A0. 1838. L E Y D S C II E WOENSDAG, NEDERLANDEN. Leyden den 25sten September. ÏJij Zijner Majs. besluit van den 15 September jl., N°. 71, zijn Adriaan iFrangois de Bas, Petrus Johannes van der BurghMr .Jacob George Alexander Giant, - Mr. Martinus Eijssell, Daniel Franfois, Mr. Gerrit vast der Jagt Mr. Adrianus Quirinus Kraijesthoffvan de LeurMr. Sibout Schmolck en Mr. Hendrik Jan Sousyallen thans Procureurs bij het tegenwoordig Hoog-Ge- regtshof te 's Gravenhage, benoemd, om, te rekenen van den isten October aanstaande, voorloopig als Procureurs de regtszaken waar te nemen, tot de bemoeijenissen van den Hoogen Raad behoorende. Zijne Maj. heeft bij beaië::" vastgesteld de belooningen en reiskosten voor de scheepsmeesters, wegens door hen te verrigten werkzaamheden voor inbranding van schepen en vaartuigen, ingevolge het nieuw hypothecair stel sel, en tevens eenige verordeningen goedgekeurd omtrent de wijze van boek houding bij het kantoor der hoofdbewaring van de scheepsbewijzen, met den isten der volgende maand te 's Hgge gevestigd. Hoogstdezelve heeft de Commissie tot de tentoonstelling van kunstwer ken van levende meesters, te Amsterdam, gemagtigd tot het openen eener 'loterij van zoodanige voorwerpen, als zouden kunnen worden aangekocht uit die, welke op de bedoelde expositie worden toegelaten. Zijne Maj. heeft den heer Ananias Willinkte Amsterdam, tvederbe. noemd tot mede-Directeur van de Nederlandsche Bank. Naar men yerneemt, zijn dezer dagen doorZ. M. benoemd tot Regter- plaatsvervangers in de Criminele Regtbank te Arasterdam, Mr. P. Wolter. beek, Mr. .7. P. van Walree en Mr. J. Sebastiaan vast Naastten, alle leden van de arrondissements-Regbank te Amsterdam. De kunsthandelaar H. Zangers, te Dordrecht, welke twee platen aan Zijne Maj. aangeboden heeft, voorstellende den begrafenisstoet van Hare Maj. de Koningin, heeft van Zijne Maj. eene gratificatie gekregen. Tot de openbare aanbesteding van werken aan de zeeweringen, zoowel te Vlissingen als te Veere, alsmede van die langs onderscheidene calamiteuse pojders in de provincie Zeeland, is dezer dagen door Zijne Maj, autorisatie verleend en daarvoor belangrijke sommen toegestaan. Door Zijne Maj. is aan het plaatselijk Bestuur van Krommenie magti- ging verleend om eene negotiatie ,van ƒ6000 te doen. -Men meldt, dat de door Zijne Maj. benoemde Commissie, om nader het nut en het belang te onderzoeken van het droogmaken van het Haarlem, mermeer, dezer dagen te 's Hage vergaderd is geweekt. Men meent te dien aanzien nog eene wettelijke voorcfragt te mógen verwachten. Voorts verneemt men, dat, bij de aanstaande opening der Kamers, aan dezelve alleen eêne begrootings-wet van eén jaar (1839) zal worden aange beden en de Regering alzoo voorloopig aan geene tienjarige begrooting schijnt ie denken. Tevens verzekert men, dat de Regering dgn loop der staatkundige gebeurtenissen zal afwachten, voordat zjj eene voordrage zal doen tot voor ziening in de zoogenaamde rentebetaling voor Belgie enz., tot dekking der buitengewone oorlogskosten. Die voordragten zouden derhalve eerst in het begin des volgenden jaars te gemoet gezien kunnen worden. Den 23sten dezer heeft in de Groote Kerk te 's Hage de plegtige be vestiging plaats gehad van den wel-eerw. zeer gel. heer W.C.H. toe Water Theo!. Doet., tot Predikant naar de Oost-Indien, door den wel-eerw. zeer gel. heer C. L. van den Broek, Predikant aldaar, en zulks naar aanleiding van 2 Tim. VI. vs. 13 16, welke inzegening door oplegging der handen en bij eene zeer talrijke gemeente, heeft plaats gevonden. In de Residentie is aangekomen de heer Walter Christiaan Kenncdig, lid van den kolonialen Raad te Surinamen. Uit Rotterdam wordt van den 24 September gemeld, dat in de vorige week slechts één schip van de Rijp uit de haringvloot te Enkhuizen is aan gekomen roet 23j last; nog één schip van Maassluis, half Junij vertrokken, en twee van Vlaardingen, die als jagers hebben gediend en eerst regen balf Julij uitliepen, zijn van hunne eerste reis in zee, de nog overige 118 sche. pen zijn allen reeds eenmaal aan geweest. Uit Hoorn wordt gemeld, dat bij het opruimen van het puin der afge brande Groote l^erk, op den 28 Augustus II., gevonden zijn 44 bladzijden van de 57, waaruit de Spieghel onzer behoudenisse van Laurens Koster bestond, die jn de Bibliotheek bewaard werd. Ofschoon deze 44 bladzijden door het vuur en water aanmerkelijk beschadigd zijn, zullen zij, als antiquiteit en als bewijs van Koster's uitvinding, ingebonden en bewaard worden. Van de overige werken der Bibliotheek heeft men niets kunnen redden. Van de monumenten, die de Kerk van binnen versierden, schijnt de tombe van den Admiraal Pieter Florisz. alleen voor herstel vatbaar. De monumenten van Junius, Bulius, Hoogerbeets en anderen, eene inscriptie ter herinnering aan de luisterrijke overwinning, door de West-Vriezen op den Spaanschen Vloot, voogd Boss»behaald, alsmede diergelijke op den Hoornschen Chronijkschrijver yelius, door Vondel bezongen, Mr. Johan Beets en vele anderen, zoo ver maarde als voorname inboorlingen der stad Hoorn, zijn allen vernietigd. Leopold van Belgie en zijne gemalin zijn laatstleden Vrijdag avond van Engeland te Ostende aangekomen. De glorieuse September-dagen worden thans te Brussel gevierd met snuzijk, lijkdiensten, mastklimmen, illuminatie enz. v-V' CHINA. Over Batavia wordt van 12 Mei een berigt nit Canton medegedeeld, waarin gemeld wordt, dat de Chineesche Keizer ernstige maatregelen ge. nomen had tegen de vreemdelingen, welke voor den handel zich in dat Rijk bevinden. Alleen aan de Nederlandsche kooplieden was de vergunning ver. leend, aldaar ongestoord werkzaam te blijven, terwijl de Engelsche, Fran- ache, Amenkaansche, Duitsche en Belgische kooplieden van Canton verwij. derd waren. Dit voorregt zouden de Nederlanders te danken hebben aan het beleid en de omzigtige handelwijs van den Nederlandschen Consul te Canton, die aldaar reeds 12 jaren had vertoefd en de taal geheel magtig was. AFRIKA. Men heeft over Engeland berigten van de Kaap de Goede Hoop tot den ■20 Julij ontvangen. Uit dezelve bleek, dat, zoo als reeds was gemeld ge worden, de Gouverneur eene reis langs de grenzen gedaan en vele belang, rijke veranderingen daargesteld had. De laatste berigten, die men van Port-Natal hadwaren van den 14 Junij. Op dien tyd bestond er tusscben de Hollandsche boeren oneenigheid over het N". ïiö. 0 O l II A N T. ,6 SEPTEMBER. hervatten van den krijgstogt of het uitstellen van denzelven gedurende den winter. De meerderheid verlangde het laatste. De berigten, die overge maakt waren omtrent het ontzettend getal gesneuvelden, zoowel aan hunne zijde, als aan den kant der Kaffers, waren overdreven geweest. Men weet thans, dat van laatstgenoemden 250 en van de eersten 360 waren omgekomen. Te Maritz beliep het getal der pachters 5100, van welke 2000 instaat waren de wapenen te voeren. Een ander berigt meldt, dat de Gouverneur aan de uitgeweken boeren voorslagen had laten doen om terug te keerenbeloovende hun, dat alle hunne grieven zouden bevredigd worden. P E R S I E. Uit Smyrna wordt van 24 Augustus, omtrent de Persische Zaken, het volgende berigt: Volgens de laatste berigten uit Bagdad hadden bij Buschire, aan den Per. sischen zeeboezem, de vijandelijkheden tusschen de Engelschen en Persi- anen een'en aanvang genomen, en zouden er reeds verscheidene niet on belangrijke gevechten zijn voorgevallenwaarin de Persische troepen het onderspit gedolven hadden. Het beleg van Herat is, zoo men beweert, opgebroken, zonder dat de vrede gesloten was, zoodat de Schach niet alleen in het zuiden, maar ook in het noordoosten bedreigd schijnt. Daarbij treden de vroegere kroonpretendenten, de zonen der ooms van den Schach, we. derom op, die zich slechts zoo lang schijnen stil gehouden te hebben, als Engeland en Rusland den schijn aannamen, van het omtrent de Persische aangelegenheden eens te zijn. Eene ontmoeting tusschen de Britsche en Rus sische wapenen zou derhalve in Persie niet onmogelijk zijn, en alleen aan de omzigtige staatkunde van Reschid-Pacbi zullen wij het te danken hebben, dat dit niet binnen de grenzen van het Ottomannische Rijk plaats heeft In- tusschen valt het niet te ontkennendat de omstandigheden meer en meer ingewikkeld worden, en het is naauwlijks te begrijpen, hoe juist nu de eenige man, die in staat is de belangen van Turkije in deze naar behooren te bevorderen, verwijderd wordt, ten zij men veronderstelledat hij op zijne zending even nuttig voor de Porte werkzaam kan zijnals zulks te Konstan- tinopel het geval zou wezen. A E G Y P T E. Men schrijft uit Alexandrie van 18 Augustus, dat Ibrahim-Pacha van den veldtogc tegen de Druzen, die hij overwonnen en bevredigd had, te Damas cus was terug gekeerd. Hü heeft, toen hij aldaar was aangekomen, eene amnestie afgevaardigd voor hen allen, die aan den laacscen opstand in Syrië hadden deel genomen; dit was volgens het vredes-contract, betgeen hij met de Druzen gesloten had. Men twijfelde echter of Ibrahim zijne belofte ten dien opzigte wel na zal komen. SPANJE. Berigten over Parijs van den 23 September. Espartèro heeft bij zijnen terugtogt van voor Estella naar den Ebro de vol. gende proclamatie uitgevaardigd: Soldaten! De gebeurtenissen van Morella hebben de partij des opstands in Arragon zoo zeer met opgeblazenheid vervuld, dat zij een deel harer strijdkrachten heeft afgezonderd, om eenen inval in Cascilie te doen, de provincie, waar uwe vaders, uwe broeders wonen, en wat gij bezit te vin. den is. Ik mag niet dulden, dat die provincie zulk een hoon onderga of de prooi des vijatids worde. Die vijand, meenende, dat ik mij met de vermees tering van Estella bezig hield, en misschien ook aangevuurd door het ver trouwen, hetwelk de in het duister woelendearglistige kuiperijen hem inboe. zemen, heeft zich durven vleijen van het oorlogstooneel aan uwe zijde te kunnen overbrengen, de gemeenschap te onderscheppen, het klassische land der vrijheid, het land, waar nooit de Carlistische banier wapperen kon, in rouw te dompelen. Onze vijanden hadden de hoop opgevat van straffeloos zich over eenen grond te kunnen verspreiden, die vroeger getuige van hunne schande is geweest, toen daar eene sterke door hen afgezondene kolonne door uwe heldhaftige pogingen en uwe standvastigheid verdelgd werd. Maar steeds op mijne hoede en bereid, om alle erkende of geheime ontwerpen onzer vijanden te verijdelen, heb ik geen enkelen der mij opgelegde pligten uit het oog verloren. Ik geef thans de voorkeur aan dengeen, waarbij de handhaving van den troon onzer onschuldigen Koninginonder de Regering der onsterfelijke Christina en der door ons bezworene Staatsregeling het onmiddellijkst betrokken is. Roemruchtige strijdmakkers! Op nieuw staan ons ontberingen en gevaren te wachten. Rukken wij aan het hoofd eener genoegzame magt den vijand te gemoet, voor en al eer hij het verderf brengt over de plaatsen, waar gij het daglicht ontvangen hebt, en bovenal vóór zijne tegenwoordigheid den vermetele nieuwe hoop doet opvatten, of den vreesachtige verschrikr. Snellen! wij toe, om nieuwe lauweren voor uw reeds met zoo vele lidtee- kens omkranst voorhoofd te plukken. De zegeningen der bevolkingen, die gij van onderdrukking en dwingelandij zult bevrijden, zullen uw deel zijn. De gebeurtenissen hebben volstandig mijne voorspellingen bevestigd. De beide Castilien werden door n van de kolonne van Negri bevrijd, en op de gedenkwaardige overwinning volgde de vermeestering van Penacerrada, waar het vijandelijk hulpleger verslagen werd. Zoo zult gij u ook heden als een beschermengel vertoonen, gereed om dat land te bevrijden en de vermetel heid der opstandelingen te kastijden, die ons met het omverschieten van muren en bolwerken bezig wanen. Daar zoekt de lafhartigheid dergenen, die aan den heldenmoed mijner dappere krijgsmakkers niet kunnen weder- staan, eene schuilplaats; maar zij zullen daaruit terstond na onze zegepraal verdreven worden. Gij weet, hoe men verschanste linien inneemt, en Estella zal dus in onze banden vallen. Uw Generaaldie u deze voorspelling aanbiedtzal u voorgaan op den weg des roems; hij zal alles aan uw welziin en aan de dierbaarste panden des vaderlands, Koningin en vrijheid, opofferen. Uw vertrouwen en uwe vriendschap zullen mijn loon zijn. Gaat voort met u voorbeelden van onderge schiktheid, geestdrift en gelatenheid te toonen. De overwinning zal ons niet ongetrouw worden. Wij zullen dien vrede, waarnaar ons vaderland smacht, veroveren, en de eervolste titel, dien gij in den schoot uwer huisgezinnen zult medebrengen, zal die zijn van tot het noorderleger te hebben behoord. De herinnering uwer deugden zal eeuwig in het hart van uwen Generaal ge grift blijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1