79 i ITet plan van de opstandelingen zon, vólgens liet Journal des'Dé batsgeureest zijn, om het Palais Royal te bemagtigen en alzoo het paleis der Tuilerien meester te worden. Evenwel hebben zij daaraan nog geen begin kunnen piaken. Ondertnsschen zijn de onkisren van den iaden oorzaak geweest, dat er-een nieuw en definitief Ministerie benoemd is geworden. De tijdelijke Ministers namenlijk hadden zich in den avond van dien dag naar den Koning begeven en hem te midden der geweerschotendie er gehoord werdente kennen gegeven, dat het voor de vastheid en duur zijner regering allernoodzake lijkst waseen Ministerie te benoemen. De Koning heeft dan hieraan gehoor gegeven; de staatslieden, die een deel van het Ministerie zouden uitmaken, zijn op de Tuilerien geroepen en nog dien zelfden avond zijn de Koninglijke bevelschriften tot het ontbinden van het provisionneel en de benoeming van een bepaald Ministerie geteekend. Aluus zijn de volgende heeren Ministers geworden Minister van Buitenlandsche Zaken en Voorzitter van den Ministerraad: de Maai schalk SoultHertog van Dalmacie; Minister van Justitie: de heer 'Teste; Minister van Oorlog: de Generaal Schneider; Minister van 'Marine en Koloniën: de Admiraal Duperré; Miniscer van biunenlandsche Zaken: de heer Duchdtel; Minister van Koophandel: de heer Cunin Gridaine; Minister van Openbare Werken: de heer Dufaure; Minister van Openbaar Onderwij. de heer File mainMinister van Financien: de heer Passy. Deze behooren allen tot de gematigde partij; de Minister van Oorlog, de Generaal Schneideris een Aide-üe-Camp van den Maarschalk Soult. Het vorige Ministerie telde acht en het tegenwoordige besraat u«t negen leden, uit hoofde het Ministerie van Koophandel en publieke Werken tiians in twee „departementen is verdeeld. De provisionele Ministers keeren alle tot hunne vroegere posten terug. Zoo neemt de Hertog de Montebello de ambassade bij het hof van Napels weder op, de heer Girod 'de P Ainjaanvaardt zijne oude betreking bij den Scaatsraad de Generaal Cubières wordt op nieuw Directeur van het perso neel bij het departement van oorlog, de heer TupinierDirecteur der havens bij het departement van marine, de heer Paratit Raadsheer bij het hof van Cassatieen de heer Gautier, eerste onder-Gouverneur van de bank van Frankrijk. Den i3den zijn de beide Kamers vergaderd geweest, om het nieuw Ministerie te ontvangen. Dezelfde aanspraak heeft de Maarschalk Soult in de beide Kamers gehouden; zij is van den volgenden inhoud: „Mijne Heeren! Het Ministerie is thans daargesteld. De Koning heeft mij het Raadsprc-sidentschap toevertrouwd. Ik ben zeer zeker dit blijk van zijn noog vertrouwen verschuldigd aan het geluk dat mij te beurt mogt val len, om aan Zijne Maj., tot zamenstelling van zijnen raad, namen aan te bieden, die bij voorbaat aan den wensch der Kamers en des lands beant woordden. „Ik wensch er mij geluk mede, dat ik zulke ambtgenooten heb vereenigd, en dat ik met hen mijne verantwoordelijkheid tegenover de kroon en tegen over u deelen kan. „Ik durf dus te rekenen, mijne heeren, op inve ondersteuning van een Kabinet, welks zamenstelling heeft plaats gehad ten gevolge van beweeg redenen en onder omstandigheden, die voldingend zijne gehechtheid aan den troon en aan de wetten bewijzen. „De Koning heeft tot zijn bestuur gekozen negen leden, welke het onder ling eens zijn ten opzigte der beginselen, die hunne werking leiden zullen. Deze door de kroon aangenornene beginselen, zijn: de vrije wersing van een verantwoordelijk Ministerie; de vrede, gegrondvest op de nationale waardigheid; de orde, door de wetten gewaarborgd; de ijverigste bescher ming van alle belangen, die toe den bloei des lands medewerken; en in onze betrekkingen met de Kamers rondborstigheid en geestkracht, die het beste onderpand zijn van de verzoening der gemoederen. „Mijne Heeren, mijne gehechtheid aan *s Konings dienst wijdende in een nicirv departementwaar de quaestien van nationale eer een zoo alles over treffend gewigtj hebben, behoef ik u niet te zeggen dat Frankrijk, bij de behandeling van zoo dierbare belangen, altijd de gewaarwordingen zal aan. treffen van den ouden soldaat des Keizerrijks, die in zich zeiven gevoelt dat her land den vrede, doch eenen edeien en roemrijken vrede wil." Onder de eenparige kreet van: Leve de Koning l heeft de Kamer der Afgevaardigden besloten, zich naar den Koning te begeven, om aan hem het leed en de verontwaardiging der Kamer te betuigen wegens de voorgevallen onlusten; dit besluit is ook uitgevoerd. Ook de Kamer der Pairs heeft zich in massa naar Zijne Maj. begeven. De Voorzitters van beide Kamers heb ben met hartelijkheid tot den Koning gesproken en zijn in even zulke har telijke taal beantwoord. De Hertogen van Orleans en Nemours hebben, door eene luisterrijken staf vergezeld, den i3den des morgens de middelwijken en boulevards der hoofdstad bezocht, en zijn, zoo men schrijft, overal met blijken van ge hechtheid ontvangen. Eene eelegraphische depêche van den i2den des avonds uit Londen te Calais ontvangen meldt, dat Lord Melbourne en al de leden van het laatste Kabinet hunne functien wederom hernomen hadden. Den volgenden dag zou. den er verklaringen in de Huizen plaats hebben. Nog eene andere depêche uit Bayonne van 13 Mei meldt, dat Cabrera den weg van Madrid nog onderschepte, en dat Esp art er0 den 8sten van Rainales meeester was geworden en den loden Guardamino zou aanvallen. B E L G I E. Leopold heeft den 10 Mei op zijn kasteel te Laeken eene bezending van leden der Kamers van Koophandel van Gent, Brugge, Ostende en Yperen ontvangen, die hem vertoogen tegen het met Frankrijk gesloten handelsver. drag en tegen de voorgedragene wet omtrent den Scheldetol kwamen doen. Zij beweerden dat door de teruggave van dat tonnegeld aan alle schepen zonder onderscheid, Antwerpen alleen bevoordeeld worden en de Belgische scheepvaart nog meer dan thans reeds het geval is, vervallen zou. De ontwapening van hec Belgische leger wordt met ijver voortgezet. In de laatste veertien dagen zijn weêr 12,000 man mee verlof naar huis ge zondenzoodat sedert 15 Maart de infanterie met 38,000 man verminderd is; aan 2800 cavaleristen en artilleristen zij mede onbepaalde verloven geschonken. De Fransche Generaal Magnandie sedert 1831 In Belgische dienst is, en laatstelijk de voorhoede gecommandeerd heeft, heeft genoemde dienst verlaten "en is naar Frankrijk teruggekeerd, Hij heeft in eene vrij hoogdravende dagorder kennis van dit besluit aan de onder hem gestaan hebbende troepen gegeven; zeggende daarin: dat hij naar Belgie was gekomen, om voor de onafhankelijkheid van dat land te strijden, en de nederlaag van 1831 te helpen wreken; dat echter de vrede zijne ver wachtingen verijdeld had; dat hij slechts dan in Belgie zal wederkeeren, als er een wezenlijke oorlog mogt ontstaan dat hij de Belgische krijgslieden den hoogsten lof moet toezwaaiieti, wegens hunne krijgshaftigheid. De Belgische Kamer van Vertegenwoordigers is den I4den begonnen te beraadslagen over het wetsontwerp, betrekkelijk de terugbetaling van den tol op de Scheldevaarc. Onderscheiden sprekers hebben in die zitting reeds het woord gevoerddie zich vóór en tegen het ontwerp uitlieten. Z E E - T IJ D 4 N G, In Tessel binnengekomen Luit. ter zee Coertsen, Zr. Ms. Stoomschip Curacao, van Londen, W. Tinnvan New-York, C. P. Pitrofenais, van Cavadeo en Venetien, A. Galloway, van Londen, J. Tagtman en W. juni, van New-Castle, J. Damsby, van DantzigP. Norre;:aardvan Drammen. In bet Vlie binnengekomen 4 a 5 schepende namen onbekend. Te Tersch. binnengekomen H. G. Partje en W. F. Pronk, van Elbing, TI. S. Vos, van Pilau, A. L. Poelier, C. S. Plach H. W. Stuit en F. F. Biese, van Dantzig. Kapt. C. Höfker, van Niekeriete Amsterdam gearriveerd, rapporteert den 30 April tnssclien Goudstaart en Portland gepraaid re hebben het schip de HarmonieKapt. L. van Geelkerkenvan Rotterdam naar Batavialaatst van Ramsgate. Kapt. G._ van Yperen, van Cardiff, te Meivoet binnen, heeft den eersten Mei bij Port land gepraaid het schip Stant FrieszKapt. F. Fyker, van Amsterdam naar Surinamen. Kapt. C. Holiorst. van Rotterdam, te hfremerhaven binnen, rapporteert den 6 Mei op de hoogte van Tessel gezien re hebben het schip Charlotte und LouiseKapt. H. Wes- seis, van Bremen naar""Laguayra. Volgens een brief van Scheveningen van den 10 Mei, zijn door een visser op de hoogte van Tessel opgevischt en re Scheveningen aangebragt 16 balen beschadigde hop, terwijl hij terzelver tijd nog eene menigte diergelijke balen drijvende heeft gezien, doch, dié niét had kunnen innemen. liet schip ElizabethKapt. C. Blaak, van Dordrecht naar Stockton, was den 9 Mei 00 -de hoogte van Lowestoffe. Het schip West-IndienKapt. J. J. Boon, van Surinamen naar Amsterdam, was dei) 7 Mei op de hoogte van Rye. De schepen de Handel MaatschappijKapt. W. H. Büykes, en MariaKapt. J. Remkes beide van Batavia naar Amsterdamwaren den 5 Mei op de hoogte van Dartmouth* Het schip HenrietteKapt. Blomberg, van Richemondis den 6denen het schip ét dolce Nombre de JesusKapt. d'Echevariavan St. Andero naar Amsterdam of Róttéi:- damden 7 Mei te Falmoüth binnengeloopenhet eerste 0111 order. Het schip VerginiaKapt. A. S. Hamilton, van Rotterdam naar New-York, is; vol gens een brief van New-York van den 17 April, na op de banken op 430 20' N. breed té* 49c 20' VV. lengte, door ijs schade bekomen te hebben en een gedeelte der lading over boord geworpen te hebben, den 7 dito te Halifax binnengeloopen; moest her overige ge deelte der lading lossen 0111 te repareren, PRIJS-COUR ANT der EFFECTEN. Amsterdam den 15. Mei 1839. Nederlanden. Gebl.f Pruissen. Werkel. Schuld 2jpC. 54*a 55J Dito 5 102 aio2i Uicg Kans-Biljetten Amort.Syndic. 4| Hnnd.-Maats. 4I - Nieuwe dito..4} - Aandl.H.Spoorw. aó|a 27! 94Ïa 95 79L 80 i79|ai8o| io8f«109! Rijn-Spoorw. 4}102 aioaj Fr ankrijk. Inschr. Grb. 3 pCc. Rusland. Gb.//.&C°.I798 5pCt.l04?aloc i8f» 5 lo4|aio5 Ins. en Certif. 6Ó9la 70 18I45a - 55 102; 94s i8o, I09 I I02f! 104' I04s 69! a 19 1 a i a Geld!, te Lond. 4 pCt. a \andeelen van dito.. a Spanje. Nieuwe 1835 85 spCt. 1 Ditoonbep.st... Dito passive Dito üitgest Coupons 1 Nov. Oostenrijk. Obl. OollC°. 5 pCt. a Certificaten.2ya Neg. Metaliek 2Ja Idem5 103 aio3} Dito in Lond. 5 a Bank-Aktien.. 3 a Napels. Certificaten... 5 pCt. a Dito in Napels. 5 a Gebl« 103} 177ste Koninglijke Nederlandsche Loterij. Trekking der Derde Klasse. 5de Lijst. N°. 680 een prijs van f 1000. Öde N°. 20923 en 12823 ieder een prijs van/Tooo. N°. 8978 een premie van 2500» KOFFIJHUIS DE BEURS VAN AMSTERDAM. Vrijdag, den 17den Mei 1839, SOIREE M U S I C A L E, door de BLAAUWJASSEN. Zaturdag den i üden Mei 1839, S O I R E P A R I S I E N N E, door den Heer BAMBERG. Na eene allergelukkigste Echtvereeniging van 32 Jaren, overleed beden, tot diepe droefheid van mij en mijne Beluiwdkinderenaan de ge. volgen van herhaalde zenuwcoevallenin den ouderdom van ruim 75 Jareu, mijn dierbare Echtgenoot, de Heer JACOBUS ADRIANUS FRANCISCUS MOLESCHOTT. Leyden J. M. V E R W E Y, den 13 Mei 1839. Wed. J. A. F. Moleschot. NB. De Affaire zal provisioneel door een' Deskundige worden waargenomen. Te Leyden is den isden Mei 1839, na eene kortstondige ongesteld, heid overleden, Vrouwe JACOBA CHRISTINA SPRECHER de BER. NEGG, Wed. van den Hooggeleeiden Heer Simon Speyert van der Eyk. Heden overleed, in den ouderdom van ruim vijf maanden, de jongste onzer twee Lievelingen, ELISABETH MARIA. Leyden D. A. IEEFLANG, den 15 Mei 1839. E. LEEFLANó, geb. E. van Romilurgh. r.... T-TC Alle onbekende Erfgenamen in de onbeheerde Boedel en Nalaten, schap van Wijlen PlETER JACOB PELTENBURG, in leven Vleeschhou. wer, gewoond hebbende te Leyden en aldaar overleden, worden door dezen opgeroepen, om zich vóór of op den 15 Augustus 1839, hetzij in persoon oi' door eenen gemachtigde te vervoegen en aan te meiden bij den Onder, geteekenden, wonende te Leyden, op de Koepoortsgracht, Wijk 2 N°. 78, als door de Arrondissements-Regtbank te Leyden benoemd tot Curator in voorsz. onbeheerde Boedel en Nalatenschap. Geschiedende deze Oproeping ter voldoening aan Art. 1174 2de Alinea van het Burgerlijk Wetboek. P. K. D O E F F. Der am 15 Marz d. J. ih Möllen im Herzogthume Latienburg ver.- storbetie Stadsphysicus Dr. JOHANN GEORG WIRTH, bas dem Waisen. hause der hiesigen theologischen Facultat eine Schenkung unter der Bedin. gutig gemacht, dass, falls von seinen verschollenen Brüdem Einer oder Mehrere, oder eheliche Kinder derselben innerhalb der nachsten funf Jahre nach seinem Tode sich melden und als solche legitimiren würden, denselbetr ein bestimmter Antheil an jener Schenkung zufallen solle. Es ist dariiber von Seiten der theologischen Facultat den 26 Junii 1837 eih landesherrlich bestatigter Revers ausgestellt, und in eben diesem Reverse das Waisenhaus verpflichtet worden jene Bestimmung in drei vorgeschriebenen Zeitungen, zu deuen auch die Leydener Zeitung gehort, zu zweien Malen, nainlich zwei Monate und zwei Jahre nach dem Tode des Herrn Doctors WlRT.H, bekannt zu machen, und die etwa noch voihandenen Briider und ehelichetï Bruderskinder zur Meldung aufzufordern. Demznfolge ergeht in dieSettf Blatte hierdurCh die erste Bekanntmachung mit der Aufiforderung an dia Betheiligten, sich in portofreien Briefen bei dem Unterzeichneten zu mei. den, und demselben ihre Legicimationspapiere einzusenden. Göttingen den 3oten April 1839. Dr. G I E S E L E R, Consistorialrathund Curator des IVeisenhausei. Bij den Boekhandelaar P. H. van den HEUVELL, té Leyden, il van de Pers gekomen en alom verkrijgbaar gesteld: I. J. KNEPPELHOUT, SOUVENIRS d'un VOYAGE 4 PARIS, 1.80, Contenant: I. Marie d'Orlians. II. Mile. Rachel, lettre A M. N. Beets. Réponsé. III. M. de Lamartine. IV. M. X. Marmier. V. Album. VI. Le Charii de la Cloche. VII. Fragments de Correspondance. VIII. Dunkerque. II. HET GYMNASIUM, ALS STEDELIJKE INRIGTING BEOOR. DEELD. o. 90. Bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOON, te Leyden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 2