zijn ifgeloopen. Daarbij is het op dit oogenblik onraadzaam, om dien geheelen staat van za ken aan de wereld bekend te maken. De toegezegde openhartigheid zal bij de behandeling der begrooting voor 1841 van zeer groot géwigt zijn. De aanneming der begrooting zal de Regering in staat stellenom voor de toe komst te zorgen; daaruit zal de gelegenheid geboren worden, om over dé koloniale geldmiddelen te handelen, en tot een bepaald stelsel dienaangaande te komen. De Minister erkent, dat de staat der financien zeer bezwarend is, en dat de uitgaven verre de ontvangsten overtreffen; maar hij beschouwt dien toestand niet hopeloos, wanneer men slechts gepaste maatregelen tot herstel bij de band kan nemen, en daartoe wordt tijd en gelegenheid gevor. derd. Om land heeft nog vele resources. De opcenten der belastingen kunnen op derzelver vorig standpunt hersteld worden. Het belastinga-jteliel kan verbeterd worden, en welligt kan ook daaruit eene vermeerderde op brengst voortvloeijen. Uit een en ander kan ten minste blijkendat de ver klaringachter het verslag der centrale sectie geplaatstniet op losae schroeven steunt. Na dit alles vermeent Zijne Exc., dat de keuZe der Kamer niet twijfelachtig kan zijn. Overigens voor hen, die de begrooting in verband beschouwen met de herziening der grondwet, zijn de noodige waarborgen geschonken, de daartoe leidende wetten aangeboden. Aan vele der verlan gens van de Kamer is volkomen voldaan. Wil men de dierbaarste belangen des lands niet in de waagschaal stellen, dan behoort de Kamer het budjet aan te nemen. Wanneer men de goede gevolgen, aan de eene zijde, en de kwade gevolgen, aan den anderen kant, mogt nagaan, dan kan er geen twij fel bestaan. De heer van Dam van Isselt bestrijdt de meening van den heer de Jonge en den Minister, dat menbij de stemming over deze begroo ting, op de gevolgen letten moet, die eene tweede verwerping zou kunnen doen ontstaan. Op die wijze zou men altijd eene slechte begrooting behou den. Die verdediging van het budjet kan geen Invloed op zfjne overtuiging uitoefenen. De Regering heeft tijd genoeg gehad om aan den wenscb der Kamer te voldoen. Ook nu nog heeft zij daartoe zes weken de gelegenheid. Spreker verheugt zich over de meening des Ministers, ten aanzien van den financielen toestand des Rijks, maar hij wenschte dat Zijne Exc. dit met cijfers had aangetoond. Hij blijft bij zijn gevoelen, zoo lang het tegendeel niet onwederlegbsar is aangetoond, dat er een jaarliiksch te kort van 17mill, bestaat. Hij bedroeft zich nog altijd, dat de naam des Konings in de discus, sien is gemengd. Hij hoopt, dat de Minister, die den Koning daartoe uit. genoodigd heeft, ook in de toekomst zich daarvoor verantwoordelijk stellen zal. Er is ook in 1834 uit 's Konings naam eene plegtige verklaring gedaan. Ook die belofte wero niet nagekomen. Ook stelt men den Koning bloot aan den blaam, dat hier te lande de regel niet toepasselijk is: een man een man, een woord een woord. De Koning behoort aan dien blaam niet te worden blootgesteld, omdat het een Minister goeddunkt. Overigens moet hij ver klaren, dat de redenen, welke door Zijne Exc. zijn aangeroerd, om de Ka. aaer tot de aanneming te doen besluiten, niet den minsten indruk bij hem liebben te weeg gebragt, en hij alzoo ook geene vrijheid heeft de begroo ting aan te nemen. Geen der leden meer het woord vragende, gaat men ter hoofdelijke stem ming over, met dat gevolg, dat de begrooting van uitgaven wordt aangeno men met eene meerderheid van 32 tegen 22 stemmen. Véór hebben gestemd de heeren: Corver HooftHooft, Snouck Hsirgronje Dijkmeestervan SijtzamaHinlopen, van de Holt, van der Gronden, Druj. vesteyn, van Asch van hVijck, van Rappard, van Tuf 11 van Heeze, Cr om me tin, van Akerlakende la Court, BoddaertIVijnaendisKniphorst, tPEseury van Heinenoord, van der Stdr Busman, van Hoorn van Burgh, de Jonge, Clifford, van den Belden, PVeertsvan Hcmert, van de Mortel, Beelaerts, van Meeuwen, van AlphenFrets en van Swinderen. Tegen hebben gesterad de heeren: IVarir.Gouverneur, Schimmelpenninck-, Verwey-Méjanvan Dam van Isselt, Sandherg, BinkesRommeGevers, Roëll, Brongers, Backer, Vijfhuis, Luyb'.n, Repelaer, Tromp, Bruce, Luzae', van Nagell, Rengers, Cats en Gockinga. Daarna wordt de voordragt nopens de middelen in hoofdelijk omvrage gé. bragt, en met 33 tegen 21 stemmen aangenomen. Tegen dit oncwerp hebben gestemd de heerenfVarin, Gouverneur, Schim- melpenninckVcrwcy-Mejanvan Ddm van IsseltSandbcrgBinkes, Romme Gevers, Roëll, Brongers, Luybcn Tromp, Bruce, Luzae, van Nagelt, van de Mortel, Rengers, Lats, van Alphen en Gockinga, Niets meer aan de orde van den dag zfjnde, is de vergadering onbepaald gescheiden. Zijne Maj. de Koning, heeft als Vice-Comul der Beide Sicilien te Dórdrecht erkend den heer J. Buys 't Hooft. Volgens een besluit van Bur. gemeesteren en Wethouders, der stad 'sGiavenhage is aan den verdienateiij. ken kunst- en tooneelschilder B. J. van Hove de zilveren gedenkpenning vereerd, welke op last van het stedelijke Bestuur, ter bekrooning gegeven is aan de kunstenaars, die op de laatste 'sGravenhaagsche tentoonstelling proeven van hunne bekwaamheden gegeven hebben. De Hertog van Nassau heeft kan den heer Legatie Raad Mazel eene zeer fraaije gouden snuifdoos; omzet met brillanten, geschonken, als een blijk van tevredenheid over hec waarnemen der belangen van het Nassausche Hof bq het Fransche, tijdens de heer Mazel aldaar zaakgelastigde was. In 's Gravenhage is den iöden dezer plotseling overleden de hoog welgeboren heer M. L. Baron tPTvoy Hofmaarschalk van HH. KK. HH, Prins en Prinses der Nederlanden, Ridder der Militaire Willems- en andere buitenlandsche ordes. Te Groningen is den i-3den, in den ouderdom van 93 jaren overleden Jhr. Mr. H. L. IVichers Commandeur der orde van den Nederlandachen Leeuw, laatstelijk Staats, raid in buitengewone dienst. De brikken de Venus, Courter en IViudhond het fregat de Sambre en de corvet de Argo zullen in het aanstaande zomer, getij eenen kruistogt in de Noordzee ondernemen. Zr. Ms, fregat de IVaat van 60 stukken is den ióden te Rotterdam met goed gevolg van stapel ge. loopen.- Beursprijzen van eenige effecten te Amsterdam den ;8den Mei; Werkl. Schuld 2} pCt. 53; 5 pCt. ioo,1, Kansb.ï4(',-Hand.-Maats. «8iJ; Ardoin 5 pCt. 27J; Coup. Ard. 19,-',. i8oste Koninklijke Nederlandsche Loterij. Trekking der Vierde Klasse lste Lijst. N®. 6441 een premie van f 1000. N°. 17306 een prijs van f 25,000. N®. 8210 een prijs van 1500. N®. 18646, 10684 en 2487, ieder een prijs van 1000. 2de N®. 16211 een prijs van ƒ2500. N®. 7944 en 586, ieder een prijs vdd ƒ1000, 3de N®. 15910 een prijs van 10,000. N®. 14497 een pry's van 1000. 4de N®. 13622, 6836 en 637, ieder een prijs van 1000. Getrouwd: wóerdeü deit i4den Mei 1840. Getrouwd: UTRECH*' den 14 Mei 184Ó. (Eenige Bekendmaking W. L, F. M O L T Z E R; beroepen Predikant te Waalwijk C. F. BLOM van ASSENDELFT. A. j. ZUUR, van Leydtn Cs P. van "H A A GEN, van Utrecht Heden overleed, na eene kortatondige ziekte van slechta vijf dagen; töljii geliefde Echtgenoot, JAKOB van der HORN Bz., in den oüderdoid van Zestig Jaren en ze> maanden. Leidzn H. M. PELTENBURG; den 15 Mei 1840. Wed. J. van der Horn Bz. Heden ontsliep in de hope dei beteren levens, onze teedergeliefdé Dochter, ANNA ALEIDA, den ouderdom bereikt hebbende van ruina achttien Jaren. levden W. N. M U N T I N G, den 17 Mei 1840. J. M. M U N T I N G, geb. de Jong. Na een langzaam verval van krachten, overleed heden, voorzien van de genade-middelen der R. C. Kerk, onze waarde Vader en Behuwd-Vadéf PIETER REYNAARD, in den gezegeiiden ouderdom van bijna 8jj Jaren; LeyderdorR W. REYNAARD. den 17 Mei 1840. Uit aller Naam. De Öndergeteekenden berigten hunne geëerde Kalanten, dit de Per. loon van F. A; LISSONE, thans Bediende bij den Heer J. A, van der VEN alhier, buiten voorkennis of procuratie Gelden voor hun heeft ontvangen ert daarvoor gekwiteerd, zonder dezelve aan hun te verantwoorden, zoodat zij zich verpligt zien, in verband met hunne Circulaire van 1 Januarlj dezes Jaars, een ieder te waarschuwen, geene Gelden voor hun aan hem af te geven. Rotterdam, 17 Mei 1840. H. GROOS ZOON, IVijnkoopers. De Ondergeteekende, Eigenaar geworden zijnde, der van ooda be. kende POULIERS-AFFAIRE van de Wed, HOLTZ, in de Pieters Choor- steeg alhier, beveelt zich bij deze in de gttnit van zijne geëerde Stadgenoo. ten, om te leveren, alles wat tot zoodanig vak behoort; beioovende eend civiele en prompte bediening. C. van der WAARD; De Ondergeteekende heeft de eer het Publiek bekend te maken, dat het KOFFIJHUIS van ouds genaamd DE EENDRAGT, veranderd is in die van GRAND SALON. A, J. V E R E Y. VERKOOPING op Zaturdag den 23 Mei 1840, del avonds ten zes ure, in het Heeren-Logement aan den Burg te Leiden, van een HUIS en ERVE, op de Breedestraat bij de Borersteeg, Wijk 4 N°. 243. Van een DITO op de Hoogewoerd, omtrent de Rijnstraat, Wijk 3 N°. 348. Van twee DITO op de Hooigracht, bij den Ouden Rijn. Wijk 7 N°. 833. Van een DITO op de Hairlemstraat, omtrent de Turfmarkt, Wrik 6 N°. 361. Alten te Leiden. En van onderscheidene andere HUIZEN en ERVEN, «taan de en gelegen zoo binnen gemelde Stad als onder Leiderdorp; alsmede van eenige SCHULD- en HYPOTHEEK-BRIEVEN. Alles in het breede bü Billetten omschreven. Nadere Informatiën zijn té bekomen ten Kantore van den Notaris P. MULLER, te Leiden. By de Wed. ANTHONY de KLOPPERen ZOON, teLeyden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2