1EYDSCHE
3. 25.
A\ 183».
WOENSDAG,
X S c-
v V5
*4
'felTFïN
.r.W*
la fï
C 0 U E A IV
27 FEBRUARIJ.
KENNI SG EVING
van de Dagen der Loling voor de
NA T I 0 N. A L E MILITIE
j Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvangen hebbende de
Alphabethche Naamlijst van alle de personen, die aan de Ligting der Nacionale Militie,
van dezen (are 1839, deel móeten nemen; brengen bij deze ter kennis van de belang
hebbende, dat voornoemde Naamlijst ter visie van elk. en een iegelyk zal liggen, 'in
>dën der vertrekken van het Raadhuis, van Dingsdag den 16 Feb r nar ij tot Woensdag den
Maart aanstaandedes morgens van 10 tot des namiddags ten één ureten einde een
ieaer in staat zoude zijnomingeval hem op are lijst eenige personen of omstandighe
den mogten voorkomen, die op dezelve nog zouden behooren te worden aangeieekend of
daarvan moeten worden weggelaten, hiervan aan den Heer Militie-Commissaris kennis te
geven; alsmede dat de Loting zal plaats hebben op de grootk pers van het Raadhuis
en wel:
Op Donderdagden 7 Maart 1839, des mórgens ten 9 ure
voor de Ingeschrevenenwier Familie-Naam begint niet de letters:
A, B, C, D, E, F, G, H, 1, J, K en L.
En op Vrijdags den 8 Maart 1839, des morgens ten 9 ure
voor de Ingeschrevenen, wier Familie-Naam begint met de letters:
M, N, O» P, Q, R, S, T, U, V, W, X, Y en 2.
Zullende ieder opgeschrevene bij een biljet worden opgeroepen om tot de Loting ter
voorsz. plaatse op te komen, op den dag eh het uur in deze Kennisgeving uitgedrukt;
terwijl door hun, wier woning, wegens onnaauwkeurige opgave niet is ie ontdekken,
en welke uit dien hoofde zoodanig biljet niet hebben ontvangen, hetzelve twee dagen
vóór den dag der Loting, ter Secretarie kan worden afgehaald. Hebbende alle de Lote-
Iingen het regt, om bij de oprolt mg van dë Loting-Nommers, op den 7 Maartdes mor
gens ten 9 urezich te komen overtuigen, dat al de Nommers, welke daartoe worden
vejreisclit, werkelijk zijn opgerold,
B11 vermanen burgemeester en Wethouders voornoemd, alle degenen, wien zulks zoude
mogen aangaan, om tot de Loting öp te komeïi op de plaats, den dag en het uur, in
het opro'pinas biljet vermeld, en redenen van viijstelling hebbende, dezelve alsdan aan
den Heer Militie Commissaris op te geven.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester ën Wethouders der Stad
Ley denop den 25 Febtuarij 1839.
J. G. DE M kV,
Ter ordonnantie yan dezelve
Taul du Rieu,
WethouderL. S
Burgemeester En Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze, ter voldoe
ning aan éene ontvangene aanschrijving van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid.
Holland, van den 12de» dezer maand, Próvinciaalblcd N®. 14), ter kennis der belang
hebbenden, dat het Departement van Oorlog bij Komnglijk oesluit van den 11 Novem
ber 1838, N°. 117, is gemagtigd, ombij wijze van proefneming, gedurende het loo-
pende Jaar, bij liet Dépöt van iedeT corps Kavalerie, tien Paarden en alzoo te zamen
zeventig stuks, binnen 's lands geteeld en aangekweekt, onmiddelijk van de Eigenaren
te doen aankoopen; ter uitvoering van welk besluit gemeld Departement dezër dagen de
vei'eischre voorschriften aan dé Dé 'óis der bedoelde corpsen gegeven heeft, waafvah de
navolgende Artikels voor de Paardenfokkers van belaug kunnert worden geacht:
Art. 1. De voorschreven aankoop zal geschieden door eene Commissie, zamengesteld
uïic den comm.nnderenden Officier van het Dépót,den Commandant der Dépót-Compagnie,
benevens een* tot die compagnie behoorenden 'en door dert Generaal Majoor, belast met
de inspectie over de Dénóts der corpsen Kavalerie. te benoemen eersten of tweeden Lui
tenant, en wijders geadsisteèrd door den bij het Ddpót dienèiideh Paardenarts.
Art. 2. Gedurende de zes eerste maanden van het jaar 1839 zal liet den Eigenaars
vrijstaan, hunne voor de dienst yan het corps geschikte Paarden, op Woensdag en 2a-
ttirdag van iedere week en wel des morgens tusschen negen en twaalf urenaan de bij
dat corps bestaande Commissie ter vei kóóp aan té bieden, en tót dat eindë tc laten keu
ren, mits vooraf en tijdig van het vö'Órnëmeh, niét Opgave van Het signalement vïuf het
P'aard, of der Panrdèn, mitsgaders van den dag waarop Zij dëiclve ivénscliën aan te
bieden, den commanderendeu Officier van het Dépót kennis gevende.
Art. 3. De respectieve Commissien zullen verpligt zijn", de haar aangeboden wordende
Paarden, op de uren bij het vórig artikél bepaald, te keuren, opdat, ingeval die Paar-
dien niet aangekocht wierden, de Eigenaars van éldérs komende, dog dien dag, fnet de-
zt'lve, lidiswaarts kunnen keerén
Art 4 Alleen de Paarden voor de dienst van het corps geschikt, zullen door de daar
bij bestaande Copv.nissie, ter keuring toegelaten, en, voor zoo verre zij aan de vereiscli-
ten voldoen, aangekocht kunnen worden.
Art. 5 De Commissien zullefi geene Paarden, dan na alvorens door haar behoorlijk
in oogenschouw te zijn genomen, als ongeschikt mogen afwijzen, en voorts diegenen,
wélke Paarden tér Keuring aanbieden, bescheiden eh voorkomend behandelen, ten einde
deze maatregelen, in het belang dër Inlandsclre Nijverheid ën Pnardenreelt gënomèn, door
her inboezemen van vertrouwenzöo veel mogelijk, aangemoedigd Wórde. Dien ten ge
volge zullen zij, bij hët afwijzen van een Paard, hetzij uit hoofde van gebreken, vóór
het corns min geschikte taille ofte lioogen prijs, in evenredigheid van. deszei fs hoedanig
heid, gehouden zijn, om, indien de aanbieder zulks verlangt, schriftelijk de reden op
te gevenwaarom hët Paard niet heeft kunnen worden aangekocht.
Art <5. Hij, die een Paard of Paarden te kóóp aanbiedt, moet van een schriftelijk
bewijs* door her Hoofd van het Bestuur zijner woonplaats afgegeven, voorzien zijn, het
signalement van het Paard en den naam en de verblijfplaats van den Eigenaar bevattende,
en wüders de verklaring inhoudende, dat het bedoelde Paard binnen liet Rijk geteeld en
aangekweekt is en door den Eigenaar zeiven, of onmiddellijk van zijnentwege aangebo
den wordt, Dit bewijs moet aan de Commissie worclen afgeven onverschillig' of bet
paard M dsin niét wnrdc aangekocht ten eindë, bij aankoop, ashy de qiiiirintie gehecht te
worden,- of anders, tp kunnen dienen, ingeval de Eigenaar mogt vermeenen, zich over
cenc eigendunkelijke afkëurfng te kunnen en moeten beklagen.
Art. 7. 'P.ij enz,.
Art. 8. Hët en2.
Art. 9. I>e eóz.
Art. 10. Geene dan vierkante beslagen Paarden, van een* halster en longe voorzien,
zullen ter keuring roegelaten worden.
Art. 11. De Paarden moeten de na te melden hoedanigheden hebben, als: langstaarten,
ruinen of merrien, onverschillig .van haar of kleur, ook graauwschimmels of trotnpetters-
paarden daaronder begrepen; 'doch geene bónten; zij móoten voorts wel gevormd én geë-
Vénredtód iri hunne deelen zijn,, stérk, met eéne uitgebouwde schoft, hoogen rug, geë-
venredigde breede borst, vier goede Zuivere beenën,' iioóge én harde hoeven, wel gekoot,
goed van gézigt en zonder eenig gebrek aan de oogen; hebbende vooral eenen goeden
adem, en voorts al die vereischteb, Welke voor het kavalerie-Paard, naar ge]ang van het
wanen, waarvoor her bestemd is, noodwendig zijn; ook vrij van spatten en gallen en
zonder eeh?"e dier gebreken, welke hen voor de militaire dienst ongeschikt maken; zij
mogen niet jonger dan drie of ouder dan zes jaren zijn.
De maat iï voor die der Kurassier van 1550 tot 1580 strepen.
Dragonders 1515 1*35
Huzaren 1485 1505
Lansiers 1505 1515
De hierboven aangegeven maten worden genomen niet eene regtstaande galg van liet
Wógsté der schoft, het hoefijzer daaronder niet begrepen.
Art. 12. De enz.
Art. 13. Alvorens eenen definitieven koop te sluiten, zullen de Paarden op de meest
geschikte en naauwkeurige wyze worden onderzocht, ep, v°°r zoo verre zij aan alle
gevorderde vereischten voldoen, zal omtrent de koopsom overeengekomen worden, welke
zich béhóort re regelen naarmate van de meerder óf minder uitstekende hoedanigheden der
Paarden, terwijl ook bijzonderlijk op de Zoodanigen zal worden gelet, welke van Heng
sten uit 's Rijks Stoeterij afstammenwaarna zijvterstondtegen contante betaling, zon
der eenige korting hoe ook genaamd, op afgifte' eener, voor rekening van den verkoo-
per, op zegel geschreven qin'rahtie, overgenomen en voorïoopjg, door het afknippen van
het haar op de r?gter dij. met het Koninglijk cijfer geteekënd en op her register, bij
art. 7 bedoeld, ingés'ch&vén zullen worden, op welk register de verkóoper almede zijné
handteekening stelt. Wijders zal, met voorkennis en goedkeuring van de verkoopers,
.op de quitantie vermeld moeten worden, dat zij aansprakelijk blijven voor alle koop-
vermetigende gcbre"kénf welké' zich, blnrieu dertig dagenna den dag van aankoop,
T •- V jr. A f
mogten openbaren, als: kwade droes, padgezwel, fijk of vijgwrattende wormsnui
ven, dampigheid, stille kolder, slepende longontstekingkramp, kribbe-bijren'maan-
en oogkwetsingenz.
Art 14. De h ervoren vermelde gebreken binnen het daarbij omschreven tijdsverloop
onrdekt wordende, zal.deswege een nnauwkcurig onderzoek'geschiedenin het bijzijn van
den Plaatselijken Commandant, van dien van her .Dé óc en van een lid van het Plaatse
lijk Bestuur, door den Burgemeester te benoemen, bijgestaan door een' Militairen Paar.
denarts en eenen Burgerlijken Veeartsdoor wie gezamenlijk de zich bevestigende gebre
ken. hij Proces-Verbaalgeconstateerd zullen worden; terwijl het daarmede bebebt Panrd
terstond 00 eenen bijzonderen stal, ten koste van den gewezen Eigenaar, overgebragt en
onderhouden moet worden.
Art. 15 Van dit Proces-Verbaal zal onverwijld eene expeditie door den Commandant
van het Dépót aan liet Gemeente Bestuur der Plaats waarin de voorinaïige Eigenaar van het
Paard zijn verblijf houdt, gezonden worden, met verzoek, den uelanghcobeude daarvan
te oud-.rngtcnten einde hij voor het spoedig terughalen van het Paard zórge, en in het
reinPóursement van dén ontvangen koopprijs, de stal- eti vcrpleeggelden kunne voorzien,
of daaitoe, des noods, door de gebruikelijke middelen van contraiiïce worde genoodzaakt.
Art 16. Indien enz.
Eindelijk wordt aan de belanghebbenden medegedeeld, dat de depots der corpsen cava*
lene zijn gevestigdals volgt
Dat der afdeëling KurassiersN°. 1 te Arnhem.
M 33 33 33 3 tc Leyden.
33 33 33 33 33 9 te Haarlem.
van het regiment ligte Dragonders 4 te 2alt-Bommel,
w 33 33 33 33 33 33 5 te Deventer.
a 33 33 33 Huzaren 6 te 2utphen,
33 33 Landers 10 te Utrecht.
Leydenden 25 Februarij 1839.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
j. G. de mey.
Ter ordonnantie van dezelve,
Paul du Rieu,
WethouderLS,
1 -
NEDERLANDEN.
Leïden den aösten Februarij.
Men meldt uit '5 Gravenhage van den 25sten dezer:
Het Hof zal den ïöster dezer den ligten rouw voor acht dagen aannemen,
ter gelegenheid van het overlijden van H. D. H. de Prinses-weduwe van Tour
en Taxis, geaoren Prinses van Mecklenburg Strelitz.
Zijne Maj. heeft bepaala.dat aan den Koninglijken Prtiissischen Overste
te Cleef, J. Mauvillon, wegens liet aan Hoogstdenzelve aanbieden van een
pracht-exeraplaar van hec tweede deel van het door hem uitgegeven werk,
bevattende vertalingen in het Hoogduitsch van voortbrengselen der Neder-
landsche letterkunde, de gouden medaille van de 5de grootte zal worden
uitgereikt.
/.ijne Maj. heeft tot Nederlar.dschen Consul te Plijmouth benoemd den
heer Luscombe,
H. K. K. H. de Prinses van Oranje, heeft voor de armen op Schokland
300 gegeven.
Er bevindt zich thans in deze Residentie de heer Harmanus Bleecker,
regtsgeleerde uit de stad Albany, in den Staat van New-York. Deze heer,
die vergezeld is van twee jonge Noord-Amerikanen van Hollandschen oor
sprong, spreekt de Nederduitsche taal, die sieeds bij zijn geslacht, hetwelk
zich in de helft der zeventiende eeuw te Albany, toen het fort Oranje, in
Nieuw-Nederlandnil New-York genaamd, nederzette, bewaard is geble
ven, zeer gemakkelijk, en is niet alleen met de voortbrengselen onzer oudere
geschied- en letterkunde, maar ook met die van onze hedendaagsche ge.
schiedschrijvers en dichters, zoo als IVagenaarTollensLootsvan Lennep
en anderèn békend. Dezelve is, naar men verneemt, in een bijzonder gehoor
bij Zijne Maj. den Koning toegelaten en door Hoogstdenzelven met de meeste
minzaamheid ontvangen, en heeft ook zijne hulae aangeboden aan de Prinsen
en Prinsessen van het Ko'ninglijk getlacht, door wie hij evenzeer met veel
onderscheiding ontvangen is. Woensdag avond waren de heer Bleecker eti
zijne beide reisgenooten bij het bal van den Prins van Oranje tegenwoordig.
Genoemde heer is opgetoógen, van te zijn in het Vaderland zijner Voorvaoe-
ren en te midden zijner aloude latidgenoocen, en hij stelt er veel prijs op,
om al het merkwaardige, dat met onze geschiedenis en letterkunde in ver.
band staat, te gaan bezigtigen en te vernemen.
Bii het einde van 1837. bestond de Nederlandsche koopvaardijvloot uit
1394 zeeschepen, waaronder 162 fregatten, te zamen metende 111,824 las
ten. Gedurende 1838 zijn, door verongelnkkingsluoping en verkoop
naar buiten's lands, uit de vaart geraakt 36 schepen f waaronder 5 fregatten)
te zamen groot 3,472 lasten. Daarentegen zijn in hetzelfde jaar op de Neder,
landsche werven afgebouwd 81 schepen, (waaronder 10 fregatten) te zanten
metende 8,973 lasten. Na aftrek der gemelde 36 bodems, is derhalve de
vloot in 1838 vermeerderd met 45 bodems, voor nagenoeg een vierde be.
staande ttic fregattenen te zamen eene scheepsruime aanbiedende van 5301
lasten. De geheeie vloot bestaat derhalve nu uft 1439 bodems, metende
117,32; lasten.
Men schrijft van den Helder van den rpden:
Bij een' der stormen in de vorige maand, was de stoombootTElbe, gevoerd
door Kapitein Petit, van Duinkerken naar Dundee bestemd, bij Huisduinen
op het strand lot #nder de duinen geslagen. Meer dan drie voet zakte de
boot in het zand. Heden mogt het den heeren scheepsbouwmeesters J. en S
Lastdrager en den medeaannemer Uinnik gelukken, dezelve, nadat zij eerst
was opgevijzeld, op eene machine met rollen over eene strandvlakte van
340 voet met het beste gevolg zeewaarts fe voeren. Met den vloed werd het
vaartuig vlot, en des avonds ten pure, doofde stoomboot Noord Hollainl,
zonder verder beschadigd te zijn in het Nieuwe Diep binnengesleept.
Den 23 Februarij is van Harderwijk te water naar Helfevoetsluit ver.
trokken een detachement, sterk 100 onder-officieren en manschappen, onder
bevel van den isten Luitenant Rijsterborg't, van de cavalerie, begeleid wor
dende door de 2de Luitenants Kuijpers, van Haeften en Umbgrdveallen van
de artillerie, en den officier van gezóndheid 3de klasse Rooseboom, om, den
28ster. dezer, op het schip Generaal van den Bosch te worden ingescheept;
zullende mede, op den 2Öden dezer, van hier te water naar het Nieuwe Diep
vertrekken, een detachement, sterk 100 onder-officieren en manschappen,
onder bevel van den 2dën Luitenant Hoekstra, van de infanterie, begeleid
wordende door den 2den Luitenant Lammerèemede van de infanterie, den
Luitenant van Rheede van Outshoorn, van de artillerie, en den officier van
gezondheid 3de klasse de Barrijom ook den 28sten dezer, op het schip
Jan Pietersz. Koen te worden geëmbarqueerdom vervolgens naar Java te
worden overgevoerd.