A°. 183». L E Y D S C H E 60. a C OURA N fi MAANDAG, KH - 20 M E I. KENNISGEVING. SCHUTTER JJ. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gezien hebbende de Wet van den nden April 1827, brengen bij deze ter keunisse van de belanghebbendendat, ter voldoening aan dezelve, weder een aanvang zal worden gpmaakt met de Inschrijving voor den Schutterlijken dienst, van degenen, welke öaartoc dit Jaar in de verpligting vallen. Dat deze Inschrijving zal moeten geschieden ih tien afzonderlijke Registers, met dien verstande, dat de personen, geboden ih t8crf> tot 1813 ingesloten, welke zich .bier ter Stede, sedert de vorige lnscHrijving, ük andere plaatsen met de woon hebben 'nederge zet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste Inschrijving derzel- ver paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigd; alsmede de zich in dit Rijk en binnen déze Stad, sints'Üe laatste'Inschrijving, gevestigd hebbende vreemdelingen(waar door verstaan worden 2ij, die htm voornemen, om zich in dit Rijk neder te zetten, heb- .ben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werke^jk overbrengen van den zetel van hun bestaannaar herwaartszonder dat de "tydelijke Uitoefening van een bedrijf of handwerk, in eenige ondergeschikte betrekking, als zoóHariig voornemen wordt aangemerkt), zullen worden ingeschreven achter de Re gisters, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren; terwijl de geborenen in het Jaar'1814, zullen wórden geplaatst in een nieuév Register, te weten: hét eerste van den YJare '1839; en het tiende of dat der geborenen in 1804 van het vorige'jaar, zal komen te vervallen, Dat van de Inschrijvingniemand dér bovengenoemde personen is uitgezonderd al vermeende hij tot de vrijgestelden of. uitgéslótenen te oehopren, en dus ookniet die personen, welke reeds hun ontslag uit den Schutterlijken dienst hebben bekomen; 'zijnde echter, ten gevolge van desiVege nader gemaakte bepalingen^ de vrijwillige Mooiele .Schutters, zoo lang zij in dienst zijn of zich met Onbepaald verlof in hunne woonplaats 'bevinden, even als de Militairen, van de Inschrijving vóorioopig vrijgesteld. Dat de Registers van Inschrijving zullen worden geopend op Vrijdag den 17 Mei, en óp Zaturdag den eersten Junij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten.^ Dat derhalven de per's'oiienwelke zich vóói" gemelde sluiting op den eersten-Junij niet hebben doen Inschrijver», (en dus ook ieder pefso'on van elders zijnde komen wonen 'of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemdelingen alsmede de Militairen, welke tot de ligting van 1829 behoord hebbende, derzelver finaal ontslag hebben beko men, en niet weder zijn in diénst getreden,) bij ontdekking, als nog achter de teeke-, tiing tot sluitingdoor het hoofd van de Regering aan hèt einde van het Register te plaatsenzulleii Wordeïi Ingeschrevertmet de bijvoeging vati het wóórd: ambtshalve en dezelve volgens art. 9, dopr den Stfiürtersraad zullen vvorden verVtfezen tot eene geld boete, en daarenboven dadelijk, zonder lotingbij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de verzuimde Inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uit sluiting ten hunnen aanzien bestonden; cerwijl ïn zoodanig geval het huwelijk nün ook geene aanspraak geeft orti in de tvVeéde klasse gebragt té Worden. Dat een ieder wordt vermaand, om voor zoo veel hij van géén bewijs zijner doop of geboorte voorzien is, Voor diewelke alhier geboren zijnhetzelve te komen afhalen ter Secretarie dézer Stad, van lieden af aan's morgens van 10 tot 's middags 1 uur; terwijl diegenen, welke elders geboren zyn, zich. hetzelve onverwijld vóór de Inschrij ving zullen 'moeten aanschaffenzülletide een ieder verantwoordelijk zijn voor de g'evol gen, waiinèer hij, bij gemis iijnéf doqp- bf geboorte-acte, door eené verkeerde opgitve van het g'ebóorte-jaarabusivelijk wierd ihgescMévetts Dat de bélanghenden bij -deze nog worden herinnerd, dat zij bij de Inschrijving tevéns zullen moeten opgeven hunne Woonplaatsbenevens het IVijk en Nummer hunner huizen, derzelver beröepen dat van hunne Ouderszoo die nog in leven zijn, alsmede dpn tijd van derzelver inwoning alhier, en eindelijk of zij Ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijnen in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoe veel van elk geslacht wordende de gehuwden aangemaandom zich van een extract uit het Huwelijks-Register te voorzienom daarop door den Heer der Gebuurtewaarin zij wonenfict. getal hunner kinderen te doen certificeren,, ten einde daarvan bij de Inschrijving re dpèn blijkeyi, zul lende almede tot de afgifte dier hpwelijks,-extracten worpen gevaceerd ter Stads Secreta rie, van heden af, des voormiddags van to tot *s namiddags ten 1 uur. Dat eindelijk 'StudentenGeêmploij'eeidcn in huizen van negotie, Bedienden ert Werk lieden moeten Ingeschreven worden in de Gemeenten, waat zij hunne studiën of werk zaamheden uitoefenen,, of dienstbaar zijn, zoo als zulks ook het geval is van^ Klerken yan Advocaten en Notarissendat Ambtenaren en Geëmployeerden (al wonen zij .elders) zich moeren laten inschrijven in de plaats, alwaar zij hunne ambtsbetrekkingen uitoefe nen; dat zy, welke buiten 's lands werkzaam zijn of zich aldaar op de studiën toeleg gen, in de Gemeente hunner vorige Woonplaats, en laatstelijk Schipperster plaatse waar zij het laatst gewoond hebben, of de belasting voor hun vaartuig betalen, inge schreven moeten worden. k Dat, ten einde de Inschryving geregeld afloope, een iegelijk in de termen v.an dezelve vallende, bij deze wordt opgeroep'en, om zich te vervoegen in éón der vertrekken op het Raadhuis, en wel: Op Maandagden 27 Mei. ï'839 des voormiddags van 10 tot 1 uur de Bewoners van Wijk I, II eii III. Op Dingsdagden 28 Mei 1839, des voormiddags van io tot 1 uur, de Bewoners van Wijk IV, V en VI. Op Woensdagden 29 Mei 1839, des voormiddags van 10 tot 1 uur 'de Bewoners van Wijk VII en VIll. Met uitrtoódiging, Qih 'óp den bppaalden dag zich stiptelijk ter aangeduider plaatse ban te melden, ten einde men zich niet te wytep hebbe de gevolgen, welke uit her achter blijven zouden ontstaan; zullende wijders tipt tijdstip, dat de Registers ter bezigtiging zullen liggen, 'en. dé dagen'der Loting, welke, volgens de Wet, vóór den isten julij aanstaande, geh'èel zal moeten zijn afgeloopen, nader worden bekend gemaakt. En verder gelet hebbende op art. 7 van Zijnet Majs. besluit, van beneden September 1828, Staatsblad N°. 55), roepen bij deze op alle personen, vtfelke als gehuwd of als Weduwenaars met kind of kinderen, in het afgeloópen jaar, in de termen zjjn. geweest, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij te worden gebragt, doch sedert dien tijd door het overlijden van derzeivr vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verloren, om in die klasse te verblijven, en dus als nu in de 'eetste klasse der voor dit jaar daar^ te stellen algehaeene Schutters-rol geplaatst moeten vyprden, om van dusdanige verandering van omstandigheden schriftelijk kennis aan Huil E'd. Achtb. te geven, of zich daartoe ter Stads Secretgrje aan te pelden, des morgens tusschen io en 1 "ure, vóór de aan te vangen Inschrijvingen dus uiterlijk tót den 25 Mei aanstaande; zuilendei wanneer deze Kennisgeving door dén belanghebbenden mogi zijn verzuim, eïi hij dus, dien ten gevolge niet bij de Schutterij z'oü zijn ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders proces-verbaal tegen hem moeten, worden opgemaakt en Ran de Regtbank toegezondenten einde op de nalatigen toe te passen de strafbepaling yan art. 1 der Wet, van den 6 Maart i8j;8, Staatsblad N°. 12) houdende eene geld boete van ten hoogste f 50en eene gevangenis uiterlijk van drie dagehhétzij afzon- 'derlykof wel beide de straffen te zamen genotrien. Énopdat 'niemand hiérvan onwetenheid zoüde kunnen voorwendenzal deze worden l&lrukt, afgekondigd en aangeplakt, tet plaatse waar 2;ulks gebruikelijk is. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad jLeydén; op den i<5 Mei 1839. J. G. DE MEY. itiè Val Ter ordonnantie Van dezelve, Paul du Rieu, WethouderL. S. NEDERLANDEN. Leyden den i<jden Mei. Zijne Maj. de Koning heeft met H. K. H. Prinses Albert van Pruiss'etl Üen 15 Mei het Paleis in het Bosch betrokken. 'De Staats-Coürant van den i8den dezer bevat een Koningiijk besluit, tmder dagteekening van den io Mei, houdende bepaling, dat in het Staats blad melding zal worden gemaakt van de uitwisseling der vier nog ontbro- ken hebbende acten van ratificatie van het handels-tractaat met de Staten fcan het Duitsche tolverbond; Sedert de laatst gedane bekendmaking zijn door de belanghebbenden geligt de navolgende door Zijne Maj. verleende octrooijen: Een octrooi, in dato 13 Januari] 1839, voor den tijd van vijftien jaren, van den 20.November 1837 af, verleend aan. de Leutre de.Gueymard, domi cilium verkozen hebbende bij Luden en Poel te Amsterdam, op' de invoering van, een nieuw toestel van smelting tot het fabriceren van,kaarsen. Een octrooi-, in dato 13 Januarij 1839, voor den tijd van vijftien jaren, van den .17 April 1837 aL redeend aan Miles Berry te Londen, domicilii™ gekozen hebbende bij C. C. Uhlcnbtck te Amsterdam, op de invoering der uitvinding van zeker mastiek of cement, geschikt om onderscheiden kleuren aan te nemen, welke tot verschillende einden kan gebezigd worden. Een octrooi, in dato 15 Januarij 1839, .voor den tijd van...tign jaren, van 'dén. 15 Julij 1838. af, verleend aan Poitel te Parijs, domicilium verkozen heb. bende bij de Backere te 's Gravenhage, op de invoering van een nieuw za. menstel van .molensteenen tot het malen en breken der granen. Een octrooi, in dato 22 Maart 1S39, voor den tjjd vgn tien jaren, verleend aan J. M. Aulnette te Parijs, domicilium verkozen hebbende ten kantore van de Procureurs T. en E. J. Asser te Arasterdam, op de invoering der ver. vaardiging van gesponnen vlas, en van deszelfs gebruik voor weefsels, het, «ij alleen., hetzij vereenigd met zijden, wollen of andere geweven stoffen. Een octrooi, in dato 3 April 1839, tot December .1847, verleend aan J. Muston te Haarlem, op de uitvinding van verbeteringen door hem aangebragt aan de nieuwe wijze om loodwit te vervaardigen, waarvoor aan hem in dato 4 April. 1834 een octrooi van invoering is verleend voor den tijd van vijftien jaren, van December 1832 af. Dit octrooi is verleend onder voorwaarde, dat de, geoctrooieerde geliou- den zal zijn, om, aan eiken Nederlander binnen eene maand, nadat hij daarom aanvrage zal hebben gedaanmededeeling te doen van de geoctrooi- jeerde verbeteringen, met vergunning om daarvan gebruik, te maken, zulks tegen betaling aan den geoctrooijeerdengedurende den tijd van.het voor- meid octrooi, van de helft der zuivere winst, welke door het aanwenden van de bedoelde nieuwe wijze om loodwit te vervaardigen, en van de thans g.eoctrooijeerde.verbeteringen, boven de gewoonlijk in gebruik zijnde wijze, zal worden verkregen op het loodwit, dat vervaardigd zal worden door dengene die de -mededeeling bekomen heefc; zullende, wanneer omtrent die betaling aan den geoctrooieerde eenig verschil moge ontstaanalle betwis tingen deswege worden onderworpen aan de beslissing van het Departement van Binnenlandsche.Zaken; alles onder bezwaar voor den geoctrooieerde ipdien. hij aan de verpligting tot mededeeling niet mogt voldoen van het petrooi te zien vervallen verklaren en de daarin beschreven verbeteringen te. zien openbaar bekend maken. Een octrooi, in dato 8 April 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan J. Schaap Spoelstra en T. Smeding te Leeuwarden, op de uitvinding van jeen .toesteldoor middel van welken zij de bij de wet van den 26 Decem ber 18.33 aangeduide turfsoorten, ieder naar gel.ang van de deugd zijner grond stof, eene drie en viervoudig verhoogde waarde kunnen geven. Een octrooi, in dato 9 April 1839, voor .den tijd van tien jaren verleend aan U, Remmers, te '5 Gravenhage, op de invoeriug van een nieuw werk tuig, dienende tot tiet maken van steenen. Een octrooi, in dato 11 April 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan IP. Burnett, te Londen, domicilium gekozen hebbende bij.JVtr. J. IV. Gepten, Advocaat te'sGravenhageop de invoering van.middelen, geschikt om onderscheiden diergelijke en plantaardige zelfstandigheden (haarstoffen touwwerk, hout, enz.) voor bederf en vergaan te bewaren. Aan de Regering te Maassluis is uit de kas der Nationale Nijverheid «ene som van 9000 verstrekt, tot het daarstellen eener gelegenheid voor den aanöonw van groote zeeschepen. Onderstaand is een extract uit het rapport door Professor G. Vrolik, te Amsterdam, namens de eerste klasse van het Koningiijk Nederlandsclt In stituut van wetenschappen, op verzoek van Zijne Exc. den Minister van Binnenlahdsche Zaken nitgebragt, wegens het door den beer Pelloutier van Nante'k uitgevonden en door Zijne Maj. den Koning geoctrooieerde.toestel, om allerlei soort van water en vooral het zeewater drinkbaar te maken: Na het aangevoerde kan het niet moeijelijk zijn, 0111 aangaande den toestel van den heer PellouHcr vast te stellen. I. Dat de verdienste eener nieuwe uitvinding, strikt genomen, aan de uit vinders van dezen coestel niet kan worden toegekend, daar noch het zuive ren van water door overhaling, noch het koken van spijzen door waterdamp, aan iemand die eenige scheikundige kennis heeft, onbekend is. II. Dat evenwel de vereeniging dier beide oogmerken in eenen genoeg, zaam beknopten vorm voor het gebruik op zeeschepen en met zoodanige be> sparing van brandstof, als het voornaamste bezwaar wegneemt, in zoo verre nieuw zou mogen genoemd worden, ais zulk een toestel tot,nu toe noch algemeen bekend, noch algemeen gebruikt, maar door andere blijkbaar min der doelmatige inrigtingen gewoonlijk vervangen is geworden. III. Dat de toestel van den heer Pelloutier verscheidene voordeeien ver- eenigt, als a. Eene voordeelige plaatsing van den vuurhaard, waardoor de grootse mogelijke hoeveelheid warmtestof, die van eene bepaalde hoeveelheid brand, stof verkregen wordt, nuttig wordt aangewend. Dit maakt het mogelijk en waarschijnlijk,, dat de brandstof bij deze inrigcing van de scheepskeuken noodzakelijk niet, althans niet belangrijk, grooter, is, dan bij de gewone in. rigting van.de scheepskduken, die geen gezuiverd water oplevert. b. De spijsbereiding door den w.ate.rdarap, die te gelijker tijd voordeelig is, voor zoo ver dezelve geen afzonderlijk vuur vereischt, en tevens geenen önaangenamen of braudigep,bijsmaak kan verwekken, c. Maar vooral door het bekomen van eene ruime hoeveelheid zuiver w«. ter tot alle einden aan te wenden, welke voor dgezondheid en het genoegen der equipage en voor deB afgebroken voortgang der reize van het grootste gewigt moet zijn. IV. Gecommitteerden vermeenen alzeo dat het bezit van zoodanigen toe stel voor alle zeeschepen eene wezenlijke aanwinst te achten zij,, en dat da uitvinders aizoo van den kant der Regering en der commerciële Marine aan moediging verdienen. Uit Amsterdam schrijft men van den jijden Mei:. Onder voorzitting van den heer Vaillantheeft op heden plaats gehad de jaarlijksche algemeene vergadering van het genootschap tot zedelijke verbe. tering der gevangenen. Nadat de voorzitter 'naar met eene doelcreifeiade aan spraak had geopend, deed de heer JVarnsinck voorlezing van het verslag, én de heer Ameshof rekening en verantwoording. Uit het eene en andere

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1