X\ 1840a leydsche MAANDAG, fe, «2» i<l t4B 2 MAART, ffl Hi■»TESf,®k Li OOK w\ T> Si '0 0 11 11 A N T, KENNISGEVING y<ï» Dagen der Loting voor de Nationale tMilitie, Burgemeester f.n Wethouders der stad Leyden, Ontvangen hebbende de Alphabetische Naamlijst van alle de personen, die aan de lifting der Nationale Militie, van dezen Jare 1840, deel moeten nemen; "Brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat voornoemde Naamlijst ter visie van elk en een iegelijk zal liggen, in een d r vertrekken van het Raadhuis, van Maandag den 24 Februarij tot Dingsdag den 3 Maart aanstaandedes morgens van 10 tot des namiddags ten één ureten einde een ieder in staat' zoude zijn, 0111, in geval hem op dte lijst.eenige personen of omstandigheden mogten voorkomen, die op dezelve nog zouden behooien te worden aangeteekeiid of daarvan moeten worden weggelaten, hiervan aan den Heer Kolonel Militie Commissaris kennis te geven; alsmede, dat de Loting zai plaats hebben-o;» de Grootr Pers van het Raadhuisen wei; Op IVoensdagden 4 Maart 1840, des morgens ten 9 ure, voor de Ingeschrevenen, wier Familie-Naam begint met de leners: A," B, C, R, F, G, H, 1. J, K en L. En op Donderdagden 5 Maart 1840, des morgens ten 9 ure voor de Ingeschrevenen, wier Familie-Naam begint mei de 'etters: M, N, P, Q, RS, T, U, V, WX, Y en Z. Zullende ieder opgeschrcvene bij een biljet worden opgeroepen om tot de voorzeide plaatse op te komen, op den dag en het uur, in deze Kennisgeving uitgedrukt; terwijl door hun, wier woning, wegens onnaaiiwkeurige opgave niet is te ontdekken-, en welke uit dien hoofde zondanig biljet nier hebben ontvangen, hetzelve twee dagen vóór den dag der Loting, ter Secretarie kan worden afgehaald. Hebbende alle de Lotelingen liet regc, om bij de oprolling van de Loting-Nomniers, op den 4 Maart 1Ó40des morgens ten gure, zich te komen overtuigen, dat al de Noinmers, welke daartoe worden véreisclit, werke lijk ztfn opgerold. En vermanen Burgemeester én Wethouders voornoemd, alle degenen wien zulks zoude mogen aangaan, om tot de Loting op te komen op.de plaats, den dag en het uur., in het oproepin. s biljet vermeld, en redenen van vrijstelling hebbenue, dezelve alsdan aan den Heer Kolonel Militie Commissaris op te geven. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 24sten Februarij 1840. J. G. DE MEY. Teï ordonnantie van dezelve, V. PüTTKAMMER, NEDERLANDEN. Leyden, i Maart. Eergisteren i< alhier op de gebruikelijke wijze de 43ste verjaardag van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden gevierd. Zijne iVlaj. de Koning heeft tot Wethouder dezer stad, ter vervulling der vacature, ontstaan door het overlijden van den Wel-Edel Achtb. Heer P. Cunaeus, benoemd den Heer A. Hartevelt Jz., Lid van den Raad. In ors vorig nommer hebben wij in het kort het verslag medegedeeld omtrent den staat der Hongescholen in 1838; het volgende is een verslag om. trent de GymnastenLatijnsche Scholen en het Lager Onderwijs in datzelfde jaar Gymnasten en Latijmche Scholen. In den loop van 1838 is aanvankelijk door twee voorbeelden verwezenlijkt het aan het slot des vorigen verslag! vermelde uitzigt op eene wijziging van de bestaande inrigting der Latijnsche Scholen, waarhij de hulpmiddelen ter gepaste opleiding van de leerlingen zouden worden uitgebreid en vermeerderd: de stedelijke Besturen van 's Gra. yenhage cn Leyden zijn, op nun verzoek, van wege den Koning gemagtigd geworden, om, voorloopig, en als eene pioeve, het onderwijs aan hunne Latijnsche Scholen eenen wijderen omvang te doen erlangen, en zulks in overeenstemming met den tegenwoordigen staat der letterkundige en weten schappeliike beschaving. Elk dier gestichten heelt daarbij de benaming van stedelijk Gymnasium bekomen. Door dezen maarregel is aldaar gezorgd, dat de Nederlandsche jongelingen geer.e vreemdelingen zijn in de Nederlandsche geschiedenis, dat de moeder, taal grondig door hen worde beoefend en derzelver letterkunde hun niet onbe. kend blijve, en dat zij tevens in staat worden gesteld de schrijvers der heden daagsche meest beschaafde natiën in de oorspronkelijke raai te lezen, ter. wijl aan de wiskundige wetenschappen een hoogere rang is toegekend. De zorgvuldigheid, waarmede deze verbeteringenonder het opzigt der Curatoren, zijn ingevoerd, strekt ten waaroorg dat, bij de vermenigvuldi ging der vakken, de deugdelijkheid en grondigheid van het onderwijs geene achsde lijden, dat de digt aaneen sluitende zamenhangderdeelen en derzelver geleidelijke opklimming, geëvenredigd aan de jaren, krachten en verstands ontwikkelingen der kweekelingen, orde en vastheid aan den gang van het geheel verschaffen. Het *s Gravenhaagsche Gymnasium is van het Leydsche voornamelijk hierin onderscheiden, dat hetzelve geopend is, niet alleen voor jongelingen die voor de Akidemische lessen moeten worden voorbereidmaar ook voor ae zoodanigen, die eenige andere letterkundige of wetenschappelijke opleiding behoeven. Bij het Leydsche Gymnasium zijn daarentegen de eerste beginselen der logica order oe vakken van onderwijs opgenomen, en wordt tevens aan des verkiezende* de gelegenheid gegeven om zich in de gronden der Hebreeuw tche taal te oefenen. Het is echter niet voor de eerste maal dat het onderwijs der hedendaag sche talen dus met het gewone Latijnsche school-onderwijs wordt vereenigd; reeds in 1816 is die vereeniging te Haatlem bij een Koninglijk besluit be krachtigd eenige jaren later ia te Assen een Gymnasium gevestigdbestaande Uit twee afdeelingen, en dus In zoo verre gelijk aan het 's Gravenhaagsche te Almelo, alsmede te Enschedé, heeft sedert eenigen tijd mede iets derge lijks plaat», en het is te verwachten, dat de overtuiging van de thans be •taande behoefte aan meer algemeen beschaafde studiën de verdere stedelijke Besturen zal aanaprren tot navolging van de gestelde voorheeldenzoo als zulki dan ook reed» werkelijk het geval is ie Harderwijk, Zutphen en Delft, alwaar, in het laatst vin 1838, de noodige maatregelen deswege beraamd werden. Inmiddels mogen, over her algemeen, de uitkomsten van het onderwijs ïan de Latijnsche scholen genoten, gunstig genoemd worden. Dit is in het bijzonder te danken aan de voorzigtige invoering van noodige verbeteringen in den gang van het voor die instellingen voorgeschrevene onderwijs. Het onderrigt in de geschiedenis, onder anderen, hetwelk zich vroeger hoogstens tot den ondergang van het Westersche Rijk uitstrekte, wordt al meer en meer algemeen tot de nieuwere geschiedenis voortgezet. Zoodanige verbeteringen zijn, in het bijzonder, thans te Amsterdam opgemerkt. Terwijl sommige scholen in getal van leerlingen zjjn verminderd, is het zelve in andere aanmerkelijk toegenomen. Dit laatste had in het bijzonder plaats te *1 Gravenhige, alwaar het getal, sedert, de nieuwe inrigting, bijna verdobbeld is, alsmede tc Kampen, wssr hetzAlve In 1834, toen Rot'ard van H'yl:J»r.., er ais Rector optrad, tot 5 was verminderd, en tn 183d tot 37 is geklommen. Te betreuren is het dat deze verdienstelijke onderwijzer, wien de rede ij tc e vorming zijner kweekelingen niet minder ter harte ging dan de versan- deltjke, in dén manneltjken leeftijd, -én het laatst van dat jaar, atn zijne gewigtige ambtsbetrekking door den dood ontrukt is. Het gezamenlijk getal kweekelingen is thans wede om toegenomen, na r aanwijzing van den navolgenden staat van het getal'leeningen der Gymnasten en Latiinsche scholen, in 1838: Noord B aband3oi, Gelderland 134. Noord- Holland 157, Zuid-Holland 191, Zeeland 38 Utrecht 96Vriesland 68 O'er ijssel 102. Groningen 60, Drenihe4Ö, te zanten 1,193. Lager Onderwijs. Het is uit vorige verslagen gebleken, dat het lager on derwijs, ofschoon van jaar tot jaar in verbetering en uitbreiding voortgaande» wat de algemeene deelneming aan hetzelve, in verhouding toe de bevolking betreft, echter nog te wenschen overlaat. Bij het Koninglijk besluit van 27 Mei 1830, houdende wijzigingen i.) de bestaande verordeningen omtrent het onderwns, zijn eenige bepalingen v st- gesteld, met het doel, om aan het volks-onderwijs die uitbreiding ie geven, waarvoor hetzelve geacht kan worden vatbaar te zijn. Bij dat be«luit is aan de Provinciale Staten en aan de plaatselijke Besturen in bet algemeen aanbe volen, het aanwenden of voordragen van de meest geschikte middelen, ten einde er alom gelegenheid voorhanden zij, om aan de jeugd van alle standen der maatschappij een behoorlijk lager onderwijs te doen erlangen bij bekwame onderwijzers eh in ruime en wel ingerigte scnolen. Wijders .s bij het he. doelde besluit vastgesteld, dat aan de openbare onderwijzers, zoo veel mo gelijk zal worden toegewezen: het genot van eene woning en hof, een vast iifkomeh, en een veranderlijk inkomen uit de schoolgelden, te vinden in evenredigheid der schoolgaande kinderen, uit de middelen der gemeente, of door betaling van wege de ouoers of van hen die met de opvoeding der kin. deren zijn belast, alsmede dat de veretschte schikkingen zullen worden ge. maakt, om de rigtige inning der schoolgelden te verzekeren, terwijl, ter meer volledige bereiking van het oogmerk, tevens is bevolen, het doen plaats hebben eener algemeene opneming zoo wel van het getal en den staat der scholen, als van de schoolmeubelen en der jaarwedden en verdere voor deelen aan de onderwijzers-posten verbonden. Aan deze bepalingen is, uit hoofde der staatkundige gebeurtenissen van 1830, in der tijd geen gevolg gegeven, doch in 1838 is met de uitvoering van dezelven een begin gemaakt, door het doen plaats hebben van de even- gemelde algemeene opneming van de gesteldheid der schoolgebouwen en de inkomsten der openbare onderwijzers. De resultaten dier algemeene opneming zullen in een volgend verslag kun nen worden medegedeeld. Behalve dezen voorloopjgen arbeid is, in navolging van het voorbeeld door de provircte Drenthe reeds twee jaren vroeger gegeven, in 1838 in de pro vinciën Overijssel en Groningen de grond gelegd tot eene algemeene invoe ring vin gemeentelijke schoolfondsen, door het vaststellen van gewestelijke reglementen op de schoolgelden. Men mag met grond verwachten, dac door de in werking brenging dier reglementen in het bestaan der openbare onderwijzers naar behooren zal worden voorzien. De invoering van gelijksoortige algemeene maatregelen maken het onder werp uit van overwegingen bilde gewestelijke Besturen in de overige provinciën. Uit de jaarlijVsche overzigien van den staat van het onderwijs, opgemaakt door de provinciale school-Commissienen uit de jaarlijksche verslagen vati de Gedeputeerde Staten der provincie Holland, zijn getrokken de meer plaat selijke bijzonderheden, welke hierna volgen: In Holland is het lager onderwijs, inzonderheid ook wat betreft de daartoe dienende materiele hulpmiddelen, op vele plaatsen wederom vooruit gegaan en verbeterd. Vernieuwd of hersteld werden de schoollokalen te Schagen, Ilpendam, Oietbeek, Westzaan, Wormerveer, Diemen, Aalsmeer en Laren in Noord- Holland, en te 's CravendeelOudshoorn, YVoubrugge, Ammerstol, Kedi. chem, B'eskensgraaf, MtddelharnisVoorburg, Heukelom, Overschte Alphen, Voo-schotenMeerkerk, Leerdam en Papendrecht in Zuid-Holland. Het stedelijk Bestuur van Hoorn heeft verdubbeld de jaarwedden verbon. den aan de aldaar gevestigde Fransche kost- en dagscholen voor jongens eti meisjes, Te Zaandam werd de ijver en trouw van den openbaren onderwijzer Emous beloond door eene verhoogtng zijner jaarlnksche bezoldiging met f 300. Het onderwijs der afmen onderging wederom eenige uitbreiding. Te Go. rlnchem werd eene tweede armenschool gesticht. Te Amsterdam tracht men doorleene meer doelmatige wijk-vctdeeli g voor de bestaande armenscholen sommige dier scholen van grooteren om -ang te miken, en ve-trouwt men op deze wijze in de gelegenheid te geraken, om de ruim 2,400 kinderen, tot welker opneming nog aanvtaag is gedaan, aan het onderwijs te kunnen doen deel nemen. Eene welingerigte bewaarschool kwam tot stand te 's Gravenhage. El der», zoo als te Gouda, Haarlem, Hilversum, was er uitzigt op het ver. krijgen van zoodanige hoogst belangruke irtrig.ingen. Eene nieuwe school voor meer uitgebreid onderwijs in vreemde levende talen, werd gevestigd te Hilversum, alwaar ook eene nieuwe school voer meisjes tot stand kwam. De gewone lagere scholen werden bezocht in Zuid-Holland door 51,500 leerlingen, in Noord-Holland door 47,000 leerlingen. Men meidt uit 's Gravenhage van den spsten Februarij: Ziine Maj. heeft dezer dagen den heer /lekersdyk. HoögLeraar aan de Hoo. geschool te Utrecht, benoemd tut Rector Magnificus over die Universiteit. Bu Koninglijk bes'ttit is de plaa sing in het staatsblad bevolen eener overeenkomst met den Senaac éan het Gemeenebest van Lubeck. betrek kelijk de wederzijdsche atschaffing van het Afcogtsregt en de belasting op de Landverhuizing. Door Zijne Maj. is als Consul van de vrije stad Hamburg, te Amster damerkend de heer S. G. Broekman. Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden gelige de navolgende door Zijne Maj. verleende octrooijen; Een octrooi in dato 9 November 1839, voor den tijd van vijf jaren vér leend aan C. Ferveerte Amsterdam, op de uitvinding van een verbeterden metallieken pistool en ttoomschuif. Een octrooi in d»to 4 December 1839, voor 4en tjjd n«k.vijf j«ren vesL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1