A\ 18*0. LEYDSCHE COUR A N T. V5 JANUARIJ. WOENSDAG, ^.vSECO Burgemeester en Wethouders der Stad Lbyden, Ontvangeu. hebbende e^ne circulaire van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid- Holland, van den 30 December 1839, Provinciaal* Blad N°. 12Ó; Hebben gemeend, de Ingezetenen dezer Stad te moeten waarschuwen voor zekere kwade practijken, welke ten aanzien van het öpkoopen van oude zilveren werken plaats hebben, hierin bestaande, dat sommige personen rondgaan, 0111 die zilveren werken op te koopen, waarvoor zij niet betalen de geldswaarde, welke het oude zilver als metaal iiaar deszeifs gehalte geacht wordt te bezitten, maar waarvoor zij een gelijk gewigt van muntstukken van 25 Cents aan de verkoopers toewegen; door welke handelwijze aan de laatstgenoemden een belangrijk nadeel wordt toegebragt. Leydeiit den I3den January .1840. Burgemeester enWethouders voornoemd J. G. DE MEY. Ter ordonnantie van dezelve, v. P uttk ammer» NEDERLANDEN. Leiden, 14 Januarij. Heden heeft aan het Huil van Rhijnland alhier de aanbesteding plaats gehad van het Kanaal, te graven van de Haarlemmer Meer naar de Kat. wijksche Uitwatering; het werlt is in drie partijen ingesteld voor f 157,000, en daarna in massa aangenomen voor 140,000, door den heer Kisser, van Werkendam. Ons is door de vriendelijkheid van een onzer stadgenooten ter hand gesteld een atukje, hetgeen als een der eerste beginselen der Couranten in ons land kan beschouwd worden; het is van het jaar idoo, gedrukt bij Jacob Corne- lis*, Kennecool te Delft, en getiteld: IKaarachtigh Kerhael van tghene ghepas- seert is, sedert den 22 Junii bij het Leger der E. Hceren Staten Generael der Kereenichde Nederlandenonder f beiert van den Doortuchtighen Heere, Prince Mauritz van Nassau. Hetzelve ij, volgent hetgeen achteraan staat, geschre ven uit het leger bi) Oostende, den 29 Junij 1Ó00. Het berigt begint met eene toespraak tot de lezers, beslaat bladzijde iti klein octavo, en is, de tijd in aanmerking genomen, zeer goedt gesteld. Er zouden reeds vroeger dergelijke legerberigten door genoemden Kennecool in omloop gebragt zijn geworden. Men meldt uit Gravenhage van den 13 Januarij: In de ziuing van de Tweede Kamer der Staten-Ggnepaal van heden, waarin 37 leden regenwoordig waren, is kennis gegeven, dat de heer van Wickevaort Crommelin, door voortdurende ongesteldheid, en de heer Dijck musterdoor den stand der rivieren, belet wordt, om de vergadering te komen bijwonen. Vervolgens is voorlezing gedaan van de twee Koninglijke besluiten, betrekkelijk het eervol ontslag van jonkheer Beelaerts van Blok land, als Minister van Financien, en de benoeming van den heer Mr .A. van Gennep, tot Minister van Financien ad interim, welke besluiten voor ken. nisgeving zijn aangenomen. Nog zijn voorgelezen vijf kennisgevingen van uc lciilc miner oer Siaten-oeneraainounenae, nat zi) zich met even zoo vele door de Tweede Kamer vroeger aangenomen wetten heeft vereenigd. Eindelijk «jft ingekomen: een verzoekschrift van Rhijnschippers tegen de Nederlandsthe atoortboot-maatschappij; twee verzoekschriften van landbou wers te Werkendam en elders in Noord-Brabgndbetrekkelijk den vrijdom van novate tienden; en twee verzoekschriften van veehouders te Alphen en Zwammerdam (Zuid-Holland), betrekkelijk schadevergoeding voor gestorven vee. Deze vijf stukken zijn in handen der Commissie ad hoe gesteld. Daten* is, vermita er niet* meer asn de orde wit, de zitting, opgeheven. Morgen ochtend ten elf ure zal de Tweede Kamer der Staten-Generaal wederom vergaderen. Daarna zullen hare afdeeltngen waarschijnlijk over het aangelegen onderwerp der herziening van de grondwet bijeenkomen. Reeds heden, na den afloop der zitting, heeft de centrale afdeeling deswege eene conferentie gehouden. De Staats-Courant deelt thans wederom twee, in December 1839 door de beide Kamers der Staten-Generaal aangenomene wetten mede, te weten: 1°. wet van 30 December «839, Staatsblad N°. 58), houdende bjepaling van den duur der verantwoordelijkheid vin de bewaarders der hypotheken en het kadaster, en der scheepsbewijzenen magtiging tot vascstelling van een ta rief van derzelver salarissen; en o°. wet van 30 December 1839, Staatsblad N°. 59), betreffende de gevallen, waarin de lotelingen der Nationale Militie kunnen worden vrijgesteld wegens de dienst bij de voormalige corpsen mo biele Schutterij, en de in der tijd met 's Konings toestemming daargestelde, doch thans desgelijks ontbondene vrijwillige corpsen. Beide deze wetten zijn den pden dezer uitgevaardigd. Door de Regering is aan alle officieren, die van gezondheid er onder begrepen, tot verminüerlng der uitgaven van het Departement van Oorlog, het aanbod gedaan om verlof te erlangen, onder toekenning van een gê. deelte van hun tractement, hetgeen op het volgende bepaald is: Voor allen die als Kapitein of Ritmeester en in hoogere graden dienen, gelijk mede voor hen die aen deze graden geassimileerd zijn, op de helft. Voor de iste en 2de Luitenants bij de cavalerie, de rijdende artillerie en de bataljona veld-artillerie, mitsgaders voor de iste Luitenants bij de batal. joni artillerie Nationale Militie, de pontonniers, de genie en het corps mi. neors en sappeur», insgelijks op de helft. Voor de iste Luitenants bij de Infanterie, mitsgaders voor de officieren van gezondheid aan dien rang geassimileerd, op 500 'sjaars. Voor de 2de Luitenants bij de infanterie, de artillerie. Nationale Militie, de pontonniers, de genie, de mineurs en sappeur», gelijk mede voor de 2de Luitenants k la suite bij de troepen te paard, op ƒ450 's jaars. Voor de officieren van de administratie en van gezondheidaan den rang van aden Luitenant geassimileerdop f 350 'sjaars. De officieren die het bedoeld onbepaald verlof mogten verlangen, zullen, ten einde daarvan gebruik te kunnen makeo, onder goedkeuring van den Print Veldmaarschalk, de voorafgaande toestemming van den Directeur-Ge neraal van Oorlog moeten verkrijgen, en daarbij zal met opzigt tot de offi. eieren van gezondheid wel bepaaldelijk In acht moet worden genomen, dat zoodanige toestemming niet verleend worde dan voor zooverre zulks met de behoefte van de geneeskgndige dienst bij het leger in overeenstemming kau worden gebragt. Allen nogtans, die in het genot van het onbepaald verlof gesteld worden, tullen steeds moeten zorgen, dit de plaats van hun verblijf bjj het Departe ment van Oorlog bekend zij, ten einde bij voorkomende gelegenheid tot de active dienit te kunnen worden opgeroepen. Aan de met verlor vertrekkende officieren, en vooral aan hen die hunne keus op een buitenlandscn verlof mogten vestigen, wordt intusschen toe- gezegd, dat zij (buitengewone omstandigheden uitgezonderd) op het voort durend genot van het onbepaald verlof, gedutende een tijdvak van ten minste twee jaren, zullen kunnen rekenen. Naar men verneemt, zullen eerstdaags de depóts der grenadiers en jagers ontbonden en bij de bataljons worden ingelijfd. Het depót van het 2de bataljon jagers vertrekt daartoe binnen kort naar Breda. Ook zal de 5de compagnie van elk bataljon jagers insgelijks worden ontbonden en bij de vier compagnien worden ingedeeld. Bij de grenadiers kan dit geen plaats hebben, uithoofde elk bataljon slechts uit vier compagnien bestaat. Er komen alhier schier dagelijks vele verlofgang era aan, zijnde man schappen van de ligtingen van 1837 en 1838, die met onbepaald verlof huis. waarts keeren. De persoon van A. Koopman, te Rotterdam, beschuldigd van poging tot moedwilligen doodslag zijner huisvrouw, is den 9den dezer door het Provinciaal Geregtshof te 's Gravenhage, veroordeeld tot geesseling, brand merk, rojarjg confinement en in de koste van het proces. Kan den 14 Januarij. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten- Generaal van heden, is ontvangen een brief van den heer Star-Busman die daarbij kennis geeft, dat hij, ten gevolge van ziekte van zijn jongste kindje, belet wotdt, de zitting bij te wonen. Aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter zegt, dat de heeren LuzacSchimmeipenninckCorver-Hooft van Dam van Isseie en van Rappard hem een voorstel ter hand gesteld heb. ben, betrekking hebbende tot de grondwet. (Naar sommigen verzekeren, zou hetzelve ten doel hebben, de wijze te bepalen, waarop de voorstellen tot verandering der itaatsregeling, bij de Kamer overwogen en behandeld zullen worden.) De heer van Rappard zegt, dat het een voorstel geldt, hetwelk gewoon lijk in comité-generaal wordt behandeld. Hij dringt er op nan, dat dit ook nu geschiede. Dit wordt in omvrage gebragt en dientengevolge met algemeene stemmen besloten, de openbare vergadering op te heffen en te veranderen in eene zitting met gesloten deuren. Het heden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gedane voorstel is van den volgenden inhoud „Edel Mogende Heerenl; Naardien de Regering begrepen heeft, geene andere wijzigingen der grond- wet te mueten voordragen, dan die door de verandering van zaken volstrekt noodzakelijk geworden waren, maar daarna van '1 Koning» geneigdheid wordt gewaagd, om ai datgene wat ter bevordering van het gelu* der Natie mogt voorkomen in dit opzigt noodzakelijk te maken, altijd tot een nader onder werp zijner zorg en overweging te maken, z-00 blijkt hieruit, dat de Rege ring het initiatif niet verder wil nemen, dan door het voordragen der ont vangen vijf wetsontwerpen, en dat zij all het ware aan de Kamer overlaat, cm h-rerKijd. de verdere voordragcen ce doen. Om na eenen gerelden gang aan onze aanstaande beraadslagingen en werk zaamheden over een zoo belangrijk en moeijeiijk onderwerp te geven oin de gelegenheid aan de Kamer te verschaffen hare gedachten en haar ver. langen in zoodanigen vorm en wijze aan de Regering bekend te imken, dat deze met eenige zekerheid kunne te weten komen, welke denkwijze de meerderheid der vergadering thans koestert, over vele punten als nij deze gelegenheid in overweging zullen genomen worden; en om eindelijk ten opzigte van toon en vorm, zoodanige voorzorgen te beramen ais welke met de waardigheid der Kamer strooken en tevens van de zucht der Verte, genwoordigers van het getrouwe Nedeilandsche Volk kunnen doen blijken, om met gemeen overleg met de Regering te bevorderen, zoo zijn uwe medeleden Luzac, Schimmeipenninck van der Oye, Oorver-Hooftvan Dam van Isselt en van Rappard, te rade geworden, om her vaststellen der navol, gende bepalingen aan de goedkeuring van U Edel Mog, te onderwerpen. Worden dezelven in de eerste zitting der afdeelingen, ten gevolge eener voorloopige beschouwing door de meerderheid der, leden doelmatig gevonden, dan zoude men dadelijk eene vergadering der Kamer in comité-generaal be palenten einde vast te stellen op welige wijze men het voorgestelde doel met inachtneming van den vereischten spoed en die orde, kalmte en regel matigheid, welke het kenmerk onzer beraadslagingen behoort te blijven uit. maken, het best zoude bereiken. De opgenoemde leden beamen volkomen, dat de door hen voorgeslagen weg niet volkomen met den gebrnikelijken loop, welken men aan de gewone wets-ontwerpen of voordragten geeft, overeenstemt; maar zij hebben begre. pen in de allerbijzonderste omstandigheden, waarin de Kamer zich, en door de bedoelde vijf ontwerpen, en door den brief des Konings, geplaatst ziet, eenen met die omstandigheden overeenkomenden weg te moeten bewande len; zulks zal den geregelden loop der werkzaamheden, bevorderenen in de coepassing geene met eenige wee of zelfs met het reglemegt van orde strijdige handelingen ten gevolge hebben. Het denkbeeld zoude dan wezen; om de Kamer de navolgende bepalingen in comité-generaal te doen vaststellen." (Deze bepalingen, welke 14 artikelen bevatten, loopen over de wijze, waarop door de Kamer zal gehandeld worden, om die veranderingen in de grondwet, welke dezelve mogt noodig keuren, voor te stellen.) Reeds heden is dit voorstel in de afdeelingen onderzocht; waarschijnlijk zal daarover eerstdaags in comité-generaal worden beraadslaagd. De Haarlemmer Meer wordt sedert Zaturdag reeds bereden. Uit Dordrecht schrijft men van den 13 Januarij Nadat het ijs hier voor de stad nog eenige dagen drijvende was gebleven, heeft het zich thans bepaaldelijk vastgezet. Voor het veer van Zwijndrecht blijft men echter nog een slop ter overvaart open houden. De sterkste graad van vorst, sedert onze vorige alhier waargenomen, is geweest Zaturdag morgen ten acht uretoen de thermometer van Fahrenheit n° boven o teekende. Uit Vreeswijk worden de volgende waterberigten medegedeeld: 10 Januarij. Heden morgen, omstreeks acht ure, stond het water in de rivier de Lek, 3 el, 15 duim onder nul; in de laatste 24 oren gevallen 25 dnim. Er drijft min of meer ijs in de rivier. 11 Januarij. Heden 3 el, 32 duim; zijnde in de laatate 24 uren gevallen 17 duim. De Lek gaat half overdekt met drijf—ijs. Het Y voor Amsterdam is den I2den reeds door voetgangers en paarden gepasseerd. Aan het Waterkantoor stond de thermometer van Fahrenheit dca ijden dezer, om 8 ure 'smorgens, op 130.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1