181. 'I A0. 1888. LEYDSCHE WOENSDAG, Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, van den Heer Staatsraad, gouverneur van Zuid-Holland, bij Provinciaal Blad N°. 95 ontvangen hebbende eene houdende herinnering ven de Zi GST-.-'OCN '|a COURANT. 3. OCTOBER. tifculaire van den 13 October 1838N°. 953 C 27402 Voorschriftenvervat in Zijner Majs. besluit van den 8 Mei 1835, N°. 40, omtrent de Verlofgangers der Nationale Militie en Schutterijen, die Buitenlandschc Zeereizen verlan gen te ondernemenzijnde van den navolgenden inhoud: Eenige bij het Hoog Militair-Geregtshof in appel aanhangig geweest zijnde procedures tegen zoodanige Verlofgangers, welke, zonder voorzien te zijn van het bij Zijner Majs. besluit van den 8 Mei 1835, N°. 40, Provinciaal Blad N°. 73,) bedoelde consent, zich ter buitenlandschc zeevaart hadden begevenen daardoor zich aan dienstverzuira hadden schuldig gemaakt, hebben de bedenking doen ontstaan, of, in het algemeen, de in die termen vallende personenwel genoegzaam worden bekend gemaakt met de op hen rustende verpligtingenalvorens zij zich ter zee begeven, terwijl deze bedenking het voorzeide Geregtshof aanleiding heeft gegeven, om mijne aandacht bij dit onderwerp te bepalen en eenige voorziening voor te stellen. Ten gevolge daarvan heb ik de eer UEd. te verzoeken, om, bij vernieuwing en met den meesten ernst ter kennisse van de Verlofgangers in liet algemeen te brengen, dat, bijaldien zij cene Buitenlandsche Zee- reize verlangen te ondernemenzij daartoe alvorens het bij opgemeld besluit voorgeschre ven consent aan mij behooren aan te vragen, of door tusschcnkomst van het plaatselijk Bestuur te doen aanvragen, welk Bestuur zich, in dat geval, vooraf behoort te verze keren, dat deze personen derzelver wapenen en equipement-stukken behoorlijk bij het korps hebben ingeleverd; terwijl voor diegenen, welke zich slechts voor cenen korten tijd ter vischvangst begeveneen consent, door U af te geven, voldoende zal zijn; van welke af te geven consenten echter doof UEd. behoorlijke aanceekening zal dienen ge houden en aan mij mededeeling gedaan te worden. s Gravenliage t den i3den October 1838. De StaatsraadGouverneur ven Zuid-Holland En bij deszei afwezen, J, Quarles van U f ford, Lid van Gedeputeerde Staten. brengen dezelve bij deze ter kennisse van de daarbij belanghebbende Verlofgangers der Nationale Miiitic en Schutterijen, die Buitenlandsche Zeereizen verlangen te onder nemen, ten einde zich dien overeenkomstig te gedragen. Leydenden 30 October 1838. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. df. Mey. Ter ordonnantie van dezelve, Paul nu Rieu, WethouderL. Sm NEDERLANDEN. Leyden den posten October. Men meldt uit 's Gravenhage van den apsten dezer: De -Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft heden eene vergadering ge. houden, waarin zij ontvangen heeft drie ontwerpen van wetten, als: 1°. Dat, tot hernieuwing van de bepalingen tegen de woelingen. 2°. Dat, tot het van kracht maken der bepalingen, nopens de ligting der Nationale Militie dezes jaar» voor 1839, (ais van één man der 300 zielen.) 3°. Dat, tot vastelling der middelen, om te voorzien in de bezwaren, welke de buitengewone omstandigheden van het Rijk alsnog veroorzaken. „Deze noodzakelijke uitgaven, (wordt in eene begeleidende boodschap gezegd,), zijn gebragt tot een gelijk bedrag als ter bestrijding van dezelfde behoefte voor het tegenwoordige jaar is vastgesteld. Slechts wat de midde. len betreft, om die uitgaven te dekken, is eene wijziging noodig geoordeeld in hetgeen dienaangaande reeds meermalen met gemeen overleg van U Ed. Mog. is verordend. Wij voeden het vertrouwen, ook daaromtrent, den bijval van Uwe vergadering te zullen erlangen." De voordragt is van dezen inhoud: Alzoo wij in overweging genomen hebben de noodzakelijkheid, om voor het jaar 1839 te voorzien in uitgaven, welke als gevolgen van den nog voorfdurenden buitengewonen stand der openbare omstandigheden van het Rijk moeten worden beschonwd, en die niet zijn begrepen in de begrooting van Siaatsbehoeften voor het gezegde jaar, zoo is het, dat wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk wrij goedvinden en verstaan bij deze: Art. 1. Tot voorziening in de uitgaven, die het gevolg kunnen zijn van de buitengewone omstandigheden, waarin zich het Rijk bevindt, worden de navolgende buitengewone credieten vastgesteld, te weten: vóór het.Depar tement van Maripe.f 750,000; voor het Depart, van Oorlog, f 9,387,700; voor het Depart, van Finantientot voldoening van het gedeelte der natio. nale werkelijk 2, pCc. rentegevende schuld, waarvan het Rijk eventueel zal kunnen worden ontlast, voor de halfjarige rentebetalingen, verschijnende den laatsten Junij en den laatsten Décember 1839, f 8,400,000. Art. 2. Bij hec welgevallen der omstandigheden, ter oorzake van welke de credieten in art. 1 vermeld, worden toegestaan, zal over het gedeelte derzelve, waarvan alsdan nog geen gebruik zal zijn gemaakt, niet anders dan ten gevolge van nieuwe wettelijke bepalingen kunnen worden bescbiltt. Art. 3. De sommen in art. 1 dezer wet vermeld zullen aan de schatkist worden verstrekt'uit geldmiddelen van de Overzeesche Bezittingen, en zulks wat aanbelangt de volle rentebetaling der Nationale Schuld als leening, om later met de renten sedert het doen van die leening verschenenwelke de 5 ten 100 niet zullen kunnen te boven gaan, aan de geldmiddelen der Over zeesche Bezittingen te worden teruggegeven. Art. 4. De gelden tot het doen van de gezegde verstrekkingen, zullen Worden gevonden, door raiddel van het daarstellen van eene schuld, ten be. drage van negentien millioen guldensten laste van de Overzeesche Bezittin gen, waarvan zullen worden afgegeven Losrenten rentende spCt., ingaande cp zoodanig tijdstip in 1839, als nader door ons zal worden bepaald. Zullende deze schuld zijnonder denzelfden waarborg voor de renten en overigens roede van gelijken aard als die, welke, volgens de wetten van den II Maart 1837 (Staatsblad N°. 10) en 27 Maart 1838 Staatsblad N°. 9,) daargesteld." Voorts is in de .zitting nog ingekomen een verzoekschrift van den lieer van JVarminck, nopens den accijns op de suiker, hetwelk naar de Commissie ad hoe verzonden wordt. Daarna gaat de zitting uiteenzonder den dag te be. palen der nadere bijeenkomst. Bij Koninglijk besluie van den 26 October 1838, N'. 100, is de Ka. pitein-Luitenant ter zee H. F. Tengbergencommanderende Zijner Majesteits corvet Amphitrite, benoemd tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. De Staats Courant in deszelfs nommer van den 29«ren dezer de zen ding van Zijne Exc. den Graaf van der Duyn van Maasdam naar Stuttgart en den goeden uitslag dier zending mededeelende, (zie ook ons vorig noffl mer), voegt er nog bij, dat voornoemde Graaf door Zijne Maj. oen "Koning van Wuriemberg benoemd is lot Grootkruis der orde van ae Wurtembergscl.e Kroon, zijnde de Koninglijke Muis-orde. Het Algemeen Handelsblad van lieden meldt in een artikel, getiteld: de Verloving des Erfp: ir.setiomtrent Hoogsideszclfs aanstaande Gemalin, dat zij is de tweede dochter van den Koning van Wurtemberg, uit zijn eerste huw- lijlt. In dit artikel lezen wij nog het volgende: Naar de geruchten gaankenschetst zich de aanstaande Gezellin des Erf. 1 prinsen door zeer voortreffelijke hoeaanigheden van hart en geest, en zal alzco weder de opmerking worden bewaarheid, dat van den eersten tijd af, dat de Vorsten uit het doorluchtig Huis van Nassau en Oranje hun lot aan dat der Nederlanders verbonden- hebben, velen hunner den zegen genoten, van gemalinnen te bezitten, die tijdgenoot en nakomelingschap als sieraden harer kunne roemen. Charlotte van Bourbon Louise de ColignyAmelia van Solms, Maria en Anna van Engeland, de moeder, in het einde de Gemalin onzes Konings (om van levenden niet te spreken), waren vrouwen, toege rust met ongemeene schranderheid, en boven derzeiver geslacht gaande geest kracht, vol waaruigheid, opgeluisterd door de beminnelijkste en innemendste hoedanigheden. Men meldt uit Rotterdam van den 29 October: In de afgeloopen week is van hier verzonden, met oogmerk om op het eiland Norderney, voor rekening van het Hanoversch Gouvernement, ge plaatst te worden, eene reddingsboot, gebouwd onder toezigt en naar de uitvinding van onzen stadgenoot, den heer IVillem van Houtenzijnde de constitutie naar hetzelfde model waarop, ruim twee jaren geleden the Royal Institution for the preservation of life from schipivrpck te Londen aan hem hare eere-medaille heefc uitgereikt. Men meldt van den Helder van den 27 October: Heden is alhier binnengekomen Zr. Ms. fregat DianaKapitein ter zee Koopman, afgetreden bevelhebber van 's Konings zeemagt in Oost-Indie, varl Batavia gezeild den 5 Augustus jl. Dezelve rapporteert, dat op den 12 Juiij te voren aldaar was aangekomen, Zr. Ms. fregat de Maasaan boord hebbende den Schouc-bij Nacht Lucas Uit Utrecht wordt van den 28 October gemeld: Men verneemt, dat Zijne Exc. de Staatsraad Gouverneur dezer provincie, in eenen brief, betrekkelijk de belangen van hec onderwijs aan de school opzieners gerigc, tevens over de noodzakelijkheid heefc gesproken, om de aandacht der jeugd op de verderfelijke uitwerkselen van hec misbruik van sterken drank te vestigen. Uit Harlingen meldt men van den 24 October: Op eergisteren heefc alhier de begraving plaats gehad van vijf schipbreu. kelingen van het verongelukte beurtschip; hoogst treffend was dit alles, té meer daar de lijkbaren gevolgd werden, door de aanwezige geredden en de m'enschlievende redders; eene groote menigte vergezelde dezen treurigen op. togt naar het kerkhof; tveik een en ander niet weinig de in deze stad aan wezige treurigheid vermeerderde. Niettegenstaande steeds in het werk gestelde pogingen, heeft het tot hiertoe niet mogen gelukken, alle de ver miste schipbreukelingen te vinden. Uit Kampen wordt van den 27 October gemeld: Met genoegen vernemen wij, dat onze verdienstelijke stadgenoot de heer J. van IVijk Rz., dezer dagen door hec geographisch genootschap te Frank fort aan den Main tot deszelfs corresponderend lid is benoemd geworden. Uit Deventer meldt men van den 26 October: Gisteren had alhier de plegtige inwijding plaats der nieuwe gehoorzaal van het Athenaeum. De Hoogleeraar .7. Duymaer van Twist hield eeDe sier lijke redevoering, over de noodzakelijkheid van uitwendigen luister voorde gelukkige beoefening der wetenschappen, vooral in den tegenwoordigen coe- stand der maatschappij. Vervolgens vermeldde zijn Hooggeleerde de lot gevallen van het Athenaeum gedurende zijn rectoraat en droeg hetzelve, in. gevolge besluit van den edel achtbaren Raad der stad, aan den Hoogleeraar H. Beijerman op. Vóór het scheiden der vergadering sprak de Hoogleeraar P. Bosscha nog een fraai dichtstuk uit, dat, even als de redevoering, mét alg'eraeene goedkeuring werd Aangehoord. Des avonds had er in de andere vertrekken van het gebouw eene vereeniging van aanzienlijke personen en voorstanders der wetenschappen plaats, welke gevolgd werd door een col lation, op kosten der stad, aan hetwelk door den heer President van Cura toren, Mr. P. F. Bezier, aan Z. M. den Koning, aan het feest van den dag, aan den aftredenden en aankomenden Rector, de heeren Professoren, de stedelijke Regering, de heeren Studenten, gepaste toasten gebragt werden, welke door vele andere gevolgd zijn. De studenten gaven dien avond gene serenade aan onderscheidene Autoriteiten en personen, en vereenigden zich daarna insgelijks aan een collation, hetwelk tot laat in den nacht onder ge. paste vrolijkheid voortduurde. Het feest van den ganschen dag werd door het uitnemende weder begunstigd, en is tot genoegen van allen, die er deel aan genomen hebben, afgeloopen. Te H.ornu, twee uren van Bergen in Henegouwen gelegen, heeft den 2Ó'ten dezér eene vreesseliike uitbarsting in de kruidfabrijk van de firma van Marousè-lVins en Comp. plaats gehad, waardoor van de 17 werklieden, 11 het leven verloren hebben. In de fabrijk, die den dag te voren nog door den Generaal van Liem en andere Belgische hoofdofficieren bezocht was ge worden, bevond zich 20,000 Nederlandsche ponden best buskruid, behalvé het overige van minder soort. Verscheiden woningen in het nabijgelegen dorp Boussa zijn vernield geworden. De schok is te Bergen duidelijk gevoeld eri verscheiden vensterruiten zijn verbrijzeld geworden. SPANJE. Berigten over Parijs van den 28 October. Hoewel door Fransche bladen was medegedeelddac de Generaal Alaix voor hec hem opgedragen Ministerie van Oorlog bedankt had, zoo worde echter in eèn berigt uit Madrid van den 2osten als stellig gemeld, dat Alaix de hem opgedragen betrekkingen had aangenomen. Men weet nu niet hoé hec met Generaal Ndrvaez gaan moet, die een geslagen vijand van Alaix is en zich thans in de stad bevindt. Espartero zou volgens een berigt van Esteila van den i8den te Pampe, luna met vijf bataljons voetvolk en zijne geheele ruiterij binnengerukt zijn. Ter gelegenheid van de behoudene aankomst van de Prinses van Beird en den zoon van Don Carlos, zouden er ce Eliorio openbare feestelijkheden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1