zijn 684 vierkante mijlen groot, en hebben 1,224,000 inwoners; Schieeswijk 163 vierkante mijlen en 338,000 inwoners; Holstein 156 vierkante mijlen en 455,000 inwoners; Lunenburg 19 vierkante mijlen en 36,000 inwoners. Hierbij moet gevoegd worden de Faroer eilanden 23 vierkante mijlen en 6,900 inwoners, Ysland 14,000 vierkante ellen en 65,000 inwoners. Dene, marken bezit in Amerika: Groenland, groot 200 vierkante mijlen, en de eilanden St. Croix, St. Thomas en St. Jan, 8 vierkante mijlen groot; in Afrika: een gedeelte der kust van Guinea, 11 vierkante mijlen; in Azië, Tranquebar, eenige factorijen op Malabar, enz. De bevolking van deze buitenlandsche bezittingen bedragen 76,000 inwoners. SPANJE. Telegraphisciie Depêche. Bayonne, 16 December. Cabrera was den iaden naar Mora en naar Flix gegaanom er het maken van versterkingen aan te wakkeren, en den I5den is hij te Zurita teruggeko- men. DeCarlisten hebben den isden Berga, doch vruchteloos,aangetast. De 3de divisie, welke van Alcoriza was uitgerukt, heeft hen van daar verjaagd. Espartero beeft van zijn plan, om dezen winter Morella aan te tasten, afgezien; de oorlog wordt thans alleen van den kant van Cabrera offensief voortgezet, en deze heeft daardoor gelegenheid, niet alleen om aan de Christinos menigvuldigen afbreuk te doen, maar ook om zich ruim van levensmiddelen te voorzien, ten einde in het aanstaande voorjaar den kryg met nieuwen moed te kunnen hervatten. ITALIË. De brief, welken Pans Gregorius XFI..heef; laten bekend maken en aan plakken, begint aldus: Verheven tot den hoogsten trap der Apostolische waardigheid en vervul, lende, hoewel zonder eenige verdienste van onze zijde, de plaats van Jezus Christus, Zoon van God, die, door zijne groote liefde zich verwaardigd heeft om mensen te worden en tot verlossing der wereld te sterven, zoo achten wij, dat het tot onze herderlijke zorg behoort, alle pogingen aan te wenden, om de Christenen van den handel, welke tusschen Zwarten en andere menschen, wie dezelve ook zijn, plaats heeft, af te trekken. Zoodra het licht van het Evangelie zich begon te verspreiden, gevoelden de onge. lukkigen, die te midden der zoo talrijke oorlogen van dat tijdvak in sla. vernij vielen, hunnen toestand verbeteren; want de Apostels, aangebla zen door den geest van God, leerden aan eenen kant de slaven aan hunne tijdelijke meesters te gehoorzamen, gelijk als aan Christus zeiven, en zich uit grond van hun hart aan den wil van God te onderwerpen; maar aan eenen anderen kant bevalen zij de heeren, om zich jegens hunne slaven goed te betoonen, hun te verleenen wat regtvaardig en billqk was en hen niet met toorn te behandelen, wetende, dat de Heer van den één zoowel als van den ander in den hemel is, en dat bij Hem geene aanneming is des. persoons. De wet van bet Evangelie weldra op eene algemeene en grondige wijze de opregte liefde jegens allen daarstellende, en de Heer Jezus verklaard hebbende, dat Hij al de daden van weldadigheid en mededeelzaamheidwelke aan de armen bewezen of geweigerd waren, zou aanzien als aan Hem ge daan en bewezen, volgde er natuurlijk uit, dat de Christenen niet alleen de slaven als hunne broeders aanzagen, vooral wanneer zij Christenen ge. worden waren, maar dat zij ook meer geneigd waren, om de vrijheid te verleenen aan hun, die zich dezelve waardig maakten; hetgeen de ge woonte was plegtig op het Paaschfeest te verigten, volgens het getuigenis van den heiligen Gregorius van Nyssa. Er waren er zelfs, die, ontvlamd door eene brandende liefde, zich zeiven in de ketenen wierpen, om hunne broe der. vrij te koopen. en een Apostolisch man, onze voorganger, Paus Cle mens I, zeer heiliger gedachtenis, getuigt een groot getal zoodanigen gekend te hebben. Het is daarom dat, de duisternis des Heidensche bijge- loofs geheel en al met den voortgang des tijds uitgeroeid en de zeden der barbaarsche volken verzacht zijnde, dank zij de weldaad van het geloof door de liefde werkende, de zaken zoo ver gekomen zijn, dat er sedert eeuwen geene slaven meer onder de meesten der Christen-volken zijn. DUITSCHLAND. Zijne Maj. de Koning van Pruissen heeft Dr. Bunsen, vroeger Gezant bij het hof te Rome, tot zijnen Gezant bij het Zwitsersch Bondgenootschap benoemd; de zich bij hetzelve ad interim bevindende Gezant, von Rochow, is als Gezant naar Wurtemberg verplaatst. Uit Heidelberg meldt men van den i5den December: Het dezer dagen uitgegeven adresboek onzer Akademie wijst den Staats, raad, Vrijheer vt>» Rüdt, Voorzitter van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, als Curator aan. Verder zijn er als leeraars opgenoemd: 28 gewone, en 11 buitengewone Hoogleeraars, 1 Professor honorarius en 21 privaat onderwijzers. Het getal der ingeschreven studenten is 622onder welke 195 inlanders en 427 buitenlanders. Hierbij komen 8 kweekelingen van het theologisch seminariom. Onder degenen, die buiten de Duitsche Bondsstaten geboren zijn, vindt men 45 Zwitsers, 4 Engelschen2 Moldaviers. 1 Wal- lachijër, 1 Griek, 1 Belg, 1 Franschman2 Kraka'uërs. Volgens de op gaaf' zijn er 22 theologenten364 juristen, 148 medici, 59 cameralisten en mineralogen, 29 philosophen en philologen aangegeven. GROOT-BRITANNIE, Londen den 26 December. In een Londensch dagblad wordt gezegd, dat H. M. met den Minister Melbourne zou gesproken hebben over het aan haren aanstaanden Gemaal toe te leggen tractementhetgeen zij wilde, dat loo.ooo zon bedragen. De Minister meende echter dit niet van het Par lement te zullen verkrijgen, en stelde 60,000 voor. H. M. hier niet over te vredensprak er Lord Wellington over aandoch deze zou gemeend heb ben dat 30,000 genoeg was. Aan het Gouvernement zullen door een Londensch handelhuis certifies, ten ter invordering worden aangeboden, welke Kapitein Elliott, bij gelegen, lieid van de uitlevering van den opium aan de Chineesche overheid, aan de eigenaars detzelven had afgegeven. Twee Portugesche slavenhaalders zijn door eenen Engelschen oorlogs brik genomen, de bemanning derzelven is op eenen Engelsche paket over gezet en de schepen zeiven in den grond geboord. Van het begin van November heeft men berigten van de Kaap de Goede Hoopwelke meldendat er een burgerkrijg tusschen de onderdanen van het Kafferhoofd Dingaan was uitgebarsten, hetgeen in de gevolgen voor de Hollandsche kolonisten te Port-Natal zeer nuttig zou kunnen zijn. F R A N K R IJ K. Parijs den 27 December. In de Kamer der Pairs heeft een der leden een hevigen uitval tegen het Ministerie gedaan, omdat zij door den Koning zulke personen onlangs tot het Pairschap had laten benoemen, die als Afge. vaardigden niet hebben kunnen herkozen worden. De heer Sauzetwelke bij de vorige zitting het voorzitterschap van de Kamer van Afgevaardigden bekleed heeft, is thans weder als zoodanig met 274 stemmen benoemd; de heer Odillon-BarrotdeCandidaat der linker, zijde, had slechts 94 stemmen op zich kunnen vereenigen; Dupinwelke in vele vorige jaren Voorzitter geweest ishad er slechts 4 bekomen. Z. M. de Koning beeft aan de heeren M, S. en C. .7. Polak se Amster dam eenen zeer vlijenden brief doen toekomen, wegens i'e^aau'hem aange boden vertaling van de gebeden der Nedetlandsche Israëliten, y°r;r alle feesten van het jaar. Het exemplaar is, op bevel des Konings, in de bij zondere bibliotheek van het Palais-Royal geplaatst. Z. K. H. de Prins de Joinvilh is uit Konstantinopel te Tmtlon aange komen. Men wil dat hij zijn uitstapje naar genoemde Turkscbe hoofdstad buiten weten der P-egering gedaan had en teruggeroepen was, om zich des wegen te verantwoorden. De laatste berigten uit Algiers melden, dat de Fransche troepen de Arabieren reeds op aire punten, waar zij zich vertoond hebben, hadden ge slagen, zoodat de Fransche krijgsmagt, vóór de aankomst zelfs van verster king, in staat was, om den eersten schok niet alleen te weerstaan, maar denzelven ook af te wenden. Er had den 17 December in de nabijheid van Algiers een lievig gevecht plaats gehad, waarin de Arabieren een verlies van 5000 man geleden hadden; ook waren in het westen van Oran de vijan delijkheden begonnen. MENGELINGEN. NOG IETS over de HOOGESCHOLEN van CAMBRIDGE en OXFORD. Eene nadere kennis dezer oude instellingen, waaruit voor Groot-Brirannie zoo vele beroemde namen zijn voortgekomen, waarin Baco, Hume er.Robert son, Samuel Johnson, Gibbon en zoo vele anderen, hnnne wetenschappelijke vorming hebben ontvangen, zal waarschijnlijk niet onbelangrijk voorkomen, Déar, zoo zegt men, wordt vlijtig gestudeerd; daar rust het leerstelsel op hechte en voortreffelijke grondslagen, alle noodelooze aanstremming is verbannen, de geest ontwikkelt zich trapsgewijze; dadr heerscht staatltiin- dige en godsdienstige verdraagzaamheid, in ééii woord, de wetenschap en verbreiding van kennis, gepaard met eene goede methode, zijn de eenige bemoeijingen der bestuurders van deze instelling. Maar niets van dit alles is waar. De Engelsche Hoogescholen, van wier instelling men zich op het vaste-land geen denkbeeld kan vormen, trotseren thans nog de hervorming en den vooruitgang der nieuwere denkbeelden. In alle andere landen is het onderwijs alleen aan de Professoren opgedragen; alleen zij leiden de jeugd tot de hoogere wetenschappen op. In Cambridge en Oxford echter leeren de Professoren volstrekt niets; men geeft hun eene somtijds nominale jaar. wedde en eene eeretite'l, benevens eeue geschikte, somtijds ook zeer p:ach. tlge woning, waarin zij zich, geheel ongestoord, aan hunne lievelings-stu diën kunnen overgeven; hun ambt dient alleen tot weelde, zoodat, wanneer zij ook nog zoo vlijtig zonden werken, de Hoogeschool even zoo weinig nut daarvan zoude hebben, als de geheele afschaffing hunner ambten, op de uitbreiding der wetenschappen eeniger mate eenen nadeeligen invloed uit. oefenen zoude. Intusschen zullen wij deze beide instellingen eenigzins na, der beschouwen. De oorsprong derzelve is zeer oud, daar de Hoogeschool van Oxford reeds onder Alfred den Groote gesticht werd. Gelijk de meeste Hoogescho len, hadden Oxford en Cambridgebij derzelver ontstaan, eenen zuiver akademiscben vorm. Het waren verbindcenissen van Professoren en Stuaen ten, welke voor een ieder openstonden, zich zonderonderscheid van rang of geloof uit alle standen kwekelingen aanschaften, en alleen de wetenschap en hare grootst mogelijke verspreiding voor ocgen hadden. Met zulke jj£_ ginseien bezield, verschaften deze Hoogescholen groote voordeelen aan' jle[ land; zij verhieven zich gedurig meer en meer; de Regering stond haaj. aanmerking van het goede, dat dezelve reeds uitgewerkt hadden, talriik- privilegiën en rijke inkomsten toe, en eindelijk erkende zij ook de onafhin kelijkheid derzelve, in alles wat de leiding en het beheer der inwendi- aangelegenheden van de Hoogescholen betrof; krachtens welk regt de be stuurderen dezer Hoogescholen zich nog heden tegen de door de Regering voorgeslagen verbeteringen hardnekkig verzetten. Toen ontstond ook de zamenstelling der uitvoerende en wetgevende magt, waarvan wij in een onzer vorige artikels melding hebben gemaakt, doch welke wij kortelijk met eene nadere omschrijving zullen herhalen. De uitvoerende magc bevond zich in handen eens Kanseliers, die, als hoofd der Hoogeschool in alle aangelegen, heden stem had, en van twee proctors of opzieners; met uitzondering van criminele zaken, behoorden alle overtredingen onder hun gebieddat zich niet alleen over de stad, maar ook nog over eenen omtrek van eene mijl buicen de voorsteden, uitstrekte. Hieruit ontstond ook de oprigcing van een Hooger en Lsger Huis. In Oxford verkreeg het eene den naam van convoca tionhet andere-dien van congregation-house, in Cambridge heette men de zelve regent-house en non regent-house. Het Lager-Huis bestond uit alle Magisters en Doctoren der Hoogeschool, het Hooger-Huis daarentegen nam slechts zoodanige Magisters en Doctoren op, waarvan de eersten hunnewaa- digheid één, en de laatsten twee jaren bekleed hadden; men overwoog daar alle aangelegenheden der Hoogeschool, en alles wat tot den bloei derzelve zoode kunnen bijdragen, en de door beide huizen aangenomene maatregelen, hadden kracht van wet. Dit was de vorm welke getrouw rot op onzen tijd is behouden gebleven. Ten tijde van derzelver ontstaan echter, en lang naderhand, verkozen deze beide Huizen, ook Senaat genaamd, welke de geheele Hoogeschool vertegenwoordigden, de hooge beambten derzelve, en wel uit de verschillende klassen van wetenschap, zoodat de waardigste,'dat is, die, welke in beide de meeste stemmen voor zich had, het hoofd der overigen werd. De scemmen waren vrij van allen invloed, de beraadslagin gen onafhankelijk en er was noch censuur noch vere. Doch die alles is veranderd. Tot de eerste gedachte van eene omverwerping van zoo wijze inrigtingen, gaf een gebruik aanleiding, ten gevolge waarvan de magisters na verkrijging hunner waardigheid, gedurende eenen bepaalden tijd hun huis tot opneming van een zeker aantal Studenten, die bij hen woonden, en wier opvoeding en zeden zij bestuurden, gereed moesten houden. Het doel van dit gebruik was tusschen den meester en leerling eene zekere gemeenschap van belangen dasr te stellen, diar de eerste tot zijn eigen voordeel de studiën zijner leerlingen, zoo veel mogelijk, zocht te bevorderen, de laatste daarentegen steeds onder toezigt en alzoo verhinderd was zich aan de thans zoo gewone verkwisting en uitspattingen over te geven. Deze inrigting misviel echter aan de geestelijkheid. Deze stand namelijk verlangde aan de Hoogescholen altoos meer invloed te hebben, deszelfs getalsterkte overtrof die der leeken. en daar dezelve in de aangelegenheden der Hoogeschool, de opperste magt verlangde te hebben, wilde hij natuurlijk ook, dat alleen hem, het opzigt over en de opvoeding van de kweekelingen t»evertrouwd werd. Met dit doel werden meerdere coilegien gevestigd: in Cambridge ontstonden achter, eenvolgend Clare-hall het oudste van alle, Pembroke- en Cajus-collegeTri. nity-hall en Kings-college, door HendrikVI, en Queen's-college, door twee Koninginnen gevestigd, namelijk door Margarctha van Anjou en Elisabeth IVidrilleeindelijk Trinitfs-college het rijkste en befoomsce dier Akademie; in Oxford werden Ba/ioïs-collegewiens stichter de vader des Schotschen Konings Baliol, en diens gemalin Devorguilla waren, Oricl-Ncw-college Lincoln's all Souls, Magdalen Christ church, John and Jesusalien door den invloed der geestelijkheid tot stand gebragt. Het aanzien dezer klasse was zonder voorbeeld, en krachtens den invloed, welke zij uitoefende, vet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 3