Met weet, dat deze Prins in zijne zending om zijne regteh op den troon zijn» 'vaders, wijlen den Koning van Oedein Britsch Indië, te doen geiden, en zeker pensioen voor zich en zijne familie te vorderen, wat het eerste be. trèft, maar luttel geslaagd is. Hij is een schoon man, van 31 of 32 jaren. De Engelsche compagnie heeft eenen jongeren broeder van hein op den troon geplaatst, of althans geholpen. De tweede Kamer van het Provinciaal Geregtshof van Holland heeft den 4den dezer de zaak behandeld van IV. H. Rietbergenoud 26 jaren, uit Leiden, beschuldigd van mishandeling, aan zijne wettige moeder toegebragt, welke echter geene ongeschiktheid tot persoonlijken arbeid van meer dan 20 dagen had veroorzaakt. De Advocaat Leesberg achtte het, in het belangde! bescb., noodzakelija de getuigen in deze zaak te recuseren, hetgeen den zeiven niet werd toegestaanverklarende de Voorzitter dat zij altijd bij wijze van renseignement zouden kunnen worden gehoord. Het bleek echter alras, dat noch de moeder, noch de znster, noch de schoonbroeder van den besch. eetiige getuigenis of verklaring wenscnten af te leggen, zoodat het getuige nis van den vierden besch., den Chirurgijn J. J. Droezevan geen invloed kon wezen, daar hij verklaarde niet te kunnen verzekeren, op welke wijze de slag was toegebragt, noch veel minder dat de verwonding door den zoon had plaats gehad. De besch. zelf zeide in een beschonken toestand te heb- ben verkeerd en zich van het voorgevalle niets te herinneren. Het Openbaar Ministerie vermeende echter, op onderscheiden gronden, zijn re quisitoir te kunnen nemen en den eisch te kunnen volhouden. Nadat de Ad. vocaat Leesberg de redenen ontwikkeld had, die naar zijne meening de vrij spraak des besch. ten gevolge moest hebben, heeft het Hof een arrest uit. gesproken, waarbij de bescb. niet schuldig verklaard werd op grond, dat er alleen getuigenis was afgelegd door den Chirurgijn, zonder dat deze heeft kunnen verklaren, door wie de verwonding is toegebragt; dat de bloedver wanten, die geene getuigen mogten wezen, geene inlichtingen hebben wen- schen te geven en dat alzoo aan het Hof niet gebleken ishetgeen aan het zelve, volgens art. 206 van het wetboek van strafvordering had moeten blij. ken. Daar het Openbaar Ministerie geen grond tot cassatie in het gewezen arrest meende te vinden, is de besch. onmiddelijk op vrije voeten gesteld. Gedurende het afgeloopene jaar 1838, zijn er in deze Residentie ge. boren 2251 kinderen, waarvan 1127 van het mannelijke en 1124 van het vrouwelijke geslacht, zijnde 28 meerder dan in het jaar 1837. Gehuwd zijn 557 paren, zijnde 35 minder dan in het jaar 1837. Twee echtscheidingen hebben er plaats gehad. Overleden zijn 1589 personen, wanronder 793 van het mannelijke en 796 van het vrouwelijke geslacht, waaronder 141 te Sche- veningen en 3: elders overleden-doch alhier gedomicilieerd geweest zijnde; over het geheel 62 minder dan in het jaar 1837, toen het getal 1651 bedroeg. Te Rotterdam zijn in het jaar 1838 overleden 2374 personen, als: 636 mannen, 710 vrouwen en 1028 kinderen. In dat jaar zijn geboren 2859 kinderen, als: 1436 zoons en 1423 dochters; gehuwd zijn 648 paren. De sterfte bedroeg in 1837, 2610 personende geboorte 2984 en huwlijken 664. Te Vlaardingen zijn in het jaar 1838 geboren 288 kinderen, als: 147 zonen en 141 dochters; overleden 85 personen van het mannelijk en 87 van het vrouwelijk geslacht, te namen 172; gehuwd waren 51 paren. Van Maassluis zijn in het jaar 1838, 262 koopvaardijschepen naar zee gezeild en één binnengekomen, behalve de haring- en vischschepen. Uit Dordrecht schrijft men van den 4januarij, dat het ijs voor die stad bijna geheel was opgeruimd en de stoombootdienst Maandag beginnen zou. Naar men verneemt, is er tot den laatsten November jl., bij het Mi. nisterie der Hervormde Gemeente te Hoorn tot zoo veel mogelijken her. bouw der op den 7 Augustus des vorigen jaars afgebrande Groote Kerkaan bijdragen en giften, ontvangen de aanzienlijke som van f 9914. 32s. Onder de giften behoort ook een nieuw orgel. In 1838 zijn te Groningen aangegeven 1082 levend geboren kinderen, waar nder 561 van het mannelijke en 521 van het vrouwelijke geslacht; ter- wijl er levenloos geboren zijn 75, waaronder 38 van het mannelijke en 37 van het vrouwelijke geslacht; 284paren gehuwd, 5paren gescheiden; voorts overleden 865, te weten443 boven en 422 beneden de I4jaren oud, waar. van 422 tot het mannelijke en 443 tot het vrouwelijke geslacht behooren. Te Wildervank, provincie Groningen, beeft den 25 December II. eene hevige brand het grootste gedeelte van de woning van den logementhouder K. A. Veenhoven, in den asch gelegd; het lokaal van het gemeentebestuur, met alle archieven enz. is eene prooi der vlammen geworden. Uit Nijmegen wordt van den 2 Januarij gemeld, dat aldaar voor eenige dagen het berigt kwam, dat in de grensdorpen Pruissen troepen waren gekomen; zulks was echter tot nu toe niet waar: nogtans werden zij dage lijks verwacht. Belgische voorposten lagen te Mook, uur van Nijmegen. Nog wordt uit Nijmegen gemeld, dat men in de omstreken van Cleve, reeds voorlang, één' of meer wolven ontdekt had, zonder dat men, niette genstaande de ijverige jagten, dezelve konde vinden. Op vele plaatsen heb ben zij, namelijk, veulens, kalveren of ander vee verscheurd. Laatstleden Zondag was er weder eene groote drijf jagt verorderd, toen men in het Ma terbornsche woud eenen grooten wolf op het spoor kwam en dezen eindelijk vond, vretende aan eenen hertekop. De Oberförster Dietx was gelukkig ge. noeg, denzelven aan eenen der achterpooten te treffen, hetwelk echter den wolf niet belette te vlugten, evenwel met minder dan gewone snelheid, zoodat een der jagers gelegenheid had, hem onder het schot te krijgen, en hem, door twee kogels, uit beide loopen gelost, te doen vallen. Deze wolf is door Nijmegen gevoerd, om, naar men zegt, aan het Museum van Natuurlijke Historie te Leiden gezonden te worden. RUSLAND. De verloving van H. K. H. de Grootvorstin Maria met Z. D. H. den Hertog van Leuchtenberg is door Z. M. bij eene ukase aan de natie bekend gemaakt. Een Russisch dagblad bevat over dit aanstaande huwelijk het volgende: Zondag, 19 December, was de heugelijke dag waarop onze Keizer en zijne verheven gemalin de voor het bezorgde ouderhart zoo onbeschrijfelijke vreugde smaakten, van hnnne oudste dochter met den door hen en door haar naar de waarachtige inspraak van het hart, en niet naar de berekeningen der staatkunde, uitverkorene te verloven. Aan onzen Keizer, die bij zijne troons beklimming een in de geschiedenis niet geëvenaard voorbeeld van verhevene zelfsverloochening gegeven heeft, is door de Goddelijke genade de mogelijk heid geschonken, om bij het eerste huwelijk onder zijne kinderen de aan elk zijner onderdanen toekomende regten uit te oefenen, om namelijk op de stem der liefde en der neiging van het hart acht te geven, hetgeen aan weinige gekroonde hoofden vergund is. Rusland is groot, rijk en magtig; het behoeft geene nieuwe aanwinsten; het heeft slechts éénen wensch het geluk van zijnen Monarch en deszeifs verheven geslacht; hem door God beloond te zien voor de weldaden, die hij dagelijks aan zijne hem dierbare onderdanen schenkten deze wensch is thans ten volle vervuld geworden. De jeugdige Hertog van Leuchtenberg erlangt de hand van de dochter des Czaars, en wordt tevens een zoon van den Russischen Czaar en van Rusland, aan hetwelk hij van nu afzijn leven, zijn harten zijne werkzaamheid toewijdt, vermits hij in de dienst van zijnen Keizerlijken Vader hier blijft en de teedere doch. ter, die niet kon besluiten het vaderland en hare geliefde ouders te verlaten, niet daarvan doet scheiden. De Hertog isreeds uit Rusland naar Munchen vertrokken en den 2tfsten te Bfeslau doorgereisd. Te Moskau zijn, in het jaar 1837, geboren 9,152 kinderen, gestor ven 7,967 personen. Onder deze laatsten heeft er een den ouderdom van 110, en een ander van 117 jaren bereikt. Er werden in voornoemd jaar 1,420 huwelijken gesloten. S P A N J E. Hare Maj. de Koningin heeft een besluit uitgevaardigd, w darbij hepaatd wordt, dat het ijzer, welks invoer tot nog roe verboden was, thans mag ingevoerd worden; de inkomende regten zijn 30 realen, zoo hetzelve mee Spaansche en 40 zoo het met vreemde schepen aangebragt wordt. De Cortes hebben hunne roestemming verleend aan dé aanvraag der Regering, om de Generaals Cordova en Narvaez in staat vas* beschuldiging te stellen, wegens hun gehouden gedrag in Valencia. Twee Christinos-'ieneraals hebben hun ontslag genomen tik veront. waardiging over de wreedheid van den Generaal van Halen, Laatstgenoemde had 4000 kleedingstukken voor zijne soldaten ontvangen en nog 25000 moeten er afgewerkt worden. Don Carlos heeft in de laatste dagen wederom 300 paarden uicFrankryb ontvangen. DUITSCHLAND. De Pruissische Regering heeft eindelijk geantwoord op de Pausselijke allo- cutien en andere stukiten, welke met betrekking vau het geschil over de kerkelijke aangelegenheden door den Paus zijn gedaan en bekend gemaakt. Het antwoord der Regering vindt men in de Pruissische Staats-couranten is van den volgenden inhoud, en 27 December gedagteekend; De Koninglijke Regering heeft, uit de Pauselijke allocutie van den i3den September dezes jaars, zich moeten overtuigenhoe ongenegen het Room- sche hof nog altijd blijft, om op den weg eener verzoenende en bevredigende vereffening, de oneenigheden uit den weg te ruimen, welke in de betrekkin gen der Katholijke landsbisschoppen tot het Opperhoofd van den Staat nu onlangs ontstaan zijn. Het in Dtiitsche vertaling (onder A) hier bijgevoegde (i)documenthetwelk door den Pauselijken Stoel niet alleen aan de vreemde Gezantschappen te Rome medegedeeld gewordenmaar ook gelijktijdig met bijzonderen spoed door de openbare buitenlandsche bladen verspreid geworden is, behelst over nieuwe, wel voornamelijk door de allocutie van den loden December 1837 te weeg gebragte voorvallen in het aartsstift Posen en Gnesen, eene reeks vin opgaven en beschuldigingenwelke deels eene onjuistede kennis der wettige landsconstitutie verloochenende voorstelling der daadzaken, deels nevens een opzettelijk verzwijgen der aan den Aartsbisschop aldaar bewezene Koninglijke zachtheid en lankmoedigheid, de blijkbare poging tot grond heb ben, om de kerkelijke magt op eene, met de regten van den Landsheer on bestaanbare wijze uit te Breiden. Sedert het verschijnen dezer nieuwe allocutie heeft de openbare meening toereikenden tijd gehad, om zich over de door den Pauselijken Stoel in het midden gebragte beschuldigingen een oordeel te vormen. De Koninglijke Regering Jieeft tot heden toe geacht, met eene openbare wederlegging in deze hoogsrgewigtige zaak te moeten dralen, daar haar niet alle uitligt benomen was om dezelve op eene andere wijze uit den weg te ruimen, waarom dan ook de hierover op nieuw bewezene gematigdheid van haar gedrag niet anders dan tot haar voordeel uitgelegd kan worden. Daar echter dat uitligt onvervuld gebleven is, zoo kan zij zich thans, in het be. wustzijn van haar ontwijfelbaar regi en van het verzoenende hirer bedoelin gen, des te onbewimpelder over de voorvallen verklaren, uit welke het Roomsche hof op nieuw eene aanleiding genomen heeftom de onaangename scheuring tusschen Staat en Kerk te vermijden. De in bijlage (onder B) vervatte, uit de acten getrokkeue opgave van het, door de met de wetten strijdige gedragingen van den Aartsbisschap van Posen en Gnesen ontstane misverstand, zal genoeg zijn om alle vrienden van gematigdheid, rust en burgerlijke orde, allen die voor de srem der waarheid genaakbaar zijn, in de overtuiging te bevestigen, dat de Koninglijke Rege ring in hare handelwijze jegens eenen Prelaat, die zich nu eens tot de uiter ste grenzen eener stralbare trotsering laat wegslepen, dan weder eene vrees achtige wankelmoedigheid ten toon spreidt, niet buiten de palen barer, met wetten en constitutie strokende, van de majesteits-regten des lands onaf. scheidelijke bevoegdheid getreden is, dat zij aan ongepasten trots slechff verschoonende zachtzinnigheid aan ongehoorzaamheid en aanmatiging slechts de uiterste lankmoedigheid, aan volhardende draling slechts teregt wijzende toegeeflijkheid heeft tegenovergesteld, en niet door de verwijten getroffen wordt, dat zij de met wetten en gebruiken overeenkomende werkzaamheid der geestelijkheid beperkte, het verderf der Kerk bedoeld en de Katholijke bevolking der monarchie van het middelpunt harer kerkelijke eenheid heeft willen afscheiden: verwijten der alk curie, welke ook de onstuimigheid eener hartstogtelijke taal niet mag verontschuldigen. De daarin aangeduide grond stellingen van het Roomsche hof omstandiger te willen behandelen en weder leggen, zou eene overtollige arbeid zijn. Wilde het te eeniger tijd de werk» dadige toepassing van _ulke beginselen beproeven, wilde het pogen de grond, slagen te doen waggelen, op welke sedert eeuwen de vrede en eendragt tus schen Staat en Kerk gerust hebben, zoo zou zich daartegen het vereenigde regt en de vereenigde kracht van alle daarin gelijkelijk betrokkene Regeringen verzetten. Verre verwijderd van iets dergelijks te vreezen, houdt de Koninglijke Re. gering vast aan de hoop, dat misschien de tiju niet ver verwijderd is om den Opperherder der Katholijke kerk voor de stem der verzoening en de wijsheid re winnen. Zij wil, zij wenscht niet te geiooven, dat het Roomsche hof besloten heeft, aan de duur gekochte regten der Duitsche Staten de erken ning en achting tc weigeren, welke zij regt hebben van hetzelve te vorde. ren; zij wil, zij wenscht met te geiooven, dat het immer stilzwijgend zat laten gebeuren, of zelfs wei billijken, dat de in kerkelijke aangelegenheden aan hetzelve ondergeschikte Bisschoppen en Priesters de brandtoorts der twee- dragt aan het altaar ontsteken, de onderdanen tot weérsparnigheid opruijen, de wetten hoonenden Landsheer fle beloofde gehoorzaamheid ontzeggen, en langs zulke wegen het eigene vroeg of laat daar zijnde verderf der Kerk zelve voorbereiden. Hoe geneigd echter de Koninglijke Regering ook zij, om vertrouwen te stellen in de wijsheid en ondervinding van het Roomsche hof, hoe bereid, willig zij steeds tot elke vereffening de hand zal bieden, hoe waarachtig zij betreurt, dat het haar tot nog toe niet heeft mogen gelukken, hetzelve van de ongegrondheid zijner beschuldigingen, van de onregtmatigheid zijner vor. deringen te overtuigenzoo zal zij echter nimmer van eenig harer regten afstand doen, nimmer eenige der aanspraken opgeven, die het landheerliiit gezag ten aanzien van de geestelijkheid der Katholijke Kerk regt heeft te maken. Zij is verre en zal steeds verre blijven van alle vijandelijke ofkwaad. willige bedoelingen tegen eene Kerkwelker geloof zij eerr. welker vrijheid zij erkent en besche-mt, zoo lang eene kwalijk begrepene uitbreiding dief vrijheid nier gevaarlijk voor de wetten en instellingen van den Staat dreigt te! worden. In gemoede mag zich de Koningliike Regering op het onpartijdiger getuigenis van liet verledene beroepen. Ofschoon de oneenigheden betreu. rende, welke de weldadige vormen eener orde bedreigen, waarinde KerK zelve den waarborg van haar bestaan en haren bloei vindt; ofschoon billijk verontwaardigd over het miskennen harer bedoelingen, over het verdacht maken harer gevoelens, over hec verdraaijen van haar gedrag, zal zijdes, niettemin de tot nog toe betreden baan der matiging niet verlaten; zij zat regtvaardigheid aan zachtheid paren, den dwalende toegeeflijkheid, den be. rouw hebbende vergiffenis verleenen, en alleen tegen hem, die hardnekkig in zijne weérspannigheid volhardt, aan het gezag der overheid en aan de ge strengheid der wetten hunnen loop laten. In baren vreedzamen arbeid aatf O) Kortheidshalve zullen wij die bijlagen hier weglaten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 2