A". 1830. LETDSCHE CÖÜRAN T. vrijdac, 3 m e i. Nederlanden. duitschland. Leyden tien 2den Mei. Bij Zijner Majesteits besluit van den 29 April, zijn de onderstaande heeren In de orde van den Nederlandschen Leeuw opgenomen: Als Ridders-Groot-Kruissen: de Graaf Orlojf, Adjudant-Generaal van Zijne Majesteit den Keizer aller Russen, Generaal en Chef der cavalerie, en lid van den Raad van het Russisch Keizerrijk, en de Luitenant Gene- raai Kavilini, Adjudant-Generaal van Z. M. den Keizer aller Russen; Als Commandeur: de werkelijke Staatsraad van Z. M. den Keizer Aller Russen Joukovsky Als Ridders: tie Colonel Tourievitch, Adjudant van Z. M. den Keizer Aller Russen, en geattacheerd aan den persoon van Zijne Keizerrijke Hoogheid den Grootvorst Troonopvolger, de Baron de Lieven, Colonel en Adjudant van Z. M. den Keizer aller Russen, de Prins Dolgorouky, Colonel en Adju dant van Z. M. den Keizer Aller Russen, en de Kamerheer van Z. M. den Keizer aller Russen, van Tolstoy. Zijne Maj. heeft den Kapitein P. Pistorius, van de 18de afdeeling in. fanterie, benoemd tot Adjudant bij den Generaal-Majoor Bagelaar, Opper, bevelhebber der vesting Bergen-op Zoom. Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden .gelige de navolgende door Z. M. verleende octrooijen: Een octrooi in dato 9 Januarij 1839, voor den tijd van tien jaren, van den '28 Novemner 1837, verleend aan J. de Fiennes te Amsterdam, op de invoe. ling der uitvinding om op eene nieuwe wijze te fabriceren stijfsel, vermi. cel li en ander deeg, bekend onder deD naam van Italiaansch deeg, alsmede bier, azijn en brandewijn. Een octrooi in dato 11 Februarij 1839, vcor den tijd van tien jaren ver leend aan S. E. Sarphatite Leiden, op de uitvinding van eene nieuwe wijze, om dierlijke olie en vetsoorten (traan, enz.) van stank te bevrijden. Een octrooi in dato 15 Februarij 1839, voor den tijd van vijftien jaren, van af den 19 October 1838, verleend aan C. de Thierryte Parijs, domi- cilium verkozen hebbende ten huize van... Box, te 's Gravenhageop de invoering van een mechanisch werktuig door stoom of andere beweegkracht in werking te brengen, en toepasselijk op allerlei soort van vaartuigen. Een octrooi in dato 12 Maart 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan J. Oudhojf en H. V. Geerlings, te Haarlem, op de uitvinding van eene bewerking ter verbetering van de lijnolie ten algemeenen gebruike der schilders. Een octrooi in dato 22 Maart 1839, voor den tijd van vijftien jaren ver. leend aan C. Verveer, te Amsterdam, op de uitvinding van eene bijzondere manier, om drijvende ligchamen zamen te stellen, welke kan toegepast wor. den op zeetonnen ter afbakening van zeegaten, scheepsboeijen en dergelijke. Een octrooi in dato 29 Maart 1839, voor den tijd van vijftien jaren, van den 30 Junij 1837 af, verleend aan G. Delianson Clark, te Brussel, doraici- litim verkozen hebbende bij J. von Daehne L'omp.te '5 Gravenhage, op de invoering van eene nieuwe behandeling in het voortbrengen van koolstof, zurig natrium (Carbonate de Soude. Voorts is door -Zijne Maj. voor den tijd van vijf jaren verlengd, het in dato 17 April 1829, verleende tienjarig octrooi aan P. van Calcar Comp,, «e Deventer, op de invoering der fabricatie van Smyrnasche vloertapijten. In het Dagblad van 's Gravenhage leest men het volgende artikel: Met genoegen kunnen wij melden, dat Z. K. H. de Grootvorst-Troonop. volger vaD Rusland, die reeds vroeger blijken zijner weldadigheid gegeven had, in het IVillems-Hospitaal, opgerigt door H. K. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje, den 2psteu April, op Hoogstdeszelfs verjaardag, zoo wel aan alle zieken als aan de geëmployeerden, op nieuw, een ruim bewijs zij. ner edelmoedigheid verleend heeft. Nadat Z. K. H. de Grootvorst Troonopvolger van Rusland eergisteren de Residentie verlaten had,, vergezeld van de drie zonen des Prinsen van Oranje, die zelf eenige uren vroeger vertrokken was, is Z. K, H., door HH. Burgemeester en Wethouders en eene Commissie uit den Raad der stad Rot- terdam, aan het ponteveer aangekomen zijnde, opgewacht; een detachement der schutterij en mariniers stond bij die plaats geschaard en de mnzijlt der schutterij heeft de nationale en Russische volksliederen doen hooren. Te Dordrecht hebben de Vorstelijke personen zich niet opgehouden, noch ook te Breda, bij welke stad echter de Grootvorst een kort mondgesprek met den Burgemeester en den Generaal Chassigehouden heeft. Te Tilburg zijn de hoogè personen feestelijk, onder muzijk en klokgelui, ingehaald, en begeleid door de gilden van St. Dionyzius, Sebastian en Joris naar het paleis van Z. K. H. den Prins van Oranje gegaan. Hoogstdezelven hebben een luis terrijk diner gehouden aan de woning van den Roomsch-Katholijken Priester en Pastoor fVeiseti te Tilburg, tot welk diner ook onderscheiden hoofdoffi. eieren genoodigd waren. Den isten Mei zijn de Vorstelijke personen naar de gronte wnpenschou. wing op de kempsche heide vertrokken; er zouden aldaar 13 bataljons voet. volk, 24 escadrons ruiterij en rö batterijen artillerie vereenigd zijn. Na den afloop der revue zou Z. K. H. de Grootvorst terstond naar den Moerdijk vertrekken en zich aldaar met Z. K. H. Prins Hendrik op de stoom, boot Curafao naar Engeland inschepen. H. K. H. Prinses Albert van Pruissen heeft op Hoogstderzelver reis naar Amsterdam, eergisteren morgen, ook nog het Paviljoen in den Haar. lemmerhont bezocht en het Museum van Schilderijen aldaar bezigtigd. Uit Amsterdam meldt men van den 3osten April: Zijne Maj. de Koning is heden omstreeks vijf ure, met H. K. H. Prinses Albert van Prnissen en Hoogstderzelver beide kinderen, aan het paleis alhier aangekomen. Het ongekunsteld blij gejuich, hetwelk 's Konings rijtuig op den ganschen weg naar het paleis heeft vergezeld, en hetwelk zich met ver. dubbelde kracht deed hooren, toen Ziine Mnj. zich, met H. K. H. de Prin. ses, op het balkon vertoonde, heeft Hoogstdenzelven Wederom op nieuw, en sterker dan de meest uitgezochte bewoordingen zouden kunnen doen, moe ten overtuigen, hoe welkom Zijne Maj. steeds aan zijne hoofdstad is. Ook bij H. K. H. Prinses Albert von Prnissen kan niet onopgemerkt ziin geble ven, dat de goedhartige vriendelijkheid van Prinses Marianne der Nederlan. den, hier ter stede geenszins aan het geheugen is ontgaan. Van den \sten Mei. De audiëntie, heden morgen door Zijne Maj. op het paleis verleend, is bijzonder talrijk geweest. In den loop van den ochtend is H. K. H. Prinses Albert uitgereden en heeft onderscheiden plaatsen in deze stad bezocht. Aanstaanden Vrijdag zal het Amsrerdamsch publiek het genoegen mogen hebben. Zijne Maj. andermaal in den stads schouwburg en zoo men hoopt, ook Zatutdag, nog eenmaal in den Franschen schouwburg te zieu. 's Konings vertrek wordt tegen Zondag of Maandag verwacht. Uit Amsterdam meldt men nog, dat de leden der afgescheidene gemeente dier plaats mede een verzoek aan Zijne Majesteit ingediend hebben, om op dezelfde voorwaarden, als die te Utrecht, te worden erkend; zullende het leeraarsambt door den heer 5". van Vetzen vervuld worden. Te Leeuwarden is tot Rector der Latijnsche Scholen aangesteld de heer J. C. G. Boot, Phil. Tbeor. Mag, Lit. Hunj. et Jur. Utr. Doctor, van Deventer. Te Arnhem is den 30 April voor het eerst de, door den heer van Berkurn voor f 172,500 aangenomen, nieuwe kazerne dool'de 13de afdeeling betrokken geworden. SPANJE, Men schrijft uit Valencia, dat aldaar een hevig onweder is uitgebars. ten, hetwelk gedurende drie dagen bijna onophoudelijk heeft gewoed. In den nacht van den iiden op den I2den waaide het zulk een' hevigen orkaan, dat de stevigste boomen ontworteld werden. Alle de ten anker liggende schepen hebben averij geleden. Van de kust der zee tot aan de linie van Canamalar is alles overstroomd en zijn de huizen onbewoonbaar. De vlakte van het Lazareth heeft het meest geleden; bijna alle huizen en hutten zijn geheel weggespoeld, en de bewoners zijn in de diepste armoede gedompeld. De Generaal van Halen is bij een besluit van de Koningin van 18 April 1. 1. afgezet en naar eenen krijgsraad verzonden; zoo als gemeld is geworden, heeft hij het kasteel van Segura op Cabrera niet kunnen verove ren. Nogueras is als Generaal van het centrum-leger in zijne plaats aangesteld. Deze .aanstelling van Nogueras, zegt het Journal des Dêbatsis niet zeer gelukkig uitgedacht, daar, behalve dat die Generaal slechts middelmatige militaire kundigheden bezit, hij diegene is, die op bevel van Mina de moeder van Cabrera heeft laten doodschieten; zoodat het te vreezen is, dac de woede van Cabrera geene palen zal kennen, indien hij hem tegen zich overziet, die den moord aan zijne moeder, om welken te wreken, hij reeds zoo vele gruwelen bedreven heeft, heeft doen uitvoeren. De troepen van Cabrera moeten reeds tot op eenen afstand van elf mijlen van de hoofdstad genaderd zijn, onderscheiden forten ingenomen heb. ben en algemeen schrik verspreiden. Uit Madrid schrijft men daarover van den 20stendat er dagelijks in die stad huisgezinnen aankwamen, die voor Cabrera de vlugt nemen. De Caflisten onder Elio hebben weder .een convooi levensmiddelen etr kleedingstukken voor de Christinos bij Carcao bemagtigd en 3 ofiicieren en 20 man gevangen gemaakt. De Landdag der Rhijngewesten is den 27sten April II. bij een rescript van Z. M. den Koning van Pruissen gesloten geworden, waarin men onder anderen leest Met genoegen hebben wij uit de verhandelingen van onze getrouwe Sten den ontwaard, dat zij met ijverde hun door ons opgedragen beraadslagingen gehouden en daarbij van eene loffelijke gezindheid tot gehechtheid aan onzen persoon en van een levendig vertrouwen in onze landsvaderlijke bedoelingen blijken gegeven hebben. Wij erkennen daarin met welgevallen de uitdrukking van de reeds vroeger aan den dag gelegde denkwijze der provincie, die door de getrouwe Stenden vertegenwoordigd wordt. Zoo dan ook sedert kwaad, willige invloed, vooral ook van buiten, getracht heeft, om dit vertrouwen te verzwakken, het zaad der tweedragt in de harten onzer getrouwe onder danen te strooijen, en zelfs tot dit doel het heiligste wat den mensch gege ven is te misbruiken; dan heeft dit óns wel is waar diep bedroefd, maar in geenen deele ons vertrouwen op de voortduring van die gezindheden geschokt. Vast besloten hebbende, om de ons door God verleende regten als heer des lands tegen aanmatigingen van allerlei aard nadrukkelijk te handhaven en de wetten krachtdadig te doen eerbiedigen, hebben alle degenen, die het wagen mogten, om het aanzien dier wetten aan te tasten of deze te over treden den sterken arm der geregtigheid te duchtenvoor onze getrouwe onderdanen, van welken stand of welk kerkgeloof zij ook zijn mogen, ver nieuwen wij echter gaarne de bij het in bezit nemen dér Rhijnprovincie gege. vene verzekeringenmogen zij er op bouwen, dat de regten van ieder bij zonder persoon beschermd en allerminst inbreuken op de Godsdiénst-vrijheid gedoogd zullen worden; mogen zij met ons vereenigd medewerken, opdat de geest van echt-Christelijfc verdraagzaamheid, in welken de aanhangers der onderscheidene geloofsbelijdenissen sedert eeuwen broederlijk naast eikander hebben gewoond, verder onder hen beersche! Dan zullen wederkeerig ver trouwen en eendragt de voortduring der binnenlandsche welvaart verzekeren. Toen wij aan onze getrouwe Stenden een ontwerp van wet tot afschaffing van het burgerlijk huwelijltsluiten voorlegden, geschiedde dit in de veronder stelling, dat daardoor aan de wenschen en godsdienstige behoeften zou wor den voldaan. Het lag niet in onze bedoeling, om verandering in de bestaande wetgeving wegens de huivelijks-beletselen te brengen. Wij hebben daarom niet kunnen verwachten, dat onze getrouwe Stenden de uitvoering van die wets-omwerp eerst voor mogelijk zouden houdenals de tusschen het ker kelijke- en hec burgerlijke regt plaats hebbende verschillen omtrent de huwe. lijks-beletselen uit den weg zouden zijn geruimd, en dac zij om die reden eerst en vooraf de voordrage tot het aanknoopen van hiertoe betrekkelijke onderhandelingen met den Stoel van Rome zonden doen. Overigens vinden wij ons bewogen, om omtrent onze hooge beslissing over het aan de Stenden voorgelegde ontwerp eene nadere overweging voor te behouden. Omtrent de ziékte-, waarvan de Kroonprinses van Pruissen thans bijna geheel hersteJd is, wordt nit Berlijn van den 25sten het volgende gemeld: De ongesteldheid van H. K. H. onze beminde Kroonprinses bestond in het lijden aan eene beklemde breuk, welke eene hoogst smartelijke operatie noodzakelijk maakte, die Hoogstdezelve echter met de meeste standvastig heid hééft doorgestaan, doch ten gevolge van welke kunstbewerking H. K. H. gedurende 48 uren in levensgevaar verkeerde. De beroemde heelkundige Dr. Dieferbach verrigtte de operatie, en zal, naar men zegt, behalve de daarvoor bekomen 200 Friedrichsd'orook nog eene ridderorde ontvangen. De heer C. Durand is thans stellig ontslagen als Redacteur van het Journal de Francfort. Uit Cleef schrijft men van 28 April: Mét groot leedwezen moet ik u berigten, dat onze fraaije schutterstent in den Thiergarteti dezen avond tnsschen 6 en 7 ure eene prooi der vlammen is géworden. Men cwijfelt er naauwelijks aan dat dit bedroevende voorval lou-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1