MENGELINGEN. jn het -Hooger-Huis heeft tien 4den de tweede lezing van cle bill be- trekkelijk de kerkelijke tucht 'plaats 'gehad. Er gingen voor dit béslüit be langrijke dlicussien van eenige Bisschoppen en Lord 'Lljndhurst. Den vorigen dag had de Minister Russel in het'Lager-Hnis eene bill tér tafel gebragt, bevattende: dat de Kanada's onder'ééne wetgeving zouden gebragt en de buitengewone magr, aan den Gouverneur van Neder-Kanada in 1838 gegeven tot'1842 te verlengen. Maandag aanstaande zouden dé beraadslagingen beginnen. Sir R. Peèl heeft verklaard, dat hij zich met alle 'magt tegen die wet verzetten zou. j Eene motiegisteren avond in het 'laatstgenoemde Huis door Sir tl. Fleetwood gedaan, en hoofdzakelijk ter verdere uitbreiding van de stenige- regtigheid in de graafschappen van 'Engeland en het prinsdom Wallis strek- 'kende, is ten slótte, nadat zich Lórd J. Russel en Sir R. Peel tegen dit voor. 'stel, als geheel in strijd met den geest der bekende hervormings-bill, ver. 'hlaard haddeir, toet 207 tegen 81 stemmen verworpen. De Grootvorst van Rusland heeft voor liet óprigten Van een standbeeld Voor den grooten zeeheld Nelson 300 st. gegeven. Ónder d'agreekening van den 4 Junij, bevat het dagblad de Avondbode 'den volgenden bijzonderen brief uit Londen: De Belgische ratificatie van het (ractaat met de vijf Mogendheden en Hól- 'land, uit Brussel nog niet ontvangen zijnde, heeft de uitwisseling ook geen iplaata gehad, maar is door de Conferentie tot eenen nog niet bepaalden dag 'uitgesteld. Deze vertraging van Belgie is ondertusschen noch moedwillig, -noch hét gevolg van nieuwe zwarighedenmaar alleen toe te schrijven aan eene kléine toevallige gebeurtenis, welke echter, zoó wij in bijgeloovige tijden leefdenals een kwaad voorteeken voor Belgie zoude worden aange merkt. De zaak zou deze zijn-; toen men voorleden week te 'Brussel aan het Minlstérie van%uitenlandsche Zaken bezig was, met het drukken van's Rijks gtootregeb, hetwelk in eene doos aan de tractaten móest worden gehecht, die de grondslag van Belgie's onafhankelijkheid uitmaken, brak de sceinpel, zoodat men toet 'deze noodige formaliteit niet konde voortgaan. Er zijn dadelijk bevelen gegeven om een nieuw cachet of stempel voor 'sRijks zegel te vervaardigen, doch dewijl hiermede eenige dagen zullen verloopen, verwacht men de Belgische ratificatie eerst in den loop dezer week. De heer van de IVeyervan dezen tegenspoed door benen brief van den Minister van Buitenlandsche Zaken onderrigt, heeft daarvan aan de Confe rentie kennis gegevenwelke het zich heeft laten wél gevallende uitwis seling, uithoofde van deze onvoorziene gebeurtenis, uit te stellen. Maandag laatstleden had weder op de markt te Bradford het] schande lijk schouwspel plaatsdat zekere man van StanningleyFerrar genaamd zijne vrouw openlijk verkocht. De handeling gebeurde reeds vroeg in den morgen, even na 4 ure, en geschiedde in tegenwoordigheid van een' getuige tHaimvorth genaamd. Zekere Green, mede te Stanningley wonende, kocht de vrouw voor 5 sh., van welke de getuige 2 sh. 6 d. ontving. De partijen ■geloovcn, dat deze handelwijze wettig is. FRANKRIJK. Pskijs den 7 Junij. Men spreekt aldaar dat het tegenwoordig Ministerie 'niet lang bestaan zal. Zie hier wat een der dagbladen van hetzelve zegt Te vergeefs zoekt men een karakter van eenheid in het Ministerie. Dit karakter bestaat niet. Het Kabinet is uit verschillende elementen zamenge- stelddie elkander bfi de minste staatkundige quaestie in het verborgen den -oorlog aandoen. Het Ministerie fs eéiie soort van vermomde coalitie. Men ziet er in Mi nisters, die tot de aai'behooren, de vertegenwoordigers der zoogenaamde tegenpartij en de doctrinairên. Uit deze vreemdsoortige vermenging kan bij elke quaestie eene zwarigheid ontstaan, die zich eindelijk in eené nieuwe ontbinding van het Ministerie oplost. Het nog versche geschil met de heeren Legrand en Bresson strekt daarvaïi ten bewijs. De Ministers zijn daarbij niet allen eenstemmig geweest. De 321 beklagen zich luide; zij Willen geen Ministerie ondersteunen, dat hun 'stelsel verraadt. De doctrinairên beginnen op hunne beurt eenen hoogen toon te voeren zij zijn het vervullen van eené óndérgeéchikte rol moede, Daarenboven ver beeldt zich de derde partij de overwinning te hebben behaalden dus de 'staatkunde van het Kabinet te moeten beheerschen. De ministeriele krisis zal echter eerst na de sluiting der zitting beginnen, wanneer de begrooting zal goedgekeurd zijn..-, en dan zal men een nieuw Ministerie uit de 221 toet eenige doctrinairên zameustellen. De afdeelingen der Kamer houden zich bezig met het voorstel van den heer Tracy ter afschaffing der slavernij Hl de Fransche koloniën. De gevangen gezette kweekelingén van de Polytechnische school te Parijs zijn den 5den dezer wederom losgelaten. De ter reede van Toulon liggende oorlogschepen zullen van daar wor. den afgezondenom de vloot in de Levant te versterken. Den 3osten Mei is het fregat 'la Medte, hetwelk den loden April van voor Vera-Cruz vertrokken was, te Lorient aangekomen. Het hal een ge deelte van de artilleristen der Fransche marine aan boord, die tot de bezet, ting van het kasteel van St. Juan d'Ulloa behoord hebben, hetwelk thans, Ingevolge het tusschen Frankrijk én Mexiko gesloten vredesverdrag, weder Snoet ontruimd worden. Bij het vertrek der Medie lagen voor Vera-Cruz nog twee fregatten en elf andere oorlogsvaartuigen van de Fransche zeemagr, Waaronder eene stootnboor. De gezondheid der zeelieden op alle dezesche. pen was uitmuntend, en daar men zich daarop, sedert het herstel des vre- •des, regelmatig te Vera-Cruz van versch voedsel kon voorzien, was er alle hoop, dat die gunstige staat van zaken zou blijven voortduren. Den 5 Junij is er te Parijs een nieuw blad verschenen, onder den titel van: Le Capïtole Fran fatsonder directie van den heer Charles Durandtot hiertoe redacteur van het Journal de Frankfort. Men begint in Frankrijk te vreezen, dat de Maarschalk Faille aan de bezittingen der Franschen in het Noorden van Afrika te veel uitbreiding geeft; zoo zelfs, dat, indien er op het vasteland een oorlog ontstond, al de onderscheidene, thans door de Fransche bezette pnnten, moeijelijk zouden hunnen worden ingehouden; 'terwijl het ook buitendien de vraag is, of de Kamers de noodige geldsommen voor het onderhoud van zulk eene talrijke krijgsmagt, als thans in Afrika noodigls, voortdurend zullen toestaan. Voorts beschuldigt men tevens den Maarschalk, dat hij, dewijl de Overste de halles zijn schoonzoon is, zich door beweegredenen van eenen persoonlijken aard, tot de vermeestering van Gigeiti heeft laten overhalen. BELGIE. De Belgische Kamers zijn den 6 Junijvolgens Konihglijke ordonnantie; gesloten. Den 4den dezer is er té Brussel en in den omtrek, als ook te Antwer pen, een vreesselijk onweder, van stormen allerhevigsten regen vergezeld, uitbarsten. Door de overstrooming der Senne en andere wateren zijn er onder, scheiden ongelukken ontstaan, daar de boeren hun vee ook naar hoogsten hebben moeten drijven, om het verdrinken voor te komen. Te Vilvoorden zijn 30 i 40 menschen onder de puin van hunne omstortende huizen omgeko men. Het te veld staand gewas moet bijzonder veel geléden hebben. De kermistenten te Brussel zijn bijna allen omgewaaid en de eigeoaars heb. ben, door het breken of bedorven zijn hunner goederen, veel schade. Zelfs tot in den omtrek van Luik heeft het onweder en de zware regen gewoed. Te Dieghem is eene kudde van 150 schapen mee de herders en de honden weggespoeld en verdronken. Te Leuven is de Dyie buiten hare oevers getre den en beeft een 'gedeelte der "swd 'overstroomd. Te ThfsseU beeft Ven dijkbreuk het land, onder water gézet. Te'Grinbergen, een dorp nabij Vil. vorden, zijn bij de honderd woningen vernield en meer dan vijftig men. schen omgekomen. De spoorwagens van AntwerpenBrussel Luik en Mechelen hebben veel geléden, daar de gfönd onder dezelve is weggespoeld en de sporen weggeslagen zijn; onderscheiden stoomtreinen, die op weg waren, hebben hunnen'togt moeten staken. De vreesselijke plasregen beefc bijna-36 uren geduurd. Men berekent, dat niet miiider dan Too dorpen meer óf min geleden hebben. Wichel chefalier, in mexiko. Derde Artikel. QZie N°. 139 van 19 Nov. 1 S3 8 én N°. 15 van 29 April 1839.} De rnst is hier geheel gestoord; geluk en welvaart zijn vervlogen. Ner gens is men veilig. Als een waar geluk kan men het rekenenWannéér 'de diligence van Mexiko naar Vera-Cruz eens aankomt, zonder door roovers te zijn aangehduaen geweest. Alleen onder bescherming van gebeele regimen, ten komt de cohducta (1) met hare piasters naar Vera-Cruz. Reizigers, die geene escorte betalen kunnen, moeten zich van top tot teen wapenen, en kleine karavanen vormen. Op véle plaatsen staan kruisen nevens den weg 'opgerigt, om de plaats aan te duiden, alwaar een reiziger, meestal een vreemdeling, onder de kogels of messen der roovers zijn leven heeft ver loren. Elke voorbijganger werpt, tot teeken van medelijdend aandenken, eenen steen op de plaats, en zoo verheft zich aan den voet van het krüis een waarschuwend monument. En niet alleen op afgelegen wegen, in woeste oorden, drijven de misdadigers hun afschuwelijk beroep, maar digt bij de poorten der volkrijkste steden. Ja zetfs in de steden, op straten en pleinen, midden in de hoofdstad is er geene zekerheid meer. Een Engelsch zaak gelastigde werd op helderen dag, op de ala snedade openbare wandelplaats te Mexiko, de larso (2) over het hoofd geworpen. In weerwil der nacht, wakers Qserenos~)die van donker af de straten doorkruisen, der wachten te paard, die op eiken hoek staan, in spijt van het uitdrukkelijk verbod om ta 8 ure 'savonds door de straten te rijden, ten einde het larso-werpen te Verhinderen, is men des nachts in Mexiko zijn leven niet zeker. Wanneer gij des avonds om 8 of 9 ure eenen vriend bezoekt, dan zal de portier lang vragen, en zich bezinnen, eer hij de zware met koper of ijzer besla, gene deur opent, en doet dit dan nog wel met zoo vele voorzorgen, als ■gold het de wipbrug eener belegerde vesting. Geloofwaardige personen heb ben mij verzekerd, dat jaarlijks 900 lijken van vermoorde personen in Mexiko ter schouwing komen. Rijkdom is verdwenen de aanzienlijkste buizen zijn in het niet gezonken; middelklasse is onbeduidend en zoude elders voor arm gerekend worden en .het gemeen volk, de massa Indianen en hunne afkomelingendraagt haar juk als te voren voedt zich met bananen, tortillen (geroosterde en tot eené soort van koek gevormde maïs) en chilé, en ligt in de diepste onwetend, beid begraven. De landbouw wordt geheel veronachtzaamd. Ten tijde der Spaansche heer schappij mogt men In de koloniën noch wijnstok, noch olijfboomen planten, thans natuurlijk is dit verbod ingetrokkenmaar wei verre van zich dit voor deel ten nutte te maken, hebben de Mexikanen veel vruchtbaar land, dac in den Spaanschen tijd bebouwd werd, braak liggen, In den omtrek van eenige uren rondom de hoofdstad, liggen verscheidene groote dorpen bijna geheel verlaten. Onder deze heerlijke luchtstreek behoeft de grond bijna geenè verzorgingais alleen het begietendaartoe hebben de Spanjaarden in hunnen tijd met niet geringe kosten, kanalen cn Waterleidingen daargesteld, welke thans echcer geheel in ruïnen vallen zonder dat iemand er aan denkt dezelve te verbetéren. De ploegen en over het algemeen alle werktuigen voor den landbouw zijn geheel ruw en ondoelmatig. Geene verbeteringen hoegenaamd worden aan gewend, en het aansporend voorbeeld van Noord-Amerika gaat verloren. Ook het bedrag der bergwerken is, in vergelijking tot den Spaanschen tijd gezonken. Kort voor den aanvang van dén onafhankelijkheids-oorlog bedroeg de geheele massa 120 millioen piasters jaarlijks; toen de strijd tegen het Moe derland ten einde wasslechts 60 milioenen met de grootste moeite en kosten, hebben de Engélsche mijn-compagnien, dezelve nóg niet geheel op 90 millioen kunnen brengen, waarmede zij geene goede rekening ma. ken, daar, behalve de kapitalen welke men tot daarstelling en onderhoud der werken noodig heeft, nog voor elk, zelfs niet aanzienlijk transport, een klein leger vereischt wordt. Behalve dat worden de bergwerkers telkens door 'de roovers der omitreken, tot zelfs in de nabijheid der mijnen over vallen en dikwijls hebben er tusschen hen scherpe gevechten plaats. De bewaarplaatsen zijn met geschut voorzien, en de Engelsche beambten der compagnie oefenen zich vlijtig in het schieten, ten einde zich goed te kun. nën verdedigen. De nabij gelegene bergwerks-school (Mineria), waartoe het gebouw alleen drie millioen piasters gekost heeft, is zeer in verval hoewel zij thans nog ónder hare Professoren den geleerden Andrea del Kin telt. Er ontbreken alle middelen tot onderwijs, zelfs der beginselen. Eeit groot chemisch-Iaboratorium is er voorhanden, maar geene reagentien, en zeer weinige instrumenten, zoo dat zelfs de eenvoudigste proeven niet kannen worden gedaan. De mineratogische verzameling ligt in de grootste verwarring; slecht geklassificeerd en geheel onvolledig. Nog ellendiger ziet het e'r met de bibliotheek en het machinen-kabinèt uit. Kortom, de school schijnt het lot der Mexikaaniche openbarè schatten gedeeld te hebben, na melijk drie o'f Viermalen herhaalde plundering, én het gebouw dreigt in te storten, gelijk de geheele Mexikaansche Republiek. Men zoucfè gedacht hébben, dat zoodra slechts ééns de Mexikaansche havens en steden aan den handel en de bedrijvigheid van de Europeanen geopend zoude Zijn-, er vele fabrijken moesten worden opgérigt in een land alwaar de handen-arbeid zoo gering betaald wordt, veel katoen voorhanden isen alwaar door dé Spanjaarden zoo veel tot vermeerdering der schepen fijnharige geiten enz. gedaan isterwijl ook de zijdeteelt daar zóo gemakkelijk zoude zijn in te voeren. Over het geheel ontbreekt het den Mexikanen aan allen ondernemingsgeest, en vreeraden kunnen het niet wagen, ergens in dac land eene grooce onderneming te beginnendaar in elke Zitting van het Con gres weder op nieuw de voordragt of dreiging op het tapijt komt, om de zelve allen wCgtéjagen (3), en zij ook buitendien, niet dan met afgunst door O) Zoo heeten de aeldverzendingen, welke uit de Mexikaansche bergwerken naar Europa gaan. Elke conducta beloopt eenige inilliocnen piasters. C2) Larso is een lange strop, waarmede de ga'uchos in de Zuid-Aine'rikaansche savan nen, de wilde buffels en paarden vangen; zij weten met buitengewone behendig? digheid, van het paard af, terwijl zij in gestrekt galop doorrijden, dit koord over den kop van bet Hier te werpen. De roover, die bet op menschen gemunt heeft, bindt het eene einde van den larso aan den knop vnii zijn zadel, werpt hec andere den reiziger om bet lijf en geeft zijn paard de sporen; de ongelukkige wordt om getrokken, voortgesleept, cn bevindt zich weerloos in de handen zijner vijanden. (3) Dit thema wordt in alle Spaansche koloniën, en vooral tamelijk op dezelfde wijze behandeld; ten hevigste echter in Mexiko en Peru»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 3