A\ 1839. LEYDSCHE COÜ R A JV T. MAANDAG, ■2 1 J AN U A RIJ, Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen mits deze ter ken- nisse van de belanghebbenden, dat bij Hun Ed. Acbtb. van den Heer Controleur der Directe Belastingen Is ontvangen het Kohier der Gebouwde en Onb'bouwcle Eigendommen torehstjaar 1839, 'Welke op den ióden dezer maand is executoir verklaard, en dac dezelve aan den Heer Ontvanger is verzonden. Leyden, den ,9 j.nuarjj ,839. G DE Meï. ter ordonnantie >van dezelve, Paul du Rieu, WethouderL. S. NEDERLANDEN. Leyden den sosten januarij. Gisteren is alhier de 44ste verjaardag van H. K. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje op de gebruikelijke wijze gevierd geworden. Heden is alhier binnengekomen om nachtverblijf te houden het reserve bataljon der 14de afdeehng infanterie, gecommandeerd wordende door den Majoor J. J. Corbeleinkomende van Zwolle en zich naar 's Hage bege vende, om alciaar in garnizoen te blijven, In den afgeloopen iwchc is alhier brand ontsraan in de Zeemtouwerij van den heer H. Langelaan% in de Verwerstraat, ndnij de Haven, welke ech ter door spoedig aangebragte hulp, weldra is geblnscnc geworden, zonder dac de brandspuiten hebben behoeven water te geven. Als Kunstregters bij de tentoonstelling van planten en gewassen, wel ke in de maand Maart eerstkomende, te Gent bij de Koningrijke SoCieteic van Landbouw en Kruidkunde moet plaats hebben, zijn uit tieze stad be noemd, de Hoogleeraren C. L. BlumeC. G. C. ReinwardtJ. G, S. van Breda en de zeer geleerde heer \on Siebolt Curatoren van het Stolpiaansch Legaat aan de Universiteit te Leiden hebben m hunne laatstgehouden Vergadering besloten, de navolgende vraag ter beantwoording voor te stellen; Quumpost discrepantes virorum doctorum Ethices Christtanae ex arte ex plicandae 1 ationes labor are videatui alia diseiplinaprimumquod mndum in. ventum et constitution sit principium unum et simplexutide cuncta deducamur et apte componanturturn quoa, propter hunc ipsum d fectumpraccipu.ie quae- dam notiones. et formuleset material'svix perspicue defi itae aut illustratae sintncque universae ex uno for.te sic derivatieut aptam conspirantemque doctrinam ejficiant; quumque sint tarnenqui sentiantSchleiermacheri V." Cl, ingenio et scriptis laudn bile quid dam perfectum e^se% quo haec vi/ia tol* Ier ent urSed eius vel placita nonnullis non p' oh an da, vel oratio multis obseurs esse videaturi Quaeritur perspicua expositie eorumquae in Schleiermacheri scriptis htht- cam et Ethicain Christianam attinguntturn disceptatioutrum ipsa pertineant ad scientificam disciplinae tracfationem melius regendamnee ne; postrema quid et quantum ex illa tractatione disciplinne exspectandum sit ad modèran. dam vitam defi-.iendaque officia hominum Christimoru n Daar de Christelijke Zedeleerna de uitéénloopende manieren van derzelver wetenschappelijke behandeling door de Geleerdennog moeijelijkheden onderbindt; vooreerstomdat het iine en hoogste beginsel nog niet gevonden en bepaald is, van waar alles kunne afgeleiden alles tot één stelsel gebragt worden; vervol gens. omdatwegens eerstgenoemd gebrek sommige hoofdbegrippenzoo wel vori melijkeals stoffelijkenog niet duidelijk bepaald of toegelicht zijn, en alle niet zoodanig Uit eene enkele bron zijn afgeleiddat dezelve eene zamenhan- gende en overeenstemmende wetenschap opleveren; envermits er echter ge. vonden wordendie ver me enendat er door de scherpzinnigheid en de schriften van den beroemden Schleiermacher iets loffelijks is te weeg gebragtom deze gebreken weg te nemen; maar tevens anderenof zijne stellingen niet goedkeu- renof zijne uitdrukkingen duister vinden Verlangt men eene duidelijke uiteenzetting van alwat in de schriften van Schleiermacher tot de Zedeleer, en hijzonder tot de Christelijke Zedeleer in betrekking staat; vervolgenseen onderzoekof het de strekking heeft om de We. tenschappelijke behandeling van die leer ten goede te leidenof nieten ein de lijkwat en hoe veel men van zoodanige behandeling dier leer mag -erw ach ten voor de praktijk van het levenen voor het bepalèn der pligten der Chris tenen Met toezegging eener Gouden Medaille, of des verkiezende hare waarde Van twee honderd Guldenaan hem, wiens Verhandeling boven alle andere den eerprijs zal waardig gekeurd worden. De Verhandelingen moeten In het Lariin of Nederduirsch geschreven, met een zinspreuk gereekend, en voorzien zijn van een verzegeld Mlier. van buiten dezelfde zinspreuk, van binnen den naam en her adres des Schrijvers inhoudende, en vrachtvrij worden toegezonden vóór of op den $ójunij 1P41, aan den Professor H. W. Tydeman, te Leidenthans Secretaris van het bo vengemeld Legaat. Men meldt uit *s Gravenhage van den 18 Januarij; B" Ziiner Majesreirs besluit van den I5den dezer, is de heer .7. Bosscha Hoogleeraar in de Nederlandsche taal- en letterkunde bij de Koninghike Militaire Akademie te Breda, benoemd tot Ridder der orde van den Neder- landschen Leeuw. F' Bii Ziiner Majesteits besluit van den $den dezer, is benoemd tor lid der aleemeene Hervormde Synodale Commissie met Julij 1839, de heer P, J. Amtshaff, Oud-Ouderling, te Amsterdam. Bii de jaarliiksche vervulling der vacaturen In de onderscheidene Her vormde Kerkelijke besturen, zijn door Zijne Maj. voor de Provinciale Kerk- bes uren benoemd; Tor Presidenten? voor Gelderland, de heer IV, OverduynPredikant te Arnhem; voor Zuid-Holland, de heer G. van KootenPred. re Dordrecht; voor Noord-Holland, de heer .7. van Slogteren, P'ed. re Hoorn; voor Zee land, de heer C, de VisserPred. te Tholen; voo- TTrrechr, de heer L.Me rem, Pred. te Utrecht; voor Vri^s'and, de heer NieuWoldPred te Leeu warden; voor Overiisselde heer N,S.HoekPred. te Kampen; voor Gronin gen, de heer D. Hendriksz, Pred. te Groningen; voor Noord-Praband. de heer S, G. PrinsPred. te Cbaam; en voor Drenthe, de heer IV, Schelt ens Pred. te Oosterhesselen. Tot leden, en mitsdien tevens tot Praesides der klassikale besturen, waar voor zii verkoren ziin: Voor Ge'derland; de heer JV. OverduijnPred. re Arnhem; de heer B. te GemptPred. te Batenburg; en de heer F, IV, de VirieuDirecteur der posreriien, te Bommel. Yoóf Zoid-Hollaudt de heer A. Verweij B*.% Pred. te Leiden; de heef A, .C, R&ëllPred. te Goedereede; en de heer G. J, ten Br uw meierNota ris en Ouderling te Gouda. Voor Noord-Hollandde heer A. H, ter HoevenPred. ce Amsierdam en de heei B, AbbringOuderling te Alkmaar. Voor Zeeland; de heer H, M, houvinPred. re Koudekerke; en de heer L, Lankhort van IVen.cl-ingenNotaris en Oud-Ouderling te Goes, Voor Uirecht: de heer PV. JV.- van BeuzekomPred. te Amersfoort; en de lieer IV. ran Assemand. Burgemeester en Ouoerling te Amersfoort. Voor Vriesland; de heer CdhaisPred. te VVitmarsumen de heer Mr. B. Hagalid der Provinciale Siaien-.en Quderiing ce S teek. Voor Overijssel: cc heer N. S. HoekPred, te Kampen; en Mr. C. A. van AUn^ter Joideusofficier bij de Regtbank, en Ouderling ce Deventer. Voor G-migende 'eer T. F. UilkensPred. ce Lop perstim en de heer .7. T. TichelaarBurgemeester en Outlining te Loppersuin. Voor Noord Brand; de heer S. G. PrinsPred. te Chaam; en Mr. .7. C. van RuvemteijnControleur cc belastingen en Ouder mg te flensden. Voor Drenthe: de heer C. BrouwerPred. te Giescn; en de lieer PV. Bro> cadesOuderling te Meppel. Voor de Commissie tot de zaken der YVaalsche kerken; de heer P. J.Mar- cusPied. c-e Dei.fcen de heer .7. G. A. ClantOuderling te's Gravenhage. Bij Zijner Majs. besluit van een 6den üe/er, N°. 65 is tot Commissaris van Policie ie Amersfoort benoemd Hendrik Jan Leinweber. Men verneemt, dat door Zijne Maj, dezer dagen tot lid der Regtbank te Maastricht is benoemd, Mv. C. M. fVintgenstot dus verre Adjunct-Corn mies bii het Departement van Oorlog. Naar men verneemt, is dezer dagen door Z. M. eene beslissing geno men, tot eene gedeelte.ijke bijarage van 's Rijks wege, in de bekostiging tot daarstelnng van de magtiging aan Z. Exc. den Gouverneur van Zuid- Holland, om met de oelangheDDenden bescuren in overleg te treden, wegens bijdrage in de overige kosten. Men zal zien herinneren, dat er, eenigen tijd geleden, inschrijvingen geopend zijn, om gelden te verzamelen, tot het naa.steiren van een monu* ment voor Mich. Adriaansz. de RuiterThans melde men, dat dezer dagen bij net Departement van Binnenlandsche Zaken, door het intermediair der verschillende Gouvernementen, de berigtenzijn ingekomen, dac deze inschrij vingen bereids eene som van f 2,660.09!- cent bedragen hebben. De- Staats Courant van gisteren maakt liet gewone verslag bekend van den staat der gewassen en het vee, met betrekking toe de levensmiddelan in de provincie 4uid-Hollandover de laatste drie maanden van 1838» Wij nemen er het volgende van over: De weinige winter-tar.we, welke was overgebleven, levert een gering beschot op en is van geringe qualiteit. Op Goedereede en Flakkee zelfs zoo slechts, dat zij genoegzaam onbruikbaar is voor de bakkerijen; men rekenc ce opbrengst aldaar iet hooger, dan van 14 mudden per bunder; de meeste bouwlieden hebben naaiuvelijks zoo veel tarwe overgehouden, nadat hunne akkers bezaaid waren, als zij voor hunne eigene consumtre, tot aan den aanstaanden oogst, benoodigd zullen hebben. De zoiner-tarwe is in het algemeen beter uitgevallen, zoo wel van afkomst, als van hoedanigheid. Men beregent toe zes en twintig mudden per bunder; dan, overliet alge- gemeen, wordt in deze provincie weinig zomer-tarwe geteeid, zoodac over het geheel genomen, de hoeveelheid gering is. De nu gezaaide winter-tarwehoezeer dezelve hier en daar, zoo als op Voorne en Putten en het eiland Rozenburg, en de Beierlanden, Lande van Scrijén en het eiland Dordrecht, nog al door de slakken geleden heefc, zoo dat men enkele stukken op rieuvv heeft moeten bezaaijen, staat anders over het algemeen goed en belooft een goed gewas. De qualiteit der rogge is redelijk; doch de afkomst niet meer, dan mid delmatig. Op Goedereede en flakkee niet hooger dan 24 mudden per bun der In de andere districten nog minder. Alleen in de droogmakerijen van Rijnland was men vrij wel te vreden over de rogge. De winter-garst was meest doodgevroren en van de weinige, die overge bleven wasis de afkomst zeer gering geweest; doch de zomergarst en Maartsche garstvan welke laatste men, onder anderen op Goedereede en Flakkee, veel had uitgezaaid, is zeer goed uitgevallen en heeft aldaar tot 45 mudden opgeleverd en de zomrr-garsc tot 30 mudden; de qualiceic mede goed. De nu ce veld staande winter-garst staat mede gunstig, hoezeer over het algemeen, uit hoofde der veelvuldige en aanhoudende regens in den zaaL tiid, minder wintergranen ziin kunnen gezaaid worden, dan in andere jaren. Op Goedereede en Flakkee ziin 2lle soorten van erwten ongunstig uitge vallen en door de aanhoudende regens zeer slecht van qualiteit, de opbrengst woidt aldaar berekend van de graamve 14 mudden, blaauwe 16 mudden en witte 20 mudden per bunder. In de Beierlanden, Landen van Strijen en het eiland Dordrecht, is de afkomst der erwten rede ijk en de qualiteit goed. Ir Delfland en het Westlard ziin dezelve slecht uitgevallen. In Rijnland daarentegen was men over dezelve we' te vreden. De berigten over het aardappel-gewas ziin eensremmi; ongunstig; zijnde de opbrengst over het algemeen ruim een derde minder, dan gewoonlijk, ge weest; de qualiteit o<>k niet meer, dan middelmatig en velen zelfs slecht en klein van stuk. Men schrijft zulks veel toe aan de aanhoudende regens en den koelen zomer. De prijzen, welke tor ƒ2.20 ƒ2.50 per mud iviren gestegen, ziin naderhand teruggegaan tor 1.70 k f 2. In de Beijerlanden en Larde van Srriien zijn nog vele aardappelen onver kocht; uit de andere districten, schrijft men, dac er minder dan gewoonlijk gepet zijn, om over te honden, en dat de landlieden gebruik hebben gemaakt van de hooge prijzen, om dezelve af te zetten. Daar over het algemeen niet veel, en daarbij nog weinig goed hooi is gewonnen en het vochtig najaar en daarna de vroeg ingevallen vorst de op stalling van het vee vervroegd heeft, is het te hopen, dac gunstig voorjaar- weder zal toelaten het vee wat vroeg buiten te zender; daar anders de vooruitzigten niet gunstig zijn en er veel vrees bestaat voor gebrek aan veevoeder. Het hooi is ook daardoor zeer duur, zoo ook het stroo, als een natuurlijk gevolg daarvan. Behalve in Rijnland, voornamelijk aan den Rïinkanralwaar de longziekte pog vrii srerk heerschc en vele runderen doet bezwijken, js ovpt het alge meen die ziekte steeds verminderden hoezeer nog in meest al'e districten enkele beesten door dezelve wordem aangetast en er an» bezwijken, en men dus niet kan zeggen, dar zij aldaar geheel heeft opgehouden, luiden al dé rapporten, zoowel van de leden der Commissie van landbouw, als van de Veeartsen eéustemming, dat dezelve veel in hevigheid heeft verloren en sterk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1