O O S T I N D 1 E. Het heeft Zijne M«j. behaagd, de na te melden Indische ambtenaren te benoemen tot Ridders der orde van den Nederlandschen Leeuw, te weten: J. Du Puy, Directeur-Generaal van Financien; J. P. Cornet! de Groot-, alge meen Secrerrris; J, van der VinneDirecreur der middelen en domeinen Mr. C. Hultmanwaarnemend President van het Hoog-GeregtshofMr. C. Visscher, l<a«d in het Hoog Geregtshof, waarnemend Procureur-Generaal J. P. C. Rulojjfs, Kapitein ter zee, honorair Hoofd-Administrateurder marine, (thans President der Algemeene Rekenkamer)J. Tromp, Hoofd-Ingenieur van den waterstaat en *s lands gebouwen; E. A. Fritze, Med. Doctor,chef van de geneeskundige dienst in Indie (overleden); P, H. Menu, Hoofd intendant der militaire administratie; P. Diard, dirigerend lid van de natuur kundige Commissie op Java; J, F. T. Maijorresident van Socrakarra E. M. Francis, resident van Madion, voorheen resident ter Sumatra's Westkust; M. H, Halewyn, resident van Batavia (thans Directeur der producten en civiele magazijnen); H. Cornets de Groot, resident van BezoekieA, J, Bik, laatstelijk ommegaand regter in de wester-afdeeling van Java; en de thans in Nederland aanwezige leden der natuurkuuuige Commissie op Java, S, Muller en P. IV, Korthals De laatste berigten geven nog de volgende tijding uit Batavia: Zondag den i7Sten October hadden de alhier woonachtige Armeniera het bijzonder genoegen, om met de brik Tantar, gevoerd door Kapitein P. Rough, van Singapore, te dezer reede te zien aankomen Zijne Eminentie de hoog eerwaarde Vader in God Pogos, Aartsbisschop van Echmiazin en Mencio, gesteld over alle de Armenische kerken in Indie en tot liet bezoeken van derzelver gemeenten herwaarts gekomen. Nimmer had men een hoog gees telijke van die kerk in deze kolonie ontvangen, zoodat dit bezoek door alle de alhier aanwezige Armeniërs als een bijzonder voorregt beschouwd en op hoogen prijs wordt gesteld. Zijne Eminentie begaf zich Maandag morgen, onder een salut van n schoten van gezegde brik, aan wal, begeleid door den alhier aanwezigen Armenischen geestelijke, die zien met den heer Mar terus te dien einde naar boord had begeven. Aan wal komende, werd Zijne Eminentie aan de landings-plaats door de geheele gemeente verwelkomd en begeleid naar de woning van den heer Jacob Arathoon, by wien dezelve zijn Intrek heeft genomen. T U R K Y E. Uit Konstantinopel schrijft men van den 19 Februarij, dat de Porte niet heeft willen voldoen aan de vordering van Lord Ponsonby, die verlangd had, dat de Grieksche Patriarch, als hoofd van de niet-geunieerde Grieksche kerk op de Jonische eilanden, zou worden afgezet, en ook niet heeft toegegeven, dat de Patriarch als Staatsbeambte moest beschouwd worden. De Patriarch beroemt zich op deze voor hem zoo gunstige stemming der Porte, en heeft in zijnen overmoed niet geschroomd, om, in strijd met de door hem gedane belofte van zich tot aan de beslissing der zaak stil te zullen houden, eenen herderlijken brief op de Jonische eilanden te doen verspreiden, waarin de huwelijken, welke zonder in achtneming der door hem gegeven voorschrif. ten gesloten mogten zijn, voor nietig verklaard en zoowel de echtgenooten als de Priester die het huwelijk ingezegend heeft, met den kerkelijken ban bedreigd worden. Hij strekt zijn regt van wetgeving ook uit tot de verboden graden van bloedverwachtachap en bedreigt ook ten deze de overtreding zijner geboden met den ban. De Patriarch moest nu op bevel des Sultans eene memorie van verdediging inleveren, waarop een antwoord door de Porte Zou geleverd worden. Op bevel van den onder-Koning van Aegypte worden 4 kolommen van het fijnste albast, elk van 18 voet hoog, vervaardigd, om tot een geschenk voor den Paus te dienen en te worden aangewend by den opbouw van de voor eenlge jaren afgebrande Basilica di ban Parole. RUSLAND. Den rsten Maart is de onlangs te Peteraburg teruggekeerde Nederlandsche Gezant, Graaf Schimmelpenninck, door Z. M. den Keizer In een bijzonder gehoor ontvangen. De tegenwoordige Gouverneur van Nleuw-Rusland en Besarabie Is benoemd tot Russisch Gezant aan het Engelsche Hof. Eene amnestie is te Wilna van den Keizer uitgevaardigd, ten behoeve der deelnemers aan den opstand van 1831 in de Lithausche en aangrenzende Gouvernementen. De proclamatie, welke namens Z. M. de Keizer bij die gelegenheid is uitgevaardigd, is de volgende: „Z. M. de Keizer, vervuld met eene onvermoeide zorg voor het welzijn zijner onderdanen, en willende in de edelmoedige genade van zijn hart, de gebeurtenissen, die in 1831 in de Oostelijke departementen van het Rijk voorgevallen zijn, voor altijd uit het geheugen uitwisschen, verlangt het lot van hen te verzachten, die, deel genomen hebbende aan den opstand, zich bij voortduring verborgen houden In de schuilplaatsen, die hun verleend zijn, eerst wegens medelijden, en vervolgens door de vrees, dat hunne ontdekking de straf na zich zou slepen zoowel van hen zeiven als van hen, die hun eene schuilplaats verleend hebben. Bij gevolg beveelt Z. M. alle degenen, die deel aan den opstand genomen hebben, zoo zij niet tot de kategorie der voornaamste zamenzweerders behooren, zoo zij zich in dat tijdvak niet schuldig gemaakt hebben aan bijzondere misdaden, en indien zij zich in genoemde departementen bevinden, het zij onder hun eigen naam, hetzij onder eenen verdichten, zich aan te melden, binnen drie weken van de dagteekening van deze publicatie af, aan hunne plaatselijke Autoriteiten en wederom te treden in de klasse der maatschappij, tot welke zij trdór den opstand behoorden. Alle degenen, die zich binnen voornoemd tijdsverloop aanmelden, moeten duidelijke en onweerspreekbare proeven te voorschiin brengen, dat zij waarlijk tot aan de afvaardiging van de tegenwoordige am. nestie hun verblijf gehouden hebben binnen de grenzen van het Rijk. Indien een van de bannelingen besloten mogt zijn, om van deze Keizerlijke amnes tie op eene onwettige wijze gebruik te maken, zoo zou hij slechts de straf, welke hij verdient, vermeerderen. Na het verloop van den termün van drie weken, door deze proclamatie bepaald om zich aan te melden, zoo zullen de door de Policie ontdekt wordende schuldigenals ook zijdie zich tot hiertoe verborgen hebben gehouden, volgens de aigemeene bepalingen der wetten, aan de Geregtshoven worden overgeleverd. De troepen die voor den togt tegen Chiwa besterad en reeds op marsch zijn, zijn gedeeltelijk te Asterabad, aan de zuidkust der Kaspische zee, binnengerukt. ZWEDEN. Men schrijft uit Stokholm van den sisten Februarij het volgende: Sedert eenige dagen merkte men op, dat zich een tachtigjarige grijsaard, naar het uiterlijk aanzien, in behoeftige omstandigheden verkeerende, op het uur, dat Z. M. de Koning gewoon Is het paleis te verlaten, zich aldaar bevond. Een der wachten, eenige kwade vermoedens koesterende, nam dien man in hechtenis. Men vond bij hem een verzoekschrift, gerlgt aan Z. M. den Koning, en een klein vierkant kruit van zilver aan een oud wit lintje gehecht, hetgeen hij volstrekt weigerde af te geven. Toen zich eens* klaps de Koning uit het paleis begaf, ontsnapte bij en wierp zich aan de voeten van Z. M.; „Sire, zeide hij, aan Hoogstdenzelveo het kruis aanoie- dendegij hebt in zoo vele veldslagen gezegepraald, en zoo vele eerekrui- sen behaaldsedert ik u voor de laatste maal heb geziendat het zeer ligc mogelijk is, dat gij het eerste, hetwelk gij in uwen leeftijd omvingthebt vetrgeten. Ik had het u gegeven, en ik wilde het u vóór mijnen dood terug* brengen." Het was de oude schoolonderwijzer van het dorp, alwaar Berna- dotle is geboren. De Koning ontving hem met hartelijke toegenegenheid en schonk hem een levenslang jaargeld; doch, naar men verneemt, ia de grij. saarti, ten gevolge van de gemoedsaandoening, door dit tooneel veroorzaakt, bezweken. PORTUGAL. Lissabon den aósten Februarij. H. M. de Koningin heeft den 25sten een besluit uitgevaardigd, waarbij de Cortes ontbonden worden. Dit besluit ia veroorzaakt door den hevigen tegenstand van dezelve tegen het Ministerie, en de onwelvoegelijke beraadslagingen tegen Engeland wegens den slaven handel. Reeds eenige dagen had het er in de Cortes onstuimig toegegaan en had de Voorzitter zijn ontslag genomen, omdat een lid hem papieren naar het hoofd had geworpen. De Regering van H. M. de Koningin heeft, op verzoek der Engelsche Regering, zich bereid verklaard, dat zy gezind was toe te stemmen in oe beroeming van eene Commissie ter zake van den slavenhandel, welke Commissie te Londen zitting zou houden. ITALIË. Men meldt uit Rome van den 38 Februarij, dat de heer Villalha in ge. noemde stad was aangekomen. Deze is namenlyk door de Spaansche Regering gezonden, om met den Paus te onderhandelen, over de door de Spaansche Regering gewenschte organisatie der Spaansche geestelijkheid. Men meende te Rome, dat zijne voorstellen zeker ingang zouden vinden, daar er voor het tvelzijn der Roomsche Kerk in Spanje eene overeenkomst moet getrof. fen worden. Wat de Portugesche aangelegenheden aanging, men vernam omtrent de. delve, dat zij meer uitzigt op eene schikking opleveren. Er werd ook uit Lissabon een Afgevaardigde verwacht. Volgens een loopend gerucht zou Don Miguel thans geneigd zijn van zyne aanspraak op de kroon van Portugal afstand te doen, met voorbenoud van alle zijne regten als Koninglijken Pruis en op voorwaarde dat hem een met zijne rang overeenkomstig jaarlijksch inkomen verzekerd worde. Voorts verlangt hij de teruggave van zijn in beslag genomen bijzonder vermogen en de bekrachtiging van alle door hem verleende titels en ridderorden. Men voegt er bij, dat, zoo deze voorwaarden te Lis. sabon aangenomen wierdenDon Miguel van zins zou zijn zich voor het vervolg met der woon in Duitschland te vestigen. DUITSCHLAND. Weenen den nden Maart. Men zegt, dat HH. MM. de Koning en Ko. ningin van Saksen nog een veertiendaag in deze residentie-stad zullen blij. ven. Daar de Koning teer teruggetrokken leeft, heelt hij het Corps Diplomatique niet willen ontvangen; men ziet hem menigmaal van zynen Doorluciitigen schoonbroeder, den Aartshertog Frans Karei, vergezeld, de merkwaardigheden van de stad bezigtigen. Heden zal Zijne Maj. voor het eerst den schouwburg bezoeken. Tegen het midden dezer maand verwacht men Z. D. H. den regerenden Hertog van Nassau, die Prins Maurits, zijnen broeder, naar Weenen zal vergezellen, welke, zoo als men weet, in Oostenrijksche dienst is; de Prins ia officier in het regiment der Ulanen van zijnen oom, den Aarts-Hertog Karei. De Graaf van St. Aulaire, Ambassadeur van Frankrijkis den 2üen vertrokken. Zoo men zegt, nad eene ongesieldheio zijne afreize doen ver- tragen, doch zoo men wel meent, was de ware oorzaak de ministeriele kri- sis, die in Frankrijk heeft plaats gehad. De ziekte, die te Weenen geheerscht heeft, begint langzamerhand te verminderen. Uit Berlijn schrijft men van den loden Maart: Meer en meer neemt bij ons de zucht tot het aanleggen van ijaewn .poor- wegen toe. Een der dagbladen deelt heden het berigt mede, dat de Rege ring het nivellement tot het aanleggen van eenen spoorweg van Postdam naar Brandenburg heeft veroorloofd. Men heeft het plan gevormd om eene groote spoorweg-linie naar Hamburg aan te leggen. Verschillende Engelsche kapi talisten en Hamburger bankiers beijveren zich hetzelve te begunstigen, uit hoofde der aanzienlijke handelsvoordeelen, welke daaruit klaarblijkelijk voor Engeland en Hamburg moeten ontataan. De spoorweg naar Brandenburg is het begin voor dezen Hambutger spoor weg; men wil van daar den togt over Kavelberg naar Bergerdorf, eene kleine atad, in de nabijheid van Hamburg, alwaar reeds door de Hainbtirger-Ber. gedorfer-maatschappij een spoorweg wordt aangelegd, naar Hamburg nemen. De vergunning tot het nivellement heeft op zich zelve weinig te beteeke- nen; de Regering veroorlooft dit aan allen, die dergelijke ondernemingen willen aanvangen, maar de stad Brandenburg geeft uit hare eigene middelen daartoe ao.ooo tli.en heeft zich verbonden, om een terrein van twee mij len kosteloos te leveren; dit is waarlijk veel voor eene niec rijke stad, die slechts 12,000 inwoners telt. Daar nu, deels uit de reeds aangevangen, deels geprojecteerde onderne mingen van dien aard, gemakkelijk is op te maken, dat Berlijn binnen wei nige jaren het centrale punt en de stapelplaat» van den ooscelijkeii en noor delijken zeehandel voor het binnenland zal worden, zoo begint men ook aan andere inrigtingen, die in dat geval onontbeerlijk zijn, te denken. Tot deze behoort het reedt vroeger vermelde bevaarbaarmaken der om de zuidzijde dezet stad loopende zoogenaamde Landweergracht, waardoor men om destauheen, zonder oponthoud, van den spoorweg aan de noordzijde, tot dien aan de zuidzijde, de goederen te water zal kunnen vervoeren. De aanvrage bij het Ministerie van Fanancien, tot het bewilligen van 300,000th., tot het bevaar, baartnaken van gezegde gracht, is dan ook gunstig ontvangen, en men twij. feit er niet aan, of die gelden zullen toegestaan worden, en men zal nog ia dit voorjaar tot de uitvoering van het plan overgaan. Een verwonderlijk rekenkunstenaar, die zich alhier bevindt, wekt steeds de verbazing. Eergisteren lostte hij, in tegenwoordigheid van een aantal personen, de volgende opgave in drie minuten op. Wanneer iemand by liet in dienst treden, dagelijks 1 th. en 5 zilveren groschen verdient en deze verdienste in de volgende jaren met 1 th., 5 zilvergroschenij penning wordt vermeerderd, hoeveel heeft hij dan, na eene sojarige dienst, dage lijks inkomen, en hoe veel heeft hij gedurende vijftig jaren in het geheel ontvangen t De uitkomst des rekenaars was iets meer dan hij verkregen had, die hem de vraag had opgegeven, en die heer oordeelde daarom, dat de rekenaar zich had vergist, doch deze antwoordde bescheiden: „mijn heer! gij hebt de dagen der schrikkeljaren vergeten, en moet dus bij die 50 jaren nog 13 dagen voegen." Op deze wijze kwam de rekening volkomen uit. Uit Kleef meldt men van den loden dezer: Heden zijn vier zeilschepen te Millingen aangekomen, ten einde door middel derzelve de gezonken stoomboot de Stad Keulen weder vlot te kun. nen maken. De voorbereidende werkzaamheden, die door den Kapitein Meeuwsem vin den stoomsleper Hercules geleid worden, zullen Vrijdag eerit. komende afgeloopen zijn, zoodat de eigenlijke hef-arbeid aanstaanden Zu turdig beginnen ztl. De Kapitein en de conducteur van het gezonken stoomschip bevinden zich bij voortduring te Millingen, en onder hunne lei* ding is het grootste gedeelte der goederen, ofschoon beschadigd, gered ge worden. Overigens heeft de Dusseldorpsche stoombootmaatschappij bij het rjjntolgeregt te Xanten eene kligtc ingediend tegen de Rottetdimiche maat-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2