A\ 1840. LEYDSOHË COUR A N T* MAANDAG, aft APRIL. \'t NEDERLANDEN. Letdïn, 19 April. Men meldt uit 's Gravenhage van den i/den dezer: Gisteren middag heeft H. K. H. Mevrouw de Prinses Sophia, dochter van fclH. KK. WH. den Prins en de Prinses van Oranje, op het paleis, in tegen- woordigheid van Zijne Maj. den Koning en der verdere letten van het Ko. iilnglijke geslachthare geloofsbelijdenis afgelegdwelke haar is afgenomen door den Wel Eerwaarden heer Hofkapellaan l. J. Dermoutin bijzijn van de Wel Eerwaarde heeren, D.Delprat, ïlofkapellaan en rustend I.eetaar bij de Waalsche Gemeente, en C. L. van ilen Broek, Predikant bij de Neder- duitsche Hervormde Gemeente dezer Residentie. Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden jjeligt de navolgende door Z. M. verleende octrooijen: Een octrooi, in dato 8 Augustus 1839, voor den tijd van vijftien jaren, van af Mei 1839, verleend aan H. Gerhardite Brussel, domicilium geko zen hebbende bij den solliciteur P. P. T. Eyssell, te 's Gravenhage, op de invoering van eene uitvinding van nieuwe zamenvoegingen en verbeteringen aan het stelsel der stoomwerktuigen. Een octrooi, in dato 22 November 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan F. I. Zeeman, te Amsterdam, op de invoering van eene nieuwe wijze om kaarsen te vervaardigen uit stearige van vetsoorten gemengd jnet was. Een octrooi, in dato 17 Januarij 1840, voor den tijd van vijftien jaren Verleend aan F. W. Feld, te Berlijn, domicilium gekozen hebbende bij Kro nenbroek, te Rotterdam, op de uitvinding van eene nieuwe stokings-methode voor ketels, ovens en andere trafijken, alsmede van eene nieuwe soort van Stoomketels met buizen. Een octrooi, in dato 17 Januarij 1840, voor den tijd van tien jaren, van af den iöden Augustus 1839, verleend aan P. J. Muston te Amsterdam, op de invoering van een ronddraaiend werktuig, hetwelk op stoomwerktuigen, brandspuiten, pompen en andere toestellen tot opvoering van waterkan wor. 'den toegepast, en ook tot andere einden kan worden dienstbaar gemaakt. Een octrooi, in dato 5 Februarij 1840, voor den tijd van tien jaren ver leend aan J. F. Coulon, woonachtig te Parijs, domicilium gekozen hebbende bij IV. Willink Jr., te Amsterdam, op de invoering van eene nieuwe wijze om stoom en heete lucht door uitvloeijing als beweegkracht te gebruiken. Een octrooi, in dato 6 Februarij 1840, voor den tijd van vijftien jaren, van af den 17 Mei 1838, verleend aan J. Mauris ley, te Londen, domicilium gekozen hebbende bij C. C. Uhlenbeck, te Amsterdam, op de invoering van verbeteringen in de zamenstelling van stoomwerktuigen voor het zeewezen, welke voornamelijk van toepassing zijn in stoomwerktuigen van de groot, ste soort. Een octrooi, in dato 15 Februarij 1840, voor den tijd van vijfjaren ver. leend aan R. Roelink en D. van Es, te Meppel, op de uitvinding van snel- weefgetouwen tot het bereiden van katoen, waarvan onderscheiden te zamen door middel van een paard of van een os en zonder menschen handen kun. hen werken. Een octrooi, in dato 18 Februarij 1840, voor den tijd van vijf jaren ver. leend aan de gezusters R. J. Moresco, te 's Gravenhage, op de uitvinding van zeker vernis rot schoonmaking, verbeteringen conservatie van meubelen. Van Goiivernementswege zijn subsidien verleend tot herstel der pastorij- ■woningen der Hervormde Gemeente te Angelo en der Roomsch-Katholijke te Rossum. In eene der laatste nommers van het Journal de la Haye las met het Volgende: De gewezen Zaakgelastigde der Vereenigde Staten bij ons Gouvernement, de heer Davezac, die aangename herinneringen heeft achtergelaten bij hen, welke ih de gelegenheid zijn geweest om de hooge bekwaamheden, van lijnen geestde minzaamheid van zijn karakter en de goedheid van zijn hart waar te nemen, is onlangs door zijne vrienden van New-Orleans op een gastmaal genoodigd, en zulks ten einde aan dien Staatsman een blijk te ge. ven van hunne volmaakte goedkeuring zijner handelingen gedurende den tijd dat hij de Vereenigde Staten aan de Hoven van Napels en 's Gtavenhage heeft vertegenwoordigd. In antwoord op die vereetende uitnoodiging heeft de heer Davezac eenen opmerkeljjkcn brief geschreven, welken de nieuws, bladen der Unie medédeelen. Wij laten hier een extract uit dien brief vol gen, hetwelk ongetwijfeld met belangstelling zal worden gelezen: Na te hebben gewaagd van de bewonderenswaardige veranderingen, welke bet algemeene voorkomen der Vereenigde Staten heeft verkregen, sedert bij ■uit Amerika is vertrokken, laat de beer Davezac zich onder anderen al. dut hooren: „Ik had mij op groote veranderingen voorbereid; ik meende te weten al wat verrigt was door een volk, dat in tien levensjaren van natiën, bij gelijk maatschappelijk bestaan, meer leeft dan eenig ander volk in honderd jaren tljdi! En evenwel ia mijne verwachting, hiervan werd ik alras overtuigd, verre minder geweest dan de de werkelijkheid die mij trof, zoodra ik we. derom den Amerikaanschen bodem betrad, zoodra ik mij op nieuw te New- York, die groote Amerikaansche stad, bevond. Intusschen had het mij niet ontbroken aan voorwerpen van vergelijking, die de drift der bewonde. ring bij mjj konden doen bekoelen, indien al ooit vergelijkingen een nadeele van ons gelukkig vaderland kunnen uitvallen. Ik had in Holland gewoonden bij die gelegenheid zij het mij vergund regtmatige hulde van dankbaarheid te brengen aan de bewoners van dat land, voor de welwillende gastvrijheid, welke ik zoo langen tijd heb genoten; aan een volk, de oude en duurzame bondgenoot van onze staatkundige kinds, heid, den hechten vriend van den mannelijken ouderdom onzer nationaliteit; aan het land, de bakermat der bedendaagsche vrijheid in het vaste land van Europa een landhetwelk de hooge daden houdt opgeteekend der Nassaus de wijsheid en de bekwaamheden der Barnevelds, der de Witten, de Grotius. sen! Grotlus, die wetgever der natiën; de onverwinnelijke moed van Tromp de Ruiter; de geleerdheid van Ruisch, Huygens, Boerhave; de onvergetelijke schranderheid en wetenschap van Erasmus; aan het aangenomen vaderland der wijsgeeren SalmasiusBayle en Saurin; aan een volk, dat, in voor- en tegenspoed, die groote geaardheid, die schitterende hoedanigheden heeft behouden, welke deszelfs voorzaten migtig en vermaard hebben gemaakt, en dat ook ten huidigen dage zich in de rij der groote volken van den aard bol blijft handhavenmet eene, wat het getal betreft, mindere bevolking dan die van verscheiden Europesche Staten van den derden rang. Ik had Am- iterdam gezien, die itad mee hare honderd grachten en tallooze bruggen, bewonderingswaardi, e kaden, Vorstelijke paleizen, bewoond door gewotie ingezetenen; hare beurs, waar verscheiden duizend kooplieden dagelijks zamenkomen om, zilver en goud aan Republieken, Koningen en Keizers te verkoopen; haar entreppt, waar de verschillende voortbrengselen uit Enropa, Azie, Afrika, Amerika en Australië worden opgehoopt, zonder de ruime pakhuizen te overstelpen! Ik had ook Liverpool gezien, met des. zelfs groote dokken, waar Britsche en Amerikaansche koopvaarders haast elkander zijn gelegen; ik was in die edele zeestad gekomen,' dwars dobr Engeland rij'dende, langs den prachtigen ijzeren weg, die als eene groote ader, uit de hoofdstad tiaar de uiteinden des Rijks loopt. Ik had al die won. deren der hedendaagsche beschaving bezigtigd; en evenwel heb ilt niet zon. der verbazing den ondernemingsgeest, de krachtsinspanningen opgemerkt, welke te New-York zijn aangewend tot het in stand houden van deszelfs voorspoed, ondanks de meest ondermijnende omstandigheden; blijvende d'e stad zilver en goad geven in ruti voor al hetgeen uit alle deelen der wereld derwaarts vloeit; betalende met kostbare metalen het ijzer, de wol, de uit Engeland ingevoerd wordende Britsche katoenen-manufactnren, de Fransche zijden en wijnen; terwijl New-York daarentegen naar alle oorden van den aardbol de producten van Amerikaanschen arbeid en nijverheid heenzendt." Uit Rotterdam meldt men van den 16 April: Heden namiddag is alhier van 's Rijks Werf met het beste gevolg van stapel geloopen, Zijner Majs. stoomjagt de Heklabestemd voor de dienst der marine. Naar men verneemt zal eerstdaags mede van dezelfde werf van stapel loepen, Zijner Majs. fregat de Waal, van 64 stukken, welk fregat reeds bijna elf jaren op stapel gestaan, en zeker het grootste is dat men tot nog toe alhier gebouwd heeft. Uit Dordrecht meldt men van den 17 April: Gisteren namiddag is in het Elshotit, van de werf van de heeren Pot, met het beste gevolg van stapel geloopen, het fregatschip Oostindia Packet, be stemd voor de vaart op Oost-Indien. Uit het Roomsch-Katholijk Jaarboek voor den jare 1840, dat onlangs het licht heeft gezien, oüjkt, dat er in ons land 871 parochiën bestaan; als in Noord-Braband 224, Gelderland 105, Noord-Holland .09, Zuid-Holland 83, Zeeland 30, Utrecht 38, Vriesland 31, Overijssel 53, Groningen n, Drenthe 4 en Limburg 183. De Hollanasche zending bevat 403 statiën, 401 pastoors, 230 kapellaans, ruim 490,000 zielen, 439 kerken en bijker. ken, 2 groote semitiarien, 1 klein seminarie en 14 protessoren en praecep. toren. Het apostolisch-vicanaat generaal van 's Hertogenbosch bevat 137 parochiën, waaronder 6 rectoraten, 131 pastoors, 6 rectors, 94 kapellaans en adsistenten, 206,000 zielen, 154 kerken, bijkerken en kapellen, groot en klein seminarie, 13 professoren. Hec aposc.-vicariaat-generaal der Ne. derl. districten van het voormalige bisdom van Roermonde, bevat 64 paro. chien, 64 pastoors, 44 kapellaans, 67,000 zielen, 71 kerken, bijkerken en kapellen. Het apost.-vicariaat van het Nederl. gedeelte des voormaligeti bisdoms van Antwerpen, bevat 51 parochiën, 51 pastoors, 45 kapellaans, 87,000 zielen, 55 kerken, bijkerken, kapellen, 1 semiuarie, 3 professoren I begijnhof met 1 pastoor en 40 begijnen, 1 klooster mee 2 priesters, 3 religieuse instituten voonhet onderwijs vau meisjes, met 4 priesters. Het apost.-vicarlaac der landen van Ravensrein en Megen, bevat 18 parochiën; 18 pastoors, 15 kapellaans, 18,500 zielen, 30 kerken, bijkerken en kapel len, 1 seminarie, 3 professoren. Het bisschoppelijk commissariaat van het Zeenwsche gedeelte des bisdoms van Gent bevat: 1 pastorij der eerste en 5 pastorijen der tweede klasse, 15 succursalen of hulpkerken, 1 bijkerk of annexe, 6 pastoors, 15 desservanten6 vicarissen; en ruim 30,000 zielen. Het Nederl. gedeelte van het bisdom van Luik bevat in het geheel 6 pasio. rijen der iste, 6 der 2de klasse, 124 succursalen of hulpkerken41 bijker. ken of annexe, 12 pastoors, 124 desservanten, 31 kapellaans of vicarissen- desservanten, 114 vicarissen (be'la'ïe 22 vacaturen); 178,300 zielen. Deze opgaven te zamen trekkende, dan beloopt de Roomsch-Katholijke bevolking in Nederland 1,076,800 zielen. Uit Groningen en Gelderland worden weder van twee branden melding gemaakt, waarbij de inwoners ongelukkig al hunne have en goed, ettelijke stuks vee en hunne woningen verloren hebben en dus in diepe armoede gedompeld zijn. T U R K Y E. Konstantinopel den assten Maart. Den eosten dezer heeft de Graaf Pontois, die tot hiertoe slechts den rang van Fransch gevolmagtigd Minister alhier bekleeddezijne aanstelling als Ambassadeur bij de Verhevene Porte ontvangen. De naar Londen bestemde Gezant, Schehib-EStnisis den eisten naar zijne bestemming vertrokken. De heer Mussurus is tot Turksch Zaakgelas. tigde in Griekenland benoemdhij is voorheen Gouverneur van het eiland Samos geweest. De handelsgeschillen tusschen Turksche en vreemde onderdanen zni- len, volgens bevelschrift van den Sultan, voortaan door eene bijzondere règtbank onderzocht worden, die geregeld hare zittingen eiken Maandag in de woning van den Minister van Koophandel honden zal. De gezondheids-toestand is ter dezer stede voldoende. GRIEKENLAND Athene den 20 Maart. De jonge Prins van Oranje, welke sedert den I2den met zijn fregat den Piraeëus is binnengeloopen, bezoekt bijna dagelijks Athene, en heeft reeds meermalen ten Hove gedineerd. Voorleden Zondag was hem ter eer groot diner van 60 couvertstot hetwelke de Ministers en de Staatsraad waren genoodigd. Te gelijker tijd met Z. K. H. is ook de heer Zographos, die in Gezantschap naar Turkije geweest isden Piraeëus binnen, geloopen, waar hij nog quarantaine houdt. Tijdingen uit het Oosten melden, dat Z. K. H. den 29 Maart te Smyrnz' in weistand aangekomen is. RUSLAND. Van de Russische grenzen schrijft men van den 5den dezer, dat men be« rigten ontvangen had, dat de Regering van elke nieuwe onderneming tegen Chiwa voor het tegenwoordige had afgezien. Er was bij die expeditie een ontzettend macerieel verloren gegaan, dat in Rusland niet zoo gemakkelijk uieer was bijeen ie brengén; ook waren de door dezelve veroorzaakte kosteö

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1