a0. 1839.
leydscme
courant.
if
Woensdag,
a?:.
x>
a? NOVEMBER.
NEDERLANDEN.
Leyden den 2<Sscen November.
Aanstaanden Zaturdig den 3oscen dezer, des middags te 12 nre, zal de
Wei-Ed. Hooggeleerde Heer G. J. Verdam, Mat'iés. Mag. Pbilos. Natur.
Doctor, beroepen Hoogleeraar in de Faculteit der Wis- en Natuurkunde,
dien post door het houden eener Oratie aanvaarden.
Men is thans bêzig om een groot gedeelte muurs van de stads vest
*lhier, aan de regterzijde van de Koepoort gelegen, tot digt nabij den Aka-
demische Tuin af te breken. Naar men verneemt, zal de lage grond, die,
Sin den Singelkant ligt, worden opgehoogd, en op den grond, die alsdan
door het wegruimen des muurs vereenigd is, een Plantzoen worden aange
legd, in den smaak als het reeds bestaande. Niet alleen zal daardoor weder
«ene fraaije wandelplaats aangewonnen worden, maar ook menige hand, die
anders dezen w nter ledig zou zijn, zal arbeid kunnen vinden, en alzoo in
de behoeften van onderscheiden arme huisgezinnenwelke zeer vele in onze
stad zijn, voorzien worden. Tot leenigmg van den nood der armen heeft
in de voorleden week in onze stad eene loterij van vrouwelijke handwerken
plaats gehad, welke zeer smaakvol gewerkt waren, en waarvoor 800 loten,
ieder k f 2. het lot, waren uitgegeven. Eenige aanzienlijke dames dezer
stad hadden de moeite wel op zich willen nemen, om het een en ander in
orde te brengen en tot deszelfs bestemming te doeu dienstbaar zijn.
De Staats-courant van heden bevat een Koningiijk besluit van den itSden
dezer, omtrent ae intrekking, met 1°. Januarij 1840, van het kantoor van
expeditie te Huppel en van de Heerebaan van Winterswijk, langs Huppel
op Vreden.
Naar men verneemt, heeft zich bereids de aandacht der Hooge Rege.
ring gevestigd op het onderzoek naar de doelmatigheid van het aanwenden
van den asphaltischen ijzergrond, waarvoor een octrooi van to jaren is ver
leend aan de heeren PP. J. Verboom van den Zaïide en J. Manesse. Vooral
voor 's Rijks arsenalen, alwaar het 'materieel voor verroesting en bederf
zoude kunnen bewaard worden is deze ontdekking veelligt van hoog gewigc,
eo in dien geest worden, naar men zegt, de noodige onderzoekingen te de-
ten opzigte bewerkstelligd.
De heer H, D. L. Ellinkhuijzen is erkend als Britsche Vice-Constil voor
de Zeeuwsche havens.
Z. K. H. de Groothertog van Saksen-lVeimar heeft aan den heer Cock,
Adjudant van den Luitenant-Generaal Baron Bernhard van Saksen-IVeimar
de ridderorde van de Witte Valk ten geschenke gegeven.
In het IVeekblad van het Regt leest men het volgende:
Den ipden dezer zou de Hooge Raad uitspraak gedaan hebben op het
beroep in cassatie van D. M. van der Pen, en daarbij de belangrijke vraag
hebben beslist, of er grond tot vernietiging bestaat van een condemnatoir
anest en de voorafgegane instructie, indien in den loop dezer laatste de
Regcer-Commissaris bij zijne verhooren is geadsisteerd geweest door een
beëedigd klerk. Die uitspraak is echter uitgesteld tot den 3den December
aanstaande, en deze teregtzitting zal daarom te belangrijker zijn, omdac in
■dezelve tevens zal worden behandeld de zaak van den gewezen stedeiijken
ambtenaar te Leyden, Seyn, voor wien, naar men verneemt, onder meer
anderen, ook deze zelfde grond van cassatie Zal worden ingeroepen,
In het Dagblad van 's Cravenhage van den 35sten dezer leest men:
Daar de leercursus der 's Gravenhaagsche Teekenakaderaie den gden van
de volgende maand December in het daartoe door het bestuur dezer stad
gestichte gebouw aan den Boschkant zal geopend worden, en de nieuwe,
door den stedelijken Raad den 2den Augustus I. 1., voor gemelde akademie
gearresteerde reglementen in werking zullen worden gebragt, komt het niet
ongeraden voor, de aandacht van alle kunstenaars en van de aanzienlijken dezer
Residentie op deze reeds voorloopig bestaan hebbende, doch thans geheel
gereorganiseerde en in een meer doelmatig locaal overgebragte inrigting te
vestigen. Tot heden in twee afdeelingen, te weten: die van teeken- en van
bouwkunde, gescheiden, is dezelve thans onder één bestuur gebragt; en,
door het daaraan toevoegen van het meest gepaste onderwijs, onder de lei
ding van eenen verdienstelijken historieschilder de gelegenheid geopend om
aan deze school van nieuwen en meer uitgebreiden aanleg, kennis te beko
men van het menschenbeelden door het teekenen naar pleister en het naakt
levend of gekleed model, in de verschillende vakken der teeken-, schilder
en boetseerkunst, de vereischte ervaring te erlangen, evenzeer, als in de
bouw- en doorzigtkunde, onder bekwame onderwijzers tot de nuttige kunsten
en bedrijven te worden opgeleid, terwijl geheel in de bedoeling van Z. M.,
jongelingen uit den burgerstand, tot handwerkslieden bestemd, en wier gel
delijk onvermogen gebleken is, aldaar gratis onderwijs kunnen genieten, of
wel voor rekening der weldadige leden van de akademie tot dat onderwijs
kunnen worden toegelaten, daar het lidmaatschap der akademie (tot het be
komen waarvan men zich dagelijks aan den heer van de Sande Bakhuyzen,
penningmeester der akademie, op de Nieuwe Haven alhier, of bij een der
leden van den Raad van Bestuur kan aanmelden), het regt geeft, of wel,
om zelf van het ondervvijs gebruik te maken, of om eenen jongeling in zijne
plaats daarheen te zendenen alzoo bij de meestgepaste weldadigheidtevens
<ien bloei te helpen bevorderen eener inrigting, die onder de bescherming
van het Vorstelijk Huis en van het stedelijk Bestuur reeds zoo vele bekwame
teekenaars. bouwkundigen en handwerkslieden heeft opgeleverd.
Van Vliardingen meldt men van den 24sten dezer, dat aldaar in de af.
getoopen week zijn aangekomen 22 schepen, waaronder 2 van Zwartewaal,
te Maassluis 4 en te Enkhuizen t, te zamen 27, met 310J lasten haring.
Nog slechts twee schepen vanVlaardingen ontbreken, waarvan één in Texel
binnengeloopen is. als wanneer de geheele haringvloot zal zijn teruggekeerd.
Te Amsterdam heeft den 2jsten dezer, in het nieuwe voor de Akade
mie der beeldende kunsten bestemde gebouw, de nitdeellng der priizen plaats
gehad voor de door die Akademie bekroonde stukken. De heer Mr. F. van
de Pollbestuurde als voorzitter de plegtigheid en opende de vergadering
■met eene toespraak, waarna de uitdeeling der prijzen plaats vond. Het ge
tal leerlingen aan die Akademie is thans over de 500.
Te Middelburg zal een der stads bolwerken dezen winter in den heden,
daagschen smaak tot eene openbare wandelplaats worden ingerigt.
SPANJE.
Het Journal des Débats bevat onder anderen bet volgende over den tegen-
woordigen toestand der Spaansche Regering:
Al degenen, die in het lot van Spanje belang stellen, en wier geloof aan
de wedergeboorte van dat edel land nog leeft, volgen met pijnlijken angst
de ontwikkeling der Regerings-krisiswaarin her thans gewikkeld is. Naanw.
lijks zijn twee maanden verkropen, en reeds moet men die openbare vreüg.
debedrijven en die nationale geestdriftwelke het nieuws van het vredesver
drag van Bergara van stad tot stad opwekte, in de rij der herinneringen
plaatsen. Twijfeling maakt zich op nieuw van de gemoederen onder geheel
de natie meester, en ditmaal is de ontmoediging te onherstelbaarder, onltiat
zij haren oorsprong met aan nieuwe tegenspoeden, aan nieuwe gevaren,
maar aan het misbruik maken van eene nog onvolledige zegepraal, ontleent,
die voor den prijs van jaren strijds en lijden was gekocht. En waarlijk, als
wij zeiven, in vollen vrede, bij net genot van volkomen crediec en van dé
grootste stoffelijke welvaart, zoo veel moeite hebben, om zonder te bezwij
ken de van tijd tot tijd wederkeerende koortsen van het parlementaire leven
door te staan; als eene krisis van eenige dagen genoegzaam is, om de vruch.
ten van jaren van rust en arbeid in de waagschaal te stellen hoe zal dan
een land, 'nog minder dan het onze aan die nieuwe inrigtingen gewend, en
sedert lang door oorlogoproer en regeringloosheid geteisterdde kracht
bezitten, om aan die hevige schokken wederstand te bieden? Hoe zonden
de provinciën, nu zij het centraal Bestuur meer dan ooit aan ontbinding ten
prooi zien, kunnen besluiten, om van hunne plaatselijke privilegiën afstand
te doen en eene naauwvereenigde natie te vormen? En welke verwonderlijke
denkbeelden kan men verwachten, dat zij zich van de nationale eenheid
vormen, als zij zien, dat de Kamers, geroepen om die tot stand te brengen
zeiven het voorbeeld van de jammerlijkste regeringloosheid geven?
De hemel beware ons, dat wij daarom aan de toekomst van het grondwet
tig stelsel, zelfs te Madrid, zouden wanhopen! Maar ons vertrouwen zou
voorzeker weinig geregtvaardigd zijn, als het enkel op de bewijzen van be
kwaamheid, liefde voor de orde en staatkundig inzigt berustte, die de Cortes
van 1839 tot nü toe gegeven hebben. Men kan een onverwacht geluk niet
loszinniger bederven niec hardnekkiger de gunsten der fortuin misbruiken
dan zij gedaan hebben. Wat heeft men van de eerste dagen der zitting af,
toen geheel Spanje met ongeduld afwachtte, dac ae gelukkige gebeurtenis
van Bergara de bekrachtiging der wetgeving verkreeg, niet ai tijd met rede.
kavelen verspild, tot dat eindelijk de algemeene omhelzing van den 7 Octo.
ber plaats had en de uit exaltados zamen'gescelde meerderheid zich verwaar.
digde, om het land gerust te stellen, en daaraan genadiglijk een vrede te
schenken, oie niec van haar afkomstig was! En is het niet diezelfde onvoor-
zigtige meerderheid, die de hartstogten der bevolking opgewekt, en daar.
door veroorzaakt heefcdat de opstand en de weigering van het betalen van
belastingen thans openlijk in de hooldstad en in de provinciën gepredikt worden?
Wij wenscheu met geheel ons hart het einde van oie krisis. De Regering
wordt daaronaer magteloosde Kamers verliezen hare achting, en de bevol
king wordt alles moede. De Koningin zal, zoo men hopen mag, een hech.
ten en trouwen steun vinden in den man, wiens bekwaamheid en geduldige
moed reeds dreigende gevaren toe een goed einde hebben gebragt. Het wel
bekende karakter van den Maarschalk Espartero. de gematigdheid in zijn
vroeger leven aan den dag gelegd, zijne regtschapenheid als staatsman en
bijzonder burger, moeten de bezorgdheid van eenen anderen aard wegnemen.
Het land verlangc niets meer, dan tot eiken prijs uit eene regeringloosheid te
worden gered, die thans den vrede bedreigt, zoo als zij vroeger den oorlog
heefc onderhouden; de bevolking wenscht een geregeld bestuur, herstelling
van het crediecorde in de geldmiddelen; zij is nog te zeer aan eene vrees
selijke werkelijkheid ten prooi, om geestdrift voor afgetrokkene begrippen
en schelklinkende woorden te kunnen koesteren-; de bevolking eindelijk ver.
ontrust zich op dit oogenblik minder over de vraag, wie regeert en bestuurt;
dan wel over die, of er nog eenig bestuur boven haar geplaatst is.
Door eene telegraphische depêche, den 23 November te Parijs ontvan
gen, is bekend gewordendat, volgens besluit van de Koningin-Regentes,
de Cortes ontbonden zijn; Madrid bevona zich rustig.
Bijzondere berigtenbijna gelijktijdig met de telegraphische depéene aan
gekomen, deelen den inhoud van dat besluit in dezer voege mede:
In overweging nemende, hetgeen mij door mijnen Raad van Ministers is
voorgelegd ten aanzien van de noodzakelijkheid om den nacionalen wil te
raadplegen, in de gewigtige omstandigheden, waarin de openbare zaken ver
keeren, krachtens de mij bij de constitutie toegekende regten, uit naam mijner
doorluchtige dochter, de Koningin Isabella IIen ingevolge art. 2 6 der con
stitutie, neem ik het volgende decreet:
Art. 1. De Kamer der Afgevaardigden is ontbonden.
Art. 2, Ingevolge art. 19 der constitutie, zal het derde gedeelte van den
Senaat worden hernieuwd.
Art. 3. De nieuwe Cortes zullen den 18 Februarij 1840 in de hoofdstad
der monarchie vergaderen."
Tevens weet men, dat dit besluit der Koningin niet genomen is, dan nadat
het Ministerie in den zin der gematigden of Jovellanïstenzooals zij genoemd
worden, is gewijzigd geworden. Het Ministerie is thans zoodanig zaamge
steld: Evariste Perez de CastroVoorzitter van den Raad en Minister van
Bnirenlandsche Zaken; Francisco Narvae2, Minister van Oorlog; Jose de San
Milla, Minister van Financien; Lorenzo /trrazoldMinister van Justitie;
Saturnino Calderon CollanterMinister van Buitenlandsche Zaken; en Manuel
Montes de Oca, Minister van Marine.
De partij der heethoofdigen is ten uiterste verbitterd over dezen maatregel;
echter moet de Koningin genoegzaam berekend hebben, dat zij in het tegen
woordig tijdspunt niets kunnen te weeg brengen. Deze nogtans hebben reeds
lang zaden van misnoegen gestrooid en dezer dagen nog de burgers aangezet
om hunne belastingen niet te betalen, daar zij door de Cortes niet zijn
goedgeitemd.
Uit Arragon schrijft men, dat Cabrera de trouw van de bezetting van
Cantavieja heeft op de proef willen stellen en zich ten dien einde aan het
hoofd van eenige manschappen des nachts onverhoeds voor de vesting ver.
coondonder het aanheffen van den kreet van: Leve Isabella II. De soldaten
hebben hem met een hevig kanonvuur begroet en de vrijwilligers hebben
zeifs eenen uitval gedaan. Cabrera heefc daarover aan de Öezecting ziji-e
meeste tevredenheid betuigd.
Cabrera heeft alle personen, die, door Espartero uit hunne bezittingen
verdreven, naar zijne versterkte plaatsen heengezonden zijn, doen afwijzen;
het is. op doodstraf verboden hen binnen te laten, Hij heeft onlangs drie
inwoners van Alcoriza doen doodschieten, omdat zii aan Espartero hunne
woningen tot huisvesting hadden aangeboden. Een officier, door de Maar
schalk Soult aan Cabrera afgezonden, heeft het niet durven wagen tot hem
te naderen, maar is naar Saragossa teruggekeerd.
De Carlistische Generaal Llarigostero heeft eenen stoiiten aanslag tegen
Barrachina ondernomen, welke stad tusscheu Segura en Calamoeha is getg»