DÜITSCHLAND.
WEST-INDI E.
In het Algemeen Handelsblad van den 15 Februarij leest men het volgende:
Wij hebben voor ons liggen het antwoord, door Zijne Exc. den Gouver.
ntnr-Generaal der West-Indische Bezittingen, gegeven op de rekwesten van
onderscheidene eigenaren en administrateuren van plantaadjen en gronden bin
nen de kolonie, strekkende om de siavenmagten dier gronden op de privé-
namen der eigenaren te doen overschrijven. Dit antwoord is zeer merkwaar,
dig en voor alleö, die tot onze West-Indische Bezittingen in eenige betrek,
king staan, belangrijk. Na geklaagd te hebben hoe door het verminderen der
slavenmagt op de plantaadjen, vele dezer gronden, waaraan zoo vele moeite
en kosten zijn besteed, minder bebouwd en eindelijk tot groot nadeel der
kolonie geheel verlaten worden, weidt Zijne Exc. vervolgens uit, eensdeels
over de onmenschelijkheid om de slaven, welke men ten onregte als zaken
beschouwt, huns ondanks van de plantaadjen, waaraan zij gehecht zijn, te
verwijderen en soms mannen van vrouwen, ouders van kinderen te scheiden,
en anderdeels van het ondoelmatige, om van plantaadje-alaven huis- en lijf.
bedienden te maken en zoodoende in de stad het getal ledigloopers te ver
meerderen, terwijl de landbouw, daaronder lijdende, nog daarenboven kost
voor dezen moet opleveren. De verzoeken der rekwestranten worden dan
ook gewezen van de hand, voornamelijk op grond, dat het blijkbare doel
der gevraagde overschrijving is, om de slaven vervolgena, zonder daartoe
voorafgaande magtiging te behoeven, in publieke veiling of ondershands tot
hooge prijzen en dus uit baatzucht te verkoopen.
Naar wij vernemen wordt dit besluit des Gouverneurs in de kolonie zeer
toegejuicht, door allen, die waar belang in den duurzamen bloei van onze
West-Indische volkplantingen stellen, en die in de laatste jaren met billijk
leedwezen gezien hebben, hoe de eigenaren der plantaadjen of hunne agen
ten de belangen dier plantaadjen en die der kolonie verwaarloozen, door de
zelve van de noodige slavenmagt te berooven, en uit dadelijk winstbejag
enkele slaven te verkoopen.
AEGYPTE.
Alexandrie den 25 January. De onder-Koning heeft de vreemde Con.
tuis doen weten, dat hij voorttan slechts schriftelijk met hen wil onderhan
delen. Een misverstand, door het alecht vertolken van woorden, schijnt
hiertoe aanleiding te hebben gegeven.
De vooruitzigten op eene minnelijke schikking in de Oosteriche Zaken
worden hoe langer zoo donkerder. Op het door de Russische, Engelsche en
Oostenrijksche Consuls ingeleverd ultimatum heeft de onder-Koning geant.
woord, dat hij nooit van de voordeeien en regten afstand zou doen, die de
verovering en het geluk der wapenen hem hadden verleend en dat hij ge.
neigd was, om al de kansen te loopen van den onregtvaardigen oorlog, dien
de Europesche Mogendheden hem zouden willen aandoen.
Naar dit antwoord worden de toebereidselen ten oorlog met nog grooter
Ijver voortgezet. De ligting voor de burgerwacht maakt goede voortgangen.
Reeds zijn 6,883 m,n van deze wacht behoorlijk ingedeeld. Alleen die van
Caïro zal 10,000 man sterk zijn, en te Alexandrie 8,000 min van deze nieuwe
benden worden bijeengebragt. Daarenboven zullen 8,000 Bedoïnen langs de
Aegyptische zeekust worden verdeeld. De Arabieren, steeds van alle mili.
taire tucht afkeerig, doen hec mogelijke om zich aan de nieuwe iigtingen
te onttrekken. Sommigen vlugten, anderen verminken zich.
De bevelhebber over het Aegyptische leger in Arabie, Stlim-Pacha,
moet door de Arabieren eene volkoraene nederlaag geleden hebben. Sommigen
willen, dat hij tot den vijand zou zjjn overgeloopen.
Een in het serail te huis behoorend Arabier, is den i/den aan de pest
gestorven. Een tnder is den 24iten in een magazijn aan dezelfde ziekte
overleden. Dien ten gevolge zijn de gezondheidi-commissien in verscheidene
plaatsen hersteld.
T U R K Y E.
Konstantinopel den 22 Januarij. De Minister van Financien, Hadschi-
Edhem-Effendi, is, ten gevolge vao eenen bevigen strijd, welken hij in den
Staatsraad over eene gewigtige verandering in de finantie-aangelegenheden
begonnen had, afgezet geworden. Het ia waar, de vrijheid der beraadsla.
gingen is in den boezem des Raids ais eene grondstelling vastgezet gewor
den. Hadschi-Edhem-E?ieni\ heeft ook daarom zijnen post niet verloren,
dewijl hij van de hem veroorloofde bevoegdheid, zijne meening te verdedi-
gengebruik maaktemaar daar er over de invoering van een geheel nieuw
systeem gehandeld werd, zoo zou het verkeerd geweest zijn, dit eenen mso
op te dragendie niet op het standpunt iszich met die vernieuwing te vereeni
gen. De bepaalde hervorming heeft een goed doel en stoot het thans be.
statnd systeem geheel in duigen. De openlijke inkomsten zullen voortaan
door eenige aangestelde en bezoldigde beambten geheven en verantwoord
worden. De bronnen der Staatsinkomsten zullen voortaan niet meer aan de
meestbiedenden verpacht worden. Zoo wordt natuurlijk voor den Minister van
Finsnclen de voordeeligste bron, om op kosten van het algemeen welzijn
rijkdommen te verzamelen, verstopt, en zjjn hevige tegenstand in den Raad
schijnt door eigenbaat gemotiveerd te zijn geweest.
GRIEKENLAND
Athene den 27 Januirfl. Een der maatregelen van den afgezetten Mi
nister Glakaris, die geheel in staat was, een algemeen misnoegen en eene
onrustige s'emming bij de bevolking te weeg te brengen, was de verorde
ning, volgene welke de aanverwanten en vrienden van roovers of deserteurs
met geweld uit hunne woonplaats naar een ander oord des Rijks vervoerd
'werden. Deze maatregel, die aan allen, ook aan de orthodoxe partij zoo
zeer misviel, is door Zijne Maj. reeds ingetrokken geworden, en daarbij
is bevolen, dat de reeds verplaatste personen en huisgezinnen op algeineene
kosten weder naar hunne woonplaatsen terug zullen keeren. De tevreden-
heid over deze handelwijs is groot.
De onderzoekingen omtrent de bekende zamenzwering duren voort en
zouden tot menige ontdekking leiden. Ook de Jonische Regering heeft
op het eerste narigt van de zamenspanning en van de deelneming van Joni
iche onderdanen aan dezelve strenge onderzoekingen bevolen, en voor eenige
dagen ia de zoon en Adjudant van den Lord Oppercommissaris, Sir Howard
Douglas, in eene buitengewone zending hier aangekomen en heeft een ge.
hoor bij Zijne Maj. gehad. Men zegt ook, dat een deel der Engelsche vloot
in den Piraeëus verwacht wordt.
De nienwe Minister van Binnenlandsche Zaken heeft een zeer verstan
dig rondschrijven aan de Gouverneurs der provinciën gezonden. Ook houdt
hij zich bezig met het bijeenroepen der Provinciaal-Raden. Men verze
kert, dat de Koning, schoon vroeger weerhouden, de verwezenlijking dezer
reeds in 1836 bevolene organisatie steeds gewild heeft, dat echter de heer
Glakaris altijd voorwendsel gevonden had, de uitvoering uit te stellen.
ITALIË.
Rome den 3den Februarij. Eergisteren heefc de Hertog van Bordeaux de
eer gehad bij den Paus zijn afscheids-bezoek op eene feestelijke audiëntie
af te leggen. Zijne reis naar Florence is op overmorgen bepaald. HU, zoo
wel als zyn gevolg zouden van den Pans op het liefderijkste behandeld zijn
geworden. De Kardinaal-Staats-Secretsrisals ook vele andere heeren der
hooge geestelijkheid, hebben den Hertog hnnne opwachting gemaakt en gis
teren avond wss in zijne woning een talrijk bezocht gezelschap verzameld.
i De broeder van Z. M. den Koning der beide SIcilien, Prins Leopdd,
Graaf van Syrakuse, is gisteren uit Napels komende hier afgestapt. Dn
Hertog van Lucca wordt sedert onderscheiden dagen reeds hier verwacht.
In de zaai nevens de groot» bibliotheek van het Collegio Romano, hrak
voor weinige dagen brand uit, en verteerde een duizendtal deelvn,
meest nieuwe boeken, doch er gingen ook eenige handschriften vCrlOi-n.
Door ingespannen moeite gelukte het den brand te beteugelen.
De kunst» staat hier een groot verlies te lijden. De reis van Prins.Jerome
van Monifort naar Londen heeft ten doel om met zijnen broeder Joseph Bona
parte, zich te verstaan nopens den verkoop der galerij van den Kardinaal
Feschvoor zoo verre dezelve niet bestemd is om naar Ajaccio vervoerd te
worden. Rome zal dus in ieder geval deze verzameling verliezen, tvelligt
zelfs zal Europa daarvan verstoken worden, vermits het zeggen geloof vindt
dal men dezelve voor de hoofdstad der Vereenigde Staten van Noord-Anie.
rlka, voor Washington, poogde aan te koopen. Deze verzameling werd met
kennis, geluk en de onbekrompenste middelen gedurende het gelukkigste
tijdvak bijeengebragt en mag als een tegenhanger der verzameling van Antie
ken te Munchen worden beschouwd. Zij loopc over alle tijden en scholen
en was derhalve voor Rome zeer belangrijk. Een gedrukte kacalogus bestaat
er niet van, zoodat men buiten 's lands de waarde en den omvang van deze
verzameling mioder kent dan zij zulks verdient. Uit de Italiaansche school
bevat zij onder anderen een wonderschoon altaarstuk van Titian, den eersten
Pierin del Vaga, den beroemden Raphael uit Citta del Castello, de naakte
Mona van Luini en eenige uit den wand gezaagde fresko's van de eerste
meesters. Eenen bijzonderen rijkdom bevat zij ook in voortbrengselen der
Nederlandsche school, uit welke bijna van ieder belangrijk meester een uit
muntend en wel onderhouden stuk te zien is. Ook de Fransche school, tot
David ingesloten, is zeer volledig en de twee jongens van Holbein is een
stuk, dat met het beste van dien meester wedijveren kan. Bijzonder on.
derrigter.d zijn de schetsen uit alle scholen, die in ééne zaal vereenigd zijn.
De galerie classtque, die verkocht zal worden, bestaat uit 2,000, terwijl
het naar Ajaccio bestemde en minder kostbare gedeelte, uit ruitu 3000 nom.
mers bestaat.
De Graaf van SchimmtlpenninckMinister van Staat, buitengewoon Gezant
en Minister-Plenipotentiiris der Nederlanden aan het Russische Hof, is den
11 Februarij te Berlijn uit 's Gravenhage aangekomen.
De heer FabriciusRaad van Legatie van den Hertog van Nassau en
den Koning der Nederlanden, die sedert zijne terugroeping uit Parijs te Wies-
baden zijn verblijf hield, is van daar naar'1 Gravenhage vertrokken, belast
met eene hooge zending. Men zegt, dat hij bij een Noordsch Hof in hoe.
danigheid als Minister zal geaccrediteerd worden.
De Regtsgeleerde Faculteit aan de Hoogeschool te Bonn, waar de
gemaal van Koningin Victoria gestudeerd heeft, heeft hem honoris causa tot
Doctor utriusque Juris benoemd.
Zoo men wil zou nogmaals het Huis van Koburg een voornaam huwe
lijk aangaan, daar de Erfgrooc-Hertog van Saksen-Koburg naar de hand vin
de Russische Prinses Olga staan zou.
De aanstaande Gemalin van den Hertog van Nemours, Prinses Victoria
van Saksen-Koburg-Kohary, is den uden Februarij te Frankfort aangekomen.
Voor eenigen tijd wa» een Belgisch Geestelijke, de heer Laurent, door
den Pius benoemd tot Bisschop voor het noorden, ten einde in de Hanzee-
stedenDenemarken en naburige landen, het bestuur over de kerkelijke
aangelegenheden te hebben; deze Prelaat bevond zich sedert eenige weken
te Aken, doch heeft thans diit, door de Pruissische Regering, het bevel
ontvangen, om zich van Pruissisch grondgebied te verwijderen. Men schrijft
deze handelwijs toe aan de bengten door het Gouvernement ontvangen, dat
Laurent onrust en woelingen wilde stichten.
Men schrijft uit Stokholm, dat de Ministers, ten gevolge der verkie.
zingen, die tegen den zin van de Regering uitgevallen waren, usut-uhi^
hadden ingediend; hetzelve zou echter door den Koning nog niet aangenomen
wezen.
GROOT-BR ITANNIE.
Londen den 12 Februarij. Omtrent de plegtigheid van het voltrekken
van het huwelijk der Koningin, hetgeen den ioden heeft plaats gehad, wordt
uit Londen het volgende gemeld:
Reeds vroeg waren eergisteren al de straten, die naar het Bucking-
hamiche paleis en dat van St. James leiden, mee welgekleedde personen
opgevuld. Het weder was in het eerst regenachtig, maar klaarde tegen
elf ure op, als wsnneer de zon helder begon te schijnen. Kort na elf ure
trok een deel der Koninglijke garde te voet en te paard naar het paleis van
St. James. Na een vrij lang verwijl lieten de mnzijkanten dier krijgsbenden
het volkslied God save the Queen hooren en weldra zag men den stoet, waar-
mede Prins Albert zich naar de kapel van het paleis van St. James begaf,
te voorschijn komen. Z. K. H. werd met betuigingen van eerbied ontvingen,
en beantwoordde die op de bevalligste wijze. Eenige minuten later was ook
de stoet der Koningin in aantogt. Zoodra het volk Hare Maj. gewaar werd,
weergalmde de lucht van een oorverdoovend vreugdegejuich. Die kreeten
van blijdschap lieten zich overal, waar de Koningin, die er zeer welvarend
uitzag, zich vertoonde, uit de opeengepakte volksmenigte hooren. Op den
vastgesielden tijd bereikte de stoet de kapel van St. James.
Die kapel was rijk versierd. De communiebank was met een gouden
bekleedsel bedekt. Aan elke zijde stonden leuningstoelen, waarop de Aarts
bisschop van Canterbury en de Bisschop van Londen gezeten waren. Aan
de linker zijde der galerij waren vier leuningstoelen voor de Hertogen van
Sussex en van Cambridge, voor de Prinses Augusta en de Hertogin van Glo-
cester geplaatst. Aan ue overzijde bevonden er zich zes voor de Hertogin
van Cambridge, de beide Prinsessen van Cambridgeden Prins George van
Cambridge, den Prins Ernst van Saksen-Koburg en diens vader, den rege.
renden Hertog. Aan de regter zijde van het altaar bevonden zich zetels voor
de Koningin en de Hertogin van Kent, asn de linker zijde voor Prins Albert
en de Koningin-weduwe Adelaide. De Ministers, de vreemde Gezanten enz.,
waren op hun aangewezene plaatsen gezeten en overal was de prachtig ver.
sierde, maar niet ruime kapel met aanzienlijken van beiderlei kunne opgevuld:
Ten half een ure trad Prins Albert, onder het steken der trompetten, de
kapel binnen. Hij werd door zijn vader en Prins Ernst vergezeld en door de
Bisschoppen binnen geleid. Kort daarna liet zich op nieuw de klank der trom.
petten hooren, en de Koningin verscheen met hsar gevolg io de kapel. Haar
gelaat droeg op dat oogenblik blijken van ontroering. Nsdat Htre Maj. voor.
getreden was, nam zij op eenen leuningstoel plaats, en gaf de linker hand
aan haar gemaal, waarna de plegtige en altijd indrukwekkende dienst door
den Aartsbisschop van Canterbury en den Bisschop vin Londen verrigt werd.
Prins Albert sprak de woordendie in het formulier voor den -eclugenooc
zijn voorgeschreven, met eene zachte stem uit. De hand Hirer Maj. werd
door haren oom, den Hertog van Sussex, in die van Prins Albert gelegd.
Toen het huwelijk gesloten was, omhelsde de Koningin hare beide ooms en
de Koningin-weduwe met veel teederheid, en de hand aan haren gemaal
gevende, verliet de stoet de kapel. Twintig minuten na twee ure, keerden
de hooge perionaadjes in plegtigen optogt naar het Bucltinghamsche paleis
terug. De Koningin en de Prins waren met de Hertogin van Kent in hetzelfde
rijtuig gezeten. Hoewel het op dat oogenblik sterk regende was nog eene
ontzettende volksmenigte op de been, die de jonggehuwden tot san hun
paleis met levendige toejuichingen verzelde. Daarna is het volk rustig uit.
eengegaan.