L E Yd S C II E A". Ï*39. VMJDAG, N°. 131. te' OEWOm Vri Tr W^EClh \V. COURANT. i NOVEMBER. NEDERLANDEN. Leyden den 3isten October. Men meJiC U'c's Gravenhage van den 30 October: Heden 'P den middag heeft eene bezending uit de beide Kamers der Sca- Aen-Gen-raal z'c^ naar .het paleis des Konings begeven, om aan Zijne Maj. bet navolgende adres van antwoord op de troonrede bij het openen der te genwoordige zitting, welk adres achtereenvolgende door de beide Kamers is vastgesteldaan te bieden: „Sire! „Het strekt den Staten-Generaalna zoo lange jaren van onzekerheid en spanning, tot eene vernieuwde stofte van blijdschapals vertegenwoordigers van liet Nederlandsche Volk, aan Uwe Majesteit hunne eerbiedige en opregte hulde te mogen aanbieden. Bij de herdenking aan dien drukkenden toestand en aan hetgeen daartoe aanleiding gaf, bij de beschouwing der schikkingen, bestemd om daaraan een einde te maken, bij de credachte dai, hoezeer liet Vaderland op gunstiger voorwaarden billijke aanspraak ma ken koude, de eer ongeschonden is gebleven, vestigen vvy voor de toekomst onze hoop bijzonder op den band, welke dat Vaderland bij aanhoudendheid met Uwe Majesteit en Hoogstdeszelfs Huis vereenigt. Wij vinden daarin eenen bevredigenden waarborg, dat óns volksbestaan door de kracht eener, met de Natie op liet innigst vereenigde regering, zal worden verzekerd, ons Staatsgebouw door grondwettiglijk daarin te brengen veran deringen bevestigd, de algemcene welvaart bevorderd, zoo door de maatregelen van een tot heil der ingezetenen werkzaam bestuur, als doof alle de daartoe met gemeen overleg vast te stellen wettelijke bepalingen. „Van geen gering gewigt is in zoodanige omstandigheden de stand der buitenlandsche betrekkingen, en met genoegen ontwaarden wij, dat dezelve door onderlinge gevoelens van vriendschap en welwillende belangstelling gekenmerkt blijven. „Wij hopen, dat de met dc Vereenigde Staten van Amerika, en met de Staten van bet Duitsche Tolverbond gesloten handeistractatennieuwe waarborgen voor de uitbrei ding van den bloei van Neder-land zullen opleveren. Wij zijn overtuigd, dat d.tor Uwe Majesteit alle pogingen worden aangewend, om de geheele uitvoering van het Tractaat met België te verzekeren en te bespoedigen; en wij vertrouwen, dat daarbij de regten van het Vaderland ongeschonden zullen bewaard bïïjvtii. „Wij zullen met belangstelling de toegezegde openingen ontvangen, omtrent de rege» ling der vergoeding in grondgebied, ten behoeve van her Duitsche Bondgenootschap, voor het afgestane gedeelte van het Groot-Hertogdom Luxemburg. Het tijdstip is nu geboren, tot dc vooraragt van wijzigingen in onze staatkundige instellingen, overeenkom stig de mededeeling, bij den aanvang van den jare .183.1van wege Üwe Majesteit, in onze vergadering gedaan. Was die mededeeling destijds den Staten Generaal hoogstaan- genaam"thans zien zij dc vpgfdragt dier wijzigingen met verlangen te gemoet. „Wij verheugen ons, dat de omstandigheden gedoogen, de krijgsmagt op den voet van vrede terug te brengen, zoo door de ontbinding der vrijwillige corpsen en mobiele Schutterijen en van het leger te velde, ais door het verkenen van ontslagen en verloven. „Terwijl wij, in het algemeen belang, de nadering toejuichen tot liet standpunt,'waar op de Nationale Militie zich in gewone tijden moet bevinden, en de bespoediging daarvan verlangen, stellen wij de trouw en vaderlandsliefde op hoogen prijs, door dc Nederland sche krijgsmagt in de -afgeloop.cn jarenbij liet eervol vervullen barer pligten, ten toon gesoreidwelke haar den lof van Uwe Majesteit en de dankbaarheid van geheel het Ne derlandsche Volk zoo waardig maken. „Vestigen wijmet Uwe Majesteit, her oog op onze binnenlandsche aangelegenheden, zoo treffen, ons, bij den geregelden gang van liet bestuur, de bloei van handel en scheep vaart en de vooruitgang van het fabrijkwezeiiook de graan- en veldgewassen over liet algemeen, vooral in verhouding tot de uestaande prijzen, leverden niet ongunstige uit komsten op. Nuttig en bevorderlijk voor deze bronnen van nationalen rijkdom zijn uitgebreidere land- en water-conïmunictiëii, en droogmaking van waterplassen, welker voortzetting daaraan dienstbaar zal worden gemaakt. Uit hetzelfde oogpunt beschouwen wij de aan moediging van ontginningen en landverbeteringenwelke dringende wettelijke bepalingen vorderen. Onderwijskunsten en wetenschappen waren lang een deel van Neêrlands roemen moeten dit, niet zorg aangekweekt en beschermdsteeds blijven „Wij verheugen ons over den toenemende» voorspoed dér Oost-Indische Bezittingen, en vernemen met genoegen, dat de aandacht van Uwe Majesteit op de belangen onzer West-Indische volkplantingen gevestigd blijft. „Met alle de zorg en naauwkeurigheidwelke het belang van liet onderwerp vordert, zullen wij de aangeboden begrootingswetten onderzoeken, gelijk ook de wet tot regeling van andere financiële aangelegenheden, in verband met hetgeen betrekking heeft tot de Oveizecsche Bezittingen. „Wij betreuren het, dat de regeling der overschrijving vgn dat gedeelte der publieke schuld, hetwelk op België rust, nog niet die vorderingen heeft gemaakt, welkë wij, met Uwe Majesteit, pewenscht hadden. Wij vertrouwen, dat de uitvoering van het daartoe betrekkelijke artikel van het Tractaat van Londen, waarop wij, na al wat ons ontzegd werd, zoo regtmatige aanspraak hebben, riiet langer zal achterblijven. „Door de invoering der Nederlandsche wetgeving, is in eene nationale behoefte eroo- tendeels voorzien Nog vollediger Zal dat doel bereikt worden door de vaststelling van ten wetboek van strafregt. Het voorgestelde eerste gedeelte van dit wetboek zal door ons met den meesten ijver worden onderzocht, en wij vertrouwen, dat de voortzetting van dien arbeid geene vertraging zal ondervindenzoodra ae uitslag der beraadslagingen •tover de beginselen zal bekend zijn. Steeds zullen wij, en het tegenwoordig tijdstip geeFt daartoe meer dan immer aan leiding, met bedachtzaamheid en vaderlandsliefde het gemeen overleg uitoefenen, ten opzigte van alle die onderwerpen, welke met de teederste belangen van Nederland in ver band staan, en welker regeling, onder den zegen des Allerhoogsten strekken kan otn het wezenlijk geluk te bestendigen van een Volk, gekenmerkt door gehechtheid aan zijne instellingen, gelijk door liefde voor Üwe Majesteit en Hoogstdeszelfs Huis." Heden hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der Scaten-Gene- raai met het onderzoek def begrootingswetten een aanvang gemaakr. Mor gen zullen de raadplegingen over dezelve worden voortgezet. Tevens is heden aan de leden, in hunne onderscheidéne sectien, kenbaar gemaakt de mededeeling van Zijne Exc. den Minister van Koloniën, omtrent den staat der Nederlandsche Oost-Indische Bezittingen en nopens de vruchtendie dezelve hebben afgeworpen. Voor als nog is die mededeeling geheim. Meti spreek: er van dat eerstdaags door Zijne Exc. den Minister van Bui- kenlandsche Zakenaan de Kamers mededeeling zou worden gedaan van de wijze, waarop bet onderwerp van de vergoeding in grondgebied aan het Duitsche Bondgenootschapvoor het afgestane gedeelte van het Groother togdom Luxemburg is geregeld geworden. Gelijk men weet, is in de troon, zede aan de Kamers toegezegd geworden, dat deswege opening zou wor. tien gedaan. Zijne Maj, beeft den Generaal-Majoor van Balveren eervol ontslagen Van de hem opgedragene inspectie over de depóts der afdeelingen en regi- menten knrassiers, met bepaling, dat hij over den paardenstoéterij te Borculo en over de Koninglijke rijschool te 's Gravenhage het toezigt zal blijven behouden. Zijne Hoog Eerw. Ant. AntonucciKamerheer-honorair van den Paus Grfgorius XVI y vice-Superior der Hollandsche Zending en Zaakgelastigde van den H. Seoel bij Zijne Maj. den Koning der Nederlanden, enz, heefc aan alle zijne onderhoorige een herderlijken brief gerigtover de viering van het elfde eeuwfeest van iVillebrordusApostel der Nederlanden, of de heugelijke herinnering, dat deze prediker, nu 1100 jaren geleden, het Evangelie in deze gewesten verkondigde. JVillebrordus is, volgens het meest aangenomen gevoelen, op 7 November 739 nestorven. „En wat is •nu billijkervraagt Z. H. Eerw.,dan dat gij, M. Gel., door dit jubeljaar aan die gewigrigé gebeurtenis bijzonder herinnerd, den Heer uwe dankbe tuiging komt brengen, en op eene bijzondere wijze erkentelijk zijt voor al de weldaden en gunsten, die Hij voor zijnen dienaar li'illebior dus over U in uwe Vaderen zoo rijkelijk heefc uitgestort? Z. H.Eerw. wilde dan ook van zijnen kant, de Gel. in deze pligisvervnlling te gemoet komen, en hunne godsvrucht tot eene waardige viering van dit belangrijk feest nog meer op wekken. Te dien eir.de heeft Z. H. Eerw. zich gewend tot Paus Gregorius Xl^I, en van Hem ootmoedig verzocht, dat hij aan alle onderhoorigen, tijdens deze feestviering, eenen vollen aflaat, bij wijze van jubilé vergunne; en Z. H. Eerw. acht zich gelukkig de Gel. te mogen bekend maken, dat de Paus, die steeds blijken geeft van genegenheid voor en bijzondere belang, stelling in de Hollandsche Zending, deze bede goedgunstig heeft rrege. staan, tot aanwakkering en belooning tevens van hunne standvastigheid in het geloof hunner Vaderen, en gehechtheid aan den Apostolischen Stoel. Dien ten gevolge is aan alle geloovigen bekend gemaakt, dat deze voile aflaat bij wijze van jubilé zal kunnen verdiend worden in al de plaatsen, aan dit gees telijk gebied onderworpen, en wel van Zondag den 3 November aanstaande tot en met Zondag, den i7den derzelfde maand. Z. H. Eerw. maant de Gel., ten slotte van dezen herderlijken brief, aan, om, onder voorspraak van fVillehtorduste bidden voor hec heil van hun Vaderland, voor hunne geestelijke en wereldlijke Overheden, voor den bloei der Zending, en voor allen, die met hem aan de zaligheid hunner zielen arbeiden. „Bidt den Aller hoogste, aat de godsdienstige ijver, die hier, dank zijnen zegen, zoo vele vruchten draagt, in de harten aller geloovigen meer en meer worde opge wekt, dat de band van liefde en eensgezindheid, die tusschen Priesters en Leeken zoo gelukkig bestaat, naauwer en naauwer worde toegehaald; smeekt om volharding in het voorvaderlijk geloof voor u en voor uwe afgedwaalde broeders den terugkeer in den schoot der eenige ware Kerk, opdat ook in onze dagen, het Rijk van Jezus Christus op aarde worde uitgebreid, en het geloovige Volk zoo in getal als in deugden, gestadigen wasdom krijge." Alhier is uitgegeven eene kaart van 's Gravenhagemet de omliggende dorpen en buitenplaatsen vervaardigd door den heer SIV. van der Noordaa landmeter van de eerste kiasse, teekenaar bij de provinciale bewaiing van het kadaster alhier. Deze kaart bevat niet alleen de stad 's Gravenhage en derzelver omstre ken, .maar het ganschc gedeelte van de kust van Zuidholland langs de Noord, zee, uitmakende de gemeenten Wassenaar en 's Gravenzandeen voorts een gedeelte der gemeenten Monster, de gemeente Loosduinen, een groot ge deelte van die van Rijswijk en Voorburg en verscheidene polders onder Rijn. land, beoosten de landscheiding tusschen Rijn- en Delfland. De inhoud van deze kaart, lang 0,950 el, hoog 0,625 el, stelt voor eene oppervlakte van ongeveer drie en twintig duizend bunders. In het Algemeen Handelsblad van gisteren leest men: Het schijnt zeker, dat de zwarigheden, die zich bij de Commissie te Utrecht hebben opgedaan, van tweederlei aard zijn. De eerste betreffen vorderingen, welke Belgie vermeent ten onzen laste te hebben, en die men zou willen compenseren met de vijf millioenen, door dat Rijk jaarlijks aan Holland te betalen. Hieromtrent valt er geen twijfel of Belgie zal het on. redelijke en onwettige van dien eisch inzien. Artikel 13 des tractaats van 19 April 1839 is-te duidelijk, dat hetzelve dergelijk stelsel ooit zou kunnen regtvaardigen. De anderen ontstaan uit de wijze van overschrijving, of wel van kapitalisatie der schuld door Belgie jaarlijks aan ons te voldoen. Ten dien opzigte weten wij stellig, dat men zich dezerzijds alle,zins heeft be reid betoond om aan de redelijke verlangens van Belgie te gemoet te komen. De inschikkelijkheid, door Holland aan den dag gelegd, behoeft dus slechts te Brussel nagevolgd te worden, om ras de vriendschappelijke verhouding tusschen de beide landen te doen plaats grijpen, welke de wederzijdsche belangen vorderen, en waarop de Minister van Financien in zijne jongste redevoering het vooruitzigc opende. Uit Haarlem meldt men van den 28 October: Naar men verneemt, is dezer dagen door tusschenkomst der gemeente besturen, ter kennis der belanghebbenden gebragt, dat voor het vee, het. welk aan de tongblaar, of het mondzeer, komt te sterven, geene tegemoet, koming uit hec fonds voor den landbouw wordt verstrekt, maar alleen voor deszelfs uiterlijke bekleedselen. Den 28 October heeft re Utrecht de private promotie in de Reuten plaats uehad van den heer A. G. IVijersvan Zutphen, na zijn Specimen Ju. ridicum inauguralede cura ex JureFrancico et Hodiernoverdedigd te hebben. Te Doesburg is tot Conrector bij de Latijnsche School aangesteld .7. HazenbergDoctor in tie Letteren uit Leyden. De Belgische Afgevaardigdendie door de aan Nederland afgestane gedeelten gecommitteerd waren, zullen, krachtens hun mandaat, tot in 1841 zitting in de Kamer van Afgevaardigden blijven houden. Zij zeggen dat zij volgens de constitutie niet hunne provincie, maar het geheele land vef- tegeiiwoórdigen. RUSLAND. De ongesteldheid der Keizerin, welke zeer gevaarlijk geweest is, Is iri zoover geweken, dat H. M. eerlang naar de warmere zuidelijke streken van het Rijk, namenlijk naar den Krim eene reis ondernemen zal. N11 is de Grootvorstin Olgay tweede dochter des Keizers zeer ernstig ziek gewor den en men verontrust zich hevig over haren toestand. Dat er aarme^keliike oorlogs-toerustingen iri Rusland en wel in het zuiden des Rüks gemaakt worden, kan men daaruit gemakkelijk besluiten, dat bij eene aankondiging in het Russisch Regeringsblad van Polen, alle ge- neesheerendie in Russische dienst wenschen te tredepuicgenoodigd wor den zich ten spoedigste naar Odessa te begeven, daar er 600 genees- en heelkundigen noodig zijn. Voorleden jaar bereikten in Rusland 858 menschen den ouderdom van 100-105 jaren; 125 dien van 110-115» *3° d'en van 116-120; 111 dien van 121-125; 3 dien van 126-130; 5 dien van 131-140; 1 dien van 145; 3 dien van 150-155; I dien van 160, en 1 dien van 165 jaren. SPANJE. Telegraphisciie Depêche. Madrid, 22 October De Minister van Binnenlandsche Zaken en van Marine hebben bij Hare Majesteit een verzoek om ontslag gedaan, hetwelk door deze is toegestaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1