A°. 1830.
LEYDSCIIE
l
WOENSDAG,
NEDERLANDEN.
Leyden den ioden September.
ïlet heeft Zijne Maj. den Koning behaagd, Dr. C. Leemans, tot dusverre
Eerste Conservator bij het Museum van Oudheden alhier, te benoemen tot
ÏDirecteur van dat Museum.
Zijne Ma'j. heeft benoemd tot Vice-President van het Provinciaal Ge.
regtshof van Holland in -de plaats van Jhr. Mr. M. IV. ie Jonge van Cam
pens Nieuwland, die bij Hoogstdeszelfs besluit van den 22 July II., tot lid
van den Raad van State is benoemd, Mr. Johan Arnold Brand, thans Raads.
heer in hetzelve Hof, en zullts onder bepaling, dat die tunctien door hem
eerst, na het aftreden van Jhr. ie Jongeop den isten October aanstaande,
zullen worden aanvaard.
De Staatscourant van den tjden dezer bevat het volgende Koningrijke
besluit van den 2$ Augustus II., houdende algemeene bepalingen betrekke,
lijk de heffing van leges- en expeditie-gelden bij de plaatselijke secretarijen.
Wij WfLLEM, enz.
Gezien de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zakenvan
den 12 Waart '1839, N°. 84, mitsgaders deszelfs nader rapport, van den
24 Junij II., N°. 168, iste afdeëling-;
In aanmerking nemende de noodzakelijkheid, om, ten aanzien van de hef
fing van leges- en expeditie-gelden bij de plaatselijke secretarijen, eenige
algemeene bepalingen en voorschriften daar te stellen, alsmede om de bereids
bestaande tarieven op eenen regélmatigen voet te doen brengen;
Gezien art. 8 van Ons besluit van den 23 Februarij 1814 {Staatsblad N°. 28),
houdende regeling der retributie voor de afgifte van attestatien de vita, be.
noodigd tot betaling van pensioenen en lijfrenten;
Gezien Ons besluit van den 24 Mei 1807 Staatsblad N°. 27), waarbij
de retribntien voor de afgifte van afschriften van of extracten uit de regis
ters der acten van den burgerlijken stand zijn vastgesteld; alsmede dat van
den 5 December 1827 {Staatsblad N°. 58}, behelzende eene uitlegging van
het eerstgemelde;
Gelet op de, Onzentwege, in den jare 1828, op het Departement van
Binnenlandsche Zaken verstrekte magtiging, om ter kennisse van al de Gou.
verneurs der Noordelijke provinciën te brengen, dat er, in de steden, voor
het voltrekken van huwelijken, op eenen buitengewonen dag of uur, eene
Tetributie zal mogen gevorderd worden, mits dezelve alleen strekke ten be
hoeve der stadskasse of van eenige openbare inrigting in de stad, en dat
dezelve niet gevorderd worde van minvermogende lieden, wanneer deze, uit
hoofde van gewigrige en wettige oorzaken, verlangen mogten hun huwelijk
op eenen ongewonen dag èn uur re voltrekken; alles onder uitdrukkelijke
voorwaarde, dat geene nieuwe retributien ter zake voorschreven, ingevoerd,
'flóch de bereids ingevoerde verhoogd zullen mogen worden, zonder vóóraf,
gaande kennisgeving aan het Departement van Binnenlandsche Zaken;
Voorts gelet op art. 105 van het reglement op het bestuur der steden;
Den Raad van State gehoord;
Gezien de rapporten van Onzen Minister van Justitie, van den 13 Mei en
Jülij daaraanvolgende, N°. óo en 83;
Den-Raad van State nader gehoord, hebben besloten en besluiten;
Art. i. Behalve de retributien, waarvan de heffing bereids bij de, in den
hóófde dezes, aangehaalde verordeningen is toegestaan, zijn de stedelijke
besturen bevoegd, om Van de ingezetenen, welke, in hur. bijzonder belang,
buitengewone verrigtingen of bemoeijenissen op de stedelijke secretarijen
noodzakelijk maken, te dier zake eene geringe retributie, onder den naam
van leges- of secretarije-gelden, te doen heffen, mits zich daarbij stiptelijk
aan de volgende bepalingen houdende:
Art. 2. De bedoelde heffing zal, in geen geval, Uitgestrekt mogen wor.
den tot zoodanige verrigtingen, welke niet als gunsten te beschouwen zijn,
maar veeleer als daden van administratief regt, waarop de ingezetenen als
zoodanig regt hebben.
Art. 3. Evenmin za! dezelve mogen plaats hebben ter zake van verrig.
vdoë's. tingen of bemoeijingen, waarvoor reeds van de belanghebbenden, hetzij ten
behoeve Van de bureaux van algemeen bestuur, hetzij ten behoeve van de
notid provinciale bureaux, leges- of griffie-regten zijn gevorderd geworden.
4.6 eh Art. 4. I» geen geval zullen er sèCrëtarie-ieges of soortgelijke retribu.
17 tien, door de gemeente-besturen ten platten lande mogen gevorderd worden,
jij en zullen, in de steden, van de betaling dier retributien, vrijgesteld zijn alle
3 onvermogende lieden, die zullen bewijzen aan de ingeroepen hulp of de
1 dei verlangde acten wezenlijke behoefte te hebben.
ie D Art. 5. De tarieven, waarnaar de bedoelde heffing plaats zal hebben,
zullen door de stedelijke Raden worden vastgesteld, en niet mogen worden
older ingevoerd, dan na vóórafgaande kennisgeving aan het Departement van Bin-
D ,,2! nenlandsche Zaken; aan hetwelk mede van alle wijzigingen, welke in die
tarieven, in het vervolg, mogten gebragt worden, kennis zal worden gegeven.
Art. 6. De stedelijke Raden zullen, zoo spoedig mogelijk, de bestaande
iedere tarieven van secretarie-leges herzien, en zoo veel noodig overeenkomstig
Toe. de hiervoren vastgestelde algemeene beginselen wijzigen, en zullen de ste-
dej delijke besturen gehouden zijn, de in diervoege herziene en gewijzigde ta.
rieven binnen den tijd van drie maanden na de dagteekening dezes, aan hét
.„^Departement van Binnenlandsche Zaken in te zenden.
ui den Art. 7. Tot aan den termijn bij het vorig artikel vastgesteld, zullen de
ieeen Stedelijke besturen zich mogen houden aan de bestaande tarieven van secre-
ebü tsrie-leges, voor zoo veel dezelve geene bepalingen behelzen, die strijdig
lunnet 40n met algemeene verordeningen.
ver. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van
e„J,*Ons tegenwoordig besluit, waarvan afschriften zullen worden gezonden aan
Onzen Minister van Justitie en aan den Raad van State, tot informatie, en
■rdani tatwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst.
[e gC. De werkzaamheden in de duinen langs het kanaal naar 's Gravenhage
CHAP louden voor den winter eenen aanvang nemen.
hreves' Zatnrdag namiddag is te Rotterdam van de Werf van den scheepsbouw.
r» No' heester F. Smit, aan den Kinderdijk, van stapel gelaten het fregatschip
zijnen 'Cornells fVernard Eduard, groot 400 lasten, gebouwd voor rekening der
oor de teederij onder directie van de heeren Weiland en van iValchren en IV. Ruys
latuur. J. D. Zn., te Rotterdam, gevoerd zullende worden door Kapitein D. ff.
Ier dat Kramer.
)dat je Van Vlaardingen schrijft men van den 8sten dezer
erden, In de voorgaande week is slechts één haringschip in deze provincie te
ichtenJVlaardingen aangekomen (van Zwartewaal), met ongeveer 10 lasten. Of-
schoon dan ook de gelegenheid tot het naar huis zeilen steeds ongunstig
hande.
1'.
\c.
Vr
COURANT.
iï SEPTEMBER.
was, is zulks in dezen tijd van het jaar bijna voorbeeldeloos, en getuig
van eene algemeene zeer schrale vangst onder eene vloot van 120 schepen.
De laatst vermelde haringprijzen van f 22 voor den vollen en ƒ23 voor den
maatjes zijn door de Hoofd-Commissie op gelijke hoogte gecontinueerd toe
den i4den dezer maand.
Uit Amsterdam schrijft men van den pden:
In den voormiddag van heden is, op den spoorweg van Amsterdam naar
Haarlem, een proeftogt gedaan met niet minder dan zes waggons; deze rid
Is in 24 minuten afgelegd.
Wij vernemen met genoegen, dat de zoo lang verwachte tweede locomo
tief aisnu is aangekomen, en morgen zal worden ontscheept. Men heeft
nu gegronde reden, om het daarvoor te houden, dat in de eerstvolgende
week met de geregelde dienst zal worden aangevangen; ten ware veeligt het
aanstaande bezoek der hoofdstad door HH. KK. HH. den Erfprins en de
Erfprinses van Oranje op de bepaling van het tijdstip der opening van den
weg invloed hebben mogt.
Het dagblad de Avondbode van den 9den dezer bevat het volgende:
'Het plotseling weder afbreken van de dienst der omnibussen hier ter
stede heeft tot geruchten aanleiding gegeven, welke, indien zij gegrond
waren, weinig loffelijk zouden zijn voor een gedeelte van de bevoking der
hoofdstad, en evenzeer voorde Autoriteiten, aan wier zorgen de handhaving
der orde aldaar is opgedragen. Een onberaden en overdreven geschrijf heefc
zelfs aan deze ongegronde geruchten eenen schijn van zekerheid gegeven
maar wij gelooven, op goede gronden te kunnen verzekeren, dat bezijden
de waarheid zijn alle de daadzaken, welke te dien opzigte zijn wereldkundig
gemaakt. Wij meenen wel te weten dat de betrokken Autoriteiten eeu
ernstig en naauwgezet onderzoek naar het gebeurde hebben ingesteld, waarbij
ook de conducteurs en voerlieden der omnibussen zijn gehoorden dat daar
uit ten volle gebleken is, dat er niets heeft plaats gehadhetwelk eenen
zweem droeg van aanranding of zelfs maar van opzettelijke bedreiging. Indien
er aan eene of meer omnibussen schaden zijn ontstaan, het schijnt dan te
moeten toegeschreven worden aan den bouwof liever het onvoldoende
zamenstel der omnibussen zelve, welke, naar men ons zegt, niet berekend
zijn voor het oogmerk; eene omstandigheid, onafhankelijk misschien van de
ondernemers, doch voor welke althans geene Autoriteit ter wereld aanspra.
kelijk kan worden geacht. Ieder, die op den goeden naam van deze van alle
woeling en warreling afkeerige stad prijs stelt, zal er baar Bewind ongetwij
feld dankbaar voor zijn, wanneer eene zaak van dit gewigt zoodanig is onder,
zocht, dat alle onzekerheid deswege komt te vervallen; het logenachtig
gerucht is daardoor, zoo als dit behoorde, in zijne vaart gestuit.
In het Handelsblad van den 9den dezer leest men het volgende:
Een onzer dagbladen heeft dezer dagen hoog opgegeven van de goede
verstandhouding, die heerscht bij de te Utrecht vergaderde Commissie; die
moge waar zijn ten aanzien van de persoonlijke verkeering tusschen de leden
onderling, doch het is niet waar met betrekking tot de zaakwaarvoor die
Comnv.sfif;, is te zamen gekomen. Zonder hier in nadere bijzonderheden te
Ked n in eerP wjj alleen zeggen, dat Belgie tot heden toe niet heeft voldaan
aan -.n» .„rname gedeelte der uit het tractaat voortgevloeide verpligiing',
namelijk, de voldoening van het door dat land sedert 1 Januarij verschuldigde
gedeelte der jaarlijks aan ons te betalen vijf roillioen gulden. Die betaling
wordt onder allerlei voorwendsels, die geen grondig onderzoek kunnen door.
staan, verschoven, en hoe kan men nu in Belgie met eenige billijkheid
vorderen, dat dezerzijds openingen gedaan worden tot aanknooping eener
meer naauwe verbindtenis, zoo lang zelfs het tractaat, waarbij de onafhan
kelijkheid van den nieuwen staat erkend is geworden, in eene der wezent-
lijkste voorwaarden, waarop die erkenning is geschied, van de zijde der
Belgen onuitgevoerd blijft?
Den óden en 7den dezer heeft het Provinciaal Geregtshof van Arnhem
wederom zitting gehouden in de zaak der drie Kuilenburgsche booswichten.
De Procureur-Generaal heeft gerequireerddat alle drie tot de straf des
doods zouden veroordeeld worden. Het Hof zou zijne uitspraak doen in den
namiddag van den ioden dezer.
Den 3 September is te Zwolle, in den hoogen ouderdom van ruim 92
jaren, overleden de weled. gestr. heer Mr. Ceorg Royer, in leven oud Pre
sident van de Regtbank van Eersten Aanleg, te Zwolle, en Ridder der
orde van den Nederlandschen Leeuw.
Z. K. H. Prins Hendrik, vergezeld van den Kapitein ter zee Arriens, is
den 7den te Vlissingen aangekomen, om tegenwoordig te zijn bij het uit hec
dok halen van het fregat de Ryn, waarmede Z. K. H, eene reis door de
Middellandsche zee doen zal. Dienzeifden dag keerde Z. K. H. Prins Hen
drik naar Rotterdam, en van daar naar 's Gravenhage terug, om waarschijn
lijk den i4den 'of isden zich vandaar naar boord te begeven en uit te zeilen.
RUSLAND.
In de maand Mei laatstleden hebben de Russen eene overwinning op eenen
Circassischen volkstam in bet dal Subaschi behaald. De Russische dagbia.
den deelen thans van die overwinning een verslag mede, waarin, na eene
beschrijving van de heerlijke ligging en vruchtbaarheid van het dal, het vol.
gende gezegd wordt:
Tien linieschepen naderden de kust en openden op het dal en de omlig
gende bergen een moorddadig vuur. Na twintig minuten was deszelfs schoon
heid verdwenen, en in de plaats van het vroegere zoo verrukkelijke too-
neel heerschte thans de dood met alle zijne verschrikkingen. Eindelijk stapte
de Generaal R. met zijne regimenten aan wal; men hoorde het onophoude
lijk gekletter van het geweervuur, maar het was als of de kogels der Cir-
cassiers krachteloos waren; zij moesten voor den aanval onzer soldaten terug
wijken. Nu wierpen zij wanhopig hunne geweren weg, trokken den sabel
en vielen van verscheidene kanten met verwoedheid in talrijke drommen op
onze troepen aan. Maar ook dezé laatste inspanning van krachten was ge
heel vruchteloos; de bajonnet en het schrootvuur overweldigden hen allen.
Zij spannen alle hunne krachten in en namen alle krijgslisten te baat; voor
de eerste maal streden zij zoo dapper, zoo wanhopig en in schier Enrope-
sche orde; voor de eerste maal stonden zij tegenover ons in het open veld
en niet achter boomen en struiken. Alles te vergeefs! Zij moesten wijken,
maar ook nu verloren zij den moed niet, zij vlugtten niet als lafhartigen
voor ons, maar trokken voet voor voet in de beste orde al vechtende terug;
jder?.