A*. 1839. LEYDSCHE O U ft A N T, VRIJDAG, Gp- ..r x %t»rrN GJSWH)* »t a 29 MAART. K E N N I S G t V I N G. Derde Zitting van den Mili tie Raad t ov<?r Kanton LEY den, N*. 15. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvangen hebbende van ^en Heer Hf Hit té-Commissarisóver de Kantons 1521, Provincie Zuid- Hollandeene 'Kennisgeving, dat de Derde Zitting dés Militie-Raadsvoor deze Stad, zal gehouden worden op het Raadhuis te GOUDAop Maandag en Dingsdag8 9 April, des morgens ten 10 ureter beoordeeling der Plaatsvervangers'en Nuinmerverwisselaarswelke de dienstpligtige Lotelingen dezer Stad *zullen verlangen te geven; alsmede tot het afdoen ■der belangen van zoodanige Lotelingen, wier zaak tot deze Zitting is geadjourneerd brengen zulks by deze ter kennisse van de belanghebbenden, met informatie, dat tot het opmaken van de oij de Wet gevorderde Certificaten voor Plaatsvervangers en Nummer- verwisselaars, (weike laatste zulks echter niet dan roet toestemming banner Ouders ver mogen te doen), zal worden gevaceerd ter Secretarie dezer Stad, op Woensdag den ^den April aanstaandedes morgens ten 10 ure; alwaar zij tevens de noodige infórmattën zoo omtrent het opmaken dezer Certificaten, als ten aanzien der vereischten, welke de Plaatsvervangers, ingevolge de Wet-, moeren bezinen, kunnen bekomen. Voorts meenen Burgemeester eti Wethouders de belanghebbenden, of wel derzei ver ouder», te moeten waarschuwen voor zoodanige personen, welke, onder den naam van ■Commissionairssomwijlen dezelve misleiden, zoo door met hen kïnchtelooze overeen komsten te sluiten, als door hun, welke Plaatsvervangers verlangen re geven, onder voorwending van alles voor hen te zullen bezorgen, een aantal onnoodige kosten te doen maken, ja die zelfs veelal, door beding van al de gelden daartoe benoodigd dadelijk in «éns, af in kort op elkander volgende termijnen te moeten ontvan en, hun voor het ver volg in véle onaangenaamheden wikkelen; alzoo van het «elddoor de Lotelingen ten behoeve der Plaatsvervangers te geven, volgens art. 98 der Wet van den 8 lauuarij 181^, Dimmer meer dan een vijfde aan denzelvtn mag worden uitbetaald, en de overige vier vijlden in de kas van het corps moeten worden gestorten als dan zoodanige Commis sionairs, na het volle geld genoten te hebben, dikwijls, (zoo als de ondervinding neeft doen zien) niet in staat zijn de betaling der verdere termijnen aan het corps 4e voldoen, de belanghebbenden ienoodzaakt worden, die gelden nog eenmaal te betalen. Eindelijk worden de belanghebbenden nog herinnerd aan de bepaling van nït. 33 der Wet, van den £7. April 1820, houdende: dat hij wiens Plaatsvervanger gedurende 18 maanden gediend keeft, (de dieitsr bij de ïeserve niet mede gerekend) van alle verantwoordelijkheid voor dezelven bevrijd zal kunnen blijven mus stortende eene som van f 150, wanneer in de aanvulling van den rlaitsvervan^cr ingeval hij mogt komen te ontbrekendoor vrijwil lige werving zal worden voorzien. Aldus gedaan en gearresteerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leydenop den 28 Miari 1839. j. g. de Miv. Ter ordonnantie van dezelve, Paul du RieÜ» WethouderZ,. S. N EDERLANDÉN. Litden den 28stén Maart. Heden rijn alhier doorgekomen, eeist de Colonel Omfhal, Adjudant vaft iZiine Maj. den Koning, en daarna Zijne Exc. de Russische Minister, beiden lich van VGravenhage naar Cleef begevende, om Zijne Keiz. Hoog heid den Grootvorst-Troonopvolger van Rusland aldaar te ontvangen. Zijne Keil. Hoogheid zal waarschijnlijk Zondag avond deze stad passeren. Men meldt uit 's Gravenhage, dat dezer dagen door Z. M. den Koning een besluit is genomen, waarbij de inspectiën over de Mobiele Schutterijen, die bepaald waren om in de aanstaande maand April plaats te hebben, zijn uitgesteld tot in den loop der maand October, Zijne Maj. heeft de Permanente Commissie uit het Atrtortisatie-Syndi- caat gemagtigd ort in het vervolg alle tiendpligtigen, welke hunnë tiendplig. tigheid aan het domein zouden verlangen af te koopen, tot dieb afkoop toe te laten, tegefi een afkooppriis, waarvoor dezelfde maats.af zal worden aan genomen als bij att. 759 en 800 van het burgerlijk wetboek voor de nieuw gevestigde tienden is bepaald. Ill een der laatste nofnmerj van het Werkblad van het Regttreft men een verslag aan van het, voor den Hoogen Raad, in deszelfs zitting van 6 Maart jl., behandelde beroep tot cassatie, ingesteld door Martinüs Zotten, oud 30 jaren, geboren te Arnhem, laatst woonachtig te Oirschotdie bij ar rest van het provinciaal hof van Noord-Brabandvan den ii Januari] jl., veroordeeld is tot de atrsffe des doods, ter zake van moedwillige» doodslag met voorbedachten rade ^assassinat")gevolgd door diefstal op deh openbaren weg, en zulks nadst hij reeds vroeger wegens misdiad was veroordeeld ge weest. De veroordeelde is schuldig verklaard aan den, op den 2 Jnnii 1838, gepleegden moord op den jongeling C. CastimeoUd itS jaren ("geboren in Sardinië), en wel in de nabijheid der plaats, genaamd Rusthoek t op den weg tusichen Oirschot en Boxtel. De cassitie van dit arrest was gevraagd, op grond dat de arr. 437 en 434, wet van strafregt, zouden geschonden zijn, daar de beschuldigde op bloot vermoeden of onvolkomen bewijs zou zijn veroordeeld, en de regter, in allen gevalle, door geehe wettige bewijsmi'd delen, de overtuiging heeft bekomen, dat er werkelijk eene strafbare daad heeft plaats gehad, veelmin dat de beklaagde daaraan schuldig is. Volgen» art. 428 toch worden als wettige hewijs-middelen erkend; i°. Bewiis door getuigen; 2°.schriftelijke bescheiden; 30.bekentenis en 4°;aanwiizigingën. In de onderhavige zaak berust de veroordeeling alleen op aanwijzingen en nu blijkt het uit ïrt 443dat het bestaan van aanwijzigingen niet anders kan worden bewezen dan: i°.Door getuigen; 2". door schriftelijke bescheiden; j°.door persoonlijk onderzoek of betigtiging, bij den regter gedaan, en 4.°. door eigen bekentenl» van den beschuldigde of beklaagde, zelfs buiten het Getegt gedaan. Van deze vier omstandigheden, bestaat slechts eene, name lijk getuigen; doch nu wordt bij art. 433 bepaald, dat de afzonderlijke ge tuigenis van eenen enkelen getuigeniet als wettelijk bewijs kan gelden. En nü treft men in het onderhavig belangrijk regtsgeding aandat vele uit de verklaringen vin getuigen gebleken omstandigheden slechts berusten op afge legde afzonderlijke getnigeniBsen, ja zelf» op die vaneenen ^jarigen getuige. Als een tweeden grond brengt de reqnirant tot Cassatie bijdat het gewezen arrest eene schendig behelst van art. 211 wetb. v. stnfv, volgen» hetwelk elk irreat met redenen behoort bekleed te wordenhetgeen in cisu onvolledig is opgevolgd, daar in het gewezen arrest wel van herhaling van misdaad gespro ken wordt, maar in hetzelve niet wordt vermeld op welken grond die verkla ring steuntnocb waarin de begane misdaad of de uitspraak mogt hebben Besttan. De Procureur-Generaal Mr T. C. de Bordes, heeft de belangrijkheid van dit beroep tot cassatie afgeschetst, en betoogt, dat, hoezeér de gratie des Souvereins kan worden afgeimeekt, het echter niet te verwachten zon we zen, d»t, Indien de misdaad werkelijk heeft piaata gehad met de dalr aan gegevehe omschrijving en met de omstandigheden, die schijnen plaats te hebben, voor tul'k een misdadiger de gratie dea Souvereins zou worden ge schonken. Hoe belangrijk moet dan niet dit beroep tot cassatie beschouwd worden, zeide Zijne Edel H. A., wanneer men, na de ijverigste nasporin- gen, die er hebben plaats gehad, opmerkt, dat er nog veel duisters nopens deze zaak ia overgebleven; dat er niet één wettig bewijs ia, en alles be. rust op aanwijzigingen, die een naauwkeurig onderzoek vereischen; en dat Oe beschuldigde alle schuldpligtigheid aan de misdaad ontkent." Met dé meeste aandacht heeft de Procureur-Generaal de aangevoetoe gronden tot cassatie onderzocht. Hij heelt vermeend, dat het arrest niet behoorlijk was gemotiveerd, ornaat daaruit inderdaad geenszins blijkt, waarop zich de reg ter beeft gegrond, hetzij omtrent de hooffl-misdaadhetzij ten aanzien der verzwarende omstandigheden, die daarbij zouden'hebben plaats gehad, noch omtrent de schuld van den veroordeelde. Alles, zeide hij, betust op een bloot verhaal, zonder dat er eenige reden tot staving van'dat verhaal wordt bijgebragt. Ten bewijze voert de Procureur-Generaal, onder anderen aan, dat de aangenomen verzwarende omstandigheid, dat de moord met voorbedachten rade kou gepleegd zijn, alsmede 'dat de diefstal na den moord zou hebben plaats gehad, louter op bloote gissingen en veronderstellingen berusten, en door niets hoegenaamd, worden bevestigd. Uiterlijk kunnen nu die omscati. digbeden wel van weinige waarce beschouwd worden, maar zij kunnen voor "den veroordeelde zeer nadeeiig zijn, wanneer hij vermeent de goedertieren, hèid des Souvereins te moeten inroepen. Dat het arrest niet genoegzaam met redenen omkleed is, blijktonder anderen, uit den tweeden grond, die tot cassatie van hetzelve wordt bijgebragt, namelijk schending van art. 211 wetboek van strafvordering. Er wordt namelijk in het arrest wel gezegd, dat de beschuldigde reeds vroeger wegens misdaad was veroordeeld, maar er wordt daarin met geen enkel woord gezegd, wat de aard der misdaad ge weest, waar de beschuldigden gestraft is, noch hoe dit den regter is geble- ken Op grond van een en ander concludeerde de Procureur-Generaal, dat de Raad het bedoelde arrest van het Provinciaal Geregtshof van Noord- Braband zou vernietigen, en dat de zaak op nieuw zou worden onderzocht op de openbare geregtzitting van het Provinciale Hof van Gelderland. De Raad heeft den 2Östen uitspraak in deze zaak gedaan, het gewezeft arrest van het Provinciaal Geregtshof van Noord-Braband vernietigd, en een nieuw ondetzoek der zaak, ter openbare teregizitiing van het Provinciaal Hof van Gelderland, bevolen. Uit Rotterdam meldt men, dat den 25 Maart aldaar en in de omstre. ken een zwaar weer van storm, hagelaonder en bliksem gewoed heeft, waardoor in de gemeente Schiebroek, in een watermolen, de bliksem gesla. gen is; de molen is tot den grond toe afgebrand. In de Utrechtsche Courant van den 25Sten dezer leest men: Wij vernemen met genoegen, dat onze stadgenoot, de heer D. van der Keilen, Stempelsnijder bij 's Rijks Munt alhier, van Zijne Maj. den Keizer van Rusland, een prachtigen ring met brillanten ten geschenke ontvangen heeft, voor zijn vervaardigden gedenkpenning op den 2ss:en verjaardag van 'i Konings regering. SPANJE. Üi: Madrid schrijft men van 17 Maart, dat de heer Pita Pizarro eené financieel contract met het Gouvernement had gesloten, waardoor de kostert van het leger gedurende drié maanden gedekt zijn. Óp de tijding van hec aftreden van het Fransche Ministerie, is er dadelijk een renbode aan den heer Miraflorrs gezonden. De Cirliiten zouden van plan wezen Saragossa aan te tasten; den weg van die stad tot aan de grenzen is met hunne troepen bedekt en in den om. trek van denzelven hebben zij het vee weggevoerd. Op bevel van Don Carlos zijn eenige geestelijke personen doodgescho ten, onder welke de Provinciaal der Dominikanen in Navarre Pater Huerta} de reden van dit vonnis wist men niet. ITALIË. ïn navolging van andere Staten, heeft de Pausselijke Regering den uitvoer van tarwe verboden, ten einde het stijgen der broodprijzen te beletten. In het begin van Maart is in eene herberg, drie mijlen van Rome, aan den grooten weg gelegen, eene rooverbende van 50 man opgeligt. Dezelve bestond uit dé gevangénen van het kasteel Nepi, die, onder aanvoering van hunnen cipier, alle nachten rooftogten deden., hunne goederen in een kasteel, aan den Koning van Napels toebehoorendebergden en des morgens naar hunne gevangenis terugkeerden. Ook de waard en de waardin van de her. berg behoorden tot het complot. DUITSCHLAND. jn de Nijmeegsche Courant wordt van den 26 Maart het volgende geschreven: Wii vernemen van Cleve, dat aldaar, in den nacht van laatstleden Zondag op Maandag, verregaande ongeregeldheden hebben plaats gèhad. Een dol. zinnige hoop. uit het laagste gemeen, heeft zich niet ontzien, tegen eenigé huizen van Protestantsche Leeraren en tegen de Protestanrsche kerken ge- Ureldadigheden te bedrijven welke in het oog van weidenkenden zeer wor den afeekenrd. Ten half elf ure had zich eene groore volksverzameling op 'de markt vefeenigd, die zich, even Éls op een gegeven teeken, in beweging stelde, en z'ch van het eene naar het andere huis of kerkgebouw begaf, om de glazen in te werpen. Daarbij veroorloofde men zich allerlei oproerige lenzen en hatelijke uitvallen. Eerst des morgens, ten drie ure, nam die een einde. De aanieidende oorzaak hiervan schijnt te zijn, de uitgave van een werkje, hetwelk een vroeger uitgegeven boekje regen de Protestantsche godsdienst, weêrlegdeen waarin men, even liefdeloos, de Roomsch Karbolijke gods. dienst heeft beoordeeld. De boekwinkel, in welke men zeide, dat dit werkje was verkócht, moest dan ook in de woede deelen, en ook aldaar werden dé glazen ingeworpen. Dadeliik ziib renboden afgezonden, en heden is, dien tén gevolge, reeds eène sterke militaire magt binnen Cleve getrokken. Bij gebrek aan garnizoenkon hér Bestuur deze ongeregeldheden niet door hare policie te keer gaan, hetwelk de zaak ook slechts zoude verergerd heb. ben. Het strengste onderzoek is bevolen. GROOT-BRIT ANNIE. Uit Londen meldt mén, dat de handelsbetrekking tusichen Engeland en de Nederlanden in 1838 góede resultaten hééft opgeleverd. De uitvoer van bijna alle artikelen naar Nederland was grooter geweest, dan in 1837, be. halve peper, katoen, piment en thee; den verminderden uitvoer van dit laatste artikel schreef men aan de groote ladingen toe. die in 1838 regt. Itreeks uit China in Nederland waren aangekomen. Ondertusschen was dé uitvoer van Engelsche manufacturen zeer verminderd, waarvan de oorzaak was, dat de Nederlandsche fabrjjlten hun land daarvan ruimschoots voorzien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1