A\ 1830, IJEYD'SCIIE C O U R A N '*t<. \A MAANDAG, ïVr.:,:> - •■4 -| 28 J AN U A RIJ.; NEDERLANDEN. Le-Yden den 27sten Januarij. Zijne Maj, de Koning heeft bij besluie van den i4den dezer, N®. 71, tot lector Magnificus van de Hoogeschoöl alhier, voor het volgende Academie jaar 1 Ö3p 1840, benoemd, den Hoogleeraar C. Pruys van der Hoeven, Het volgende is aan de Staats-Courant ter plaatsing toegezonden: jEGTPTISCHE MONUMENTEN van het Nederlandsch Museum van Oudheden, uitgegcv&i op last van de Hooge Regeringdoor Dr. Conradus Leemans, eersten Conservator van het Museumenz H#c was reeds lang de algemeene wensch van allen, die zich op de be 'oefening der oudheidkennis toeleggen, dat eene naauwkeurige en getrouwe uitgave der voorwerpenweike in de verschillende verzameliugen van Europa bewaard worden, zoo veel mogelijk eene vergoeding zoude schenken aan zulke geleerden en kunstminnaars--, als zich door hunne bijzondere omstandig heden niet in de gelegenheid zagen, om den inhoud'dier verzamelingen met hunne eigene oogen te beschouwen, eti op de oorspronkelijke voorwerpen zeiven te bestuderen. Het nut van eene dergelijke onderneming zal wel geen betoog vereischen, wanneer men bedenkt, hoe onmisbaar de kennis van ue gedenkteekeren'der oude volken is, zoo wel voor tie beoefening der talen, als vo >r die der geschiedenisen hoezeer de gelegenheid om voor beide die vakken uit die kennis nuttige.;vrucncen te plukken, vermeerderd worut, naar mate men de voorwerpen, welke om derzeiver afstand slechts voor een betrekkelijk klein aantal geleerden toegankelijk zijnmeer algemeen bekend maakt. Wanneer dan - eien hunne krachten zamenspannen om tot de verkla ring en doelmauge aanwending.der oikwerf zoo inoeijelijk te verklaren ge denkstukken der-.oudheid heE hunne toé te brengen, is het. ontwijfelbaar, dat de wetenschap ohemuig veel meer bevorderd wordt, dan wanneer zij, die mee het opzigt eener verzameling belast zijn, of voor wie derzelver schatten meer gemakkelijk van toegang zijn, deze voor zich alleen bestude ren, tor dat zij na langen lijd, te ge+tik met de voorwerpen zeiven, de vruchten hunner nasporingeh aamhet publiek kunnen mededeel en» Het was uit dat beginsel, dat .de Hoogleeraar Reuvens aan de Hooge Re gering eer voorstel gedaan had, om magtiging te vetleenen tot eene uitgave der Monumenten van het Museum op Landskostenen die Regering, welke door hei daarstellen van een Museum van den eersten rang, en door het beschermen ep ondersteunen van zoo vele Wetenschappelijke ondernemingen, met evenveel kracht als wijsheid den roem van het Vaderland bevordert, had de gevraagde magtiging volgaarne op den üoogleeraar uitgebragt. Te dien einde werden de noodige peisen, en ivat verder tot eene volle dige Steendrukkerij behoort, ten behoeve dier onderneming, te Leyden aan het Museum toegevoegd, en oefenden zich, onder onmiddellijk opzigt van den Hoogleeraar, twee jonge Kunstenaars, sedert verscheidene jaren, in het afteekenen en op het steen brengen der oude kunstvoorwerpen met al die ge trouwe naauvvkeurigheid welke ten behoorlijke gebrimke tiaarvan onmisbaar is. De dood van den Hoogleeraar, waardoor de beoefening der oudheidkun dige wetenschappen in ons vaderland zulk een onherstelbaar verlies heeft ge leden, moest natuurlijk ook in deze wetenschappelijke onderneming :eene groote vertraging te Weeg brengen, en de werkzaamheden, welke de inrig ting van eem nieuw gebouw, het overbrengen, plaatsen en schikken der voorwerpen, in den laatsren tijd noodwendig ten gevolge hadden, verhinder den mij tot nog toe, aan de volvoering van het door mijnen geliefden leer meester ontworpen plan zoo krachtdadig te arbeiden-, als het belang en het nut der zaak vorderden, en met mijne eigene wenschen overeenkwam-. Thans evenwel, nu een groot gedeelte der verzameling ter openbare bezigtigibg js opengesteld en Zijne Majesteit onze geëerbiedigde. Koning mij den veree renden last wel heeft gelieven op te dragen, om voort te zetten hetgeen door den Hoogleeraar Reuvens voorbereid en gedeeltelijk reeds begonnen was, wordt het mijn pligt, om onverwijld met het uitgeven der monumenten van het Museum een begin te maken; en het is daarom, dat ik op de hier ach tervolgende voorwaarden mijne landgenooten uitnoodig, om door hunne in- teekening op het bovengenoemde werk te toonendat de aanmoedigende bescherming en het voorbeeld der Hooge Regering ook bij hen navolging vinden, ook hunne deelneming opwekken. De eerste aflevering bevat den tweetaiigen panyrns (N°. '6$ van de verza meling Anastasy). Hei belang van dit in zijne soort eenig handschrift voor de kennis der oud-Egyptische taal, en de bekendheid, die her door de be schrijving van den Hoogleeraar Reuvens in zijne Lettres A Mr. Ltttonne ge kregen heeft, maakte het wensChelijk, dat eene getrnuwe afbeelding daar van, voor ieder die zulks verlangde, verkrijgbaar wierd gesteld. Na dit handschrift zullen nog enkele papyrusrollen volgen, dewiil men reeds, vóór de tegenwoordige schikking der Egyptische voorwerpen, begonnen was, die op steen te brengen. Zoodra evenwel de catalogus der voorwerpen, aan welks vervaardiging ik onverwijld begin te arbeiden, in gereedheid zal ziin, zal ook de volgorde der platen zoo veel mogelijk dezelfde zijn als die van den Catalogus; naar dezen laagten zullen dus de platennaar mate zij uit komenverdeeld en gerangschikt kunnen worden. De voorwaarden van intekening zijn de volgende I. De volgorde det uit te geven voorwerpen zal zoo veel mogeMik naar die van den Catalogus geschikt worden, naar eene keuze der meest bélangriike stukken of die waarvan de opschriften eenige nieu we of belangrijke omstandigheden en bijzonderheden aanbieden. A. Monumenten behoorende toe de Godsdienst en openbare Eere* dienst; B. Monumenten behoorende tot het Èurgerlijk leven; C. Lijk- en Graf-Monument en. II. De afleveringen zullen, zoo veel de grootte en uirgebreidheid der voorwerpen zulks gedoogen, eene geheele en volledige rij bevat ten zonder daarom op een vast getal platen bepaald te zijn. III. De afleveringen zullen verschijnen en afgeleverd wordennaar mate de teekeningen gereed zullen zijn, en verder Zoo regelmatig als de omstandigheden dit toelaren. IV, De platen zullen op steen geteekend, en voor een grooi gedeelte met verschillende kleuren gedrukt (gechromolithographieerd) wor den, op imperiaal velin, in groot folio. V. De prijs van elke plaat is bepaald op 75 centen; doch die prijs wordt voor de gekleurde of met kleuren gedrukte platen zoo veel verhoogd, als nóodig zal zijn om de meerde kosten van het drukken te dekken. VI. Men zal aan de aanvrage, trachten te voldoen van hen; die enkele afleveringen op zich zeiven zouden wenschen te bezitten. De prïfs van die afleveringen zal met een derde vermeerderd worden, boven hetgeen de inteekenaars op het geheele werk betalen. VII. De tekst, welke weliigt, bij eemge der voorwerpen vereischt zal worden, zal in de Nederduicsehe taal gesteld zijn; doch er zal te gelijker tijd eenFrar.sche tekst gedrukt worden voor de inteekenaars die deze laatste taal zullen verkiezen. De prijs van elk vel druks, op hetzelfde papier als dat der platen, zal 20 centen niet te bovengaan. VIJL Wanneer het aantai der aangehaalde ./Egyptische woorden of teeke» nen zoo groot wordt, dat die niec voegzaam in den tekst kunnen in gedrukt worden, zuüen dezelve op s.reen gebragt en in afzonderlijke ra bellen, oJj, den tekst in hetzelfde formaat en op hetzelfde papier wor den toegevoegd elke van aeze tabellen niet hooger berekend dan 50 e'. IX. De tekst der Grieksche en CoptLcbe papyrussen zal in octavo ge drukt worden. De inteekenaars zullen niet gehouden zijn die -.ver ken te ontvangen, daar dezelve afzonderlijk 111 den handel gegeven worden; doch zij zullen, wanneer zij dezelven wenschen ie bezit ten, eene korting genieten van 10 perCent. X. Alle mogelijke zorg zal worden aangewend, om de afbeelding der voorwerpen zoo getrouw mogelijk te doen zijn. De uitgever heefc zich sedert verscheidene jaren op de beoefening der hieroglypeu toegelegd, en zal ake krachten inspannen, om de opschriften inec al de naauwkenrigheid te doen afceekenen, welke alleen eene scha^ •delooss.telling Kan aanbieden aan hen, die buiten de gelegenheid zijn om de Monumenten zeiven te zien en te bestuderen, indien eenige twijfeling over eenig geueelte der uitgegeven Monumenten zich op deed, zai de uitgever het zien ten piigt rekenen dezelve op te heideren, of nadere inlichtingen te geven aan de inteekenaars, die daartoe met vrachtvrije brieven aanvraag zullen doen. XI. De inteekenaars verbinden zich voor den tijd van één jaar, te reke nen van, den tijd, waarop de eerste aflevering in den handel worde gegeven. Zij zullen gehouden worden hunne verbindcenis voor elk volgend jaar voort te zetten, tenzij zij den uicgever van hun tegen» gesteld voornemen zes maanden ce voren onderrigt hadden. XII. Er zullen niet meer dan 50 platen jaarlijks verschijnen. Naar aanleiding van het hiervoorgaande zullen dan nu ook de wetenschap, pehjke rnrigtirigen buiten Leiden de gelegenheid hebben, om voor eeneii betrekkelijk zeer geringen prijs, in afbeeldingen voor welker naau wketirig- heid en getrouwheid de meest mogelijke zorg wordt gedragen, voor zich eene oudheidkundige verzameling aan te leggen, welker bezit zal kunnen medewerken, om de beoefening der archaeologie in ons vaderland meer eit meer aan te wakkeren. Toen hec oud-studentenfeest, in Augustus van bec vorige jaar, zoo vele geleerden en mannen van smaak in de stad terugriep, waar zij vroeger de gevoelens van het Akademie-leven genoten hadden, bezochten allen hec Museum van Oudheden, waarvan het /Egyptisch ge deelte toen voor het eerst na de nieuwe inrigcing ter algemeene bezigriging open was g sceld. Wij durven mee eenige vrijmoedigheid stellen, dat de Indruk, welke die rijke verzameling op hen gemaakt heefc, gunstig is ge weest, en wij mogen ons dus mee hec denkbeeld vleijen, dac, na hun ver trek uit Leiden, en nadat zij in hunne woonplaatsen teruggekeerd waren, ook doorihunne berig'en de waarde en hec nuc van zulk een Museum meer algemeen gevoeld, de belangstelling in hetzelve vermeerderd en de achting voor de beoefening der archaeologie verhoogd zullen zijn geworden, op eene wijze, die niec dan voorceelig op de bevordering der wetenschap, pen in het algemeen en den daaraan zoo naauw verbonden roem van hec vaderland terug zal werken. Schoon de eerste afleveringen van nee werk, uit den aard zelve der daarin afgebeelde voorwerpen, voor verzamelaars van platen, als voortbreng sels van kunst, of als middelen tot uitspanning, niet aan alle, vere:schten mogen schijnen ce voldoen, kunnen wij echter ook aan dezulken beloven, dac Gnaed'de volgende afleveringen zeer'vele gevonden 2ui'!en WoVcGn, wel ker hez'igriging en bezie niet enkel wetenschappelijk genot aanbrengen. En zij, die het van belang rekenen de zeden en gebruiken van een der oudsce en vroegst beschaafde volken uit de kunsc-voorwc-pendie het in zoo grooten getale en in zulk eenen volledigen staat ons nagelaten heeft te lëeren kennen, en zij die 'weten hoezeer de gewijde geschiedenis met die van dat volk in een allernsauwst verband staat en hoe de mannen, die in vroegére eeuwen als leeraars, wergevers en beschavers fivan hunne medebur gers optraden, bij dat volk de fakkels ontstaken, bil welker licht en gloed de nevelen van barba'arsChh'eid en Vooroordelen verdwenen; zij zullen zich wij mogen dit vertrouwen, niet te vergeefs laten uitnoodigen öm zoo veel mogelijk, door hunne inteekening op het aangekondigde werk bet welge lukken van eene onderneming re bevorderen, voor welke door de Hooge Regering eene belangrijke som geldsdoor den Uitgever veel tijd en arbeid, zonder eenig eigen voordeel, ren koste gelegd worden Men gelieve zich ter inteekening te wenden met vrachtvrije brieven rot den uitgever, in het Museum van Oudheden, of tot de Boekhandelaars H. TV. Hazenberg en Cotnp.re Leydenen verder bij de voorraams'e Boekhandelaars in her Koningruk bij welken de prospecrussen en lijsten zullen voorhanden ziin. Waarschijnlijk zal met de maand Maart of April van dit jaar de eerste af levering, van welke thans reeds 14 platen afgedrukc ziin, kunnen worden afgezonden, en het is dus wenschelijk dat althans vóór het einde van Maart de namen der inteekenaars bij den ondergeieekende bekend zijn, ten einde voor de verdere afleveringen geen grooter aantal exemplaren re doen afdruk, ken, dan voor de bestaande behoefte zal blijken noodig te zijn. Leyden, den i5den lanuarb f839. De Eerste Conservator van het Museum van Oudheden C. LREMANS. Men meldt uit 's Gravmbage van den 25 Januarij. dat aldaar vrü stel lig verzekerd werd. dar de Fransche gevolmagtigde Minister bii de Confe rentie. de GraVSebastiani, het tracraat der vier en twintig artikelen onder teekend had. CZie beneden onder Grootitannie.~) Men verneemt, dat het Ziine Maj. bii een dezer dagen genomen be. sluit, behaagd heert, aan de onderwijzers ir d^ Wis- en Zeevaartkunde r te Amscerdam en te Rorrerdam Swart en G. /irbon. van den isten Fe bruari] aanstaanden af, den titel te vc'eenen van Lector in de Wis- eti Zeevaa-tknnde, zonde*- bezwaar van 's Riiks scbark'st. Door Z. M. ziin bii de na te malden dienstdoende Schutterijen benoemd: Rii die,te Hoorn, toe Kapitein, IV. Tasman, 'hans iste Luitenant,, tot isre Luitenants, ALangcrhuizen van Oven eu IV. Hout.'uyn, thans ade Luicenanti

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1