JWi/cf 11. L E Y D S C H E COURANT. A\ 1839. VRIJDAG, S FEBRUARIJ. 'KENNISGEVING. Bür. ge miester en Wethoudersder Stad Leyden, Overwegende, dat de algeraeene opnemingen voor het Patentregt, volgens art. 35 Men 35 der Wet van den 21 Mei 1819, binnen zeer korten tijd 2ullen plaats hebben; Waarschuwen niits deze de goede Ingezetenen dezer Stad daarop acht te geven, of zij aan de yerpligtingenbij de Wet op de Patenten voorschreven, voldoen-; en om, d >or "suppletoife aangiften, voor te komen de "onaangename gevolgen, die voor hen, uit eene bevinding, dat zij niet behoorlijk voldaan hebben, zouden voórtvloeijenwordende 1e- 'vens, de Ingezetehén verzocht, hunne gezegelde Papentbladen bij de hand te houden, ■ten einde dezelve aan de Ambtenaren, met de opneming belast, re kunnen vertoonen. Leydenden 4 February 1839. J. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve, Paul du Ribu, WethouderL. S. NEDERLANDEN. Leyden den 7den Februarij. Men meldt nit 's Gravenhage van den 6den dezer: De Opperkamerheer van Zijne Maj. den Koning heeft bekend gemaakt, -dat het Hof op heden den ligten rouw voor acht dagen heeft aangenomen, wegens het overlijden van H. K. H. de Hertogin van Wurcemberg, geboren Prinses van Orleans. Gisteren middag is, ten gevolge van gedane oproeping door Zijne Ma. jesteit, de Kabinetsraad weder vergaderd geweest. Bij besluit van den 24 Januarij jl. heeft Zijne Majesteit eene Medaille voor moed en trouw ingesteld, ter belooning van degenen, die bij het leger in Neèrlands Indiê uitstekende daden verrigten, en niet behooren tot eenig Europeesch corps of van Europesche afkomst zijn. Die Medaille zal binnen het randschrift: uit naam des Konings, voerefi de woorden: voor moed etrouw in Nederlands Indiê, aan de eene zijde in de Nederduitsche, en aan de keerzijde in de Javaansche of Maleische taal. Dezelve zal op de linker borst aan een Nassausch blaauw lint worden ge. dragen. De Medailles zullen van zilver eii brons zijn; zullende de zilve. ren worden verleend bij zeer uitstekende daden, of wanneer een militair, reeds met de bronzen Medaille begiftigd, voortgaat met het geven van her. haalde bewijzen van moed en trouw. Het bezit der zilveren of bronzen Medaille gaat gepaard met eene ver. hooging van soldij, respeccivélijk van 'ie helft of van één derde. Overigens zijn ten aanzien van de bedoelde Medaille van toepassing ge. maakt de formaliteiten en bepalingen, welke voor de militaire Willemsorde zijn vastgesteld. Zijne Majesteit heeft bewilligd, dat van Regeringswege, ten behoeve van den in het Invalidenhuis te Leyden opgenomen gegageerden matroos de* iste klasse van de koloniale marineJ.Kieman, een paar kunstarmen zullen worden vervaardigd; volgens ingesteld geneeskundig ondcrkoek is er vooruit., -zigt, dat die met hoop op een goed gevolg zullen kunnen worden aangezet. Naar men verneemt., zal de zaak van den stedelijken ambtenaar .7. Bakker, uit Leyden, den lyden dezer, door het provinciaal Hof van Hol. --landtweede kamer, worden behandeld. De Staats-Courant van heden bevat het volgende berigt eener negótiatie, tot te geidemaking van losrenten, rentende 5 ten honderd in het jaar, ten taste van 's Rijks Overzeesche Bezittingen, waarvan de renten door het Rijk, bij de wet van 22 December 1838 {Staatsblad N°. 50), onvoorwaar. delijk zijn gewaarborgd. Art. 1. Er wordt eene inschrijving geopend voor veertien duizend aan- deelen, ieder groot f ioöo, in de negótiatie van losrenten, uit te geven volgens de wet in bet hoofd dezes gemeld. De beschikking over de verdere bij de in het hoofd dezes gemelde wet toegestane vijf millioen guldens, wordt voor als nog gedurende de eerstko. Blende zes maanden aangehouden. Art. 2. Voor elk aandeel zal worden afgegeven eene losrente, groot ƒ1000, ten laste van de Overzeesche Bezittingen van het Rijk, rentênüe vijf ten honderd in het jaar. Elke losrente zal voorzien zijn van het noodige aantal halfjarige coupons, verschijnende i°. April en i°. October van elk jaar; waarvan de eerste ver schijnen zal 1°. October 1839 en ter vervaldage betaalbaar te Amsterdam, ten kantore van de Nederlandsche Bank, en in de hoofdolaatsen der provin ciën, zoo mede te Rotterdam, brj de Agêfiten van den Rijks-kassier, aldaar gevestigd. Art. 3. De voorschrevene losrenten worden Uitgegeven onder genot van tenten, sedert den isten Januarij 1839; zullende de renten van t Januarij tot den laatsten Maart 1839, bij de voldoening van den laatstên termijn in art. 8 van dit berjgt vermeld, kunnen worden gekort. Art. 4. De inschrijvingen kunnen geschieden op Maandag, Dingsrlag en Woensdag den 4den, «;den en 6den Maart 1839, te Amsterdam bij de Ne derlandsche Bank, en in de hoofdplaatsen der provinciën, zoo mede te Rot terdam, bij de Agenten van den Rijks-kassier. Art. 5. De inschrijvmgs-regisiers zullen worden gesloten op den 6 Maart de» namiddags ren twee uren, en zal zoodra mogelijk worden opgemaakt •een volledige staat van het getal der aandeelen, voor weike op den eersten dag is ingeschreven; biialdien dezelve het vereischte bedrag overtreffen, zuilen de inschrijvingen van de volgende dagen niet in aanmerking komen, en zal het geheel bedrag alsdan, zoo na mogetijk, over de ingeschreven posten den eersten dag gedaan, worden verdeeld; terwijl. Indien de inschriivingen op dien dag genomen, beneden het vereischte bedrag mogten blijven, deze altijd de voorkeur zullen hebben. Indien de inschrijvingen op den 5 Maart genomen, het nog ontbrekende van den eersten dag mogten overschrijden, zal het bedrag van bet ontbre- kende tusschen de inschrijvingen, op den tweeden dag gedaan, evenredig worden verdeeld, en op gelijke wijze worden gehandeld met de inschrijvin. gen van den derden dag, indien die van den tweeden het vereischte getal .niet hebben bereikt. Art. 6. Bij openbare bekendmaking in de Staats-Courant zal. vóór of op den 11 Maart 1839, van wege het Departement van Financien, worden kennis gegeven, of en in welke evenredigheid, de inschrijvingen van elk der daartoe bestemde drie dagen zullen kunnen worden aangenomen. Art. 7. De betalingen zullen moeten geschieden ten kantore, alwaar de inschrijvingen zjjn genomen; zullende ook quitamien van overstorting bij de Nederlandsche Bank, voor de fournissernenten elders geschiedende, aang'e. nomen worden. Art. 8. De betalingen zullen moeten worden gedaan in geld of bank biljetten, voor elk aandeel op de navolgende termijnen, als: vóór of op den 18 Maart 1839 100 isten Mei 200 '5 J«"Ö - 200 15 Augustus - - 200 n n 5 October 300 ender korting op den laatsten termijn van de drie maanden rente in art. 3 hiervoren gemeld. Echter zal het aan de inschrijvers vrijstaan, de betaling van de vier laat. sie termijnen te vervroegen, en die voor een of meer derzeive te doen, te gelijk met den eersten termijn of daarna, onder genot eener korting tegen vijf ten hónderd rn het jaar, voor elke volle maand,'dat zij vóór den ver. schijndag betalen. Art. 9. Bij de betalingen, volgens het voorgaand artikel te doen, zal aan de inschrijvers dadelijk worden afgegeven het daaraan evenredig getal losrenten en coupons, in art. 2 en 3 van dit berigt omschreven, alsmede, zoo dit, bij gedeeltelijk fournissement op de inschrijving, voor een oneven getal aandeelentloodig mogt zijn, een bewijs om te worden ingetrokken bij de geheele aanzuivering en de dan te doene afgifte der losrenten. Art. 10. Aan de handelaars, makelaars en commissionarissen in effecten, zal een vierde ten honderd voor courtage over het fournissement, bij de voldoening van den laatsten termijn, betaald worden. 's Gravenhageden <5 Februarij 1839. De Minister van Financien, G. Beelaerts van Blokland. Uit Dordrecht wordt van den 6 Februarij gemeld, dat men aldaar voor die stad voor het oogenblik weinig ijs meer zag; maar in de Noord, en van onder Sliedrecht tot Giessendam bleef het nog vasczittenwaardoor alle scheep, vaart naar boven gestremd was, en ook bet corps pontonniers met den pon tons-trein belet werden om zich van daar de Maas op naar Crevecoeur té begeven» RUSLAND. Volgens officiële staten, bedroeg de bevolking van Petersburg, op het einde van het afgeloopen jaar469,720 zielen, waarvan 333,669 van het mannelijk en 136,051 van het vrouwelijk geslacht. Van dit gezamenlijk getal behoor- den 1867 tot de Grieksche geestelijkheid, 40,588 tot den adel, 10,00410c den handelstand en 23,888 tot het fabrijkwezen. Voorts bevonden zich daar. onder 95,714 handwerkslieden, 70,929 militairen en 126,313 boeren, hetzij aan de kroon, hetzij aan bijzondere heeren toebehoorende. In den loop van genoemd jaar zijn in die hoofdstad 10,427 kinderen5589 van het mannelijk en 4838 van het vrouwelijit geslacht, geboren, en 7795 men- schen overleden. Te Stokholm, in Zweden, is het in de maand Januarij, even als in Pruissen het geval geweest is, gebeurd, dar een Katholijk Priester de inze gening van het huwelijk eens Lutherschen mans met eene Katholijke vrouw geweigerd had, omdat de man de belofte niet wilde afleggen, de uit hec huwelijk te geboren kinderen in het Katholijk geloof te zuilen opvoeden. Naauwlijks was dit ter ooren van de Regering gekomen, of zij heeft dien Priester doen aanzeggen, dat, zoo hij bleef weigeren, hij tot eene boete van 50 specie-thalers zon veroordeeld worden, welke boete in de tweede week zijner weigering met 100 thalers. zou verhoogd worden» in de derde week met 200 en zoo vervolgens; de Priester heeft echter dadelijk toege geven. Men meent, dat de man door eenen zich te Stockholm bevindenden Aposcolischen Vicaris tot zulk eene handelwijs was aangezet. DUITSCHLAND. Omtrent Je bepalingen van het handelstractaat tusschen Pruissen en Neder land gesloten, wordt het volgende medegedeeld: Aan de zijde van het tolverbond zullen de volgende Nederlandsche produc ten tolverligtingen genreten: 1. Boter, kaas, stieren, koeijen. ossen, vaarzen, bij den invoer over de landwegen, tegen de helft van bet tarief, 2. Lompen suiker, ten gebruike van tot de verbondslanden behoorende raffinaderijen, bij den invoer te land en ter zee, tegen de helft van hec tegen woordige tarief, en ook voortaanbij mogelijke wijziging van hetzelvealtijd slechts met lopCc. verhooging boven de voor raffinaderijen ingevóerd wor. •dende ruwe suiker. 3. Geraffineerdë suiker tegen iortb. voor de 50 kilogrammen (thans 11 rtbi per Pmissische centenaar.) met belofte, dat ook bij latere verminderingen van regten óp de voor inlandsche raffinaderijen ingevoerd wordende rnwe suiker, de tol van deze geraffineerde suiker, evenrediglijk zal verminderd worden, en nooit hec dobbel der belasting van ruwe suiker zal te boven gaan. 4. Rijst 2 rth. per 50 kilogrammen (thans 3 rth. per Pruissische centenaar.) Deze verminderingen zullen ad im. terstond na de afkondiging van hec tractaatad 2m. acht weken na die afkondiging; ad 3m. en 4m., uit hoofde van de in de wetgeving des tolverbonds hiermede strijdende bedenkingen, eerst met 1 Januarij 1840, als wanneer een nieuw tarief-tijdvak begint, in werking komen. Aan de zijde van Nederland zal worden verleend: a. Bij den invoer te land en langs de rivier onder de vlag van eenen Staat des verbonds: t. Voor wijn 2. Voor graan, gelijkstelling met den invoer ter Zee, dat is: verminde, ring der inkomende regten van 10 pCt. 3. Bij onderscheiden soorten van steenenvermindering tot op 50 pCr; Van de aigemeene invoer-regten. b. Bij den invoer langs de rivier, onder de vlag van eenen Staat des ver. bonds, van werk-en timmerhout, gelijkstelling met den invoer van den zee. kant, dac is: vermindering op 25 pCt. per last. c. Bij den invoer te land, zóówel als ter zee, genieten de volgende pro. 'ducten van het tolverbond vermindering van tolregc. 1. Zijden stoffen, geweven dito en linten op 2 fl. per kilogram. 2. Kousen en geweven goederen, kanten en tulle op 5PCt. vah de Waarde; 3. Messen en kramerijen, volgens de benaming van hec Nederlandsch ti. rief tegen 3 pCt. van de waarde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1