behouden en drie Syrische dorpen bemagtigd hebben. De Aegyptisclie armee is terug geweken. De Groote Heer is, zegt men, bedenkelijk ziek. Morgen nader. Naschrift. De brieven uit Alexandria zijn van den yden dezer maand. Alles duidde op oorlog. De Pacha schijnt thans veel geld hoodig te hebben en biedt zijne boomwol te koop. De pest had nog niet opgehouden, Omtrent het doen- van afstand der Regering van Servie door Vorst Mi- losc'a, in ons vorig notnmer medegedeeld, wordt het volgende berigt: De afstand door Vorst Milosch van Servie ten behoeve van zijnen oudsten zooii Prins Milandie zich in ziekelijlten toestand bevindt, schijnt het ge volg te zijn der mislukking van den militairen opstand, welke te zijnen be" hoeve ondernomen was. De Commissie, rot onderzoek der gebeurtenis aan gesteld, moet aan den Senaat bewijsstukken voorgelegd hebben, oni tebetoo' gen, dat de Vorst dezen opstand bewerkt had, om zich tot onbeperkt beheer- scher van Servie te verheffen. De Commissie deed, op grond hier van, den voorslag om den Vorst bij de beschermende Mogendheden, Rusland en de Porteals verrader tegen de door haar bekrachtigde grondwet te beschuldi gen. Het volk geraakte tegen bem in gisting; niemand verhief zich tot zijne verdediging, en nu besloot hij tot de abdicatie. Voorloopig heeft nu een comitté van vijf senatoren het bestuur aanvaard en er is besloten eene depri-, tatie naar Constantinopel te zenden. Milosch, die gevangen gehouden wordt, heeft verlangd zich ouder veilig geleide naar zijne goederen in Wallachije te mogen begeven. RUSLAND. Uit Petersburg melde men van iS Junijdat, zoo schoon en voortreffelijk het weder in de maand Mei geweest was, het thans even zoo koud en regen, achtig was, zoodat er bijna niets voortkwam. Iti den nacht van 7 op 8 February dezes jaars had eene hevige aardbe ving plaats in de nabijheid der stad Baku, in het op 15 wersten afstands van daar gelegene dorp Baklihla. Het doffe onderaardsche gedruisch was tot op 30 wersten afstands hoorbaar. Het opstijgen der vlammen was zoo sterk, dat zij den ganschen omtrek tot op 40 wersten verlichtten en tot des morgens als een heldervlammende houtstapel zigtbaar bleven. Aardmassa's werden tot op 3 wersten ver in het rondgeslingerd, een dikke rook steeg als eene lijvige zuil in de hoogteen volgde toen de rigting des winds als eene wolk. Wel was de vlam den volgenden dag geheel uitgebluscht, doch de aarde was op die plaats nog eene geruime poos brandend heet, er ontstonden van tijd tot tijd nog kloven en op onderscheidene plaatsen stroomde de lava nog in eene geringe mate. Na den schok was de dampkring tot op eenen grooten afstand met zwavelreuk opgevuld; op vele plaatsen ontstonden in den grond grooce openingen, hetgeen de ingezetenen noodzaakte, pogingen tot redding hunner kudden aan te wendenuit vrees dat dezelve daarin zouden verzinken. SPANJE. Don Carlos heeftvan de Hertogin van Beira vergezeldden 19 Junij eene revue over de geheeie linie tot aan Bilbao toe gehouden; hij heeft den arbeid der verschansingen, die van Orosco tot Llodio gemaakt worden, in oogen. schouw genomenen in de militaire hospitalen de zieken en gekwetsten met de meeste minzaamheid aangesproken. Aan de bevolking en het leger in de Baskische provinciën is een adres rondgedeeld, waarin Marotto een verrader genoemd wordt, die, zooals de Portugesche Generaals Don Miguel hadden overgeleverd, even zoo Don Car los verraden wilde. De staat van beleg van Cadix, waarin die stad sedert langen tijd ver. keerdeis den 8 Junij opgeheven. De Madridsche officiële courant bevat de nieuwe instructien, die aan de Fransche kruisers gegeven zijn. Zij moeten alle ontscheping op de Spaan, sche kusten beletten, en daarom met de Spaansche kruisers medewerken. Zij moeren zich, in geval van nood, ter beschikking van de Spaansche Over. beid stellen, om de communicatie te verzekeren, het transport van troepen en krijgsbehoeften te bevorderen en zich tegen alle krijgsbewegingen ten gunste van Don Carlos te verzetten. De berigten uit Portugal van 17 Junij behelzen geene bjjzondere nieuws tijdingen. DUITSCHLAND. Uit Weenen wordt gemelddat het Oostenrijksche Hof in de door Beigie gegeven verklaring, nopens hecjin dienst nemen van den gewezen Poolschen Generaal Skrzynecki genoegen had genomenzoodat de diplomatische be. trekkingen tusschen Oostenrijk en Beigie hersteld waren. Z. K. H. de Grootvorst Troonopvolger van Rusland, is den 22sten uit Frankfort te Berlijn aangekomen en heeft zijnen intrek op het Koninglijlt slot genomen. Uit Stuttgart wordt gemeld, dat Zijne Maj. de Koning, ter gelegenheid van het huwelijk zijner dochter met den Erfprins van Oranje, aan de onder officieren welke, ter zake van deelneming aan den revolutionnairen aanslag van den Luitenant Koseritz in t833, tot veeljarige tuchthuisstraf zijn veroor. deeld, kwijtschelding van straf heeft verleend. Nog wordt uit Stuttgart gemeld, dat den 18 Junij, toen hetjhuwlijk der Vorstelijke personen gevierd werdde Fransche Gezant zijn hotel niet had willen illuminerenomdat het de gedenkdag van Napoleons nederlaag te Wa terloo was. Dit berigt echter, door het Handelsblad medegedeeld, wordt door den Avondbode weersproken, daar de illuminatie te Stuttgart niet den i8den, maar den ipden plaats heefc gehad en dien avond voor het hótel van den Franschen Gezanc eene collonade met guirlanders prijkte, welke heerlijk verlicht was. - UitCleef meldt men van den 2(5stendat de Commissie, belast met het onderzoek wegens de ongeregeldheden, aldaar den 24sten Maart voorgeval, ienvan de 56 beschuldigden43 tot eene gevangenisstraf van 1 jaar heefc veroordeeld; over 13 anderen, op wie zwaarder beschuldiging rust, was het vonnis nog niet geveld. Door het wetgevend Ligchaam van Frankfort is het plan goedgekeurd, om een aan die koopstad geevenredigd beursgebouw op te rigten, en zou het daartoe benoodigd geld, hetgeen op 300,000 guldens geschat wordt, door middel van actiën verkregen worden. Het Journal de Luxemburg deelt onderscheidene Koninglijke besluiten mede, nopens de in bezitneming van het gedeelte van Luxemburg, dat alsnu onder het wettig gezag is teruggekeerd. In de eerste plaats wordt daarbij verklaarddat de Koning-Groothertog de souvereiniceit hervat heeft over de gedeelten van het Groothertogdom Luxemburg, Hoogstdenzelven bij de trac. taten aangewezen. Voorts merkt men daarin op de navolgende bepalingen: Alle staatkundige en openbare betrekkingen die tot dus verre tusschen de Belgische administratie bestaan hebben, houden op, zonder eenige uitzon dering. Al de inwoners in het algemeenen de ambtenaren in het bijzonder, worden ontheven van hunnen eed en van hunne verpligtingen jegens die administratie. De Commissarissen, van Koningswege belast met de in bezitneming des grondgebiedsde Geheimraden Stijft en Hassenpjlug, zijn gemagtigd om, voorloopig en in afwachting van nadere bepalingen, hetzelve te besturen, overeenkomstig de vóór de in bezitneming bestaande wetten en reglementen die alzoo voorloopig voor de Autoriteiten en voor de bewoners van kracht blijven, met uitzondering echter van de bepalingen en verordeningen, in zoo verre er mogten zijndie hun aanwezen verschuldigd zijn aan den staat van spanning en vijandschap, welke sints 1830 tusschen de Nederlanden en Beigie heeft bestaan. In geval van twijfel zullen de Commissarissen beslis sen, of de Koninglijke bevelen afvragen. Alle ambtenaren in werkelijke dienst zullen, zonder onderscheid of uitzon, dering, en tot nadere beschikking, voorloopig hunne betrekkingen behouden. Er zullen de noodige voorzieningen gemaakt worden, ten aanzien van doge. neu, die, ten gevolge van de gebeurtenissen van 1830, hunne betrekkingen verloren hebben, en niet dadelijk weder kunnen geplaatst worden. De arrondissements-regtbanken zullen voorloopig blijven, zoo als zij waren in hec begin van 1830, behoudens hunne ondergeschiktheid echter aan de regtbanken van Luxemburg. Alle sententien zuilen in naam van den Koning-Groothertog worden uicge-. sproken, en ten aanzien van de regtsbedeeling moet men, zoo wat den vorm als de zaak betreft, de wetboeken, wetten en besluiten naleven, die in de stad Luxemburg van kracht zijn. De miliciens der vijf laatste jaren znlien niet onder de wapenen geroepen worden. Zoo die echter mogt noodzakelijk wordenhunne dienst zal in geen geval langer kunnen zijn, dan die, waartoe zij, te rekenen van den dag der in bezitneming af, volgens de bestaande wetten, zijn verpligt. De miliciens van vorige jaren zijn geheel vrijgesteld. Teil aanzien der geestelijkheid, van de kerk, en de eeredienst blijft alles in denzelfden toestand als op den dog der inbezicneming. Krachtens art. 20 van het tractaat van 19 April, zal niemand op eenigerieï wijze vervolgd ncch verontrust worden wegens al of niet dadelijke deelne ming aan de staatkundige gebeurtenissen. Voorts komen in de bedoelde Koninglijke besluiten nog bepalingen en voor. schriften voor, omtrent het passeren van notariële aeten, de behandeling van regtzaken, die voor de Belgische regtbanken aanhangig zijn, en thans voor de Luxemburgsche zullen behooren vervolgd te worden, als ook om trent de heffing der directe en indirecte belastingen, hetgeen alles volgens de op dit pnnt bestaande wetten zal moeten geschieden. Een gedeelte der Oostenrijksche troepen heeft de vrijstad Krakau ver. laten, omdat men geene ongerustheid koesterde, dat de rust er meer zou gestoord worden. Zijne Maj. de Koning van Zweden is den isden van zijn langdurig ver blijf in Noorwegen, nit Stokholm te Christiania teruggekeerd en heeft dadeo lijk 11a zijne aankomst eenen Kabinetsraad gehouden, en eene proclamatiè uitgevaardigd, waarbij de Tusschenregering, die gedurende zyne afwezigheid was aangesteld, voor ontbonden werd verklaard. G RO OT-BRITANNIE. Londen den 26 Junij. De Ministers hebben den assten kunnen zien, dat hunne aanhang hoe langs zoo meer in het Lager Huis vermindert. Er moest namenlijk dien dag beraadslaagd worden, over het toestaan van 30,000 M st. ten behoeve der scholen, welker instandhouding in de vorige zitting met de geringe meerderheid van 5 stemmen is doorgegaan. Na hevige debatten ij die som eindelijk met slechts twee stemmen toegestaan, namenlijk tiiet 175 tegen 173; onder gewone omstandigheden zouden zeker de Ministers afgetreden zijn. Men meent, dat de conservativen bij het uitbrengen van het rapport over de toegestane som, dat morgen moet plaats hebben, alle hunne krach, ten zullen inspannen, om het geheel ontwerp van wet te doen vallen. In een Londensch dagblad leest men het volgende: De tegenwoordige Parlementszitting zal nog armer in wezenlijke vruchten zijn, dan die der beide voorgaande jaren. Het toestaan eener verhooging van st. 10,000 voor de belangen der nationale opvoeding, zal nagenoeg het eenige zijn, waarop het wetgevend Ligchaam zijne aanspraak op de er kentelijkheid van het algemeen zal kunnen gronden. De zaken van Jamaica en Canada blijven onvermijdelijk onafgedaan, daar bij den tegenwoordige!! staat der partijen alle wezenlijke beraadslaging over zulke ingewikkelde be- langen onmogelijk is. Zullen de Ministers niets doen, om hunnne vrienden op te wekken uit den toestand van de lusteloosheid en slaperigheid, waar. toe deze vervallen zijn? Lord Melbourne zou de ellendigste lafaard zijn, die ooit van een slagveld wegliep, zoo hij zijne Koninglijke meesteres in haren cegenwoordigen nood alleen liet. Toen hij als gekozen kampvechter voor zijne Souvereine, voor eene jeugdige, beleedigde, vorstelijke vrouw, in het strijdperk tradnam hij eene verantwoordelijkheid op zichwaarvoor hij thans niet kan terugdeinzen. Geene overgave moet plaats hebben. De strijd moet tot den laatsten ademtogt gestreden worden, en indien zonder dac geene meerderheid kan worden verworven, moet het Parlement ontbonden worden. Eene ontbinding echter, zonder het toegeven aan de vorderingen, waarop de liberale partij bijna eenstemmig aandringt, zou tot niets anders dienen, dan tot het te voorschijn treden van een huis van gemeenten, alle. zins gelijkende naar dien hoop nietsdoenders, welke sedert vijf maanden hunnen tijd zoo geheel nutteloos elkeu avond in het gebouw der wetgeving hebben verspild, en waarmede noch een bestuur van Whigs, noch een van Tory's, de zaken kan gaande houden. De Morning Herald en andere Engelsche bladen bevatten eene brief, wisseling, die tusschen Rusland en Engeland, ter zake van de Spaansche aangelegenbeden, gevoerd is. Uit dezelve blijkt dat Rusland, op ëene nota van Engeland antwoordende, verklaard heeft dat de Keizer evenzeer met diep leedwezen den Moedigen oorlog in Spanje zag voort woeden, doch dac hij geenerlei goeds verwachtte van eene afzonderlijke poging, welke hij zonder medewerking van Prnissen en Oostenrijk zoude doengelijk deze ook, zonder zich met Engeland en Frankrijk te verstaan, tot geene beslis, sende maatregelen kunnen besluiten dat de Keizer bereid is om deel te nemen aan alle beraadslagingen, waarvan het doel niet zal zijn eenig oogmerk van eigenbelang maar van zuivere menschelijkheid, waar ook de zetel der be. raadslagingen alsdan gevestigd mogt worden. Het antwoord van Lord Palmcrston op deze tlota is den van 25ste!! Janu ary 11. Daarin wordt gesproken van de slagting der gevangenen in Spanje, en waarvan Lord Palmerston de schuld uitsluitend werpt op de Carlisten die met deze wreedheden een begin gemaakt en daardoor de represailles det Christinos-Generaals uitgelokt hebben. Ten opzigte der beraadslagingen van de groote Mogendheden met het doel om Spanje te bevredigen, kon Enge. larie zich niet verklaren, zoo lang het niet wist, welke de inzigten der daar- aan deel nemende partijen waren; buitendien verkeerden Engeland en Fran- rijk in dit opzigt niet in dezelfde gesteldheid als de overige Mogendheden, en kunnen deze beide Regeringen onmogelijk deel nemen aan de onderhande. lingen strijdig met de verbindtenissen, welke zij bij het tractaat des vier. voudigen verbonds hebben aangegaan. Latere berigcen van de Kaap de Goede Hoop, tot den 20 April, be. vestigen nader, dat de nieuweiings aangeknoopte onderhandelingen tusschen de uitgewekene planters van Port Natal en het bekende Kaiferopperhoofd Dingaan, tot het sluiten van een vredestractaat tusschen beide partijen ge. leid hebben. FRANKRIJK. Parijs den 28 Junij. De wet over de supplementaire credieten voor da plaats gehad hebbende uitrustingen naar Mexico en Bnenos-Ayres is in de Kamer van Afgevaardigden met 196 tegen 34 stemmen aangenomen. Ook is bij de Afgevaardigden de wet, waarbij 5,000,000 fr. voor de ver. dere wapening ter zee tot bescherming van de Fransche handelsbelangen in Amerika en het houden van toezigt op de kusten van Spanje werden-aange vraagd, den 2Östen met 2Ó3 tegen 53 stemmen doorgegaan. By die gele- genheid zijn de zaken van Mexico ter sprake {gekomen. De Maarschalk Soult heeft ditmaal aan het gedrag van den Admiraal Baudinzoowel bij de krijgsverrigtingen, als bij de onderhandelingen, hoogen lof gegeven en ge. zegd, dat de Regering het door dien dapperen verrigte niet zou verlooche. neu. Dit heeft aaii den heer Mathieu de la Redorte aanleiding gegeven tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 2