A0. 1830.
LEYDSCHE
COURANT.
I t
WOENSDAG,
j J«j UEWUWS
"-• lm T£
3 J U L I).
NEDERLANDEN.
Leyden den 2den Julij.
Den isten dezer is de eerste haringjager te Vlaardingen aangekomen
.35 ton haring medebrengende. Hij was den nösten Junij uit de vloot ge.
zeild, en de tweede jager was in het gezigt. Nadat dadelijk de gewone
geschenken bij expressen aan Zijne Maj. en de verdere leden der Koninglijke
famielje gezonden waren, heeft de openbare verkoop der haring f 700 per
ton opgebragt, en is dezelve gisteren ook alhier aangekomen en dadelijk
verkrijgbaar gesteld.
Men meldt uit 's Gravenhage van den isten dezer:
Zijne Maj. heeft goedgevonden-, aan de volgende officieren die, ten gevolge
van Hoogscdeszelfs proclamatie van 5 October 1830, de wapenen hebben
opgevat, en die thans nog in de hun toegekende honoraire rangen tot de sta',
ven en corpsen van het leger behooren, in overeenstemming met de beps.
lingen, vervat in art. 3 van Zr. Ms. besluit van 11 Junij jl,, een eervol ont.
slag uit de dienst te verleenen, als aan:
Den 2den Luitenant honorair Mr. D. P. R. Baron van Tuyll van Seroosker
ken, toegevoegd aan den staf van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden;
den Kapitein honorair Jhr. .7. Mock; den 2den Luitenant honorair Mr. C. F. J.
Baron de Constant Rebecque, van den generalen staf; den 2den Luit.-honorair
R. A. Gevers; toegevoegd aan den staf der iste divis. infant.; den 2den
Luit.-honorair, Hoogleeraar .7. F, van Gordt, van de compagnie flankeurs
der Groningsche Hoogeschool; den Majoor-honorair E, IV, van Dam van
Isselt en den 2den Luit.-honorair P. C. Cdury, van het corps jagers van van
Dam; den Majoor-honorair H. Rookmaker, van het corps Noord-Holland-
sche jagers; de Kapiteins-honorair H. A. Gebius en Mr. IV. L. Diemont,
van het corps Koninglijke jagers; den Luit.-ColoDel jhr. kV. A. A. L. von
Geusou, van het corps Noord-Brabandsché jagers; den 2den Luit.-honorair
E. Risseemv, van het corps vrijwillige jagers te paard in Zeeland; de 2de
Luitenants-honorair jhr. M. tV. T. Gevers Deynoot en R. C, Baron dl Ablaing
van Giessenburg, van het rste bat. jagers; den rsten Luit.-honorairM. .7.
Q. Alting Sibergvan het regem. lanciers N°. IQden 2den Kapitein-hono-
rair M. A. van Heusden, van den staf der artillerie.
Dezer dagen is door Zijne Maj. bepaald, dat de Belgische vlag voor-
taan weder in de Nederlandsche Overzeesche Bezittingen zal kunnen wor.
den toegelaten.
Naar men verneemt, heeft het Z. M. behaagd aan M, E. Volker, wed.
van D. Kriek, die bij arrest van het Provinciaal Geregtshof van Holland,
van den 19 April II., ter zake van moedwilligen manslag jegens haren echt.
genoot, veroordeeld was tot de straf van het zwaaijen van het zwaard over
het hoofd en zesjarig confinement, kwijtschelding van de schatvotstraf te
verleenen.
Bij gelegenheid der ratificatie van het tractaat, tusschen de Hoven der
Nederlanden en van Würtemberg gesloten, omtrent het huwelijk van Z. K. H.
den Erfprins van Oranje en H. K. H. Mevrouw de Prinses Sophia Frederika
Mathilda, zijn de volgende geschenken namens Zijne Maj. uitgereikt: aan
den Gevolihagtigde van het Wurtembergsche Hof, den Graaf van Bereidingen
eene gouden snuifdoos met brillanten en voorzien van 's Konings beeldtenis,
ter waarde van ruim ƒ6000; aan den heer Harting insgelijks eene gouden
snuifdoos met edel gesteenten en voorzien van Hoogstdeszelfs naamcijfer,
ter waarde van 2000, en aan de Kansèlarij van Buitenlandsche Zaken van
Würtemberg eene som van duizend dukaten.
Naar men verneemt, heeft Zijne Maj. de Koning van Wurtembefg den
Graaf van der Duyn van Maasdam, die met de onderhandelingen over en de
sluiting van het huwelijk van Z. K. H. den Erfprins van Oranje met H. K. H.
Prinses Sophia van Würtemberg is belast geweest, vereerd met eene prach.
tige gouden snuifdoos, met edelgesteenten omzet, en waarop het afbeeldsel
van Zijne Maj. den Koning van Würtemberg prijkt.
Men spreekt er van, dat er voor het paleis, hetwelk HM. KK. HH.
de Erfprins en Erfprinses van Oranje, op het Plein alhier, zullen betrekken
ter gelegenheid van Hoogstdeszelfs aankomst, een prachtige eerenaald zal
worden opgerigt, waarbij zich alsdan de muzijk der stedelijke schutterij zal
laten hooren.
Het heeft Z. Keiz. H. den Grootvorst-Troonopvolger van Rusland,
die, gedurende zijn verblijf in deze Residentie, gelegenheid gehad heeft
eenige der voortbrengselen van de Nederlandsche schilders te zien en des
wege een zeer vleijend oordeel geveld heeft, behaagd, zoowel den heer
Koekkoek, als den heer Eeekhout, den vereerenden last 'te geveii, kunststuk
ken voor Z. Keiz. H. te vervaardigen. Wij wenschen deze bekwame en
werkzame kunstenaars geluk voor het hooge bewijs van vertrouwen aan
kunne kunst geschonken, en hetwelk bovendien door vele schoone stukken,
welke door deze, inderdaad zoozeer onderscheiden schilders zamengesteld
zijn, wordt geregtvaardigd.
Morgen wordt de jaarlijksche vergadering der Staten van de provinciën,
in de hoofdplaatsen der onderscheiden gewesten, geopend.
Naar men verneemt zal overmorgenWoensdagde 24ste vergadering
van de Synode der Nederduitsche Hervormde Kerk, door Zijne Exc. den
Minister van Staat, belast met de generale directie van de zaken der Her-
vormde en andere Eerediensten, enz., in deze Residentie worden geopend.
Het voorzitterschap derzelve zal worden waargenomen door den wel-eerw.
heer 77. 77. Donker-CurtiusPredikant te Arnhem.
Naar men verneemt, is de Tweede Kamer der Staten-Generaal bijeen
geroepen tegen Donderdag den i8den dezer, des namiddags ten 2 ore, om
hare werkzaamheden te hervatten; zullende zij alsdan, naar men verneemt,
eene mededeeling des Gouvernements ontvangen; terwijl haar tevens ont.
'werpen van wet zullen worden aangeboden.
Naar men verneemt, zou de President van het Hoog-Geregrshof te
Batavia, de heer Scholten van Oud Haarlem, thans met verlof aihier, van
Wege de Regering in last hebben, om te arbeiden aan de zamenstelling van
een nieuw wetboek voor de regterlijke magt op Java, in verband met onze
tegenwoordige wetgeving.
Gelijk men weet wordt de betrekking van Gouverneur-Generaal der
Nederlandsche Oost Indische Bezittingen, na verloop van een bepaald getal
jaren, steeds aan eenen anderen opgedragen. Ook thans zijn er in deze
Residentie weder geruchten in omloop nopens dengenen, die den tegen,
woordigen Gouverneur-Generaal dier Bezittingenweldra zou vervangen.
Onder degenen, die, naar men wil, veel kans zouden hebben tot de ver.
vulling dezer hooge en aanzienlijke betrekking te worden geroepen, noemt
men ook Zijne Exc. den Minister-Secretaris van "Staat, Baron van Doom van
jVest-Kappeile.
Naar men verneemt, zullen er met September aanstaande voor de Ne.
derlandsche koopvaardij in Oost-Indië, boven de gewone jaarlijksche plaat,
sing, nog gratis worden aangenomen acht daartoe bekwaam bevonden kwee-
kelingen, geboren tusschen den isten September 1824 en den 31 Augustus
1827, om, na eenen tweejarigen leercursus, voor rekening van het Depar
tement van koloniën, op gunstige voorwaarden, in Indie bij de koopvaardij
te worden geplaatst, Die hiertoe genegen zijn, kunnen zich aan de kweek-
scnool voor de "zeevaart vervoegen tot den 27 Julij, met de bepaalde schrif.
zelijke en franco aanvragevóór de koopvaardij in Oost-Indiealwaar ook
informatien deswege te bekomen zijn.
Het dagblad de Onpartijdige zal ophouden te bestaan en zich vereeni.
gen filet een ander, dagelijks in quarto uit te geven dagblad, de Nederlander.
Den 28sten Junij is te Utrecht de 66ste jaarlijksche vergadering ge.hou.
den van het Provinciale Utrechtsche Genootschap, onder voorzitting van
den heer Mr. J. G. Swellengrebel.
De voorzitter opende de vergadering met eene gepaste aanspraak, in welke
op eene treffende en waardige wijze de gedachtenis gehuldigd werd van
wijlen IVilletn Baron van Ttiyll Van SerooskerkenJan Bleuland, Mr. Gerard
IVtteviaal, Hendrik de HartogJohannes Jacobus MetelerkampCornells Ale.
wynNicolaas Godfried van KampenJohannes BuyskVillem van Dyk en Jan
Blanken, allen geleerde, door stand en betrekkingen aanzienlijke, en door
karakter en hoedanigheden hoogvereerde mannen, leden of leden van eer des
genootschapsdie zich bij hetzelve, in verschillende opzigten, hebben ver.
dieostelijk gemaakt, en er sedert de laatstgehouden vergadering door den
dood aan ontrukt zijn geworden.
Daarna werd er overgegaan tot het onderzoek der uitspraken over de
ingekomene prijsverhandelingen, en is besloten, die van de heeren Medicinae
Doctores, Blom Jr. te Utrecht en Arntienius te Amsterdam, met goud te
bekroonen. De nieuwe prijsvragen werden vervolgens medegedeeld.
Tot nieuwe leden benoemde het genootschap de heeren: Mr. W. T. Baant'
hauer, Procureur-Generaa! bij het Provinciaal Geregtshof te Utrecht; D. de
Bonvoust Beeckman, Theol. Doctor en Predikant te Utrecht; M. L. F. IV,
van Cooth, Raadsheer ln het Provinciaal Geregtshof te Utrecht; L. Hamming
Phil. Theor. Mag. Litt. Hum Doctor, Praeceptor aan het Gymnasium te
Utrecht ;J. A. C. van Heusde,Vh\\. Theor. Mag. Lit. Hum. Doctor, te Utrecht,
Mr. N. P. J. Kien, Burgemeester der stad Utrecht; Mr. L. C.Luzac, lid
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Leiden; Mr. G'. A. O. van
Maanen, Advocaat-Generaal bij den Hoogen Raad, te 's Gravenhage; 77.
Magnin, Archivarius van de provincie Drenthe, te Assen; J. A. Mulder,
Heel- en Verloskundige, te Utrecht; G. J. J. de Nairac, Directeur der
registratie in Gelderland, te Arnhem, R. Rueb, Phil. Doctor, te Utrecht;
TV. Swart, Hoogleeraar in de Natuurkunde, te Amsterdam; Mr. B. van den
Velden, substituut-Officier van Justitie, te 's Gravenhage; G. A. van der
Voort, lid van het Bataafsch genootschap, te Rotterdam.
Eindelijk werd de zitting met een maaltijd in den Zoöligischen tuin be-
Sloten, tot welk einde Professor van Lith de Jeude zijne nienwe lokalen,
zijne keurige bloemhoven, zijne fraaije diergaarden, benevens de ruime en
prachtige zalen van zijn uitmuntend kabinet ten dienste van het genootschap
had opengesteld.
Op het laatst der maand Junijzijn de koloniën der maatschappij van
weldadigheid, wederom bezocht door Zijne Exc. den Baron J. van den
Bosch, en den wel-eerw. zeer gel. heer G. Ruitenschildleden der Permanente
Commissie, om derzelver stoffelijke en geestelijke belangen op de plaats gade
te slaan en te onderzoeken, en daaraan al dien ijvêr en kennis toe te wijden,
welke, onder Gods zegen, den bloei dezer inrigtingen kunnen bevorderen.
Het Provinciaal Geregtshof van Gelderland heeft den 29sten Junij Theo
dora Berendsen, beschuldigd van kindermoord, veroordeeld tot de straf van
verworging.
E.
A L I
Üit Rome meldt men van den 12 Junij, dat de Nederlandsche Regering
binnen kort met de Pausseüjke in onderhandeling zou treden over de geeste.
lijke Jurisdictie van die deelen van Limburg en Luxemburg, die weder aan
haar gezag onderworpen zijn. De kerkelijke aangelegenheden van die pro
vincien werden tot hiertoe door den Bisschop van Luik bestuurdhierin
echter wenschte de Nederlandsche Regering thans eenige verandering te hebben.
Voor het overige wordt nog in dat berigt gemelddat men thans geene
minnelijke schikking met de Pruissische Regering meer te gemoet zag, en
dat zelfs de gewigtige pogingen, die daartoe door eenen met beide Staten
bevrienden Monarch waren aangewend, geheel vruchteloos waren afgeloopeh.
DUITSCHLAND.
De Keizer van Oostenrijk heeft in de vorige maand de onderscheiden
Roomsch-Katholijke geestelijke Overheden aangeschreven, dat zij zich tén
aanzien der gemengde huwelijken naauwkeurig zullen moeten gedragen aan
het zoogenaamde Tollerantie-edict van Keizer Josephen zijn alzoo de vor
deringen die ten dezen opzigte door de Roomsch-Katholijke geestelijkheid
gedaan zijn, afgewezen. De geestelijken, welke zich volgens dat Tolleran
tie-edict niet gedragén, zullen van hunne bedieningen Worden ontzet en naar
gelang der omstandigheden in kloosters worden opgesloten.
Het Oostenrijksch Regeringsblad drukt zich aldus uit, ten aanzien der
reden, welke die Regering bewogen hadden, om derzelver diplomatische
betrekkingen met Belgie weder aan te knoopen:
Nadat Zijne Maj. de Keizer van Zijne Maj. den Koning der Belgen de ver.
zekering ontvangen heeft, dat de Koning van de persoonlijke betrekking des
Generaals Skrzviecki tot de Oostentijksche Regering geen kennis droeg en
aan de bijzondere omstandigheden van deszelfs verwijdering Uit de Staten van
Zijne Keiz. Maj. geheel vreemd was gebleven; alsmede dat Zijne Maj., bij.
aldlen dezelve voorzien had, dat de aanstelling van dien officier in het Bel.
gische leger zou kunnen strekken om de vriendschappelijke betrekking rus.
scben de beide Staten te storen, zich gewacht zou hebben, denzelven der
waarts te roepen; zoo beeft Zijne Keiz. Maj., in overweging nemende,
dar de Generaal Skrzynecki terstond na zijne aankomst in Belgie slechts eenen
militairen graad zonder aanstelling In active dienst gekregen heeft, en dat de
definitive vaststelling der altoosdnrende onzijdigheid van dat Koningrijk den
terugkeer onmogelijk gemaakt heeft van den zamenloop dier omstandigheden,
welke de regtmatige vertoogen van het Oostenrijksche Kabinet veroorzaakt