Ten bewijze van de drokte, welke er in Londen heerscht, deelen de
Engelsche dagbladen het volgende mede: Op Woensdag den 16 April II.,
passeerden er langs het Pantheon van des morgens zes tot des nachts ten
twaalf ure 347 eigen rijtuigen met twee en 935 met vier wielen890 omtii
bussen, 621 huurrijtuigen met twee en 752 met vier wielen, 91 diligences,
benevens 1879 karren en andere voertuigen, te zamen een getal uitmakende
van 5,515. Het over Stafford-place op den 18 Apiil 11. gepasseerde getal
tijtuigen; bedroeg 4,735, waaronder 1,213 omnibussen, dat op den 22Steti
derzelfde maand door New-mantle street 6,992, terwijl Zaturdag daaraan,
volgenden over StafflFore-place 5,943 rijtuigen reden.
FRANKRIJK.
Parijs den 17 Mei. Zoo als wij in ons laatste nommer reeds gemeld heb.
ben, was de rust den i4den des namiddags niet meer gestoord geworden,
hetgeen ook verder aldus gebleven is. De dagbladen beginnen thans meer.
dere zekerheid te geven, dat de ontstane ongeregeldheden ten doel hadden,
om een Republiek te vestigen, en dat de aanvoerders van gedachte geweest
zijn, dat zij bij het grootste gedeelte der nationale garde en burgerij, aan
hangers zouden gevonden hebben. Het tegendeel is thans echter gebleken.
De voornaamste demonstratie, die de opstandelingen den I3den nog beproefd
hebben, is de leerlingen der Polytechnische school, die in 1830 dadelijk ge.
meene zaak met de omwentelings-mannen gemaakt hadden, op hnnne hand
te krijgenzij zijn daarom naar het gebouw gegaandoch vonden de hekken
gesloten en stads soldaten binnen hetzelve; op het aanrukken van troepen en
nadat eenige dooden gevallen waren, hebben zij ook van dat plan afgezien.
Het volgende is het afschrift eener gedrukte proclamatie, die bij de ge-
weermakers gebroeders Repage gevonden is, wier wapenen-magazijn is uit
geplunderd geworden:
„Te Wapen Burgeren!
„Het noodlottig uur voor de onderdrukkers heeft geslagen; de laffe tyran
der Tuilerien spot met den honger, die in 's volks ingewanden woeltaoch
de maat zijner gruweldaden is vol; zij zullen eindelijk derzelver kastijding
ontvangen.
„Het verraden Frankrijk, het bloed onzer geslagte broederen roepen lui.
den tot u, en schreeuwen wraak; dat deze vreeselijk zij, want zij heeft te
lang getoefd; verga eindelijk de exploitatie, en dat de legaliteit zegevieren,
de zich zetele op de door-een verstrooide puinhoopen van het koningschap
en der aristocratie.
„Het provisoire gouvernement heeft militaire opperhoofden benoemd om
het gevecht te besturen; die opperhoofden zijn uit uw midden gekozen;
volgt hen, zij zullen u ter overwinning geleiden.
„Volk, sta op, en uwe vijanden zullen verdwijnen als het voor den wind
verstuwende zand sla toe, en verdelg zonder ontfermingde laaghartige
trawanten der tyrannie, vrijwillige medepligtigen der dwingelandijmaar reik
de hand aan de, uit uwen boezem voortgekomen, soldaten, die geene broe
dermoordende wapenen tegen u zullen keeren.
„Vooruit! Leve de republiek!"
Deze proclamatie was geteekend Blanqui.
Deze Blanquiwiens naam meermalen in politieke zaken is voorgekomen,
was een der opperhoofden van het jl. Zondag te Parijs uitgebroken oproer.
Hij had eene bende, hem aanhangende lieden bij zich, met welke hij den
aanval heeft Begonnen. Hij werd vergezeld door Barbis, een der Advokaten
der beschuldigden van April. Beiden, gevolgd door hunne benden, zijn naar
het plein du Chdtelet opgetrokken. Barbis heeft den schildwacht gedood
en Blanqui den officier door een pistoolschot doen vallen. Des avonds is
Barbister zijde van Blanquigesneuveld, Laatstgemelde heeft daarop alle
geestkracht verloren. De oproerigen hebben het lijk van Barbis met zich
gevoerd, op hunnen weg wraak schreeuwende, maar hunne woede heeft op
het gemoed van Blanqui geenerlei uitwerksel gehad. De bende, die hem in
het eerst was gevolgd, is uiteengegaan, en degenen die haar zamenstelden
hebben zich onder andere opperhoofden vereenigd. Blanqui is verdwenen;
het openbaar gezag spoort hem op, en alles doet hopen, dat hij niet aan de
gestrengheid der wetten zal ontsnappen.
Die hoofdaanvoerder echter der oproerlingen Barbis, dien men vermeld
had, datgesneuveld was, is slechts zwaar gewond en bevindt zich inde gevan.
genis. Ook is aldaar een zekere Staub, een Duitsch kleermaker, die als een
groote woelgeest bekend ftaat. Men berekent het getal gevangengenomen
thans op ruim 200. Ook naar eenige groote steden, onder anderen Straats.
burg, zouden bevelschriften tot arrestering gezonden zijn.
Men begroot thans het getal der op Zondag en Maandag gesneuvelde
burgers en militairen op 150.
Onderscheiden dagbladen bezwalken den goeden naam van den Prefect
van Policie Delessert, dat hij van het uitbreken van dat complot geheel onkun.
dig geweest is; anderen echter, hoewel dit laatste moetende bekennen,
zwaaijen hem grooten lof toe, om de maatregelen door hem in het dempen
der onlusten genomen. Hij is den i4den aan het Hof ontvangen. Op zijn
bevel zijn thans reeds meer dan 500 arrestatien geschied.
Onderscheiden diverijen zijn terwijl alles te Parijs in rep en roer was, en
onder deze zeer aanmerkelijke, gepleegd.
Den I4den is te Parijs overleden de Hertog va» Bassano (Maret) die,
onder het Keizerrijk, Minister van Binnenlandsche Zaken geweest is.
De Moniteur van eergisteren bevatte het volgende:
De grootste kalmte, het volkomenste vertrouwen, zegt dit blad, heer.
schen onder de bevolking, die haren arbeid heeft hervat; én hoewel de
overheid voortgaat met zorgvuldig voor de openbare veiligheid te waken
voorspelt alles, dat deze geene verdere stoornis zal te lijden hebben. De
wijze en krachtdadige beteugelings-maatregelen der overheidde bewonde-
renswaardige zelfopoffering en moed der nationale garde, der troepen van
linie en der stadssoldaten hebben de opstandelingen verpletterd en hun alle
hoop, elk hulpmiddel ontnomen. Bij het doorblinken der gevoelens van af.
schuw, die hun vermetele aanslag bij alle klassen van burgers opwekte, heb
ben zij begrepen, dat hun geenerlei middel overbleef, om hunne verfoeije-
lijke moorden voort te zetten. Die handvol ellendelingen, die vier en twin
tig uren lang in de hoofdstad bloed hebben doen storten, zijn door het vuur
der tot verdediging van den troon en de wetten gewapende burgers gevallen,
anderen moeten afwachten, dat de geregtigheid hen van hunne aanslagen re-
kenschap vrage. Dit bloedige voorval heefc aan de nationale gardes en aan
de soldaten eene gelegenheid verschaft, om de gevoelens van liefde en zelf
opoffering, waarmede zij voor den Koning en voor onze instellingen bezield
zijn, schitterend aan den dag te leggen. De bevolking heeft insgelijks in
deze smartelijke omstandigheden hare diepgewortelde gehechtheid voor het
Bestuur des Konings doen kennen. Dit zijn waarborgen voor het behoud des
openbaren vredes en panden, die ons eene gelukkige toekomst verzekeren.
In den Moniteur van gisteren leest men:
De volmaakste rust heeft niet opgehouden in geheel Frankrijk te heer.
schen. De telegraphische depeches heden, den i6den, aangekomen, ver.
melden, dat de openbare vrede in alle onze groote steden gewenscht is.
De tijding van het daarstellen van een nieuw Ministerie, heeft een einde
gemaakt aan de zorg en is met de levendigste genoegdoening ontvangen.
In de zitting van den isden, heeft de Kamer der Pairs zich totgeregts.
hof geconstitueerd en zich competent verklaard, om regt te spreken in den
aanslag van 12 en 13 Mei.
B E L G I E.
In de zitting van den 14 Mei, heeft de Kamer van Vertegenwoordiging
de beraadslaging over de teruggave van de door den achelde-tol zullende
geheven worden gelden, voortgezet. In die zitting ontstond eene gro-e
verwarring, toen bij dezelve de tijding van de te Parijs uitgebroken onlusten
aankwam, Eenige amendementen zijn daarna nog op genoemde wet voorgesteld.
De beraadslagingen omtrent dezelve waren den igdcn niet ten einde
gebragr.
Leopold heeft onderscheiden besluiten geteekend, waal-bij Comtnissieti
benoemd worden, die met de uitvoering der bepalingen van het vredes-
tractaat belast zullen zijn.
Voornoemde Commissie bestaat uit 14 leden. Dumortier had veel moeite
gedaan om in dezelve benoemd te worden, doch zijne hevige taal, gehouden
op eenen maaltijd hem door Gentsche studenten dezer dagen aangeboden,
heeft verhinderd, dat hem deze wensch is te beurt gevallen.
De reis van Leopold naar Parijs zou, zoo men uit Brussel schrijft,
wegens de' aldaar voorgevallen onlusten, onbepaald uitgesteld zijn.
De Hertog van Wurtembergweduwenaar van Prinses Marie van Orle
ans, wordt te Brusse^ verwacht.
Er liep een gerucht, dat de Voorzitter van de Kamer van Vertegen,
woordiging, RaikemMinister van Justitie zou worden.
Ernstgewezen Minister van justitie, heeft het beroep, als Hoogleer*
aar in de regten bij de Katholijke Universiteit te Leuven, aangenomen.
11
MENGELINGEN.
BELANGRIJKSTE VOORTBRENGSELEN
DER
ENGELSCHE LETTERKUNDE,
IN 1836.
Vervolg en slot van N®. 57.)
Onder de geliefde benaming: Vermengde geschriftenzullen wij een aantal
boeken te zamen voegen, welke zich onder geene bijzondere rubriek laten
plaatsen. Tot deze klasse behoort b. v. Henry Bulwar's Monarchie der
middelklassenwaarin de schrijver zich in verscheidene deelen kwelt, iets
te bewijzen, wat klaar als de dag is en op een paar bladzijden zoude kun.
nen gezegd worden. De Vlugge schetsen uit het Huis der Lords en Babel de
hoofdstadzijn met groote begeerte gelezen geworden, doch wemelen van
grove misslagen; de schrijver, wiens naam Grand is, voormalig snelschrijver
voor de Times, doet de taal niet minder dan de waarheid geweld aan. Even
zoo veel opgang heeft de heer Honan door zijn berigt over: De hofhouding
en het leger van Don Carlos gemaakt; maar zijne daarstelling der jongste ge.
beurtenissen van den Spaanschen burger-oorlog is, zoo als bekend is, geheel
partijdig ontworpen. Lord Warnalijf heeft de briefwisseling der Lady Mary
Worthley Montague uitgegeven; men verneemt echter over het leven en ka.
rakter der beroemde vrouw daaruit niets nieuws. Geen van deze en soort
gelijke 'werken heeft letterkundige waarde.
Men zoude meenen, dat in eenen tijd, waarin zoo oneindig veel boeken
van allerlei aard verschijnen, en door het publiek verslonden worden, de
lezers ook belang in de lotgevallen van sommige der belangrijkste schrijvers
zouden stellendaa dit zoude men uit het gering getal Biographische ge
schriften, welke in 1836 verschenen zijn, niet kunnen opmaken. De gedenk*
schriften van Mirabeau, Don Manuel Godoy, Talleyrand en Lucien Buo'
naparte zijn uit het Fransch vertaald geworden; in de Engelsche taal zijn er
levensbeschrijvingen van Sir William Tempte, van SchaftesburyDavy en van
Miss Hemans verschenen. Het overige is niet noemenswaardig.
In het gebied der dichtkunst ontmoeten wij eene even groote onvrucht.
baarheid. Hier en daar schittert een lichtstraal in de duisternis, maar vin
dingrijk vernuft en oorspronkelijkheid zoekt men vergeefs. Van alle nieuwe
dichterlijke werken over het algemeen, is welluidendheid en zuiverheid van
taal eene eigenschap geworden, maar deze sierlijkheid van vorm kan het
gebrekkige van den inhoud niet vergoeden. Wij kunnen dus van slechts
zeer weinige met lof gewagen. Onder de Idyllen noemen wij de Scholier
ster, van Thomas Mande, dat door naïveteit en gevoel, en de Geboortedag
van Caroline Bowles, dat door eenvoudigheid en smaakvolle voordrag: uit
munt. Hooger dan alle anderen staat Sewell Stokes, die in een romantisch
gedicht, het Dal van Lantherne, niet alleen de Spencersche strophen, maar
ook de schoonheden der Spencersche dichtwijze zoekt na te volgen. Zui
verheid en rijkdom van taal, bekwaamheid in versenbouw, waarheid en warm.
te van gevoel, muntten in dit dichtstuk uit, en verheffen het tot een waar.
lijk zeldzaam verschijnsel voor onzen tijd.
Zoo de dichters algemeen genomen veel te wenschen overlieten, des te
levendiger en zoo veel te gelukkiger werd het gebied der prozaïsche romans
bezocht. Hier ontmoeten wij voortbrengselen, waarvoor zich de gouden eeuw
der Engelsche letterkunde niet zoude behoeven te schamen. Wel is waar
tegen eenen Fielding, RichardsonSmollettGoldsmith, houdt geen der thans
levende Engelsche romanschrijvers de vergelijking tiit, maar welke uitbrei
ding, weike uit- en inwendige rijkdom, welke ruimte tot schildering der
levens van alle volken, alle standen, heeft de roman in den jongsten tijd
gewonnen. Het getal alleen der in dat jaar verschenen romans en novellen
te willen opgeven, zoude een eindeloos werk zijn;de grootste alleen, welke
meer dan een deel uitmaken, zijn meer dan zeventig in getal. Daaronder is
nog eene redelijke hoeveelheid quasi-romans niet begreven: boeken, die van
romans alleen den naam en uiterlijken vorm hebben, In daarstelling en inhoud
echter een didaktiesch, historiesch of ander karakter en doet voorstellen.
Voor aan de rij der romanschrijvers, waarvan wij er slechts eqkele zullen
noemen, staat Washington Irving met zijn voortreffelijk werk Astoria. In
dit boek dat algemeen gekend verdient te worden, vertoont zich Irving's
talent, zoo door belangwekkende schilderingen als levendig dramatische wer
king, glansrijker dan ooit; wij zouden niet ligt eene aangenamere lectuur
kunnen aanwijzen. Zeer bevallig is eene verzameling van kleine verhalen
onder den titel de Praatweekwelke in schoone naïve taal vele goede ge.
dachten en waar gevoel bevatten.
De zee-romans zijn in het laatste jaar nog altoos talrijker gewordenen
dit zal misschien nog wel eene poos zoo voortduren. Dit nieuw genre is
nu, eens voor al, in de letterkunde opgenomen, en bekleedt deszelfs plaats
met eere. Van Kapitein Marryat verscheen: De zeeroover en de twee Kotters,
Japhetzijnen Vader zoekende en eindelijk de Scheepsvaandrig Welgemoed
ontegenzeggelijk een zijner beste werken. De Rattlin is niet van Marryat,
maar van Howard, echter geheel in den Marryatschen vorm gegoten. Den
Kapitein Chamier hebben wij door den Ben Brace leeren kennen; eindelijk
verdient nog melding De Kruistogt van het schip de Mug, welke vroeger
stuksgewijze in Blackwoodfs magazine te lezen was, en aan Professor IVilson
wordt toegeschreven.
Walter-Scott heeft ook dit jaar vele navolgers gevondende beste onder
deze is de schrijver van Edita van Glemis, waaraan velen voorbeeld zouden
kunnen nemenen het voor een werk des Schotschen meesters houden. Lord
Roldan van Allan Cunyngham is met gloeijende phantasie, maar ook met zoo
veel overhaasting geschreven, dat de smaakvolle voordragt, die wij uit vroe-
gere werken van den schrijver kenden, er onder geleden heeft. De toovenaar
van Leith Ritchie bevat levendige dramatische tafereelen, doch mist tot
zelfs den minsten historischen grond. De zelfsveroordeelde van Gaspy, noerac
zich Iersche roman, en is het ook wel, wat plaats en vorm van voordrage
betreft, maar niet in kleur en luim, ook niet in teekening der karakters;
niettemin behoeft het voor andere soortgelijke werken niet onder te doen.
Een zeer bezonnen en correct geschreven boekSeymour of Sudley, door Miss