tronwen den troon der genade, den Vader der erbarming en den God des troosteseenstemmig smcekende, dat Hij op ons in genade nederzie; de Kerk, Zijne bruid, die het verlies harer zonen zoo bitterlijk beweent, trooste, en den zoo lang gewenschten vrede bij zoo veel wederwaardigheden genadig verleenen moge. DUI.TSCHLAND, Uit Berlijn wordt gemeld, dat er tusscben Pruisseu en de vrije stad Ham burg een bandels-tractaat gesloten is, gelijk aan dat, wat met Holland is aangegaan. Dit tractaat verschafc aan belde contracteerende partijen vele handels-voordeelen; het biedt vooral aan Pruissen eenen uitweg voor zijne brandewijnen aan. Als eigenaar van de heerlijkheid Heinrichau heeft Z. K. H. de Prins van Oranje een geschenk van 150 thlrs. gegeventot het daarstellen van een monument voor Frcderik den Groote, Te Mnnchen heeft het Israëlitisch Consistorie aan de Priores van het klooster der Barmhartige Zustersals een bewijs van dankbaarheid, dat in haar hospitaal ook zieken van de Israëlitische godsdienst verpleegd worden, eene zeer fraaije pendule, versierd met gouden en zilveren figuren, ten ge schenk gezonden. De Priores heeft hetzelve aangenomen en gezegd, dat du geschenk, als een bewijs van erkentelijkheid, in de eetzaal des kloosters zou gepiaatst worden. .GROOT-BRITANNIE, Londen den 4 December. Men verzekert, dat bet Parlement den i4den Januarij zal geopend worden. De pogingen van krankzinnigen om Koningin Victoria tot gemalin te bezitten, houden nog niet op; Vrijdag avond heeft een man, Stock/edge, van Manchester, reeds gehuwd en vader van twee kinderen, getracht in het kasteel van Windsor door te dringen, voorgevende Koning van Engeland te zijn en Victoria tot gemalin te willen hebben. In Londen is er den 4den, den geheelen morgen, zulk eene zware mist geweest, dat men overal, even als bij avond, licht heeft moeten branden. Onderscheiden publieke verkoopingen hebben moeten uitgesteld worden, omdat men de koopwaren niet zien kon. De Roomsch Kathoiijken in Ierland zouden het plan hebben, om de verschillende geestelijke orden, die sedert de Hervorming in verval zijn ge raakt, onder anderen de Franciskanenwederom te herstellen. Bij eenen rond. gaanden brief heeft de Aartsbisschop van Tuam de geestelijken en leken van zijn Bisdom tot bevordering van dat plan aangespoord; en "hij noemt als een der voordeelen op, dat zij, door hunne liefdegaven aan die geesce. lijke heeren toe te vertrouwen, ontslagen zullen zijn van de verpligting, om het bestuur daarover aan Protestanten of onverschillige Kathoiijken over te laten. Lord Palmenton heeft aan de heeren GouldHowie en Co., kooplieden op China, op hun verzoek, om te mogen weten, of het Gouvernement alhier de kennisgevingen van Kapitein Elliott, den Engelschen Super-Inten. dent in China, waarbij hij den handel met de Chinezen vooreerst afgeraden, ja zoo goed als verboden, ten minste zijne bescherming aan denzelven ont zegd heeft, al of niet goedkeurde, geantwoord, dac het Gouvernement van oordeel is, dat de maatregelen van Kapitein Elliott, ten tijde toen ze geno. men zijn, om redenen, door hem opgegeven, goed en doelmatig waren, doch dat hij hun niet konde zeggen, of dezelve nog in werking zullen zijn, wanneer hun schip in China zal aankomen. Men heeft alhier brieven van Macao tot den 18 J111ij regelregt van daar komende ontvangen, als ook het dagblad Canton Register, hetwelk, sedert den 9 Julij, aldaar uitgegeven wordt. Men leest echter in hetzelve geen bijzonder nieuws, dan dac de Amerikaansche zee-Kapiteins van'de koopvaardijschepen, te Whampoa liggende, geene de minste zwarigheid maken, hunne handteekeningen te plaatsen op het bun voorgelegde contract, waarbij zij zich verbinden, zich van handel in opium te onthouden, en zich te onderwerpen aan alle de nieuwe bepalingen van het Chinesche Gouver- ment, welke zij nog niet kennen, omdat dezelve nog niet publiek gemaakt zijn; alleen behouden zij zich [voor, slechts aan den Engelschen, en niet aan den Chineschen tekst van dat verdrag gehouden te willen zijn. FRANKRIJK. Parijs den 6 December. Men spreekt algemeen van een huwelijk tus scben den Hertog van Nemours en eene Hertogin van Lenchtenberg, zuster van den schoonzoon van den Keizer van Rusland. Men tvil, dat in eenen raad van Ministers zou bepaald zijn, dat de Hertog van Orleans zich dadelijk naar Afrika begeven zon. Het aanbod van de Hertogen van Nemours en Aumaleom ook daarheen te gaan, zou niet aangenomen wezen. In den Moniteur leeest men bet volgende Een besluit van het Gouvernement der Nederlanden had aan e!it vaartuig, uit het Zuiden komende, verboden de Schelde langs het Sloe te bevaren, gebruik makende van de binnenwateren om zich naar Rotterdam te begeven. Daar deze bepaling de Fransche stoombooten, die de dienst tusschen onze havens en die van Rotterdam waarnemengedurende het slechte jaargetijde aan gevaren kon blootstellen, zoo heeft de Baron de Bois-ie-ComteGezant des Konings, te 's Gravenhage, daarvan het onderwerp van aanmerkingen gemaakt, die gunstig opgenomen zijn. Een nieuw besluit van het Gouver. nement der Nederlanden heeft aan de stoombooten van Duinkerken den toegang tot de binnenwateren toegestaan, onder de enkele beperkingen, welke de regelmatigheid der toldienst vordert. Deze gunst zoude overigens uitgestrekt zijh tot de stoombooten, die de dienst tusschen HAvre en Roe- terdam waarnemen, zoo hare diepgang daaraan geen hinderpaal ware geweest. Van wege het Ministerie van Marine is een rapport van den scheeps kapitein, den heer Dumont-d'Urvilledie met de corvetten P Astrolabe in P Alligator eene ontdekkingsreis rondom de wereld doet, publiek gemaakt, uit Batavia geschreven, waarin hij ten hoogste roemt het onthaal, dat hij bij de Nederlandsche Autoriteiten geniet, en vooral de voorkomende en beleefde wijze op welke hij door den Colonel de Steurs, den Gouverneur der Molukkes, en den President van Banda, ontvangen is geworden. De Nederlandsche Legatieraad Rochussen is te Parijs zoowel ten Hove als bij de Ministers met bijzondere voorkomenheid ontvangen geworden en het doel van zijne reis wordt in genoemde stad gunstig opgenomen. De heeren Desangierschef der commerciële afdeeling van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken en Engelhart, Fransch Commissaris bij de centrale Rhijnvaarrs-commissiezijn benoemd, om in hoedanigheid van Commissa. rissen met den heer Rochussen te onderhandelen. De Policie schijnt thans op het spoor te wezen van de aanleggers van de helsche machine inde straat Montpensier. Een persoon, op wien beden, kingen rustten, is gevat; het is een kapper, die bekend is, wegens zijne revolutionnaire denkbeelden. Behalve deze gevangenneming is nader nog een student, Berand geheeten en 22 jaren oud, die sedert het gebeurde voortvlugtig was en verkleed in Parijs ronddwaalde, niet dan na veel tegenstand door de Policie gevat. Eenig wapentuig en patronen zijn bij hem gevonden. Ten gevolge van deze gevangennemingen zijn door de Policie huiszoekingen gedaanwelke het vinden van een aantal proclamatien hebben opgeleverd, die ifi schandelijk heid alles te bovengaan, wat sedert 1830 verspreid is geworden; dezelve bevatten openlijke aanmaning aan de geringere klasse om zich van het goed der gegoeden meester te maken en de geheele Regering omver te werpen. De voornaamste schrijver van het dagblad le Capitole, Charles Durand, is in hechtenis genomen, doch 11a een verhoor bij denRegter vanj Instructie, wederom in vrijheid gesteld. Hij beklaagt zich zeer over deze handelwijs.- De Moniteur van den 4 December bevat omtrent de Afrikaarsche zrken het volgende: De oorlog is in Afrika uitgebroken: *s Konings bestuur heef: al de maat regelen genomen, die de waardigheid van Frankrijk vordert. Er zijn bevelen gegeven, om aanzienlijke versterkingen in manschappen, paarden en mate- riëel naar het leger van Algiers te zenden, en 25,000 man zuilen onmiddel. lijk bij hunne vanen worden geroepen. De Koninglijke zonen zouden er sterk op aangedrongen hebben0111 bij de krijgsverrigtingen van den Maarschalk/^s/Zde tegen rfbdel-Kader tegenwoordig te zijn. Het Ministerie verzette zich echter stellig tegen het vertrek van den Hertog van Orleans, (Zie echter beven,j De versterkingdie terstond zon gezonden worden zou uit 12,000 msn bestaan, daar de Maarschalk zich thans alleen bij het verdedigen der inge- nomene stellingen zon bepalen, om bij een beter jaargetijde op Abdei-Iiader wraakoefening te nemen, Te Toulon is door eene telegraphische depêche het bevel overgebragc, om alle daar liggende vaartuigen zeilklaar te maken. Het 58ste regiment van linie en liet 3de ligte infanterie hebben zich reeds naar Toulon begeven, om dadeliik te worden ingescheept. De laatste betigten melden: vooreerst, dat van de 40,000 rekruten van de klasse van 1838, 20,000 zijn opgeroepen. Vervolgens, dac er door Zijne Maj, bevel is gegeven tot het openen van een crediec van 19,987,000 fr. ter voorziening in de dringende behoefte van oorlog, die bij hec budget r-iec zijn kunnen voorzien. Bij de aanstaande zicting der Kamer zal de regeling van het crediec voorgesteld worden. Eindelijk, dac er door de Commissie tot instructie vati het Hof der Pairs, 21 beschuldigden in den aanslag van den 12 en den 13 Mei laatscleden, op vrije voeten gesteld zijn. B E L G I E. In de laatste zittingen van de Kamer der Belgische Representanten, heb. ben eenige leden, zooals de Brcuckère, Dumortier en anderen, hevig tegen hec Ministerie uitgevaren, die het van onbekwaamheid en gebrek aan goede trouw beschuldigden. De Minister van Binnen- en Buitenlandsche Zaken heeft zich in eene volgende zitting verantwoord. De fabriekarbeiders van Gent hebben aan den Koning eene deputatie ge- zonden, die aan Zijne Maj. eene petitie met 12,000 onderteekeningen voor zien hebben aangeboden en waarin zij verzoeken, dat van Regeringswege in hunne werkeloosheid voorzien worde. De Koning heeft hen goedvvilig ontvangen en gezegd, dat de Regering op hun verzoek acht zou slaan. Belgie zon met het Pruissische Gouvernement een handelstractaac ge sloten hebbenop dezelfde gronden rustende als dat van Nederland met Pruissen. I11 Luik wil men, dat Belgie, door het Duitsche tolverbond onder steund, de Philippijnsche eilanden van Spanje zal koopen, om dezelve als eene rijke volkplanting tot nnt aan te wenden. Uit Antwerpen wordt van den óden dezer geschreven, dat de werk. zaamheden van de vereenigde Commissie voor de Scheldevaart aldaar met ijver werden voortgezet; de Belgische en Nederlandsche Commissarissen kwamen onafgebroken te zamen. MENGELINGEN. ITALIAANSCHE LETTERKUNDE in 1836. Wat hec getal betreft zijn de producten der Italiaansche letterkunde nog altoos zeer belangrijk, maar ziet men de zaak naauwkeuriger in, dan vinac meii slechts getallen: nos numerus sumus. In 1836 zijn er niet minder dati 3314 werken in de Icaliaansche taai gedrukt geworden. Deze verdeelden zich over de verschillende Staten in zeer ongelijke verhouding. Er ver. schenen namelijk: In Lombardije (Milaan 522) 788. In hec Venetiaansche (Venetië 297) 843. Koningrijk Sardinië (Turin 211)454. Hercogdom Parma (Panna 75)III. Modena (Modena 26)34. Lucca (Lucca 27)27. Groothertogdom Toscane (Florence 102)151. Kerkelijke Staat (Rome 125)300. Koningrijk Beide Sicilian (Napels 260)556. In het Buitenland 50. Men ziet hieruit, dat hec Lombardisch Venetiaansch Koningrijk de meeste letterkundige werkzaamheid ontwikkelt, zoo als hec ook doorgaans de öve. rige Italiaansche Staten in uiterlijke en Innerlijke beschaving overtreft. Naar de wetenschappelijke en bibiiographische ruorieken kunnen boven, gemelde werken verdeeld worden als volgt: De theologie gaf 651 werken, waaronder vele gebedenboeken, ascetische en liturgische geschriften, preeken, heilige vereeringen en anderenderegts- geleerdheid 180, waaronder 56 criminele processen; aardrijksunnde, geschie- denis, archeologie en fabelleer 492, waaronder 112 levensbeschrijvingen vati overledene particulierenwijsbegeerte 75; caraeralistiek 72; wiskunde 61; natuur- en scheikunde 113; genees- er. heelkunde 290, waaronder 75 pro. motie-dissertatiën; literatuur-geschiedenis 30; taai-wetenschap 71; dicht, kunst 435; tooneelstukken 112, waaronder 57 opera-tekstenroman en ver halen 113, enz. Dac zich onder deze werken een groot aanc?l nadrukken en nog meer vertalingen nit liet Fransch en Engelsch bevonden, behoefc wel geene afzonderlijke vermelding. WIJSBEGEERTE in NOORD-AMERIKA. De Noord-Amerikanen beginnen, sedert eenigen tijd, ook zich met de wijsbegeerte bezig te houden. Wel is waar, bewegen zij zich op dit ter rein op eene nog eenigzins onzekere wijze: zij aarzelen nog tusschen den onden Locke, de latere Schotsche wijsbegeerte, en het nieuwe eclecticis- mus van Victor Cousin, maar zij zijn op den weg, weidra zeiven iets dege lijks voor te brengen, en zich dan enger aan de Duitsche wetenschap te sluiten. In Boston is reeds in 1832 eene vertaling van Cousin's Inleiding tot de Geschiedenis der Wijsbegeertevan H. G. Linberg verschenen. Later heeft C. S, Henry, in Hartford, de philosophische fragmenten van denzelfdeu Franschen schrijver vertaald en toegelicht, en eindelijk bevat een der num mers van den in New-York verschijnende Christian Examiner and general review, een met vlijt uicgewerkc overzigt der verschillende wijsgeerige systema's van het geleerd Europa, en in het bijzonder van het Cousinsche eclecticismus. Dat dit laatste, juist omdat het zelf nog van eene zoo wei felende natuur is, en zoogenaamd eene keur der beste gedachten van Locke, Reid en Dugald Steward aan de eene, en van Kant, Schelling en Iiegel aan de andere zijde geeft, aan de Noord-Amerikanen, deze beginners in de philosophische wetenschap, het meest moet bevallen, laat zich ligt begrij pen. Maar gelijk Cousin ook in Frankrijk, slechts ais eenen overgang der sensualistische wijsbegeerte van de achttiende eeuw, tot het nieuw idealis tisch begrip dezer wetenschap, niet echter reeds ais een zelfstandigen verde diger der laatste kan worden aangezien, zoo dient zij mede in Amerika alleen daartoe, om het begrip der ingewikkelde Duitsche philosophische werken gemakkelijk te maken of te temperen. In Amerika, alwaar men aan gewoonten, denkwijzen en onde gebruiken nog niet zoo gehecht is ais elders, alwaar de wijsbegeerte, om zoo te spreken, eene nieuwe wereld opent, en alzoo in deszelfs frissche, voor alle indrukken nog vatbare j'eugd, duizend nieuwe ontdekkingen maken kan, in Amerika wacht der wetenschap van Hcgel en deszelfs Duitsche voorgangers een oogst, zoo als elders nog niet heeft kunnen plaats vinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 3