In het nnja.ir vooral was dc Graanhandel vrij levendig, door aanvoeren van den Rijn
en verzendingen naar Engeland. Men ziet thans groote toevoeren uit dc Oostzee te ge-
moet, en vele zijn reeds werkelijk ontvangen. De Houthandel was zeer voldoende,
cn de' aanvoeren allerwege vrij aanmerkelijk.
De uitvoeren naar den Rijn overtroffen wederom die van het vorige jaar, en bedroegen
van uit Amsterdam niet minder dan 724,113 centenaars, 30 pondén Ncdcri.dat is ruim
04,000 centenaars meer dan in 1837. Uit Rotterdam beliepen daarheen verladen goederen
«a'091 lasten, hetwelk 5198 meer is dan het voorafgaande jaaren ook uit Dordrecht
waren de uitvoeren zéér aanmerkelijk en steeds toenemende in hoeveelheid.
Het onlangs niet de Duitsclie Staten gesloten Handelstractaat levert overigens ccnc nieuwe
gelegenheid op, om het opgenoemde verkeer nog te vermeerderenén kan beschouwd
worden als een nieuwe stap, 0111 den staat van afzondering te verminderen, warrin hooge
Tegten de volken van Europa tegen elkander plaatsen.
Als een onmiddclijk en hoogstbelangrijk gevolg van het tot hiertoe vermelde handels
verkeer wordt in het bijzonder gewaagd van den steeds toenemenden aanbouw en ui trus
ting van groote zeeschepen-, in het byzondcr voor de vaart op Oost-indien geschikt
waardoor aan de scheepswerven te Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Schiedam en'el
ders, eene zelden geziene bedrijvigheid gegeven wordt, en aan alle met den scheepsbouw
in verband staande fabrijken en neringen een aanmerkelijk voordeel Wordt toegebragt.
Daarenboven beeft onze toegenomen Scheepvaart natuurlijk ook de verhooging van
kunde en beleid bij onze scheepsbevelhebbers en zeelieden ten gevolge, zoo dat wij in dat
ópzigt voor geen anderen landaard behoeven achter te staan; terwijl al verder, meer dan
vroegerjonge Rieden van goeden huize zich op de ^eevaart toeleggenen men weldra
hiet meer noodig zal hebbenstuurlieden van vreemde afkomst tot bevelhebbers te ver
kiezen.
Dc verachtering der stad Maassluis, cerie buitengewone voorziening noodig gemaakt
hebbende, heeft het Zyne Maj. behaagd, uit het fonds tot aanmoediging van dc Nijver
heid eene bijdrage te verleenenter bevordering ook aldaar van den aanbouw van
groote zeeschepen.
Als eene belangrijke handels-aangelegenheid wordt nog vermeld het vernieuwd octrooi
ïiau de Ncderlandsche Bank te Amsterdam, toegekend, met verpligting tevens, 0111 te
Rotterdam eene Bijbank te vestigen; een maatregel, waarvoor de Kamer van Koophandel
aldaar verklaart aan Zijne Maj. dank verschuldigd te zijn, en welke zij als een middel
beschouwt, om de banden van vereeniging tussclien de twee grootste steden des Ryks
steeds naauwer toe te halen.
Ook wordt gewaagd van eene in 1838, onder de directie van de heeren J. Doelen en
Comp, te Amsterdam gevestigde reederijhet- aankoopen van handelbetrekkingcn met de
ltust van Afrika ten doel hebbende.
Het Entrepót-Dok te Amsterdam heeft over het afgeloopen jaar de meest gcwcnschte
en voor den handel evenzeer, als voor de instelling zelf, gunstige resultaten opgeleverd.
De aan hetzelve voorgenomene uitbreidingen gaan geregeld" en spoedig voort. Ook de
los- en ladingplaats van Rijnschepen, met de kaaijen, scygers en steenen loodsen, zullen
tegen den herfst voltooid en in bruikbaren staat zijn.
De voorstellen en veelzijdige beschouwingen, betrekkelijk de vestiging van een alge.
meen Entrepót-Dok, in de beide voorname Zuid■Hoilandsclie koopsteden Rotterdam en
Dordrecht, zijn bij het algemeen Bestuur ingediend, cn men wacht dienaangaande dcszclfs
beslissing.
Ten aanzieu van het fabriekwezen zy'11 de ingekomen berigten zeer uiteenloopende,
voor den eenen tak van ny verheid gunstig, voor den anderen, min voordeelig.
Onder de suiker-raffinaderijen, welke in het afgeloopen jaar, over het algemeen minder
•werkzaam warenvonden sommige nog al te doendoor verzendingen naar de Middel-
landsche zee en de Levant, alwaar de Hoilandsclie gestampte melis hoe langer zoo meer
gezocht schijnt te wórden, en waarheen, ook dit jaar, de verzendingen nog hebben
•toegenomen. - Verblijdend zijn daarenboven de ukzigtcn door de overeenkomst, met
:het Duitsclie tolverbond gesloten.
De jenever-stokerijen werkten in het afgeloopen jaar niet ongunstig, zoo door de
Vernieuwde verzendingen naar Noord-Amcrikaals door de verhoogde prijzen van het
graan, en gevolglijk van liet gedisreleerd zelf. Tans echter schijnen die uitzigten weder
geheel verdweenen en is het vooral te Schiedamdat men over het noodlottig verval
van dien hoofdtak van plaatselijke welvaart klaagt. Te Weesp wordt de staat van zaken,
in dit opzigtgunstiger opgegeven.
Zoo wel de tabaks- fabrieken als de lecrlooyerijen zijn voortdurend in eenen kwijnenden
■toestand.
Touwslagerijende zeildoek-fabriek te Crommenic, ysel en andere steen-fabrieken,
pannebakkerijen, kalkbranderijen, glasfabrieken, houtzaagmolens en nog eenige anderen,
worden als bloeijcnde opgegeven. Ook van de oliemolens kan men dit, over .het algemeen
berigten. De papier-fabrieken gaan niet vooruit; doch wacht men goede resultaten van
bet °aangebragte stoomwerktuig, in die van de heeren van GelderSchouten en Comp,
te Zaandyk. Behalve de laken-fabrickenby welke eenige meerdere voortgang bespeurd
wordt, klaagt men te Leyden, over het afnemen der overige takken van nijverheid, en
•worden aldaar vele handen zonder werk aangetroffen.
Te Dellt is zoo wel de laken-fabriek van de heeren Maas en Zoon, als die van tapijten
en paardenharen stoffen van den lieer Henkensfeld in eenen vooruitgaanden staat. In de
laatstgenoemdeis in het jaar 1838 aan 79 behoeftige arbeiderseene som van 11,664,64!
aan dagloonen uitgereikt. De aardewerk en tegelfabrieken staan daar ter stede vrij gunstig
doch de plateelbakkerijen zijn als gegeel te niet gegaan tc beschouwen.
De katoen weverij te Gouda heeft, uithoofde van gebrek aan goede arbeidslieden, hare
werkzaamheden gestaakt de pijpenla brieken é'n pottenbakkerijen zijn zeer kwijnende
doch eene aa'rdappelcn-siroopfabriek daarentegen meer werkzaam.
Het etablissement op Fijenoörd neemt steeds in belangrijkheid toespeciaal ook door
eene nieuwe inrigtingbij welke men zich voorstelde noodige werktuigen zoo voor katoen
en vlasspinnerijen en weverijen, als anderzins te vervaardigenen zoodoende onze fabrieken
buiten afhankelijkheid vau vreemden te stellen; Aan de ijzerfabrieken in de Hoofdstad,
door de heeren Paul van Vlissingen en Dudok van HeelVerveer en Scyenbergcn en de
Lcnoy gevestigd, is insgelijks, al meer en meer uitbreiding gegeven; en ook de ijzergie
terij van den heer Nolette Schiedam, werkt voordeelig.
Te Gorincbem is door den heer Vellicus eene zijdefabriek opgerigten aan die van de
heeren Travaglino te Haarlem staat uitbreiding gegeven tc worden,
In de residentie is de reeds aangekondigde fabriek van vervoerbaar, onzamen geperst
oliegaz, van den heer Schoutentot stand gekomen, en verdient ook vermelding de
bereiding van lakken en vernissen, door den apothecar van Son daargesteld.
Te Haarlem gaan de drie grooten katoenfabrieken niet nieuwe uitgebreidheid voort, in
derdaad grootaardige resultaten op te leverenen geven dezelveop dit oogenblik aan
meer dan 1500 arbeiders werk. De gom-clastiekfabriek van den heer van Geuns heefc
werkelijk de uitbreiding, in het vorig jaar aangekondigd, verkregen, en is tegenwoordig,
aan het Buiten-Spaarnein een nieuw, daarvoor opgerigt, gebotlw gevestigd, cn 111 volle
•werking.
Voorts wordt gewaagd van de reeds vroeger met roem bekende lettergieterijen daar
mede verbonden boekdrukkerij van de Heeren Enschedé te Ilaafiem, welke met even zoo
veel wetenschappelijke kennis als kunstvlyt, en niet zonder aanwending vah groote kos
ten onvermoeid voortgaan, om aan hun belangryk etablissement de meest wenschelyke
uitgebreidheid en volmaaktheid te geven.
Landbouw, De strenge vorst van 1837 op 1838en het veelal ongunstige wederin
het voorjaar en een groot gedeelte van den zomer, hadden eenen niet zeer voordeeligen
oogst ten gevolge. Voor het tegenwoordige jaar doen zich de uitzigten, over het alge-
meenveel gunstiger op.
De longziekte is afnemende in het Westland, Voorn en Putten onder RozenburgGoe
derede cn Overflakkee, doch blijft cenigermate aanhouden in den Alblasserwaarddc lan
den van Vianen, Gorinchem eu Leerdam, de Beijerlandenhet eiland Dordrecht cn deels
ook in Rijnland, terwijl dezelve zich, slechts in eene geringe mate in Schieland, den
Krimpenerwaardden lande van IJsselmonde en den Zwijndrechtschenwaardblijft ver-
tooncn. In Noord-Holland, waar men in het vroege voorjaar voor meer uitbreiding der
ziekte vreesde en deze zich werkelijk in verschillende, ver van elkander verwijderde ge
meenten, openbaarde, bespeurt men, Gode zij dank thans minder voortgang van dit kwaad.
Tc Leyden werden in 1838 tér waag gebragt 375>9i° n. pond boter en 59,844. n. pond
leaas, hetwelk, wat het eerstgenoemd product betreft, eene aanmerkelijke vermindering
met het vorig jaar daarstelt. Te Delft werden ter markt verkocht 415,730 n, ponden bo
ter en niet meer dan 17,65a n. ponden kaas, van welke laatste de middelprys was 15 de
100 n. ponden; terwijl de boter 88rs centen het n. pond gold. Te Oudewater en Gouda
waren de kaasmarkten wel voorzien. De hoeveelheid kaasop de Noord-Hollandsche
markten aangebragt, bedroeg 10,463,719 11. ponden, welke tot den prijs van 30 a ƒ36
de 100 n. ponden verkocht werden.
Paarden en schapen waren over het algemeen gezondhet getal dezer laatsten bedraagt
thans op Tcsscl vier a vijf en dertig duizend stuks. Dc voortbrengsel en van Eijerland
waren vrijvoldoende.
Visscherij, De groote of zoutharing visscberij, hoe zeer met zes schepen meer dan in
1-837 gedreven, leverde echter nagenoeg drie honderd lasten, minder haring, op. In
Zuid-Holland heeft de versch-haring visscherij nog al gunstige resultaten opgeleverd. In
Noord-Holland is dezelve nogmaals ten eencmale mislukt.
Dc beug- of hoek wand-visscherij heeft een minder voordeelig resultaat, dan in het vo
rig jaar opgeleverd. Wegens de ocster-visschérij op Tesscl, luiden dc berigten nogmaals
gunstig. De tc Rotterdam gevestigde reederij ter walvisch vangst, in dc Zuid-zeeheeft
zich genoodzaakt gezien de zaak op te geven.
Dc wetten op de nationale militie cn de schutterijen, worden met «nauwgezetheid en
welwillende toetreding, van de zijde der dienstphgtigcnnageleefd.
De bereiking der provincie, bedroeg op den isten January 1839, een getal van 923,600
zielen, waarvan in Zuid-I-lollaiid 511,358 en m Noord-Hol band 412 242gevonden worden.
Het getal geboorten 111 Zuid-Holland, over 1838, bedraagt: ln dc steden Io,367,waar-
Ollder 929 onechte kinderen; inde gemeenten ten platten hinde 10872, waaronder 439on
echte. Dat der overledenen in Zuid-Holland in de steden 7,777, itn platten lande 6,730.
Dat der huwelijken 4,351echtscheidingen 11.
In Noord-Holland zijn in 1838 geboren in de steden 10,588 hinderen, waaronder 799
onechte; ten platten lande 6,326, waaronder 152 onechte. Overleden in steden 10/122
personen; ten platten lande 4,426. Huwelijken 3,903; echtscheidingen 17.
Uit Utrecht meldt men van 4 Julijs
Den 26 Junij vond alhier eene plegtigheid plaats, van wellre hëc ons aan
genaam is, eenige berigten mede te deelen. Hij besluit van Z. M. van den
11 Junij, waren mee de overige vrijwillige corpsen, welke zich bij den op
stand van Beigie in 1830, gevormd hadden, ook de vrijwillige jagers onzer
Hoogeschool verbonden. Volgens hetzelfde besluit was bepaald, xlac tJe
vaandels, welke aan de compagnie dezer jagers ten geschenke waren gege
ven, door de zorg van H. II. Ctiratoren en den 'Senaat der Hoogeschóol-,
op de meest geschikte wijze bewaard zonden worden, om het gebruik, dat
•daarvan gemaakt was, in een vereerend aandenken ie honden. Het Was de
plegtige overgave van dezelve, welke dien dag geschiedde.
Ten 12 ure begaf de Senatus Amplissimus zich in de grooté gehoorzaal
der Akademie, waar de meeste jagers, die tot de compagnie behoord had
den, als ook een aanzienlijk getal studenten verzameld waren, terwijl mede
eenige dames de plegtigheid met hare tegenwoordigheid vereerden. Onder
de aanschöuweïs onderscheidde men den Luitenant de Rondedie vroeger bij
de compagnie, van hare oprigting af, gediend had, den Hoogleeraar VorsscL
man de Heer, uit Deventer, te voren sergeant-majoor bij dezelve en anderen.
Hierop werd de heer Luitenant fVitte Reehout, sedert vijf jaren Comman
dant der compagnie, door den pedel der Akademie binnen geleid en gevolgd
door eene Commissie der jagers, bestaande uit de leden van hec kader, thans
te Utrecht aanwezig, de H. H. Suermdnvan ïttersumSchotde Jonge van
Ellemeet en Blankenbijl, De vaandels werden door de H. H. Mr. J, C. J,
van ïttersum en B, F. Schot gedragen
Nadat de Commandant der compagnie aan den Senaat openlijke mededee-
ling gedaan had van de order van het Ministerie van Oorlog, door hem ont
vangen, omtrent de ontbinding der compagnie en de bestemming dér vaan
dels, werden dezelve door de genoemde heeren plegtig aan den Senaat over
gereikt.
Nu trad de Hoogleeraar A, C, G. Stierman, vroeger onder-officier, later
officier van gezondheid bij de compagnie, voor, en sprak den Senaat namens
zijne wapenbroeders aan. Hij vermeldde kortelijk de vele en verschillende
herinneringen, welke zich aan deze vanen hechtten en verheugde zich, de
zelve in handen gesteld te zien dier mannen, wier namen zoo naauw met
de geschiedenis der compagnie vereenigd zijn.
Zijne Exc. de heer Baron van der Capellen vatte hierna, als President-
Curator, het woord op, en verzekerde aan de jagers, dat, gelijk de Senaat
immer het levendigst belang in die kweekelingen gesteld had, welke zoo vee!
voor het Vaderland hadden opgeofferd, dezelve ook geen mindere waarde
bleef hechten aan deze vanen. De Senaat zou dezelve doen strekken tot
eene blijvende herinnering aan eene gebeurtenis voor onze Hoogeschool im
mer belangrijk.
Aldus eindigde deze eenvoudige plegtigheid, welke het besluit maakt
dier merkwaardige rij van gebeurtenissen, waardoor de zedelyke kracht on
zer Hoogeschool in de benarde omstandigheden des Vaderlands zoo luisterrijk
gebleken is. Treffend was dezelve voor allen, die zich die dagen van geest,
driftvan weemoed en dankbaarheid levendig herinnerdendoor de vorming
en lotgevallen der jagers onzer Hoogeschool in Utrecht; ja in geheel Neder
land opgewekt. Mogen de vaandels der compagnie, vereenigd met dat der
jagers, die vóór 24 jaren tegen Èrankrijks onderdrukking optrokken, een
openlijk en bestendig gedenkteeken blijven van de trouw en de opoffering
onzer Hoogeschool aan de belangen van Vaderland en Oranje.
Uit Tilbnrg meldt men, dat Z. K. H. de Prins van Oranje zich binnen
eenige dagen wederom aldaar zou bevinden en men dan de ontbinding van
het hoofdkwartier tegemoet zag.
- In de vergadering der Provinciale Staten van Groningen, is den 2deit
Junij, in plaats van wijlen Jonkheer Quintustot lid der Staten-Generaal
voor die provincie, gekozen, de heer Mr. H, H, Brongers, zijnde de heer
Mr. C. Star Busmanwelke dit jaar moest aftreden als lid der Satten-Ge-
neraal, weder als zoodanig ingekozen.
In de vergadering van de Provinciale Staten van Vriesland is als lid
van de Scaten-Generaal weder ingekozen de heer Mr. C. Binkes, Ook is
voor de Gedeputeerde Staten herkozen de heer van BurmaniaBaron Ren-
gers, en ter vervulling 'van de vacature, ontstaan door het overlijden van
den heer E. Fókkemade heer S, SalverdaWethouder der stad Leeuwarden.
In Noord-Braband is de heer Mr. P. A, van Meeuwen herkozen, en
in plaats van den heer A, J, Ingenhouszbenoemd de heer P, Gouverneur,
lid van de Provinciale Staten. De aftredende leden van de Gedeputeerde
Staten zijn weder ingekozen.
AMERIKA.
De berigten uit Montevideo loopen tot den 13 Maart en metden dat de
Franschen de blokkade van de Argencijnscbe Republiek, niet alleen tot dé
oevers van de Platarivier bepalenmaar zelfs tot de geheele zeekust vau
Buenos-Ayres uitstrekken.
De Generaal Santa-Cruz, van wien reeds vroeger is medegedeeld, dat
hij zich met een aantal zijner officieren aan boord van de Samarang heefc
ingescheept, nadat hij van zijne waardigheid als beschermer afstand had ge
daan, heeft de volgende acte van afstand uitgevaardigd:
„De gebeurtenissen, die te Bolivia en Peru hebben plaats gehad, eischen
van mij, ten einde de rampen van eenen burgeroorlog af te wenden, dé
grootste opofferingen. Ik decreteer uit dien hoofde het volgende:
l°. Ik doe op dit oogenblik afstand van de magt van beschermer, welke
Ik wettiglijk over de Staten der confederatie heb uitgeoefend.
20. Het bestuur van Zuid-Peru en de plaatselijke autoriteiten zullen de
openlijke orde blijven handhaven, de wetten kracht geven en doen eerbie
digen tot dat eene nationale conventie over het toekomstig lot des landj
zal hebben beslist."
Bij een ander decreet, legt hij het voorzitterschap van Bolivia neder, en
in een adres aan het volk zegt hij het volgende
„Bolivianen, hoon de wereld niet door buitensporigheden. De anarchie zal
u verscheurenzoodra de tweedragt onder u uitbreekt. In welk oord de
Goddelijke Voorzienigheid mij geleidt, hoe lang de afwezendheid nit mijn
vaderland, ten nutte van de goede zaak, ook noodzakelijk moge zijn, ik zal
niet ophouden de vurigste wenschen uit te boezemen voor uwe welvaart
die, gedurende de tien laatste jaren, heeft op het spel gestaan."
T U R K Y E.
Men vindt in den Franschen Moniteur de twee Volgende teldgraphische
depeches:
De Engelsche stoomboot Homerus, van Malta komende, berigc,_ dat men
den 14 Junij te Konscantinopel de tijding ontvangen had van een niet Onbe
langrijk gevecht, ten gevolge waarvan de Turken verscheiden dorpen van
het beiliek van Airitab vermeescerd hadden. Dit behaalde voordeel had de
overwinning der oorlogzuchtige partij beslist, en in den raad was besloten
aan //h/fz-Pacha bevel te zenden, om voorwaarts te trekken.
De eerste divisie der Turksche vloot was den i8den bij de Dardanellen
gezien.
De Fransche Consul te Alexandrie aan den President van den Raad der
Ministers: