MENGELINGEN. KIES-TAFEREELEN en VOLKSLEVEN in ENGELAND. Tweede Artikel. Het toeval had mij op mijne reis begunstigd, zoodat ik binnen weinige dagen, op verschillende punten van Engeland, de verkiezingen derzelver igang zag gaan, en ik verstomde over de verscheidenheid van het schouw spel, over de contrasten, welke bij de groote staatkundige beweging te voorschijn kwamen. Elk graafschap, elke stad, elk vlek vertoonde hij deze gelegenheid een eigendommelijk karakter, terwijl anders overal in Engeland, de gewoonten, zeden en gebruiken, zoo gelijkvormig zijn. Men hoort de -drie groote centraalpunten des Engelschen handels en manufactuurwezens, Birmingham, Manchester en Liverpool, somwijlen zuster-steden noemen maar het zijn drie weinig gelijkende zusters, geheel verschillend in uiterlijken vorm en inwendig karakter. Het volk te Liverpool herinnerde mij aan dat van Marseille; ik vond bij dit volk, dat onder eenen bestendig nevelachti* gen, natkouden hemel leeft, een'-hartstogteene drift, welke men alleen in zuidelijke landen zoude zoeken. Tot de verkiezing, die zoo bloedig moest worden, was een Maandag vastgesteld; Zaturdag te voren was er buitenge» wone voorstelling in het Kings-theater. TagUoni zoude in twee balletten, de Sylphideen de Bayadere" optreden; door de Engelsche tooneelspe- Iers waren twee comedien „de Kleine Jokay" en Nee»"I aangekondigd, en daarna zoude men eene klucht Master Pringle" genaamd, uitvoeren. Maar digt bij het tooneel op IVtUiamson-squaredeed zich eene gevaarlijke mede* dinging tegen de beroemde danseres op, eene groote meeting was voor dien avond aangekondigd geworden. Het aanplakkingsbillet voor ballet en volks verzameling wedijverden in grootte en droegen beide, in geweldige lettert, het opschrift: „Great attractie»"Wjj hadden dien avond tusschen twee voorstellingen te kiezen, en wilden geen van beide laten varen. Alzoo eerst naar de meeting. Een stormachtig volksgevoel vervulde het square-, de eene redenaar verdrong den anderen van de hustings; het regende verwenschingen tegen te torysde oogen fonkeldende vuisten sloten zich van hartstogt en verbittering; de menigte schonk bijval, of stampte, floot en brulde, naar mate de redenaar hare meeningen en neigingen vleidde, of zich er tegen verzette. Eene geweldige opgewondenheid heerschte er in alle straten en verzamelings-oordenhet scheen mij onmogelijk, dat men bij eene zoo ge wigtige en met zulken ijver behartigde nationale aangelegenheidnog aan het tooneel kon worden gedacht, maar ik zag het tegendeel. Toen het ballet zoude beginnen, stroomde de menigte uit de meeting naar het theater, en schoof en duwde en wrong en perste zich tot op de hoogste gaanderijen. De zaal was over en over gevuld; alles wat Liverpool aan rijke en aanzienlijke familien bezat, prijkte in den grooten halven cirkel der loges, en verblindden mijne oogen door eene pracht, welke alleen solide Engelsche rijkdom aanbie den kan. De donkere grond, waarop deze krans van blondgelokte schoon heden zich dubbel bevallig voordeed, was gevormd door de zwart ge. kleede Engelsche mannengestalten, ernstig, stilzwijgend, in gedachte over de uitkomst der verkiezingen verzonden. In het parterre vocht het pu bliek dapper om de plaatsen, eenige redenaars klommen op de banken en zetteden hunne op de meeting afgebrokene redevoering voorthet orkest speel de de ouverture tot de „Gazza ladra"het amphitheater en de bovenste loges waren met eene whigschegeestvervoering bezield, waarvan het breede gewelf dreunde hier en daar waren policie-mannen zigtbaar, die zich groote moeite gaven, om orde te stellen en de weérstrevende redenaars tot zwijgen te brengen. Het gordijn ging op als door eenen toverslag zweeg 'het rumoer, en kort daarop brak de gebeele massa in eenen bijvalstorm uit, welke minuten vang, met eene zoo woedende geestvervoering, voortduur. de, dat ik mg niet kon voorstellen, onder Engelschen te zijn. Taglioni was het, die uit de coulissen was te voorschijn gezweefd, en nu danste. De magt harer kunst legde de staatkundige hartstogten aan banden; whigs en torys, die koortsachtig opgewonden uit hunne klubs gekomen waren, ver baten alles, om met édn .hart, met éénen mond, het talent te huldigen. En toen nu het ballet ten einde was en de toejuichingen mede, met welken jubel, met welke vrolijkheid, werd nu de potsierlijke „MatterPringle" ont. vangen. De banken schudden, de wanden dreunden van het donderend ge lach toen zag ik den droevigeu ernst van die Engelsche trenien verdwijnen en dezelve van welbehagen en hartelijke vreugde glinsteren, was men de verkiezingen dadelijk na deze voorstelling begonnen, zeker zouden er dan geen bloed hebben gestroomd. Maar de Zondag kwam daar tusschen, de Zondag, in geheel Engeland een droefgeestige dag, waarop spleen en de doodelijkste verveling heerschen, doch in Liverpool meer dan elders. De geheele onmetelijke stad scheen ledig, uitgestorven als een Herculaneumde menschen zaten in den Bijbel te lezen, of gaven zich aan sombere, zwaarmoedige gedachten over. De bekoorlijke Bayadere en de lustige Pringle waren vergeten; met ongeduld wachtte men op den kampstrijd van den volgenden dag. Toen de avond kwam, ging ik wandelen, doch overal vond ik het stil en eenzaam, zelfs aan de anders zoo woelige haven. Een zonderling contrast leverde bij'die ledige straten, de aanblik dier enorme plakkaten, waarmede de mured als overdekt waren, waar thans niemand naar zag, doch die als schildwachten der beide partijen, reeds op eenen afstand de leus van whig en tory u dreigend schenen voor te houden. De nacht was inmiddels genaderdde onafzienbare rijen der witte gaztich- ten brandden helder, maar zij verlichtten bijna geen levend wezen. Doch reeds om middernacht verzamelden zich lieden rondom de tusschen het JVa terloo-hite! en Liver theatre opgerigte husting. De stads-policiewachten trok. ken voorbij, en lieten hunne gevreesde met ijzer beslagen stokken op de steenen klinken. Met de ochtendschemering begon de volksmassa toe te stroomen en het plein te bezetten; zij hield zich stil, maar het was eene dreigende stilte, zoo als die, welke het onweder voorafgaat. De policie. mannen konden het gewoel niet meer meester blijven, en trokken stil weg. De partijen schaarden zich om hunne vanen en Candidatende eene rondom de husting op het Waterloo-pleinde andere rondom dat vóór de beurs. Eene tory-processie die met muzijk en wapperende vanen voorbij trok, gaf de eerste aanleiding tot het uitbreken der vijandelijkheden. De whigs openden den strijd en stortten in massa op de processie hunner tegenpartij. Hunne verbittering steeg in mate de telken oogenblik ontvangen tijdingen gunstiger voor de torys luidden. Als vijandelijke legers stonden de beide partijen tegen over elkander, en hadden zij wapens gehad, zij zouden zich eenen vernielings-strijd geleverd hebben. Bij mangel hieraan kwam het tot een vuistgevecht, waarin met moed en ridderlijk gestreden werd, daar een ieder de leut zijner partij uitriep, en hare kleuren droeg. Men kon zien dat het hier niet als elders was, waar arme duivels, wier stem men ge. kocht heeft, niets meenen te moeten doen, dan hun votum uit te bren gen, en anderen, die betaald worden, laten vechten. Met zulk eene woede vecht men alleen voor eene zaak, welke waarlijk aan het hart ligt. Daarom kan de vreemdeling, die zulk een schouwspel onder de oogen heeft, niet palaten een meer gematigd vertegenwoordigend regeringstelsel te verkiezen, waarbij men, wel is waar, minder dadelijken invloed op de verkiezingen heeft, maar ook geen gevaar loopt van zjjn leven te verliezen, om dezen of genen lieveling voort te helpen. Overigens ontbreekt het in dit wild en schrikkelijk drama van Engelands leven, niet aan komische personen en voorvallen. Vóór onze oogen vloeit het bloed, wij wenden ontzet den blik zijdwaarts en, moeten lagchen. Shakespeare kende het volkwaarvoor hij dichtte. Terwijl de geheele bencaru- lulft der stad Liverpool zich in vollen opstand bevond genoot het sciioufe bovenste gedeelte de volmaaktste rust. ten regiment soldaten lag met ver van daar, net zag de beweging, en verroerde zich niet. Juist m het hevigste van den strijd lieten zich iö chürchstreet en op clayton-square eenige om roepers zien, die een gedrukt blad voor twee pence te koop boden. Ik kocht er een van. uitgelokt door de groote letters van het opschrift„Groote mee ting in AAelphi hótel! Vrije mannen, merkt op!" Natuurlijk denkt men dat er nu een berigt over de meeting van gisterenof uitnoodiging tot eene nieuwe aal volgen. Neen, zoo is liet niet, wij hebben slechts-met eenen eerlijken man te doen, die Mowbray heet, schoenmaker in de chürchstreet is, en deze gelegenheid waarneemt, de vrije mannen" bekend te maken, dat lig eenèn grooten vooriaad schoenen en laarzen tot billijke ptijzen aanbiedt, en, door de deugdzaamheid der goederen, zich het vertrouwen der koopers zal trach. ten waardig te maken. Dan volgt nog in twee groote kolommen eene prijs courant der verschillende artikelen, alle verbeneden fabrijks-prijs, en dit prospectus Iaat zich de slimme heer Mowbray met twee pence betalen, Z E E - T IJ D I N G. Kapt. N. D, de Boer, van Batavia, in Tessel binnen, rapporteert op den isten April op de hoogte van Wight gezien te hebben drie schepentoonende alle vlag van het Cul- legie Zeemanshoop het eerste met N°. 14zijnde die van Kapt. A, J. Struykvoe rende het schip de Nticrtenicn, van Amsterdam naar Batavia: het volgende met N°. 319 zijnde die van Kapt. C. Zaal, voerende het schip het Vertrouwen, van Amsterdam naar Surinamenen het derde met N°. 93 zijnde die. van Kapt. R. F. Mellemavoerende de kof Cornellsvan Amsterdam naar Marseille, 1. v. Helvoet. De schepen de Vrouw Antje, Kapt. K. D. Ekamp, Hofnung, Kapt. V. PieperPzn., beide van Amsterdam, RoelinaKapt. K. J. Pronk, en ie jonge Smit, beide van Rot terdam, alle vier naar Hamburg, te Ameland achter de Hessing tot uitzeiling gereed lig gende, werde volgens een brief vandaar van den 7 April nog steeds door tegenwind ver hinderd de reis aan te nemen. Den vorigen dag waren de eerste visschers ter kustvis- scherij uitgevaren. Het schip HarmonieKapt. H. H. Naatjevan Londen naar Rotterdamis den'7 April te Ramsgate binnengeloopen. Volgens een brief van Kapt. P. J. Kerkhoven, voerende het schip Admiraal Tromp, van Batavia naar Amsterdamte Plymouth binnen (bevorens gemeld) in dato Plymouth den 7 Aprildacht hij den 10 dito gereed te zullen wordenom de reis voort te zetten. PRIJS-COURANT der EFFECTEN. Amsterdam den 13. April 1839. Nederlanden. VVerkel.Schuld a}pC. 545* 55 Dito 5 101 aioi| Uitg. a Kans-BiljettenaóJa ay\ Am0rt.Syndic.4l 94-a 95 3t79b H Hand.-Maats. 4! 180 at8oj Nieuwe dito..4}a Aandi.H.Spoorw. Rijn-Spoorw. 4} ioipIol| Frankrijk, Inschr. Grb. 3 pCc, a - Rusland. Gb.//.&C°.I798 5pCt.io4|aio5? 18IJ 5 io4{aio5y Ins. en Certif. 670 a 70$ i8JJ s97b 9%\ Gebl. 54rl 191 3 7 94t 80 180 lor Pruissen. Geldt, te Lond.4 pCt. Aandeelen van dito I°5 ,OSi 7°ï 981 Spanje. Nieuwe 1835* 85 spCt. 1^17 Ditoonbep.st...a— Dito passivea Dito uitgesta— Coupons 1 Nov... a— Oostenrijk. Obl.C»//& C°, 5 pCt. a Certificaten...2i-*■ a Neg. Metaliek 2J a Idem5 I02|ai03i Dito in Ltmd. 5 a Bank-Aktien.. 3 a Napels. Certificaten.5 pCt. a Dito in Napels. 5 93Ïa 94t' Gebl. i6\ 103 94 De Prijs van de BOTER aan de Waag binnen Leyden. Zaturdag den 13. April 1839. Van 30 tot 35 gulden. DEPARTEMENT van FINANCIEN. AANBESTEDING. Op Woensdag, den i/den April 1839, des namiddags ten twee ure, zal, onder nadere goedkeuring van den Minister van Financien door den Staatsraad, Gouverneur van Noord' llollandof bij deszelf? afwezigheid, door een der leden van Gedeputeerde Staten, en in liet bijzijn van den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat, aan het lokaal van het Gou vernement te Haarlemworden Aanbesteed de navolgende Werken, als: Het zesjarig onderhoud der Gebouwen van het Koninglijk Postkantoor te Amsterdam beginnende den eersten juntj 1839 en zullende eindigen den laatsten Mei 1845 i be neyens het doen van eenige verbeteringen of vernieuwingen aan dezelve Gebouwen» En op Donderdag, den i8den April 1839, des middags ten 12 en een half ure, aan het lokaal van het Gouvernement te Gravenhagedoor den Staatsraad, Gourerncut van Zuid-Hollandof bij deszelfs afwezigheid, aoor een der leden van Gedeputeerde Staten, onder goedkeuring en in het bijzijn als voren: Het zesjarig onderhoud der Gebouwenuitmakende en belioorende tot de Koningltjke Postkantoren te 's Gravenhage, te Rotterdam, en te Leyden, mede beginnende den eersten Juntj 1839, en zullende eindigen den laatsten Mei 1845; benevens het doen van eenige verbeteringen of vernieuwingen aan dezelve Gebouwen. Dpze Aanbestedingen zullen geschieden bij inschrijving en opbod; terwijl de bestekken, op welke dezelve zullen plaats hebben, ter lezing liggen aan het lokaal van het Departe ment van Financien, te 's Gravenhage; voorts, voor zoo veel die in Noord-Holland betreft, aan het lokaal van het Gouvernement te Haarlem, en daarenboven in de navol gende Logementen en Koffijhuizen, als: te Haarlem in de Kroon., in de Toelast en in het Noord-Hollandscke Koffijhuiste Amsterdam in het Turfschip van Bredain het Noord- Hollandsche Koffijhuis in het Vosje achter de oude Beurs, 'in het Wapen van Medenblik in het Koffijhuis genaamd Nabij het Stadhuisbij A. Speerin het Wapen van Voorst in het Harlinger Veerhuisop de Texelsche Kade N®. 6, en aan de Berebijtbuiten de Utrechtsche Poort; te Alkmaar in den Kooien Leeuw en in de Toelastaan den Helder in het Heeren Logementte Hoorn in den Doelen en in het Ongemaakte Schip; te Purine - rend in den Doelen; te Muiden in het Hof van Holland; te Enkhuizen in de Valk; te Naarden In de Kroonen te Weesp in de Roskam; en voor die in Zuid-Hollandaan het lokaal van het Gouvernement te 's Gravenhagealsmede te's Gravenhage in de voor naamste Logementen en Koffijhuizen; te Leyden bij Siljée% aan de Witte Poort; in de Twee Colommen; bij van den Bergin den Paauwbij van Dinterop de Mare; bij van Heesaan de Hoogewords Poort, en bij Weinbeekin de Post in de Starte Delft bij van der Speken in den Gouden Molen; te Rotterdam in den Romein; bij Frijthofin Nêerlands Wapen; in het Hof van Berlijn; in den Papegaai en in de Stads Herberg aan het Ponteveer naar Katendrecht; te Dordrecht in Bellevue en in den Gouden Leeuw te Gorinchem in den Doelenin den Hooiwagenin het Koffijhuis bij Savelsbergbij van der Giessen en bij de Wed. van Oosterwijkte VianetT in de Roos en in het Zuid- Hollandsche Koffijhuis; voorts nog te Werkendam in 's Lands Welvaren; te Hardinxveld in de Drie Snoeken; te Giésendam bij G. Blom; te Sliedrecht in de Zwaanen te Pa- pendrecht en Alblasserdam, in de Regthuizen. Zullende de noodige aanwyzitig in loco geschiedenTe Amsterdam acht dagen vóór de besteding en bij den Hoofd-Ingenieur P. T. Grinwiste Haarlemen den Ingenieur J. van Asperende vereischte inlichtingen te bekomen zijn. Te. Rotterdam des Maandagste Leyden des Dingsdags, en te' s Gravenhage dés Woens dags, vóór de Aanbesteding; terwijl inmiddels nadere inlichtingen te bekomen zijn bij den Hoofd Ingenieur M. G. Beijerinck% en den Ingenieur A. Grevebeide te's Gravenhage. De Minister van Financien G. Beelaerts van Blokland. Bij Besluit van Zijne Maj., van den 20Sten Junij 1830, behoorlijk geregistreerd, is aan MATTHYS KOPPESCHAAR vergunt, om den Ge. slachtnaam van de VOIS aan te nemen, en zich alzoo te schrijven en te teekenen MATTHYS de VOIS KOPPESCHAAR; geschiedende deze aan. kondiging ten gevolge van voorschreven Bes'uit en overeenkomstig de be palingen der Wet van den ióden Germinal, Xlde Jaar, Op den i2den dezer verloste van eene DOCHTER, M. D, NOORDZIEK, geliefde Echtgenooce van A. FELIX.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 3