Uit Madrid meldt men van den n September, dat de Kamer van Afgea vaardigden geconstitueerd was en de heet Calatrava tot Voorzitter benoemd was geworden. Door eenige leden van de zijde der oppositie is een voorstel gedaan om aan Hare Maj. het volgend adres aan te bieden: De Cortes zullen zoo noodig niet alleen de ambten en gradenvolgens de conventie van Bergarabekrachtigenmaar zich ook bij voorkeur van elke andere zaak bezig houden met het ontwerp van wet, betrekkelijk de fueros der Baskische provinciën, daar dezelve bereid zijn ailes goed te ken. ten, wat zonder met de tegenwoordige constitutie ïn strijd te zijn, kan bij. dragen tot de welvaart der natie. De Cortes hebben de eer aan Hare Maj. te verklaren, dat het doel hunner beraadslagingen steeds zijn zal de algemeene bevrediging, welke alleen vol ledig en duurzaam kan verkregen worden, door op de best mogelijke wijze de belangen, de gewoonten en de overleveringen der onderscheidene provin ciën, die de Spasnsche monarchie uitmaken, te vereenigen en te raadplegen." jn de vergadering van den ioden is door den Voorzitter in naam van 'Hare Maj. het volgend ontwerp van wet aangeboden: Art. i. De fueros worden in de Baskische en NavarreSche -provinciën bevestigd. Art. 2. Het Gouvernement zal, zoodra mogelijk en na daaromtrent met -de provinciën in overleg te zijn getreden, aan de Cortes de wijzingen voor. dragen, die hetzelve onvermijdelijk zal oordeelen, om het belang dier pro. vincien te vereenigen met het algemeene belang der natie. Aan Don Carlos zou op zijne vraag, toen hij nog voor de Fransche grenzen was, hoe hij in Frankrijk zou behandeld worden, door den Generaal Harispe geantwoord zijn, dat men hem met die eerbewijzingenwelke men aan eenen ongelnkkigen Prins verschuldigd was, zou behandelen. Cabrera zou wederom met 8000 man in den omtrek der hootdstad gena derd wezen; men meende dat hij op Aranjuez, 10 ure bezuiden Madrid gelegen zou aanrukken. Het Handelsblad bevat in deszelfs nommer van 11. Vrijdag een kort ver. slag van het geoeurde in Spanje, gedurende de laatste jaren. Wij achten dit ter overneming belangrijk. Hetzelve is het volgende: De jongste Fransche berigten behelzen het gewigtige nieuws, dat Don Carlos op het Fransche grondgebied is aangekomenzoo dat hij zijne hoop om zich, na den afval van zijne krijgsbenden, in het gebergte staande te houden, geheel in rook moet hebben zien vervliegen, en de burgerstrijd in het noorden van Spanje, die zoo veel bloed en zoo veel schatten gekost heeft, waarin zoo veel wreedheid en zoo veel heldenmoed is ten toon ge. spreid, deszelfs einde is genaderd. Het was in September 1S33, dat Ferdinand stierf en zijn ongelukkig vader, land aan de woede van sints lang sraeulenden partij-haat moest overlaten, 'door de zwakke handen zijner gemalinne kwalijk te beteugelen. In de eerste dagen van October hoorde men reeds de kreten ten voordeele van Don Carlos in Biscaye, en snel verspreidde zich het vuur des opstands, toen Don Carlos, midden door Frankrijk henen, naar de Spaanschegebergten ijlde. Vergeefs werden deze streken, in December 1834, in staat van beleg verklaardZutnala-Carreguy wist een aantal dapperen rond zich te scharen en den aanhangers der Koningin alle afbreuk te doen. In 1834 was de strijd reeds tot zulk eene hoogte gebragtdat de Minister Martinez de la Rosa opentlijk verklaarde dat, zonder eene ligting van 80,000 man geen einde daaraan kon worden voorzien. De Generaal Cordova ver loor in het einde van dat jaar eenen belangrijken slag tegenZutnala-Carreguy, en tevens zijn betielhebbersstaf. In 1835 wedervoer ton Mina en aan Valdes geen beter lot; de Carlisten han. delden met kracht aanvallenderwljsin het dal van Almescoa leed de kern der constitutionele magt eene allergevoeligste nederlaag. De Christino's wa. ren zoo weinig in staat zich, op slechts een eükel punt, in Biskaye te hand. havendat omstreeks den zelfden tijd dat Zutnala-Carreguy zijne hoofdmagt tusschen Vittoria en de Ebro zamengetrokken had, in de nabijheid van de Fransche grenzen de dappere Jauieguyde bekende el Pastor, zoo zeer in het naauw werd gebragt, dat hij zich genoodzaakt zag, zich in San Sebas. tian te werpen. De Biscayers werden meesters in bun eigen land. Doch een gevoelige slag wachtte hen en den ganschen opstand, waarvan deze schier nooit bekomen is. Het verstaat zich dat wij van den dood van Zumala-Carreguy willen spre. ken. Het beleg voor Bilbao geslagen hebbendebragt hij de belegerden tot het uiterste, en reeds wachtte men hem in Bilbao bij verdrag, en hoopte hij door die stad de gemeenschap met de zee voor Don Carlos te openen toen een Britsche kogel hem doodelijk trof. Met hem verloor de Pretendent de klem van zijne zaak; sedert dien tijd bestond er geen eensgezindheid meer tusschen de bevelhebbers verflaauwde allengskens de zedelijke kracht van hnnne krijgers, hoeverre zij zich ook over den Spaanschen bodem verspreid, den en de hoofdstad menigwerf deden sidderen. In het najaar van 1835 kwamen ook de aanzienlijkste bezendingen troepen uit Engeland en Frankrijk aan, want de Cnristinos waren er sints lang toe gebragt, om naar vreemde hulp om te zien. Een jaar lang bezette Don Carlos eenen kring van 30 uren uitgestrektheid in den omtrek, en bepaalden de Christinos zich, om hem daarin, zoo mogelijk, op te sluiten; gedurende den winter werden echter laatstgemelden zeiven in de sneeuw opgesloten. Met de lente van 1836 vertoonden zich betere ultzigten voor de Christi. nos; bij San Sebastian werden de geduchte stellingen der Carlisten door het Britsche hulplegioen bemagtigdeen groot deel van dat legioen vond er echter deszelfs graf; doch ook de Carlistische veldoverste 'Segastibelzadie een tweede Zumala-Carreguy beloofde te worden, sneuvelde. Het ontzet van San Sebastian was de eerste overwinning van aanbelang, welke de Chris, tinos (of liever de Engelschen) sints lang bevochten hadden, en welke de uitgestrekte ontwerpen der Carlisten, even als in het vorige jaar bij Bilbao, voor den geheelen veldtogt grootelijks den bodem insloeg. Te midden van woedende gevechten, vele gruwelen, brandschattingen en plunderingen, werd nu en het volgende jaar de krijg voortgezet; werden de Britten bij Hernani geheel van den Spaanschen bodem verslagen; vermeester, den de Carlisten Segovia, ja bedreigden Madrid; doch nu ook begon bij de Christino's meer geestkracht te ontstaan, organiseerden zij beter hunne magt, zoodat Don Carlos alle weerbare manschap moest oproepen. Dit onder anderen putte de bevolkingen, die reeds zoo zwaar geleden hadden, geheel uit; daarbij kwam de scheuring van de Carlisten in twee partijen, als in meer vredelievende en voortvarende; van daar hooggaande oneenigheden onder de bevelhebbers en belemmering der bewegingen, welke het vorige jaar reeds kenschetsten, doch in den aanvang van het tegenwoor. dige den hoogsten trap bereikten. Marotto wierp zich als hoofd van de vredegezinden op, deed zeven der beste officieren of warmste aanhangers van Don Carlos doodschieten, en ontzenuwde van dien oogenblik af de gan. sche zaak des Pretendenten. De Noordsche geldelijke bijstand ontviel hem; Marotto wist al meer en meer de krijgsbenden tot zich te lokken, onder het mom van de eigendommelijke volksregten der Biscayers en Navarrezen te zullen handhaven. De gebeurtenissen van de laatste weken liggen versch in liet geheugen; Don Carlos zag te laat in, dat hij met een verrader te doen had, en van zijne troepen, zijne vriendeh verlaten, door Europa als zwak, onbedachtzaam en ongeschikt voor den troon uitgekretenmoet hij om vrijen doortogt door Frankrijk smeekenhijdie zes jaren zoo veel bekommering aan datzelfde Frankrijk heeft veroorzaakt, en die menigwerf op her punt was om zijne bevelen uit het Escuriaal te dagteekenen. Hoe men ook over dien Vorst denke, zeker kleeft op Marotto eene smet, «'aarvan ieder regtschapene gruwt, terwijl aan den anderen kant de staats. zucht verheugd is, dat haar doël, het verdrijven van den Pretendentis bereikt, en meer nog de menschenvriend zich verblijdt, daar paal en peik zal zijn gesteld aan eenen burgerkrijg, die wegens zijne woede en eindeloos bloedvergieten, in den nacht der tijden te huis behoorde, maar niet in zulke, welke op verlichting en beschaving roem dragen. DüITSCHL AND. Uit Baden-Baden schrijft men van den 7 September: In het slechts anderhalf uur van hier gelegene Rotbenfels in Murgdal, heeft men toevallig bij eene artesische boring naar steenkolen, op eene diepte van 355 voet, op eene bronwel gestoten, die rookend en kokend zestien voet opsprong en uitspatte. "Eene proefneming heeft doen blijken dat deze bron nog grooter minerale kracht bezit, dan de zich hier te Baden-Badeti bevinder.de. Op de inden Kerkelijken Staat gelegen plaatsGenezzano is een opstand uitgebroken, aanleiding daartoe gevende een bevel van den Gouverneur, dat de graven in de kerken gesloten en voortaan de lijken op het kerkhof zouden begraven worden. Het volk heeft gedurende onderscheiden dagen grooie ongeregeldheden bedreven en het leven van den Gouverneur is zelfs in ge vaar geweest. Er waren troepen uit Rome tot demping van den opstand aangekomen. De Fransche Gezant in Zwitserland, Baron Mortierheeft den 24 Au. gustus bij den Landdag eene dringendde nota ingediend, betrekkelijk het verdrijven en niet toelaten van Jodendoor den Raad van Bazel-landschap bevolen. Genoemde Gezant wil dat dit besluit, als der menschheid beleedi. gend, zal herroepen worden. GROOT-BRITANNIE. Londen den r3 September. "Er worden verscheiden oorlogschepen In de haven van Portsmouth uitgerust, die bestemd zijn, om het smaldeel jn de Middellandsche zee te versterken. De Talatrava van 72 stukkendie op zijne terugreis uit de Middellandsche zee was, heeft te Gibraltar bevel bekomen, om wederom naar de Dardanellen terug te stevenen. Men heeft berigten van de Kaap de Goede Hoop tot 11 Julijwaarin gemeld wordt, dat niet alleen bij de kolonisten maar ook bij den Gouverneur, den Generaal Napier, nog gedurig ontevredenheid bestond wegens de ver. keerde handelwijze der Britsche Regering ten aanzien dier kolonie, zoodat de Gouverneur voornemens was zijn ontslag te vragen. In de laatste jaren waren de artikelen zoowel van uitvoer als van invoer zeer afgenomen, zoo. dat volgens eene officiële opgaaf in 1838 de uitvoer 57,813 sr. en de invoer 31,546 st. minder geweest wasdeze omstandigheid was niet geschikt om het ongenoegen der kolonisten te verminderen. Men heeft met die berigten ook eenige bijzonderheden vernomen om trent de Hollandsche boeren van Port Natal. Het koloniale Bestuur scheen nu beslocen te hebben hen in rust te laten. Deze kolonisten bewonen afge. sloten kampen, in afdeelingen van 50 tot 200 personen. Ieder huisvader belast zich met het onderwijzen zijner kinderen, en op geregelde tijden wor. den godsdienstoefeningen gehouden, in afwachting dat te Bosjesmansrand, waar de kolonie gevestigd moet worden, eene kerk gesticht zal zijn, tot welk einde reeds voor 300 st. was ingeschreven. Het doel der kolonisten is, eene nieuwe stad te stichten, die den naam van Pieter-Mauritsburg dragen zal. Ontvangene berigten uit New-York, tot het laatst van de vorige maand, melden, dat op den nden dier maand te St. John, in Nieuw-Brunswijk, een vreesselijke brand gewoed heeft, welke ongeveer een lootal gebouwen, en onder dezelve een vijftigtal zeer groote handelsmagazijnen, inde asch gelegd heeft. Voorioopig wordt de veroorzaakte schade door dezen feilen brand op 200,000 st. geschat, FRANKRIJK. Parijs den 20 September. In de hoofdstad van het departement der Sarthe, Mans, hebben den I5den en iöden, ter gelegenheid van de thans ook in Frankrijk heerschende schaarste aan graan en de daaruit voortvloeijende hooge broodprijzen, vrij ernsiige onlusten plaats gehad. De bevolking heeft zich gewelddadig tegen het vertrek van wagens met graan, die Daar Chartres be. stemd waren, verzet en eenige daarvan geplunderd. De Overheden, door de gewapende magt ondersteund, hebben te vergeefs getracht, om door overreding het volk tot bedaren te brengen. Verscheidene personen zijn mishandeld, en 's avonds zijn de stadslantaarnen stuk geslagen en heeft men hier en daar in de straten versperringen opgeworpen. Het aanrukken der gewapende magt en der nationale garde heeft verdere ongeregeldheden belet een dertigtal belhamels zijn in hechtenis genomen, en bij het afzenden der laatste tijdingen was de orde hersteld. De Moniteur deelt mededat Don Carlos naar de stad Bourges is over. gebragt. Men meent dat hij vervolgens naar Italië zou vertrekken, na eerst afstand gedaan te hebben van zijne aanspraak op de Spaansch'e troon. De Moniteur schrijft de tegenwoordige uitkomst in Spanje aan de be. werking van het Fransche Ministerie toe. De houding, door dat Kabinet ten aanzien van Spanje aangenomen, zegt de Moniteur, deszelfs verklarin. gen op het spreekgestoelte in de Kamers, de hevelen, die het op de gren. zen heeft laten uitvoeren, de voorschriften, die het aan de Fransche zee- magt op de kusten van dat Schiereiland heeft gegeven, en de onderbande, lingen, die het, gemeenschappelijk met Engeland, onzen bondgenoot, heeft gevoerd, hebben zonder eenigen twijfel medegewerkt, om tot eene ontknoo. ping te leiden, waarop men weinige maanden geleden naauwelijks durfde hopen, en die thans reeds nagenoeg volkomen is. Het artikel eindigt met eenige zinsneden over de erkentelijkheid, die de voorstanders der grondwet tige orde van zaken in Spanje voor het Fransche Kabinet gevoelen; het. welk, zoo als er wordt bijgevoegd, niets meer gedaan heeft, dan hetgeen de voorzigcigheid en het nationaal belang vorderden, en echter daardoor zijn doel volkomen heeft bereikt. B E L G I E. Het bevestigt zich, dat er eene schikking, ten aanzien der posten tusschen Belgie en de Nederlanden gemaakt is, en daarbij vastgesteld, het verzenden van drukwerken veel gemakkelijker te maken en de dienst tusschen Antwer. pen en Amsterdam te bespoedigen. Te Brussel is dezer dagen van de pers gekomen een werk van dePotter, over de revolutie en de daarmede in verband staande gebeurtenissen van 1830. Dat boek maakt veel opgang. Laatstleden Zondag is de nieuwe Leeraar bij de Hervormde Gemeente te Brussel ingewijd, en de benoeming geschied van eenen tweeden Predikant voor de Luthersche Gemeente. De Hervormde Predikant is Do. Hènt, de zoon van den Voorzitter der Fransche en Duitsche Protestantsche kerk te Brussel. De Bisschop van Gent heeft eenen herderlijken brief aan de.geestelij ken van zijne dioecèse geschreven, met last, om denzelven den Zondag na de ontvangst in de kerken te lezen. Id dien brief laat de Bisschop zich zeer sterk uit tegen die Vlaamsche dagbladen, welke beweerd hebben, dat de geestelijken, in zekere talrijke vergadering derzelve, zich hevig tegen de grondwet verklaard zonden hebben, en waarin hij zijne cnderhoorigen ernstig waarschuwt, geene zoodanige dagbladen te lezen, en zich geheel toe te vertrouwden aan de waardige Priesters, die hen den weg des hemels aanwijzen en hen helpen aldaar te komen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 3