A0. 1S38.
LBYDSCHB
-J-.
.X .rv it
MAANDAG,
NEDERLANDEN.
Leyden den I4den October.
Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden wordt heden avond, van zijne
reis uit Berlijn,, alhier verwacht, om zich naar's Gravenhage te begeven,
ten einde tegenwoordig te zijn bij de plegtige opening der zitting van de
Staten-Generaalop aanstaanden Maandag. Reeds bevinden zich bereids
een aantal leden in de Residentie.
De Staats-Courant van den. I3den dezer deelt het programma mede van
de oper.ing der Staten-Generaal op morgen. Die opening zal met dezelfde
plegtigheid als gewoonlijk plaats hebben; doch ook Z. K. H. de Erfprins
van Oranjevergezeld van den Generaal-Majoor Bagelaerin een rijtuig
met zes paarden bespannen, gezeten, zal de plegtigheid van den trein ver-
hoogen. Z. M. de Koning wordt van HH. KK. HH. den Prins van Oranje
en Prins Frederik der Nederlanden vergezeld. In de vergaderzaal der Tweede
Kamer, is dienvolgens ook naast de zitplaats van Z. K. H. den Prins van
Oranjeter regterzijde van den troon, eene nieuwe zitplaats daargesteld
voor Z. K. H. den Erfprins van Oranje.
-r- Men meldt uit 's Gravenhage van den I2den October:
Bil besluit van Z. M., van dén 5 October 1838, N°. 108 is de heer John
Hawker, Consul der Nederlanden te Plymouth, benoemd tot Ridder der
orde van den Nederlandschen Leeuw.
De heer P. van Ratesteyn jnr., Commissaiis van Policie te dezer stede,
door den wel-edel achtb. heer Staatsraad Burgemeester dezer stede benoemd
tot waarnemend ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het kantongeregt
dezer stad, heeft, als zoodanig op heden, in banden van de arrondissements-
vergaderingden gevorderden eed afgelegd.
Naar men verneemt heeft het Z. M. behaagd, bij besluit van den ycen
dezer, den )ioog-edel-gestrengen heer Mr. P. Carbasius, gewezen Kamer-
President bij het laatstelijk ontbonden Hoog-Geregtshof alhier, en Ridder
der orde van den Nederlandschen Leeuw, te benoemen rot Staatsraad in bui
tengewone dienst. Voorts verneemt men, dat eene Commissie, benoemd uit
de Advocaten en Procureurs, die voor het gemelde Hoog-Geregtshpf gepos
tuleerd hebben, derzelver opwachting bij zijn hoog-edel-gestr. gemaakt en
hem bedankt heeft voor de menigvuldige.bewijzen van genegenheid, welke
de Advocaten en procureurs, gedurende dén tijd dat zij met zijn hoog-edel-
gestr. in eene dadelijke betrekking hebben gestaan van zijn hoog-edel-gestr.
hebben mogen ondervinden; alsmede voor de veelvuldige diensten, welke
zijn hoog-edel-gestr. aan het goed beleid der justitie heeft bewezen. Naar
men verzekert moet er te dier gelegenheid, door den wel edel-gestr. heer
Mr. J. C. Fdber van Riemsdijk, Deken van de orde der Advocateneenfi toe -
passelijke e sf tijéffende aanspraak gehouden zijn. Naar men verzekert, hebben
de hoog-edel-|estr. heeren voormalige Raadsheeren in het ontbonden Hoog-
Geregtshof, die met den hoog-edel-gestr. heer Carbcsius de derder kamer
van hetzelve hebben uitgemaakt, het voornemen, zijn hoog-edel-gestr. een
alscheids-dirier aan te bieden.
Aan dé Hervormde Gemeente te Purmerland, Is door Zijne Maj. eene
subsidie toegestaan tot herstel van hun tegenwoordig kerkgebouw of tot .op-
bonwing eener nieuwe kerk, teh einde in de gelegenheid te-zijn.hunne open-
bare eereuienst op eene voegzame ivijze uit te oefenen.
Zijne Maj. heeft aan het Genootschap: tot zedelijke verbetering der ge
vangenenuit Hoogstderzelver bijzondere fondsen, 600 geschonken.
Door Z. M. zijn benoemd: Tot linie-controleur te Bath, de heerIV, H.
van Diest, thans ontvanger te Schipluiden; tot ontvanger te Schipluiden, de
heer P. M. Beelaerls; tot opziener der jagt en visscherii, de heer IV. H.
Eiingin pIMats van den heer G, P. Middel, die als zoodanig is ontslagen.
Bepaaldelijk in het belang van elk en een iegelijk, buiten deze Re si
dentie woonachtig, vermeenen wij geene ondienst te doen met te berigten,
dat, ten gevolge van gemaakte bepalingen door of op last van Zi.ine Exc.
den Secretaris van Staat, de informatien omtrent verzoekschriften, aan den
Koning ingediend, voortaan bij het Departement der Staats-Secretarieriet
meer eiken dag der week zullen kunnen gegeven wordetr, maar daarvoor al-
leen bestemd zullen zijn de Dingsdag en Donderdag 's morgens van 11 tot-1 ure.
Den roden dezer heefc Z. K. H. Prins Frederik Hendrikderde Zoon
van Z. K. H. den Prins van Oranje, op de hofstede Valkenboschdp dsn
Loosduinschen weg gelegen, en aan Z. K.TI. den Kroonprins toebehoorende,
eene vischpartij gehouden. Z. K. H. had, ter bijwoning van dit partijtje,
genoodigd de jonge heeren H. H. van Gogh en J. A. van Gogh, zonen van
den heer A. van Gogh Jz., eigenaar van den houtzaagmolen. fVillem de Eerste
mede aan den Loosduinschen weg gelegen. De Rentmeester van Leer sum nam
aan deze uitspanning deelwelke in vrolijkheid en genoegen is doorgebragt.
In het Algemeen Handelsblad leest men het volgend artikel:
Naar men verneemt hebben Hun Edel GrootAchth. de Gedeputeerde Staten
Vin Noord-Holland vergund aan Hermanus Bruinsis, om gedurende de laatste
helft der tegenwoordige maand, zich aan de huizen der ingezetenen aan te
melden, tot het inzamelen "van liefdegiften, en zulks tot het ontvangen van
blijken van deelneming in de schade, welke hij geleden heeft, door bet zin.
ken van zijn- vaartuig en verlies van koopwaren.
Van deh Hélder meldt men van den n October het volgende:
Rouw en smart waren rond in het verarmde Huisduinen. Heden morgen
is eene sloep, niet verre van den wal, door eenen golfslag bet onderste bo.
ven gewoi'ptm. Dezelve was bemand met de volgende personen: P. Floe
ren, H. Veel, J. en A. de Jong, A. Kuen, PV.Verhaar en R. de Jager. Vier
derzelve werden oogenblikkelijk onder de sloep bedolven; de drie overige
trachtten op den omgekeerden kiel den wal te bereiken; slechts een' mogt
dit gelukken. Zes vonden bunnen dood in de golven. Vier weduwen, en
daaronder eene zwangere vrouw, en vijftien .kinderen mengen hunne, wee-
klagt met den loeijenden storm, hunne tranen met de meêdoogenlooze ba.
rer, die hun zelfs het zielloos overschot honner dierbaren weigeren.
Uit Harderwijk wordt van den 10 October gemeld:
Heden namiddag zijn van hier te water naar Hellevoetsluis vertrokken,
120. onder-officieren en manschappen, onder bevel van den naar Oost-Indien
van verlof terugkeerenden onder-Inspecteur der 2de klasse Ara», vergezeld
van den 2den Luitenant tPAgé, en de officieren van gezondheid der 3de klasse
d'Engelbronner en Wachenfeldtom aldaar aan boord van het schip Basse a
ingescheept én naar Java te worden overgevoerd.
Uit Groningen wordt van den 11 October gemeld:
Heden heeft de Hooggeleerde heer P. Hofstede de Groot het Rectoraat de.
zer Hoogeschool overgedragen aan den Hoogleeraar B. H. Lulofs, met het
tióndiVi -ee"er pleg'ige redevoering: de Ecclesia Christianaqux nostris tem
paribus cernitur, cotnmotione sic regunda, ut ad ipsum Jesuns Christum ficcut
N\b 121.
Y?
COURANT.
IS OCTOBER.
ratius contemplandum et ardentius amandum ducatur Ecclesiadat is: over dt
noodzakelijkheidom de bewegingen van de Christelijke Kerk van dezen tijd al
dus te besturendat de Kerk lot naauwkeuriger kennis en vuriger liefde van
Jezus Christus zeiven worde opgeleid.
De prijzen voor de bekroonde verhandelingen werden hierna aan de Over.
winnaars uitgedeeld; in de faculteit der Godgeleerdheid een gouden me.
dailie aan den hver L. P. S. Meiboom, Candidaat in de faculteit der God.
geleerdheid te Groningen, en een loffelijk getuigschrift aan den beer J. kV.
Römer, Candidaat in de Letteren en Regten te Utrecht. Tot Secretaris 'van
den Akademischen Senaat is benoemd de HoogleeraarJ. F. van Oordt, .7. kV. Zn,
De Heeren Studenten zullen heden avond, ter eere van dezen dag, voor
hunne Sociëteit aan de Breede Markt, prachtige vuurwerken afsteken.
De Provinciale Groninger Courant maakt een uittreksel bekend van het
algemeen verslag omtrent liet Instituut vóór Doofstommen over 1837en 1838.
Wij vinden daarin onder anderen het volgende:
In de eerste plaats gewaagt hetzelve van de Verpligting; welke deze
menschlievende stichting heeft aan onzen edelen, even geëerbiedigdeii als
beminden Koning en het Koninglijk Gezin. Het afsterven van 's Koning»
dierbare Gemalin, zoo diep betreurd, was ook een verlies voof het Insti.
tüut, dat ook een voorwerp uitmaakte vah hare moederlijke en tevens Ko>
ninglijke milddadigheid. „Immers," aldus luidt dienaangaande het Verslag.
„na liet overlijden van onzen verdienstelijken doofstommen onderwijzer, D.J,
de Bie Vroom, welke, sedert zijne aanstelling als zoodanig, jaarlijks f 500
van Hare Majesteit genoten had, behaagde het Hoogstdezelvg te bevelen,
dat gemelde som jaarlijks, uit hare fondsen, aan het Instituut zou worden
betaald, ten einde daarvan gebruik te maken, betzij ten behoeve Van ver
dienstelijke doodstomme onderwijzers, welke in het vervolg mogten worden
aangesteld, hetzij anderzins ten voordeele van het Instituut, op zoodanige
wijze, als wij raadzaam zouden oordeelen. Wij missen voorshands deze zöo
aanmerkelijke bijdrage, en ons is, voor als nog, geen vooruitzigt geopend,
dat dit verlies aan het Instituut zal worden vergoed."
„Eene der gewezene meisjes-kweekelingen van ons Instituut, vroeger op
kosten van Hare Majesteit de Koningin aan hetzelve geplaatsten na haaf
ontslag; steeds aan het Instituut, op verlangen en op kosten van Hoogstde.
Zelveverblevenzoude door den dood van hare doorluchtige weldoenster
in het diepste ongeluk zijn gestort, indien door de hooge weldadigheid van
Z. K. H, den Prins van Oranje in haar lot niet ware voorzien. Z. K. H.
heefc aan ons wel willen doen te kennen gevendat, van wege Hoogstden.
zeiven, bij voortduring, de bepaalde som voor haar kostgeld en onderhoud
aan ons zoude worden uitbetaald."
Sedert het laatste verslag zijn geene nieuwe Departementen opgerigt; twee,
te Aduard en Grijpskerk, zijn in die jaar vervallen, door het overlijden
van de meesten dier ledenhet getal der leden is echter met 157 vermeer*
derd. Onder dit getal komen voor 150 leden in onze Oost-Indische Bezit*
tingen, welke vroeger door de zoo verdienstejijke Direcceuren van het De*
partement Batavia nog niet opgegeven hadden kunnen wordenterwijl ove*
rigens deze aanwinst van leden vooral te danken is aan den ijver van de hee
ren Directeuren der Departementen Arnhem, Dordrecht, HaarteU, Middel
burg en Oude Pekelazijnde in eerstgemeide Departement hec getal dif
leden met niec minder dan 48 vermeerderd.
Het Instutmn is in het afgeioopen jaar wederom met eenige legaten en
geschenken begiftigd.
De Belgische Moniteur bevat eene verklaring, waaruit blijkt, dat, na
een naauwkeurig onderzoek, overal een genoegzame voorraad van graan
voorhanden iszoodat men zelfs binnen kort eene vermindering der prijzen
zou kunnen te gemoet zien.
OOST-INDIE.
Van het laatst der maand Mei, wordt het volgende uit Batavia mede.
gedeeld.
Ter westkust van Sumatra blijft de staat van zaken gunstig. De van Pa-
dang ontvangen berigten waren niet later dart van 27 April I. 1. Men had
toen retds eenen aanvang gemaakt met de Versterking'Van Boekiet Mocara
Pané, ten einde dg zuideopstelijée grenzen dgr XIIT Kótta's te dekken tegeil
aanvallen der-bevolking van Rantan en anderen, en de 2de kompagnie van
her eerste bataljon, staande onder de bevelen van den Kapitein Arthuis,
had aldaar post gevat.
De Luitenant-Colonel Bakker bevond zich, met 100 man infanterie, in de
Padangscbe bovenlanden, en wel ie Selassi, in de zoogenaamde IK Kótta's,
(Torong Torong) doch had het bevél over dezelve aan den Kapitein van Pop»
pel overgegeven, op de bekomen tijding, dat de bevolking der benedenlan-
den, er! bepaaldelijk die - van Soengi Pago, Soengi Aboe en Sieroekam in
de XIII Korta's waren ingevallen. De Luitenant-Colonel Bakker had zich
daarop naar Solok tetngbegeven, en -was den 29 Maart, met eene colonne
van 300 man, naar Mocafa Pané opgetrokken, terwijl de Majoor Seh!osser%
met zijne or.derhebbende troepen, te Solok positie bleef houden, en de ade
expeditionaire compagnie uit Padang Riboe Riboe ter zijner versterking be
kwam. Bij zijne aankomst te Mocara Pané vond de Liritenani-Colonel Bak
ker de versterking door den vijand omsingeld, die zieli zelfs Verstout bad
daarop aan te dringen, doch het gelukte aan de onzen, met eeuige inspan
ning den vijand te verdrijven.
Den 30 en 3isten herhaalde de vijand zijne aanvallen; telken reize wat
hij echter met groot verlies afgeslagen geworden. Den isten- April bepaalds
het zich tot eene schermutseling tusschen den vijand en de Sumacrasehe
hulptroepen van -Soeli Ayes, die zich intnsschen bij de colonne van den
Luitenant-Colonel Bakker hadden gevoegd. Gedurende al dien tijd hadden
onze troepen, zoo Èuropesche als Inlandsche, geene dooden, maar slecbtt
een tiental gekwetsten bekomen.
Op den 3 April, nadat ook de hulptroepen van Batipa zich bij hem ge
voegd hadden, maakte de Luitenant-Colonel Bakker aanstalten, om zelf
aanvallenderwijs te ageren. De beweging daartoe ving op den 6 aan. Als.
toen vielen onze hulptroepen den vijand aan, en overmeesterden zij dadelijk
de linie van versterkingen, welke hij had begonnen op te werpen. De vjjsnd
werd geheel verslagen en de hulptroepen vervolgden hem met zoo Veel
drift, dat het voor de geregelde troepen niet mogelijk was, om ben bij te
houden, en zelfs werden eenige kompongs door hen in den asch gelegd, in
weêrwil van de bevelen daartegen van den Luitenant-Colonel Bakker. Daarop
rukte de koiuime vooit tut Batoe Bak, alwaar gebiVouakeerd werd.