A0. 1839. L E Y D S C II E wiSL C O H A N tt NEDERLANDEN. O O S T - I N D I E. DUITS CHLAND. WOENSDAG, as :^'®fï8fer v<-'j "fte |'T-f frSLm JiUlïfM QE^vOC ■j. ,t<.i f.c - 9 OCTOBER, Leyden den 8sten October. 'Heden heeft aan onze Akaderaie de private promotie inde Medicijnen plaats ^gehad van Parkinson Gate!, uit Engeland; de dissertatio handelt Gastritide. Men meldt uit 's Gravenhage datde zaal der tentoonstelling, die met een fschoon stuk, een zeegezigt van Schelfhout, vermeerderd isop nieuwdenóden is bezocht door HH. KK-. HH. den Erfprins en Erfprinses van Oranje. Het doorluchtige paar heeft eenige der voornaamste stukken der tentoonstelling met eene welwillende opmerkzaamheid onderzocht en ten dien aanzien de volste genoegdoening betuigd. Den 7den heeft Z. K. H. de Prins van Oranje de tentoonstelling met een bezoek vereerd, waar de Prins iang genoeg gebleven is om met eene zigt bare belangstelling de merkwaardigste schilderstukken te beschouwen. Deze doorluchtige getuigenissen, gegeven door de leden der Koninglijke famielje bewijzen ten eenen male zoowel de verdiensten van de werken onzer kunste. naars als de hooge gunst door HH. KK. HH. aan de kunsten geschonken. Door Zijne Maj. is bepaald, dat het tractement van npn-activiteic voor den rang van Majoor bij de landmagt zal bedragen f 1300 's jaars. In de Staatscourant van gisteren leest men de volgende additionnele artikelen, gevoegd bij de beide overeenkomsten aangegaan in 's Gravenhage den 10 October 183d en 12 September 1837, ten einde de overbrenging te regelen der correspondentien en dagbladen tusschen de Nederlanden en Frankrijk: De Nederlandsche en Franiche Regeringen ,Jhet doelmatig geacht hebbende, nieuwe uitbreidingen te voegen bij de voorloopige schikkingen, den 10 Oc tober 1836 en 12 September 1837, tusschen dezelven aangegaan, voor het overbrengen, zoo der correspondentien als van de dagbladen en andere ge. drukte stukken, zijn omtrent de navolgende bepalingen overeengekomen: Art. 1. Te rekenen van den isten October aanstaande, zal er in transic door Belgie en langs den kortsten weg, op dezelfde voorwaarden als die welke jbij de schikking van 10 October 1836 zijn bepaald, eene uitwisseling van correspondentie worden daargesteld tusschen het Nederlandsche kantoor van Maastricht en de Fransche kantoren van Valenciennes, St. Quentin en Parijs, voor de brieven en dagbladen, welke de beide posterijen nuttig zui len achten, langs dezen weg te verzenden. Art. 2. Te beginnen met denzelfden dag zullen de wederzijdsche kantoren van Breda en St. Quentin gesteld worden in regtsfreeksche en wederkeerige correspondentie, op de voorwaarden, bedongen bij de voormelde schikking voor het overbrengen van de brieven en dagbladen tusschen Breda en Va. lenciennes. Art. 3. De regtstrèekscbe gemeenschap tusschen de kantören van Luxem. burg en van Thionville zal, te rekenen van denzelfden dag, hersteld worden op den voet der overeenkomst van 1817. Art. 4. De tegenwoordige artikelen zullen beschouwd worden als addi. tioneel tot de voorloopige schikking getroffen in 's Gravenhageden 10 Oc tober 1836, gelijk mede tot de toegevoegde overeenkomst van 12 Septem. ber 1837, en zullen van gelijken duur Zijn. Vastgesteld en geteekend in 's Gravenhage, den ao September 1839, rus. schen den Baron van Zuijlen van NijeveltMinister van Staat, belast ad interim met de directie van het Departement van Buitenlandsche Zakenen den Baron de Bois le Comtebuitengewoon Gezant en gevolmagtigd Minister van Zijne Maj. den Koning der Franschen. Heden is Z. H. de Prins de Chimay, buitengewoon Gezant en gevol. magtigd Minister van Zijne Maj. den Koning der Belgen aan het Nederland, sche Hof, in een plegtig gehoor, door den Koning, op Hoogstdeszelfs paleis in de Residentie, ontvangen, ten einde aan Zijne Maj. zijne geloofsbrieven te overhandigen. Zijne Exc. de Minister van Financien heeft bepaalddat de termijn voor de registratie der acten van aanstelling vaB uitvoerders de uiterste wils beschikkingen, in welken vorm dan ook vervat, dezelfde zijn als vóór de eigenlijke testamenten, onverminderd de bevoegdheid der belanghebbenden om de registratie dier stukken vroeger te vorderen. Men verneemt, dat Zijne Exc. de Minister van Justitie reeds in April 1839, op de weigering van den heer Griffier bij 'de Criminele Regtbank in Holland, om aan de verdedigers inzage të verleënen van de arresten en pro. cessen-verbaal der teregtzitting, heeft beslist; dat die verdedigers geen regt tot inzage dier stukken hebben. Naar men verneemt is bij de Hooge Regering ontworpen eene project- wet wegens het privilegie van 's Rijks schatkist, in verband met onze tegen, woordige wetgeving nopens verschillende directe belastingen. Den 5den dezer is Zijne Exc. de Baron Verstolk van Zee/en, die gedu. rende eenigen tijd eene buitenlandsche reize heeft gedaan, in de Residentie terug gekeerd. Zijne Exc. zal morgen de portefeuille van het Departement van Buitenlandsche Zaken weder op zich nemen. Wij vernemen, dat de boekverkooper K. Fufiri, in de Residentie, bet voornemen heeft een Pracht-Almanakof Jaarboekje uit te geven, hetwelk al het tot dus verre bestaande in ons vaderland in elk opzigt verre overtreffen zal. De prijs zal betrekkelijk zeer gering zjjn, en tusschen f 4 of ƒ5 be. loopen. Ook hebben wij tevens vernomen, dat H. K. H. de Erfprinses van Oranjedie reeds veel belang toont te stellen in de Nederlandsche taal en letteren, de opdragt van hetzelve welwillend heeft aangenomen. Uit Rotterdam meldt men van den 5den dezer: Sedert eenige tijd heeft men alhier weder eene andere soort van diefstal Uitgevonden. Men gaat namelijk bij nacht en ontijd op de weiden en be. rooft de paarden van hun schoonste sieraad, de staart. Dien ten gevolge ziet men dezer dagen de schoonste paarden niet alleen van dat voor hun zoo onwaardeerbaar geschenk der natuur ontdaan, maar menigen eigenaar wordt 'daardoor eene aanmerkelijke schade toegebragt. Deze praktijk wordt zoo. wel in de omstreken dezer stad als in het Overmaassche ten uitvoer gebragt. liet is te wenschen, dat het der Policie door hare aan den dag gelegde waakzaamheid moge gelukken, de daders op het spoor te komen, om aan die niet alleen zonderlinge ontvreemding van eens anders goed, maar tevens ook aan die barbaarsche verminking der paarden (want men snijdt hun de staart tot op de levensdeelen af) een einde te maken. Van Vlaardingen meldt men van den 6 October: In de vorige week zijn er 11 haringschepen binnengekomen, als 9 te Vlaar- dingen, 1 te Maassluis en 1 te Amsterdam van de Rijp, te zamen aanbren. fende ruim 130 last haring, terwijl heden vóór of in de Maas nog een der tigtal haringschepen wordt geseind. Ten gevolge van een en ander zijn de prijzen gesteld tot den 8sten dezer, den vollen enden maatjes-haring op f 23 en de ylen op 17 de ton zeestuks. De Ilaarlemsche spoorweg blijft nog altijd druk bezocht. Laatstleden Zondag zijn over denzelven weder 4000 personen vervoerd. Men berekent het getal menschen, dat sedert de opening op dien weg vervoerd is, op 20,000. Uit Utrecht schrijlt men van den October: Men verneemt, dat door de HH. Curatoren van deze Hoogeschoolter vervulling der vacature, ontstaan door het overlijden van den Hoogteeraar Ph. G. van Heusdeaan Zijne Maj. den Koning zijn voorgedragen: de heeren J. Bosscha, Hoogleeraar in de Geschiedenis en Oude Letteren te Amsterdam, en S. KarstenRector aan de L'atijnsche Scholen te Amersfoort. Men Verneemt, dat de heer F. A. IV. MiquelMed. Dr. en Lector te Rotterdam, bedankt heeft voor zijn beroep tot Hoogleetaar in da Kruid- en Scheikunde bij het Athenaeum te Deventer. Aan de Lage Zvvaluwe is in den nacht van den 5 October de huizing afgebrand met al het zich daarin bevindend materieel van den timmerman Cornells van Ginneken. Vijf jaren vroeger waren op die zelfde plaats vijf huizen door de vlammen verteerd. Behalve genoemde bewoonden nog drie gezinnen de woning, die daardoor, dewijl niets van den inboedel verzekerd was, in kommervolle omstandigheden geraakt zijn.) Batavia den 11 Junij. Volgens berigten van Ternate, heeft opden25sten Maart des middags omstreeks 4 ure, eene zware uitbarsting van den berg aldaar, plaats gehad, voorafgegaan door een donderend geluid, als een schot van het zwaarste geschut. De wind uit het (vesten waaijende, heeft de geheele negorij met eenen dikken aschregen gevuld, welke op de wegen en daken der huizen zigtbaar en zóó sterk was, dat die, door den wind naar Tidore voortgestuwd, ook spoedig den overwal geheel benevelde. Een half uur later is de uitbarsting op nieuw begonnen, en heeft bij tusschenpoozen tot half elf ure aangehouden, stroomen gloeljende lava naar de noordzijde van den berg afvoerende. Den volgenden morgen, ten half vier ure, hoorde men weder een geluid als van zware kanonschoten, en toen begon de uit. parsting ten derden male. In den donker konde men nu de uitwerping der vuurkolommen beter waarnemen. Een vrij sterke noorden wind dreef de rook en aschwolken voort, welke de zuidzijde van den berg geheel verauis. terden; terwijl, door het sterk vuur aan de noordzijde, de rand des bergs 'zich als geilluroineerd vertoonde. Het geheel moet een fraai natuur tooneel opgeleverd hebben. Toen op den 2ósten bet berigt van dit natuurverschijn sel van Ternate werd afgezonden, was de berg nog sterk aan hec rooken, en, daar de walm van meer dan eene plaats scheen op te komeD, veronder stelde men, dat er zich bij de uitbarsting één of meer nieuwe kraters moes ten hebben geformeerd. Twintig dagen te voren hadden de resident van Ternate A. J. van Olpen en de heeren van Duivenbode en Neys den berg, tot boven aan den krater, beklommen, en toen slechts ééne opening van 30 k 40 voet diameter kunnen gewaar worden, zoo als ook toen de sulferdamp maar alleen daaruic opsteeg. Negen jaren vroeger daarentegen hadden de twee laatstgenoemde heeren, bij het beklimmen van den berg, nog vier kraters waargenomen, omgeven door steile rotswanden, welke nu als in één gesmolten gevonden zijn. Voorts melden die berigten nog eenige burgerlijke en militaire benoemin gen, door den Gouverneur-Generaal de Eer ens, in de laatste maand gedaan. SPANJE. De Koningin-Regentes heeft aan den Maarschalk SoultRaadspresident in Frankrijk, de orde van het Guldevlies geschonken en aan den heer Ducha- tel, Minister van Binnenlandsche Zaken, het Grootkruis der orde van Karei III. De Commissie belast met het onderzoek omtrent de wet voor de fueros aan de Noordelijke provinciën toe te staan, heeft haar rapport den 25 Sep tember in de Kamer der Afgevaardigden uitgebragt. De meerderheid der Com missie was er voor om die fueros zeer te bekorten, de minderheid om dezelve geheel toe te staan, in zoo ver zij namenlijk met de aangenomen consti tutie des lands niet in strijd waren. De Regering wenscht dat tot dit laatste besloten werd. Óndertusschen behaagt ook hec voorstel der minderheid aan de geprivili. geerde provinciën in het noorden niet. De Basken hebben dan ook al door gematigde personen, die zich thans in Madrid bevinden, een zeer ernstig adres doen opmaken en aan de vergadering der Cortes indienen, waarin be toogd wordt, dat hun regeringsvorm, zoowel voor vrijzinnig, als voor zeer goedkoop tnoet aangemerkt worden; dat hunne voorvaders, de Canta- briers, zich noolc aan de Romeinen, noch aan de Mooren, noch aane enen anderen overheerscher hebbende onderworpen, dien regeringsvorm gevestigd hebben, welke zij voor eenige jaren nog bezaten en dien zij thans terug verlangen; dat hunne fueros hunne eersce en voornaamste staatkundige wet uitmaakt en behoort te blijven uitmaken. <- De zaken van den Hongaarchen Rijksdag schijnen thans in orde te zul. len komen, daar in plaats van den Graaf Radaj, wiens door den Keizer ver. nietigtigde benoeming, aanleiding tot onlusten gegeven had en die naderhand zelf verzocht heeft, bij de verkiezing niet verder in aanmerking te komen, een ander verkozen is, de heer von Dubravitziy namenlijk, een Protestant, wiens benoeming met groote meerderheid geschied is. Te Berlijn is thans, volgens den wenscli en de pogingen van llufe- land, een iijkhuis ingerigt, waarin de lijken, voor zij begraven worden, worden nedergezet en bijzonder opgepast, ten einde te verhoeden, dat nie mand levend ter aarde besteld mogt worden. Uit Weimar schrijft men van den 30 September: Z. D. H de Groothertog zal binnen acht dagen naar Holland vertrekken, ten einde het Koninglijk gezin der Nederlanden en Z. D. H. den Hertog B. van Saksen-lVeimar te bezoeken. Over de in de maand Junij verhinderde, doch thans weer aangevangen stoomvaart der Nederlandsche maatschappij boven Keulen, bevat een berigt van Koblentz, onder dagteekening van 1 October, het vólgende: De maatregel, door welken de geregelde vaarten en stoomschepen van de Nederlandsche maatschappij den 28 Junij dezes jaars op den Middel-Rijn gestaakt werden, heeft de Hollandsche drukpers in levendige beweging ge bragt en aanleiding gegeven tot uitvallendie van eene volmaakte onbekend, heiii met de toedragt der zaak getuigen. De Hollandsche dagbladen doen dien maatregel voorkomen ais eene schreeuwende onrcgtvaardigheid tegen de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1