Yöordheeft de. sgreker vervolgens de groote noodzakelijkheid betoogddat in de aanstaande voordragt nopens de Grondwet, de noodige svaarborgen voor de toekomst worden gegeven.De voordrage zou de beste toelichtende memorie bij dit wetsont werp zijn. Hij \erlmigt daarin geene aanduiding, waar zoo vele millioenen schats gebleven en verzwolgen zijn, maar wel bepaalde en goede waarborgen voor het vervolg. Dat zou doen zien, dat de ondervinding van 25 jaren goede vruchten zal opleveren, en dat men voortaan van zins is, zninigrr te werk te gaan. Niets van dat alles is ter onzer kennisse gekomen. Ja, ua al hetgeen men ons voorgecijl'erd heeft, is het te vreezen, dat men van dit kardinale en zoo gewigtige punt, niers te verwachten heeft. Hij be schouwt de ministeriele verantwoordelijkheid als de zekerste waarborg, dat in het vervolg alle terugkeer op den ongehikkigen weg, dien men gevolgd heeftonmogelijk zai zijn. Door den voorgesteldcn maatregel verbetert men niets Wy vergrootcu den schuldenlast zonder bekoining der zekerheiddat men daarmede de grenspaal heeft bereikt. Wij ont slaan eenvoudig de O. Ind. producten voor dén jaar van den daarop iiggenoen band. Alle handen zullen daardoor ruimer worden bij de Departementen van Algemeen Bestuur, die ai zonderlinge denkbeelden _lrebben^ omtrent lanas financiën en hij welke bezuiniging een onbekend woord is. Hij doet zien, dat hij altijd een tegenstander der O. 1. schuld ge weest isen dat de ondervinding zijn zwaarmoedig voorgevoel van den jare 1836 volko men heeft bevestigd. Hij houdt liet er voor, dat liet leggen van schuld op den Oost slechts omwegen zijn, die tot niet anders strekken, dan om 's lands financiën ie verwar ren en te verwikkelen. Er worden op den Oost maar schulden gelegdzonder einde en zonder dar de schuldenaar er zich tegen verzetten kanen dit zonder reden en zonder grond. Men moet alle die fictien vaarwel zeggen, Reeds heeft men 29a millioen op den Oost willen leggen; terwijl, naar de volledigste berekeningen, de Oost aan het Moeder land slechts 155 millioen schuldig is. Het overnemen en overschrijven van schulden op den Oost vindt hij eene soort van comedie, slechts strekkende, om de diepte van den afgrond te bedekken. Bij hem ontstaat ook groote vreesdat men den boog te hoog spant, en dat, in tijden van oorlog, aan het Moederland de moed ontzinken zal om de zoo bezwaarde bezittingen te hulpe te snellen. Nederland zou welligt kunnen denken dat wij geen belang meer bij zoo hoog bezwaarde koloniën hadden, ja kan zich dan wei- ligt eenmaal gelukkig geitenenvan die bezitting bevryd te zijn. Het is het oogenhjik dat men van dien rampzaligen weg moet terugkeeren of voor het minst daarop behoort stil te staatl. Dit alles noopt hem tegen de aanhangige wee te stemmen. Ten 4 ure wordt het vervolg der beraadslagingen bepaald op morgen ochtend ten tien ure. Fan den 19 December. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten. Generaal van heden, heeft de heer Gevers verkiaaiddoor voortdurende onge steldheid verhinderd te worden, de vergadering bij te wonen. De heer van Akerlaken heeft zich beklaagd over het verkeerde begrip, hetwelk de Regering ten aanzien van art. 60 der Grondwet heeft gehad, en waarvan het gevolg is geweest, dat er omstreeks 21 millioen guldens voor Oorlog zonder toestemming der Staten-Generaal zijn uitgegeven, hetgeen hij in str.jd oordeelt met de bepalingen der Grondwet. Hij verlangt, dat dezs uitgaven eersi door de Staten-Generaal worden gewettigd. Hij beschouwt art. 4 der voordragt niet voldoende. Hij is voor de volhouding van het tegen woordige stelsel van cultuur in den Oost gestemd, waarvan ons zjjn of niec zijn, afhankelijk is gemaakt. Hij verklaart tegen de voordrage te zullen stemmen. De heer Ferwey-Mejan schetst het belangrijke van het wets-ontwerp en doet opmerken, dat het hier meer het beginsel dan het cijfer der voordragt geldt. Dat beginsel is om-blijvende schulden op de Natie te werpen, voor behoeften van het oogenblik. Hij merkt opdat de uitgaven de- Rijk; alhier de ontvangsten zijn te boven gegaan, en dat, tnogt het leed wel voor een oogenblik verborgen blijven, hetzelve als dan gedekt wordt door ge. heime maatregelen en geheime instellingen. Dit heeft zelfs plaats gehad lts tijden van rust en vrede. Niettemin heeit nergens meer eerlijkheid e».i goede trouw gcheerschtdan bij ons. Ook nu scelt men voor, om voor tijdeljjkeOehoef- ten.eene blijvende schuld op de Natie te leggen. Wij offeren alzoode toekems: aan liet tegenwoordige op. Hij beschouwt de aanneming der voordragt noch noodzakelijk, noch voor het oogenblik gepast, omdat de grondwet nog nie: is herzien en de financiële aangelegenheden met Beigie nog niet alle veref. fend zijn. Overigens toont hij aan, dat mistrouwen tot het wezen van den grondwettigen regeringsvorm behoort. Hij acht het noodzakelijk, dat het minimum van den prijs der uit te geven effecten, bij de wet zon dienen te worden bepaald. Het is niet voldoende bewezen en gebleken,, dat de waarde der daar te stellen schuld door de Natie zal worden efenoten. Ke; ts niet gebleken, dat het belang der schatkist de aflossing der product. van de Handel-Maatschappij vordert. Hij kan zijn leedgevoel niet ontvein- zen over de handelingen der Regering, welke uitgaven gedaan heeft, zon der toestemming der Staten-Generaal. Hij tracht daaruit de noodzak-efiju- heid te doen zien, om de ministeriële verantwoordelijkheid bfi ons in te voeren; want wat beteekenen alle grondwettige waarborgen, w.nneer het voldoende is, ze door een enkelen pennestreek te verbreken. Hij ver. meent, dat 's lands vertegenwoordiging niet daar is, om te geloover en to vertrouwen, maar wei om te zien. Hij herinnert de voorzeggingen ven HogendorpFockema en anderen, omtrent de instelling van het Syniichaz ;'c de geldelijke aangelegenheden des lands. Nopens het Syndicaat bestaa' nog allezins duisternis. Hij keurt het af, dat het geheeie financiële Ste-'-ei van ons Rijk op variabele prijzen der producten van den Oost berust. He".fc men buiten de Staten-Generaal gehandeld, en komt men alleen in oen nood bij dezelven, dan behoort men van hen nimmer meer te vergen, d«5-ij ver antwoorden kunnen. Zijns inziens komt het op dit oogenblik niet te pas o«ev de uitlegging, welke aan artikel 60 der grondwet moet warden gegeven, te handelen, daar hiertoe bij de herziening der grondwet allezin» gele^enhrid zal bestaan. De heer van de Poll verklaart zich voor het ontwerp. Ook hij v/Har(gt bezuinigingen en vereenvoudigingen in het staatsbeheer. Hij •-•iet d in 0 -.k groote zwarigheid om de voorgestelde begrootingswetten aan te r.jL.e.todk zelfs nadat de Regering heeft voorgedragen, voorloopig two-. cil'.itcu Lui ten beschikking te stellen. Hij beschouwt het aanhangige ontwerp geh.el afzonderlijk. Hij deinst terug voor de gevolgen, eener verwerping der re'-r. dragt. Daarvoor zon het onmogelijk zijn de irregulariteiten te herstellen die plaats mogten gehad hebben; de verbetering vin 's lands fif.r.eiet. .tea onmogelijk worden. Hij vermeent, dat het belang des lands, om v... de verbindtenissen des Syndicaals ontslagen te worden, allezins gebleken Is. Ajj schetst de gevolgen, die uit eene voortduring van den tegenwoe'-digen \taod van zaken zouden voortvloeijen. Hij acht het gevaarlijk onze begrcot.t^j. wetten te doen afhangen van het mogelijk en altjjd onzeker e'tCecert, dat de Oost zal afwerpen. Dat excedent moet veeleer tot krachtdadige ve-vtin dering van den schuldenlast strekken. Hij keurt de handelwijze der P L tg af, die vroeger niet met die openhartigheid is te werk gegaan, waarop oen mogt vertrouwen en zij meer beloofd heeft, dan zij kon houden; doch vindt dsarin geene reden, om de voordragt af te stemmen, waaruit hij nog groo" ter kwaad voorziet. Overigens houdt hij zich aan de toezeggingen der Regeringdat het Syndicaat zal worden afgeschaft. Ook vertrouwt hij, dat de werkzaamheden der Staats-Commissie betrekkelijk 's lands financieel beheer met een gunstrgen uitslag zullen worden bekroond. Hij wist, dat de verwerping der voordragt nadeeiig zal werken op 'stands crediet, op de belangeu van den Oost, en dat zij het evenwigt der Staatsmagten verbreken zal op een oogenblik, dat hetzelve, bij de aanstaande herziening der grondwet, zoo dringend noodzakelijk is. De heer Binkes verklaart zich tegen het ontwerp. Gedurende het onder- zoek dezer wet zijn ziine bezwaren tegen de wet, in plaatse van wegge nomen veeleer vermeerderd. De heer van Hemert verklaart zich voor het ontwerp. Hij botiwt op de verzekeringen, welke door de Regering zijn gegeven, en maakt staat op de ontvangene verzekering, dat door de aanneming van dit wetsontwerp, alle ver wikkeling in de financien van den Staat een einde zal genomen hebben. Hij verheugt zich, dat de Regering volkomen heeft toegegeven aan het verlan- gen der Kamer, dat voortaan niet dan met toestemming der Staten-Generaal over het excedent van den Oost zal worden beschikt. De heer Repelaer verlangt eene betere redactie van art. 4 der voordragt, maakt onderscheidene andere bedenkingen tegen dezelve en kan ze niec aannemen. Ook de heer IVeynands verklaart zich tegen het ontwerp. De heer Fyfhuis stemt almede tegen het ontwerp. De heer de Jongt verklaart zich ten voordeele van het ontwerp. Hij vindt genoegzame waarborgen in aft. 4 en de door de Regering gegevene verzekeringen. Hij kan de aanneming der voordragt niet afhankelijk maken van de aanstaande herziening der grondwet, welke wel eenigen tiid zal vorderen. De heer Druyvesteyn verklaart zich voor, de heeren van Alphen en Tromp tegen bet ontwerp. De heer van Asch van IVyck kan mede de voordragt niet aannemen. Ilij kan geene uitgaven wettigen, welke zonder toestemming der Staten-Gene raal hebben plaats gehad. Zijn pligt, de eed door hem op de Grondwet af gelegd. beletten hem dit. De heeren Bruce en Gevers verklaren zich tegen de voordragt, op de zelfde gronden door vorige redenaars ontwikkeld. De heer Gevers heeft zich, ofschoon ongesteld, nog, gezien de belangrijkheid van het onderwerp, in de zitting begeven. Nog voeren het woord de heeren van Dam, van Rappard en IFarindie nog nader op eene verwerping der wet aandringen. Het vervolg der beraadslagingen is bepaald op morgen ochtend ten 10 ure als wanneer HH. Exc, de Ministers van Financien en Koloniën het woord zullen voeren. Nederl. effecten. 18 Dec. Werk. Sch. 2} pCt.gebleven 51J; dito s pCt.p8^Kanso. 23J; Am.-Synd. 4j-pCt., 92I; 3} pCt., 76^, Hand.- Maatsch. 166. Spaansche effecten. pCt., Aruotns, 22f. NADERE OPROEPING van CREDITEUREN. De Schuldeisschers in den Boedel van den gefailleerden JACOBUS HOO- GÉVEEN, Koopman in Fee, wonende te Soeterwoude, welke ter Vergade ring, gehouden tot Verificatie der Schuldvorderingen, op den 18 December jl-, niet zijn opgekomen, worden alsnog door deze opgeroepen, om op Maandag Oen posten December 1839, des morgens ten 10 uren, te compareren ter Ver. gaderkamer van de Arrondtssements-Regtbank te Leyden, op het Raadhuis aldaar, ten einde alsdan nader over te gaan tot de Verificatie der Schuldvor deringen en verdere werkzaamheden, als volgens de Wet. Lojile 19 December 1839. De Curator in opgenoemd Faillissement P. K. D O E F F. Burge>'ee,tbr en Wethouders der Stad Leyden, zijn van mee- nin;, met bewilliging van den Ed. Achtb. Raad, in het bijzijn der Com missie v j Fabricage, in bet openbaar aan te besteden: 1°. Do leverantie van de benoodigde boeveelheid Klinkerts voor de Stads Straten, gedurende vijf jaren. a°. H.t Schoonmaken en Schoonhouden vatt de Haarlemmervaart van het Tolhek tot aan H.lfweg, voor jaren. 3°. Het onderhouden, repareren en vernieuwen der Brug- en Beschoel. jing -erken langs het Utrechtsche Jaagpad, voor twee jaren in VIER P^rceeleu. 4°. Het ond«rhoi-den en bepuinen van het Jaagpad langs den Rijn, van deze Stad tot Bodegraven, voor twee jaren. En zulks op het Raadhui- binnen gemelde Stad, op Maandag den 23sten Decemb.r 1839, de: voormiddags ten ij ure. Zulle..de de Bestekken van heden af, van des morgens 10 tot des namid dags 4 ure, (uitgezonderd de Zondag), ter lezing liggen bij den Stads Ar chitect, door wien ooit de noodige ophelderingen en aanwijzingen zullen worden gegeven» 1 De OndergeteekendetiHof-Geiigtkundigenberigten het geëerde Pu. bliek binnen deze Stad, dac hun verblijf nog uiterlijk en onherroepelijk duurc ter. gaturdag den iisten deber, en verzoeken dengenen, welke van hunne VolhsconschA CONSERVATIE-BRILLEN nog gebruik willen maken, hun op* den b-prrlden tijd v-n vertrek met hun bezoek te komen vereeren, in het Lagement fe Zon, op de Lreedestraat, alwaar zij van des morgens 9 l des nai.-itidags 5 ure te -spreken of te ontbieden zijn. Ooi: maken de On Ier'steekenden aan de geëerde Dames dezer stad bekend, dat bij hun ooi- nog voorbande is een schoon Assortiment DAMES-BRIL LEN, welke zeer geschikt ond-.r Toeren en Mutsen Runnen gedragen wor. den, eu .too lig- zfin, dat men dezelve naauwlijks gewaar wordt. Zoo. dr rij dv oogen gezien en onderzocht hebben, geven zij dadelijk de ge- s:,tik :e GriL'r.i voer de onderscheiden gezigten. GEBROEDERS STRAUSS. Ge Ondv jvteetende maakt bij deze bekend, dat hij er bij laat uit. oef».;>i dear zij.re Kinderen, \iene UITSPANNERIJ, waarvoor ten zijnen d t „eschi'.ttste gelegenheid i. gemaakc en plaats heeft voor ruim 70 Paarden en ..tijtuigen hui bergen bicnentnuir. Verzoekende de gunst en recom- Wj dutte. H. van BILDERBEEK. Op de Garenaarkt, Wijk II N°. 246, te Leyden. AANBESTEDING va.' het 'BENOODIGDE VLEESCH, voof. r. AFEFELING KllkASSfERS N°. 3. De I' .tel, Che der i. Heeling Kurassier» N°. 3, is voornemens op den aó liec Ltbe- 0 tv bcsteëen, het L noodigd- RUND-VLEESCH voor de Men -t v-1 ivoveoge telde Afdeeling, noodigt mitsdien de gegadigden, om n«' genvVdrt L"'èrancit in te schrijven; ztClende de Voorwaarden op bet Sik i va el -Kwartiermeester, Utrechtsche Veer, ter lezing lig- ge.i, en d. „.ücttun, benooriijk digt gelakt, vóór den 26 December, in eene da rto4- op ;emvld Bureau geplaatste Bus moeten worden bezorgd, en ver. mrlden dt Prijs, zoowel in cijfers als in letters voluit geschreven, mitsga. der: N t en v oonplasts der inschrijvers. AANBESTEDING van VLEESCH. De i Iajet, Plaatselijken Kommandant der Stad Leyden, voornemens zijnde op dep. 7 Picember T839, aan te besteden het benoodigd RUNDVLEESCH en E'.1., alsmede KALFSVLEESCH voor de Menage van de Garnizoens- Ihf.rf.e.iE, noodigt bij deze alle gegadigden, om naar opgemelde leverancie in tvi;h;ij-re.izullende de Voorwaarden op het Bureau van den Administrateur ven d. Carnizoens-Infirmerie, op de Groene Hazengracht, ter lezing liggen. Eillettei: zullen behoorlijk digt gelakt, vóór den 47sten dezer, in een daartoe op gemeld Bureau geplaatste Bus moeten worden bezorgd, en ver. melden de Prijs, zoowel in letters als in cijferj geschreven. i'.ANEESTEOING van het benoodigde RUNDVLEESCH en VET, yoor het RESERFE BATAILLON der 5de Afdeeling Infanterie. Gemelde Aanbesteding zal plaats hebben op Maandag den 3osten dezer eerstkomende, des middags ten 12 uren. De gegadigden zullen zich daartoe moeten aandienen, met gesloten Bil. letten, den Prjjs in cijfers en letters van ieder Artikel per Nederlandsch Pond vermeldende en door hun onderteekend. E. Conditiën zuilen ter lezing liggen ten Bureele van den Ondergetee- kende, de» morgens van 9 tot 12 uren. Leyden den 19 December 1839. De Majoor, kommandcrendc bovengemeld Bataillon BOELEN. UIT de HAND te KOOP: TWEE TWIJNMOLENS, ieder van 100 Spillen. Adres met france Brieven, onder letter Z., aan de Boekhandelaar» D. du MORTIER en ZOON, alhier. HOUTVERKOOPING, om Contant Geld, op de Buitenplaats Rhijn. stroom, buiten de Hoogewoerdspoort der »tad Leyden, onder Soeterwoude, op Dingsdag den 7 Januarij 1840, des voormiddags ten 10 ure, van eene partij IJPE-, ESSE- en WILGEN-HAKHOUT, (waaronder zware ESSE SLIETEN, geschikt tot Werkhout); alsmede van eenige LINDE STAMMEN. Ejj de Wed. ANTHONY de KLOPPER em ZOONte Leyoen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 2