A\ 1840. LEYDSCHE C 0 R A N T* MAANDAG, io FEBRUARI!. NEDERLANDEN. Leyden, 9 Februari). Gisteren legde de Hooggeleerde Heer C. PruYs van der Hoeven, de waardigheid van Rector-Magnificus neer, na het houden eener plegtige rede voering: De institutione Academicadat is: over de Academische opvoeding. Hierna lag de Secretaris van den Academischen Senaat het Koninklijk besluit voor, waarbij tot Rector-Magnificus voor het Academisch jaar 1840-1841 is benoemd de Huogleeraar J. R. Thorbecke. Tot Secretaris is aangesteld de Hoogleeraar H. W. Tvdeman. De maaltijd, door den aftredenden HeerRecter-Magnificus in het Logement den Burgh alhier gegeven, is mede vereerd geworden door de tegenwoordig heid van Z. K. H. Prins Alexander der Nederlanden, Na dat deze plegtigheid gedurende den dag was afgeloopen, heeft des avonds, onder begunstiging van vrij goed weder, de door ons aangekondigde Maskerade van H. H. Studenten onzer Hoogeschool, bij gelegenheid der viering van den Verjaardag der Stichting van de Akadetnie, plaats gehad. Nadat de gewone Serenade alleen aan den aankomenden Rector-Magnificus gegeven was, daar de andere Professoren, aan wie gewoonlijk bij die gele. genheia eene Serenade gegeven wordt, voor de eer derzelve hadden bedankt, verzamelden zich de H, H. Studenten, die aan de Maskerade deel zouden nemen, ten getale van 204, in het Akadeuiisch gebouw op het Rapenburg, vanwaar omstreeks 8 ore de optogt, voorstellende den Inlogt van Hertog Jan van Beijeren, binnen Leyden, den 18 Augustus 1420, een' aanvang nam. Alles te melden omtrent de uitstekende orde en keurige naauwgezetheid aan het tijdvak der geschiedenis, waarin die optogt voorviel, zoowel als van den overheerlijken tooi en kleeding der onderscheiden personen, zou ons ondoenlijk zijn, daar wij niet zouden weten, hoe het een boven het ander te verheffen, dewijl alles, wat men zag, uitblonk en de grootste goedkeuring en toejuichitg van allen heeft weggedragen. In het algemeen zij hier gezegd, ast ai de Ridders en Edellieden, die tot den trein behoorden, uitnemend schoon gekleed en hunne paarden over heerlijk opgetooid waren. Alles blonk aan hen uit. Hunne wapenrokken, schilden, helmteekens enz., drukten, met de stipste naauwkeurigheid, die adellijke personen uit, welke zij voorstelden; terwijl het dekkleed hunner paarden de wapens dier personen aantoonden. Zoo als de gewoonte dier lijden mede bragt, waren de ruiters van top tot teen, met daartoe expres, aeiijk vervaardigde wapenrustingen, gewapend. De onderscheiden hoofddeksels, ook die kaproenen en toppermutsen gebee. ten worden, de jakken of overrokken, de boozen of bioeiten, en de toot- of puntschoenen, waren allen vervaardigd naar het model, dat oude ge. schiedschrijvers en schilders ons van die tijden bewaard hebben; zoodat mea niet weet, wat men meer bewonderen zal, óf de belezenheid en kennis der oudheid, vooral van H. H. Commissarissen, ót de op enende en onver moeide zoig, welke zij hebben aangewend, om alles zóó te doen voor. «rellen, «Is of men dieoude tijden voor oog en zag. De trein, voorafgegaan van twee muzijkcorpsen der cavallerie en infan. terle, alhier in bezetting, die elkander gedurig in het spelen vin fraaije msrsschen en sndere mozijksiukken afwisselden. werd geopend door Otto van Haaften, Schildknaap, te paard, met 8 zijner Ruiters, allen in het rood gekleed, zijnde de hoofdkleur vsn de troepen van hunnen heer, verder .gehelmd, geharnatst en gewapend met speeren schilden en zwaarden. De 16 Boogschutter» van Dordrecht, die daarop vier aan vier gaande, met Engel de Vos van Dordrecht aan hun hoofd, volgden, waren gekleed in half rood en half wit, naar de kleuren der stad Dordrecht, Op deze volgde Gerritvan Poelgeest, Schildknaap, Scheut van Leiden, gekleed in een fluweel met goud geoorduurd jak. Daarna 4 Burgemeesters van Leyden, Hugo van Weer, Dirk deBrUyn, Dirk van den Bosch en Willem Bort, in taPDaarden van onderscheiden kleur gehuld, met puntmutsen op net hoofd, gevolgd van 8 Schepenen, Hendrik Stoyt, Pif.ter Gobel, Pieter Butewech Dirksz., Dirk Poes. Hendrik Dam- mesz., Klaas Caster, Ysbrand Spronksz, en Veen Floiusz.,intfergenjke mee den tijd overeenkomende kleeding. Nt hen merkte men de 11 Lijfwachten vin den Hertog op, voorafgegatn, door den Bevelhebber van dezelve, te paard, den Schildknaap, Daniel de Bevere, en achter dezen de Vaandeldrager van de Lijt wacht. Deze waren in de kleuren van het Hui» van Beijeren gekleed, namenluk met witte jakken, 'blaauwe hoozen, en hadden ijzeren helmen op her hoofd en zwarte schilden •tn de» arm. Het vaandel was vooral sierlijk en werd door den Vaandel, drager manhaftig rondgevoerd. De twee Wapenkoningen, welke toen in den trein volgden, namenijjk Gerrit van Assendelft, Heer van Aisendelft, Kralingen en Heemskerk, en Jakob van Cats, Heer van Cats, Catshoek, Oude- en Nieuwe-Cati, Catsrak, Simonskerk en Brouwershavenvertoonden op hunne wapenrokken de wipe, nen, de een van Holland de ander van Zeeland. De 6 Banierdragersdie men toen opmerktenamenliik Götz Wolfen van Schörgern, dragende de baoier van het Hertogdom Beijeren, Bernard Roser, dragende de banier van het Paltsgraafschap op den Rijn, Louis de Harcourt, dragende de banier van het Graafschap Henegouwen, Arend van Giessen, dragende de banier van her Graatschap Holland, Arf.nd van JCruiningen, dragende de banier van het Graafschap Zeeland, en Imme van deKuinder, dragende de banier van de Heerlijkheid Friesland, allen te paard, waren prachtig uitgedoit en trokken de aandacht zeer tot zich; onder dezelve dient vooral door den glana zijner wapenrusting en kleeding Louis de Har. court. Banierdrager van Henegouwengenoemd te worden. Men zag daarop 3 Roededrager!, Willem van Schevndel, Herman van Wese en Floris Sinder, voorzien met roode roeden, gekleed in de kleu. ren van het Huis van Beijeren, namelijk blaauw en wit geruit. Onder hen, die in kostuum verder uitmuntten, was de daarop volgende Hendrik Nothafft, Heer tot WernbergRidder, Vstsdom in Neder-Beijeren Thesaurier, Zegelbewaarder tn Raad des Hertogs Achter hem kwamen in geregelde orde Gijsbrecht Pieck en Boudewijn van Zwieten, Schildkna •pen. Thesauriers tn Raden des Hertogs, Adriaan van Raaphorst, Ridder, Rentmeester des Hertogs in Kennemerland en Friesland, Willem van Bosch - huizen, Schildknaap, Rentmeester des Hertogs in Rijnland, Sc hitland en Delf land, en Hendrik Hermansz. Secretaris en Raad des Hertogs, achter wie 3 Klerken der Kanielarij de# Hettogs, Steven van Maudric, FLoris Bol, Jan van der Geest, Willem Simonsz. en Klaas van den Velde. Degenen, die toen aller aandacht tot zich trokken, waren. Jan, bastaard 'van Beijeren, zoon des Hertogs, Ridder te paardvoorgesteld door den HeerJ. P. Amersfoort, dragende de banier des Hercoga, en de Herrog Jan van Beijeren zelf. Paltsgraaf of den Rhi/nCraaf van HenegouwenHol land en ZeelandHeer van Friesland enz., voorgesteld door den Heer F- van Pynackek Iiobdyk. Van dezen laatste eene besebtijving te geven is wei met doenlijk; alleen moeten wij zeggen, aat hij, zooals billijk was, boven alle anderen in pracht en sieraad van tooi, kleeding en wapenrusting uit blonk; niet alleen was hij zelf, maar ook zijn paard geheel geharnast. De mannelijke en deftige houding van den Hertog lokten aller goedkeuring uit. De naar de gewoonte des tiids tot eene Hofhouding behoorénde en onmis bare Hofnar, Hans Holzstock, was ook bij den stoet niet vergeten,; deze volgde op den Hertog en stak door zijne potsierlijke kleeding, béstaande in het gewone costnuhi dier dagen wonderlijk bij den voorgaanden boogen persoon af, en vermaakte de aanschouewrs niet weinig door zijne grappen, terwijl een ezel hem ten dienst stond, om van tijd tot tijd uit te rusten. Nu volgden 6 Paadjes van den Hertog, Kornei.is van Zuidvoort, Fre- Derik van Tol, Adriaan van Matenes, Willem van Haastrecht, Al- Breciit van Raaphorst en Zweder van Heenvliet, gekleed 111 ue kleuren van Beijeren, doch zonder ruiten, maar blaauw met zilver afgezet en blaau» we rootschoenen; het wapen van den Hertog droegen zij op de borst. Na deze kwam, te paard, Willem van Naaldwijk Ridder, Erfmaarschaik van Holland; achter wien vier Schildknapen te paard, tn dienst des Heitogs, Jan van Berkenrode, Michiel van de Werve, Jan van Duivevoor.de 6u Aart Booth Van Barendrecht. Onder de 7 Raden des Hertogs te paard, die op hen volgden, namenijjk 'Jan, Heer van Egmond en IJsseistein. Hubrecht, Heer van Kuilenburgter Lekke en AkkooiGillis van Kualingem, Heer van Kralingen. Gerritvan Heemskerk, Heer van Oosthuizen, Arend van Heukelom, Heer van Leijen burg, Floris van BorseleN, Heer van Zuilen en St. Maartensdijken Fi- lips van Borselen, wier onderscheiden kleeding, zoowel als de dekkleeden hunner paarden, op eene prachtige wijze, de kleuren hunner wapenschilden vertoonden, muntten vooral juist van Heemskerk uit. De Student, die Jacob van Gaasbeek zou voorstellen en dus de 8ste raad des Hertogs zijn wiens kostuum ook uiterst prachtig was, is, daar hetzelve door de onvoor zigtigheid van een fakkeldrager In brand raakte, genoodzaakt geweest het genoegen te moeten missen van in den trein mede te rijden. Thana volgden in den trein eenige Geestelijken, tot het gevolg van den Hertog behoorende, namenlijk 2 Kapellanen, Charles Dubou«g en Leen- dert Van Kempt, voorafgegaan door Francois de Boklb Biechtvader des Hertogs, welke door deftigen en statigen tred, zoo wel als door de gepast heid uunner kleedingzijnde lang afhangende stola'szich deden onderscheiden. Achter deze Geestelijken kwamen 7 Gezanten van onderscheiden Vor sten, als: michaël von Gailkirchen, Ridder, Gezant van Lodewijk der. gebaarden. Hertog van Beijeren tot IngolstadtJohan von Reisaciier, Ridder, Gezant van Hendrik den rijken. Hertog van Beijeren tot Landshut, Rudolf von TaberzhofferRidder, Gezant van Ernst, Hertog van Besje ren tot Munchen, Ulrich von Ci.adensteinRidder, Gezant van Lodewijk den blinden. Keurvorst van den Palts, Jan ScheLaert. Heer van Obbcndorp Ridder, Gezant van Reinoud, Hertog van Gulik en GelderWillebrand van L-nnov, Heer van IVillerval en Tronchiènes, Ridder, Gezant van FiUps den goedenHertog van Bourgor.diéGraaf van Fransche-ComtiVlaandeten ën Artois, Markgraaf van Antwerpen, Heer van Mechelen, en Raas va War - fengys. Heer van iVarouxVoroux, Ossogne enz., Ridder, Gezant van Jan van Heinsbergen, Bisschop van Luik, allen overheerlijk en nunner zending waardiglijk uitgedost, met schitterenden kleederenpracht, en onder hen vooral Willebrand van Lannóy, gekleed in blaauw fluweel, met goud gestikt roode boosen en satijnen Kaproen met edele gesteenten bezet. Op deze volgden 8 Ridders te psard. Walraven, Hertog van Heidelberg Jan, Bastaard van Gelder, Jan van der Vliet, Hendrik van Renesse, Hendrik van Per.ijn, Hendrik van Voorhout, Jan van Arkei., lieer van Heukelom en Loenen, en Otto van Buren; deze behoorden tot de Bond genooten van den Hertog, in volle wapenrusting en schitterende wapenrok ken de Hertog van Heidelberg en Hendrik van Renesse trokken boven anderen de aandachttot zich. De 4 Burgemeesters van Delft, DomanJansz. Willem Klaasz. de Heuiter, Jan Hendriksz. van Groenewegen en Albrecht Beükelsz,, waren in oen trant gekleed als die, van Leyden, van wellte wij hierboven gewag maakten. Bijzonder góed effect maakten de daarop volgende 4 Minderbroeders, j Predikmonniken en 6 Karmelieten, in bij die onderscheiden order gewone kleederdragt. De Valkenier, in een raam gaande, waarop zes Vtlken met kappen en bellen trok wegens de vreemdheid van dat gezigt bijzonder de aandacht; naast hem ging een Jager van den Hertog, met twee lange jagthonden en een zwijnspriet in de hand, en daarop Adriaan van der Woert, Opperhout. vetter dan Holland, hebbende op den rug een waldhoorn hangende en op zijne regtethand eene valk. Verder mefkte men op Hendrik Willemsz. Dijdgraaf van Holland eu den Hofmeester des Hertogs, Lodewijk van Praat, heer van Moerkerks. Deze laatste vooral was allerschoonst uitgedosebt. Verder volgden Lauren's Evertsz. en Simon Aartsz., Fouriers van den Hertogen na hen 4 Maars chalken van den Hertog te paard, Willem Gillisz. Jan Karelsz., Engel - bfrt Wolferdsz. en Wouter Severijnsz. met blaauwe rootschoenenwitte hoozen, de jakken blaauw en wit geruit van Beijeren en blaauwe punthoeden. Daarop zag men 5 Kamerlingen, Hofbedienden des Hertogs, 3 Cnirurgijns in bet leger des Hertogs, Gerrit Beukelsz.Willem Gerbrandsz.en Dirk PieTersz., 6 aanzienlijke Kabeljaauwsch-gezinde Leidenaren, die voor het beleg waren uitgeweken, Willem Arendsz. Bartiiolomeus Immesz.Jakob ijsbrandsz. van der LaEN arend JaN GoEDENSZ. pleter van leiden Dirksz. en Wermbout Jansz. Nu volgden 10 Speerdragers uit Rotterdam, gekleed in het groen me; witte streep van voren en van achteren, voorafgegaan van bunnen Bevelheb ber Jan Boninc uit Rotterdam, en eenen Wimpeldrager. Achter deze, 15 zwaar gewapende Voetknechten uit Gouda, geheel ge. harnast, gewapend roet Morgensterren, zijnde knoflsen, voorzien van boven met eenen ijzeren bal met punten, voorgegaan door hunnen Wimpeldrager en hun'Overste, Barend van der Goude. De geheele trein werd gesloten door acht ruiters re paard, met Frank van Borselen, Schildknaap, aan hun hoofd. Deze Ruiters waren naar dé hoofdkleur van van Borselens wapen in het zwart gekleed en verder even als de eersie Ruiters gewapend. De optogt werd geregeld door 10 Commissarissen, voorstellende even zoo veel Schildknapen, Wapenherauten van Holland en Zeeland, namenijjk van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1