rmWM A0. 1839. LEYDSCIIE <i*wooN iVI 138. COURANT* VRIJDAG, ï-JZ'tC.J 25 OCTOBER. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennisse dër Miliciens van de ligtingen van de Jaren 1830 tot 1834, voor deze Stad in dienst ne Vtëld, dat derzelvcr Paspoorten, dagelijks uitgezonderd de Zondagen, des voormiddags tüssclien tien en een ureverkrijgbaar zullen zijn ter Secretarie dezer Stad, mits zich daartoe in Persoon aanmeldende. Leyden, den 17 October 1839. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. de Mey; Ter ordonnantie van dezelve v. puttkammék. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen mits deze ter kennisse van de belanghebbenden, dat bij Hun Ed. A club. van den Heer Controleur der Directe Belastingen is ontvangen, het derde A any ullings-Kohier der Personeelê Belastingover den jare 1839 en welke op den 19de» dezer maand is executoir verklaard cn dat dezelve aan den Heer Ontvanger is verzonden, Leydenden 24 October 1839. J. G. de M e y. Ter ordonnantie van dezelve, v. Put t k a m m e r. NEDERLANDEN. Leyden den 24sten October. Heden heeft aan onze Hoogeschuol de private promotie in de Geneeskunde plaats gehad van G. J. F. Merz, van 's Gravenhage, met eene dissertatie, de Nephrorrhagia. Gisteren is er eenë convocatie van HH. Studenten gehouden, waarin tot eene Maskerade, den 8sten Februarij aanstaande te houden, besloten is, en zijn 10 Commissarissen benoemd, om dezelve te regelen. Hetgeen de Maskerade zal voorstellen, zal in de volgende maand floor Commissarissen ter algemeene goedkeuring voorgedragen worden. Men meldt uit 's Gravenhage van den 23 October: De Eerste Kamer der Staten-Generaal beeft gisteren hare werkzaamheden aangevangen, en zich geconstitueerd. De geloofsbrieven van den Baron Chassé en den heer van der Hoop, die laatstelijk tot leden der Kamer zijn benoemd, zijn onderzocht en in orde bevonden, en beide die heeren heb. ben zitting genomen. Heden middag ten 12 ure is de Commissie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die gisteren gelast geworden is de lijst van drie Candidacen voor het voorzitterschap dier Kamer, gedurende de tegenwoordige zitting, aan den Koning aan te bieden, bij Hoogstdenzelve toegelaten en heeft zich van hare taak gekweten. Ziine Majesteit heeft aan de Commissie geant woord, dat Hoogstdezelve zich onmiddellijk met de te doene keus zou bezig houden, ten einde de belangrijke werkzaamheden der Kamer dadelijk zouden kunnen aanvangen. Heden middag verzekerde men, dat 's Konings keus op den eersten Can- didaat, Jhr. O. van Swinderen van Rensuma, die uit Groningen is afgevaar digd, zou gevallen zijn; dat van deze keus morgen aan de Tweede Kamer, in eene alsdan te houden zitting, zou worden kennis gegeven, en dat de tot voorzitter benoemde heer van SwinJeten aisdan tevens ae nem opgedra gen vereerehde betrekking zou aanvaarden. Fan den eesten October. In de zitting van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal van heden, is het Koningrijk besluit ontvangen, waarbij Jhr. O. van Swinderen van Rensuma tot voorzitter der Kamer, gedurende de te genwoordige zitting, wordt benoemd. Dientengevolge is Jhr. Mr, de Jonge met eene toepasselijke rede, als zoodanig afgetreden, terwijl Jhr. van Swin. deren zijne nieuwe betrekking, met eene toepasselijke rede heeft aanvaard. Zijn ingekomen vier Koninglijke boodschappen, ten geleide van even zoo vele ontwerpen van wet, als: i°. een, houdende bepaling van den duur der verantwoordelijkheid van de bewaarders der hypotheken en het kadaster; 2°. een, houdende bepaling, dat de ambtenaren van het Openbaar Minister voortaan geen deel zullen hebben in de boeten, welke als straf worden óp. gelegd in zaken, met welker vervolging zij beiast zijn; 30. een, tot weg. neming van de bezwaren, die dikwerf ontstaan bij het vorderen van certifi caten, strekkende ten bewijze van voldoening aan de Nationale Militie; en 4°. een aantal ontwerpen, houdende het eerste bpek van het wetboek op het strafregt. Alle deze stukken zullen worden gedrukt en aan de afdee. lingen verzonden. Is ingekomen eene missive van den Secretaris van Staat, houdende kennis, geving, dat Zijne Exc. de Minister van Financien door den Koning is gelast, om zich op morgen naar de Tweede Kamer te begeven om namens Zijne Maj. eenige ontwerpen van geldelijken aard, aan dezelve aan te bieden. Er wordt eene Commissie benoemd, om den Minister alsdan te ontvangen en uit te geleiden. Is ingekomen een brief van de Algemeene Rekenkamer, houdende de ken. nisgeving van het openvallen eener plaats in dat Collegie, ten gevolge van de benoeming van Mi. P. Bicker Caarten, gewezen lid dier Kamer, tot eene indere betrekking. Wordt besloten de verkiezing van drie Candidaten tot vervulling der open gevallene plaats, voorloopig uit te stellen. Reeds zijn er onderscheidene requesten van verschillende personen ingekomen, die verzoeken bij de te doene keuze in aanmerking te komen. Wordt benoemd eene Commissie, zamengesceld uit de heeren: de Jonge SchimmeipenninckSnouck Hurgronje, Sandberg en Ferwey-Mejanbelast met een ontwerp van sdresin antwoord der Troonrede, te vervaardigen en aan de Kamer voor te dragen. Eindelijk wordt er overgegaan tot de zamenstelling van de afdeelingen voor de maand October, en worden tot derzelver vdorzitters en onder-voor. zitters benoemd de heeren: iste afdeeling, Schimmeipenninck en Sandberg; 2de afd.. Cats en Sntuck Hurgronje3de afd. Rappard en Bakker4de afd. Luzac en Dyekmeester5de afd., van de Poll en van Sijtzama. De vergadering is tot morgen ten 12 ure gescheiden. Z. M. heeft den Minister van Justitie, omtrenc de veiligheids-maatre. gelen, welke met betrekking tot bet vierde district van Zeeland zouden be- hooren genomen te worden, getnagtigd, om een ze cal buitengewone ge- regtsdienaren, voorloopig, gedurende den tijd van zes maanden, te doen aanstellen. In een Engelsch dagblad wordt gezegd, dat Zijne Maj. onze Koning de Koningin van Spanje zou erkend hebben. Ingevolge de voorschriften van art. 45 4 der wet op ae personele belasting van den 29 Maart 1833, wegens het atschsiFen van paarden vóór den isten November, zal eene afschrijving kunnen plaats henben over de overige zes maanden van het loopende dienstjaar, mits men zich daaicoe in reclame voorzie, op ongezegeld papier, aan heeren Gedeputeerden Staten der provincie te rigten, en vóór gezegden dag bij heeren Controleurs der directe belastingen in te dienen. Over de geldleening -door bet kantoor Hope Comp., te Amsterdam geopend, (zie ons vorig nommer), wordt uit's Hage het volgende gemeld: Kundige financiers alhier hebben met veel belangstelling eii bijval do be. zorgdhéid waargenomen- die hec hnis Hope te Amsterdam aan den dag lege om mede te werken, ten einde de geldcnsis in de Vereenigde Staten te doen ophouden. Het is toch die crisis, welke grootelijks op de geldverlegenheid in Engeland terug werkt, en welke, zoo zij zich nog r.iec ten volle op de Nederlandsche markt heeft laten gevoelen, deze toch in hec einde-daarvan niet zon vreemd hebber, kunnen doen blijven; als wanneer de gevolgen, bij andere financiële aangelegenheden des Rijks, niet te berekenen zouden zijn geweest. Lof derhalve hec alom geachte huis, hetwelk mede dat gevaar heelt willen afwenden. De maatregel, thans door dit hhis bedoeld (en waar- van wij bereids met een wcord gewag hebben gemaakt) strekc daartoe om voor rekening van de Amerikaansche bank te Philadelphia, bij wijze van be- leening, tegen goed onderpand, eene geldopneming van 10 millioen guldens Nederl. te openen. De aflossing daarvan zou 111 vijfjaren, of zoo veel vroe ger als mogelijk, geschieden, hec is te hopen, dat deze maatregel, gevoegd bij de mee onaanzienlijke geldbczendingen, welke de heer Juudon, Hoofd- Agent der Amerikaansche banken te Londen, dezer dagen ontvangen heeft; in staat zullen zijn, om hec crediec van het groote gemeenebest aan gene zijde van den Oceaan te steunenen alzoo de bauk-aangelegenheden in Grooc- Britannie mede ie hulp te komen. Hec strekt der Nederlandsche Bedachtzaamheid tot eere, dat, bij ai dé financiële beslommeringen in andere landen, 011s crediet niet alleen stevig is gebleven, maar men thans ook niet door kwalijk geplaatste onverschillig heid afkeerig is om te helpen daar, waar men tijdelijk hulp behoeft, en waar volslagen financieel verderf ook in Nederland de noodloctigste gevolgen zoii na zisu slepen. lilt Amsterdam meldt men van den 23 October: De eerste klasse van het Koninglijk-Nederiandsche Insticuuc van Weten, schappen, Letterkunde en Scnoone Kunsten, hoeft op heden hare twaalfde openbare vergadering gehoudenonder voorzitting van den heer PF. S. Swart. Na het openen der vergadering gedacht de voorzitter in eene beknopce rede de wetenschappelijke verdiensten van zoo veie leden en correspondenten, welke der klasse gedurende hec laatst verloopen cweetal japen door den dood wa-en ontvallen, en deelde vervolgens de nieuwe verkiezingen mede, door welke de klasse gemeend .Iieèft de opengevallene plaatsen te moeten vervullen: Hierna las de vaste Secretaris der klasse, de heer G. Frolik, hec verslag voor van de werkzaamheden der klasse sedert de laatscgehoudene openbare zitting, en deelde daarna den uitslag mede der prijsuicschrijving, waarbij bleek, dat de eerste klasse aan het ingezonden antwoord, op de vraag be. rrekkeiijk de oorzaaa van het longiijden van velen der blindgeborenen en doofstommen in de gestichten te Amsterdam en te Groningen, den uitge loofden eereprijs niet heef', kunnen toekennen, wordende wijders nog de nieuw uitgeschreven vragen van het volgende programma aangekondigd. Aisnu wendde de voorziccer het verzoek aan den heer G. J. Mulder, om der vergadering dacgene voor te dragen, hetwelk Zijn Eu. tot dit oogmerx bad bestemd. De heer Mulder plaatste zich daarop aan het spreekgestoelte en las vari daar eene verhandeling over den steeds toenemenden bloei en invloed van de be- oefening der Natuurstudie op welvaart en beschaving. Na het eindigen dier voorlezing, sloot de voorzitter deze openbare ver. gadering met eene korte en gepaste rede, daarbij den Edel Achtbaren lieer Burgemeester, eene Commissie uit den Raad dezer stad en verdere aanzien, lijke. genoodigden dank zeggende voor ue eere hunner tegenwoordigheid. Uit Haarlem schrijft men van den 22 Ociober: Heden avond heeft in een manufactoren-winkei in de Groote Houtstraat alhier, met gaz verlicht, eene felle uitbarsting van deze ontvlambare lucht plaats gehad. Het schijnt, dat, door een lelt in de gazpijp, zich eene ze. kere hoeveelheid gaz heeft verzameld in de ruimte tusschen het plafon vari den winkel en den daarover liggenden zolder, en dit gaz, bij het zoeken naar het lek, met licht, is ontbrand. Het plafon is vernield; de zolder is opgeworpen, en de glasramen zijn, zoowel beneden als boven, naar buiten uitgeslagen. Uit Middelburg wordt met eenige zekerheid gemeld, dat hec thans stellig besloten is, dat er in het jaar 1840 een standbeeld voor den Admi. raai Michiel Adriaanszoon de Ruyter, Neerlands grootste zeeheld, te Vüs- singen zal worden oDgerigc; reeds is een model, in klei vervaardigd, aan de Commissie over het standbeeld toegezonden. Uit Nijmegen metdt men van den 22 October Naar wij van goederhand vernemen, heeft de beziender van het tolkantoor* te Lobith, met namen van der Werf, na zich te Arnhem vrijwillig in arresc te hebben begeven, in deszelfs eerste verhoor verklaarddat hij zich voor. namelijk bij den regeer heeft aangegeven, om den blaam, welken men op de nagedachtenis van wijlen den heer ontvanger H. Castanienzeer te onregt heeft willen werpen, af te weren, als zijnde deze, aan al het voorgevallene, aan her tolkantoor te Lobith, volstrekt onschuldig, daar hij (van der Werf) en de Bruyn, beiden bezienders aldaar, volgens zijne eigene verklaringden heer Castanien op hec schandelijkste hebben bedrogen. T U R K Y E. De berigtén Uit de Tnrksche provinciën in Europa luiden ongunstig. Dé Christen-bewoners in Herzogewina waren aan zulke gedurige afpersingen blootgesteld dar er onder hen eene groote gisting 'heerschte en honderden hunner aan de Oostenriiksche Regering verzochc hadden naar Dalmatie té mogen verhuizen. In Scutari, dewijl die stad opgebonden had de zetel van een* pacha te zijn, was men zeer te onvreden. De Turksche Bey te Pris- eeud is verdreven, en de inwoners hebben zich eeu eigen bestuur gekozen.-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1