A°. 1838,
L E Y D S C H E
C 0 U R A N To
MAANDAG,
NEDERLANDEN.
Leyden den i6den September,
Zijne Mij. de Koning heeft aan den Ambachtsheer van Hazerswoude,
Baron Rtiêll* de vergunningverleendom bij de- dikke molenonder
Wonderkerkee'ne brug over, deri'Rhijn te leggen, ter vervanging van het
'thans bestaande ponteveer, eh ns aan hem octrooi tot het heffen van zéker
^ruggegeld toegestaan.
Zijne Maj. heeft op den 31 Augustus II. een besluit genomen, waarbij
Verklaard wordt de bedoeling in art 3 van de overeenkomst, den 10 Jan 11.1 rij
Ï810 gesloten tusschen de belde Israëlitische gemeenten ce Amsterdam, en
besluit van 22 October 1833N°.po, verordening N°. CXIII, omtrent kinde»
ren, voor het huwelijk verwekt, doch bij een opvolgend huwelijk gewet
tigd, en waarbij Z. M., op hec rapport van den Minister van Staat, belast
met de generale directie voor de zaken der Hervormde en andere Eerediens
ten, van Z. Exc. den Minister van Justitie, en na ingewonnen advies van
den Raad van State, alsmede der Hoofd-Commissie tot de zaken der Isra-
ëlicen, heefc goedgevonden en verstaan te verklaren, dat hec in de bedoe-
ling der aangehaalde overeenkomst en besluiten, vergeleken met oen geest
der artikelen 331 en 333 van het nog vigerend Burgerlijk Wetboek, is lig
gende, dat bij opvolgend huwelijk gelegitimeerde kinderen met den vader
én de moeder tot eene ,en -dezelfde gemeente behocren, en alzoo door het
huwelijk der vaders moeten gerekend worden te zijn overgegaan in de ge
meente, waartoe de man behoort, zullende ge volgelijk het kind van
in de gemeente zijns vaders (de Forcugesche) behooren te worden overge
schreven.
Bij Koninglijk besluit is bepaald, dat voortaan het Departement van
Binnenlandsche Zaken niet meer zal worden betrokken omtrent het verlee-
nen van ondersteuning aan jongelingen, die tot godsdienstig onderwijzer,
oefenaar, prediker, leeraar, of den rabbinalen stand verlangen1 te worden
opgeleid, zoo als zulks was vastgesteld in art. 6 van het toe dat einde door
Zijne Maj. bii besluit van den 8 Maart 1836 goedgekeurd reglement.
Zijne Maj* heeft de straf des doods, waartoe Jodocus Rose door hec
Hof van Assises van Zuid-Holland, wegens poging tot moedwilligen manslag
veroordeeld was, in cepronkscellin'g en üql jaren confinement veranderd.
Doch Zijne Maj. heeft het verzoek om gratie, aan Hoogstdenzelven inge
diend door vrouw Blok* door hec Hof van Assises van. Zeelandwegens het
vermoorden van een I3jarig meisje, tot de doodstraf .verwezen, gewezen
van de hand.
De Staatscourant van den I4den dezer behelst -het Koninglijk besluit,
waarbij de .inlijving bepaald wordt bij de mobiele corpsen Schutterij van de
manschappen, behoorende tot den isten ban der ligting van dit jaar. jBij
hetzelve wordt aan deze alzoo ingelijfde Schutters .dezelfde aanspraak op
onbepaald verlof voorbehouden, als' aan alle andere reeds werkelijk bij de
corpsen dienende is toegekend, Dit besluit is van den 22 Augustus.
Zijner Majs. fregat de Panther en dë brik de Rupel zijn door Hóógst,
denzelven naar de Oost-Indien bestemd, en zullen met den ioden der voL
gende maand derwaarts uitzeilen.
Een der dagbladen van Amsterdam behelst de volgende opgave van
benoemingen bij de regterlijke magt. Tot dus ver is geene officiële aankon
diging daarvan gedaan.
PROVINCIALE GEREGTSHOVEN.
Noord-Braband. President: P. S. van Son; Vice-President: C, J. van
Hemden; Raadsheeren: L. G. E. van Heurti, J. LosecaatJ. .7. van Lelyveld
van Cingelshceckjhr. .7. P. Ede la Court.7. Versfeit.7. B. II. van de
MortelE* .7. E. BergmanProcureur-Generaal, .7. van Blarkom; Advokaat.
Generaal, Jhr. J. P. van Meeuwen; Griffier, IV. van Blarkom; Substituut-
'Griffiers: IV. Ummels.7. van der Houven van Anchor en.
Gelderland. President: Jhr. IV. L. F. C. van Rappard; Vice-President:
F. G. MeybaumRaadsheeren: A. G. G. Roy aardsN. van de WallJ. IV.
GordonJ. RauJ. V. IVestrikG. J. C. SchneitherT. M. J. A. Baron
van Ldmsweerde; Procureur-Generaal IV. Staats Everts; Advokaac-Generaal
J. DijckmeesterGriffier: F. J. van Rossum; Substituut-Griffiers: Jvan dér
Mast, l\ J. Evekink Burgers
Holland. President: H. van der Burgh; Vice-President: Jhr. H. W. de
Jonge van Campens Nieuw land; Raadsheeren: G. .7. JordensM. .7. Pauw
J. A. BrandJ. AWeiland* P. J. de Fr emery.7. A. PhilipseD. van Ho-
gèndofpRA. C. de Lange van WijngaardenG. A. Melort; Procureur-Ge
neraal: W. J. Junius van Hemert; Advocaat-Generaal: P. E. PiepersN. la
Grappe Dominicits; Griffier: E. M. de Vries van Ileyst; Substituut-Griffiers:
J. LooyenMAHartman.
Zeeland. President: A. P. van HoornVice-President: S'. de Wind;
Haadsheeren: P. HerklotsW. N. Lambrechtsen,7. .7. Berdenis van Bèrle-
Itbtn, jhr. J. G. 1Schever Jhr. C. .7. Versluys van CrabbendykeS. Schuurbeque
Boeye* G. van 'Tsselstein; Procureur-Generaal: G. .7. Ackermans; Advocaat-
Generaal: M. Verbrugge; Griffier: AVreke; Substicuuc-GriffiersJ. Stroo-
bant JanseIV. A. Snouck Hürgronje.
Utrecht. President: A. G. Smith; Vice-President: .7. C. Martens van Stee-
denhoven; Raadsheeren: P. .7. J. RamA. H. van der Voorts F. A. A. C
Baron van Lynden tot SandenbergP. Verloren7. .7. van der Hagen van den
Heuvel.7. C. VoorduinL. F. W. van Cooth; Procureur-Generaal: IV. F,
Baumhauer; Advocaat-Generaal: U. W. E. Cazius; Griffier: H. M. Beeck
inan; Substituut-Griffiers: C. L. de Vos.7. J. D. Nepven.
Vriesland. Presidenc: P. Wierdsma; Vice-President: T. S. Tromp; Raads
heeren H. M. Speeltnan IVobma.7. CatsEz.* J. G. van IVageningenU.
H. van IVielinga Hub erG. M. Baron du Tour van BellinehaveDC. F.
KratzschIV. MReinbachProcureur-Generaal: J. Eekma; Advocaat-Ge
neraal: A.Dcketh; Griffier: J. van Leeuwen; Substicuuc-Griffiers: SFerwer-
da* J»., K* Bon ga.
Overijssel. President: A. IV. Baron van Pallandt; Vice-President: R. S.
dan der Gronden; Raadsheeren: .7. E. HubertA. J. HeltnichG. T. .7. Wi
ther tink* B. EekboutO. F. GrevenP. R. FeithII. Sonsbeeck; Procureur-
Generaal: P.M. van Goens; Advocaat-Generaal: D. II. Wicherlink; Griffier:
A. van de Graaf; Subscituut-Griffiers.7. van Dijk EzG. D. Ribbius.
Groningen. President: T. Sypkens; Vice-President: .7. Gockinga; Raads.
heeren: S. GockingaJ. A. EngelhardB. WichersJhr. R. GockingaJhr.
tV. .7. QuintusH 0. FeithJhr. II. Trip; Procureur-Generaal: P. G. Se-
venstem; Advocaat-Generaal: G. Wr II. Baron van Imhoff; Griffier: A. A.
GanderheidenSubsistuuc-GriffiersII. BakkerJ. Buiring.
17 SEPTEMBER.
Drenthe. President: S. Gratama; Vice-President: IV. Tonekens; Raads
heeren: .7. H. Westra.7. Walraven* Jhr. II. van der WijckG. Knip horst
.7. PanAi. Snoek NysinghG. .7. Fabius; Procureur-GeneraalB. Servatius
Advocaat- Generaal.7. L. G. Gregory; Griffier: G. IV. van der Feltz; Subsi-
tuut-Griffie rsF. FeithP. A. G. de Milly
In een onzer dagbladen vinden wij, eer gelegenheid van den onlangj
gevierden heugelijken geboortedag des Konin'gs, op den 24 Augustus, eene
Herinneringwélke wij het ons tot een aangename pligc maken verder te
versp: id:n. Daarin wordt namelijk opgemerkt, dat ook den volgenden dag',
namelijk den 25 Augustus, een dag was, die, ofschoon stil en zonder ge
ruchte voorbijgaande, toch velen roet dankbaarheid zal vervullen, indien zij
zich herinneren, dat toen juist een vijfde eener eeuw verstreken was, waar*
op de eerste steen gelegd werd aan de eerste landhoeve, welke in de kolo
niën vnn weldadigheid is opgerigc. liet is twintig jaren geleden, dat Zijne
Exc. de Minister van Koloniën, Baron J. van den Boschmet het doel, om
den toestand onzer arme mederoenschen te verbeteren en te veredelen, den
tersten steen legde toe een gebouw, hetgeen zoo heerlijk aan de vervvach.
ting en den wensch van alle ware menschenvrienden l.eefc beantwoord, en,
ofschoon op eeneu dorren lossen bodem, niet op zandgrond werd gebouwd.
„Voor twintig jaren," aldus schrijft een persoon, die juist den 25 Augustus
jl. dien eersten steen, tegen over de herberg op Wescerbeek in eene der
Landhoeven ontdekte, „was alles wat rondom mij lag, eenzaam en woest;
geen mensch was de bewoner eener heide, welke hem niets opleverde geen
dier bezocht die ledige en onvruchtbare plekken terwijl de heideplanten en
de zoogenaamde heideploegen alleen nog eenig geldelijk voordeel opleverden
zonder dat de mensch eenig meerder nut van deze onmetelijke velden trok.
Van hare wording af aan tot hec jaar 1818 lag alles onbebouwd; heideplant
ten ontkiemden en stierven, 0111 wederom voor anderen dier vertegenwoor
digers eener zure en onvruchtbare aarde, plaats te maken, en nu, na
cenige jaren onvermoeiden arbeids, hoe is niet alles veranderd? de plant die
eeuwen achtereen die oorden belieerschtedie vijandin van alle andere ge-
wassen, is verdwenen, en in hare plaats zien ivij bouw-en weilanden, welke
door de opbrengst hunner vruchtengecuigen, dat onvermoeide vlijt alles te
boven komt. Het land, vroeger ongeschikt 0111 vruchten voort ce brengen,
verschaft nu aan duizenden hec uoodige voedsel, - en wie was het, die hec
eerste het pain vormde, om die heidevelden te ontginnen en in vrnchcbare
oorden ce herscheppen? wie was het, die aan honderden noodlijdenden arbeid
en brood Verschafte? Het was een man, eenvoudig in zijn beginselen, maar
groot in zijne daden; een kleine steen dient slechts ter herinnering aan dien
dag der óprigting, maar hec land rondom dien steen gelegen, verstrekt toe
een eeuwig en onvergankelijk gedenkteekenen de naam van Hem die dac
alles schiep, is voor immer in de harten gegriefc van lien, die Hij met wel.
daden overlaadde, aan een ellendig leven onttrok, hun de plaats aanwees, eri
dë middelen verschafte, om een werkzaam en nuttig leven te leiden: ja, eenig
in zijne soortis voorwaar dat zoo eenvoudig gedenkteekenimmers geene
treurige herinnering aan geledene vérliezen of opofferingen vermindert de
gevoelvolle Stemming, welke ons bij hec beschouwen daarvan bezielt. Het
zelve is niet duur gekocht, zooals zoo vele andere vroegere en latere mo
numenten, met hec bloed of overgrooce geldelijke opofferingen vati gecrouwe
onderdanen, maar het werd gebouwd door krachtdadige ondersteuning van
eenen goeden Koning, en door eenige geldelijke bijdragen van onderdanen,
die zich steeds, door echte weldadigheid, van andere volkeren zoo zeer
onderscheiden. Het werd gelegd door eenen man, die het volle vertrouwen
van zulke onderdanen ten volle waardig was; en, is er eene inrigting, is er
eene onderneming, die tot nut of voordeel werd ontworpen, welke geheel
aan de verwachtingen en berekeningen, vroeger daarvan gemaakt, beanu
woordde, dan is hec voorzeker deze. Moge de edele oprigter zelf, zoo
wel als allen die hem in dit loffelijk werk zoo krachtdadig ondersteunden,
vele moeijelükheden en onaangenaamheden in hunne zoo zware taak hebben
ondervonden; heerlijk is daarentegen het loon, hetgeen hun nu een deel valt,
de edele zelfsvoldoening nameiijk, dat alles niet nutteloos is aangewend,
maar toe wezenlijk nut luinner armere natuurgenoocen is geschied. Dac dan
het eens begonnen werk, hergeen nu reeds, na eenige jaren, zulke schoone
vruchten heeft gedrdgensteeds voortdurend in bloei toeneraeonder de
bescherming van onzen edelen Vorst en onder de leiding van den braven
stichter; dat hetzelve steeds door kleine bijdragen van menschlievende land.
genooten rijkelijk worde ondersteund; dat allen, zoo wel zij aan wien de
leiding dezer belangrijke en zoo hoogst nuttige inlandsche volkplantingen is
toevertrouwd, als diegehe, welke door deze welpadige inrigting ondersteu
ning vinden, dac ailen, steeds onvermoeid, op den eens ingeslagen weg
voorttredenen dac ook hierdoor hec schoone, zoo vaak in Nederlanden door
daden bewezene spreekwoord bewaarheid worde: Eendragt maakt magt V
Het dagblad de Avondbode van den i5den dezer bevat den navolgenden
brief uit 's Gravenhage:
De Oostenrijksche Minister Senfft-Pilsach moet aan de leden der Londen,
sche Conferentie eene wel uiteengezette nota hebben overgeleverd, waarin
hij aantoont, dat hec niet mogelijk is, zoo men tot eene afdoening der Hol-
landsch-Belgische quaestie wil geraken, in het tractaat der 24artikelen eeni
ge de minste verandering te maken, vermits iedere nieuwe arbitrage tot tal.
looze moéijelijkhedèn zoude leiden; echter moet deze Gezant hebben voor
gesteld, om, uit aanmerking van de vorderingen van Belgie, ten aanzien van
eene vergoeding voor de gedwongen wapening, waartoe hetzelve door de
niet aanneming in der tijd van de 24 artikelen door Zijne Maj. den Koning
der Nederlanden, gedurende de laatste jaren, zege genoodzaakt te zijn ge
weestde achterstallige betalingen van de jaarlïjksche intéressen over dat
tijdperk kwijt te schelden, en verder het traccaat gaaf en zonder de minste
veranderingen ten uitvoer te leggen. De Engelsche en Fransche Gevolmag.
tigden moeten hierin niet bewilligd, maar verlangd hebben, dat er eene her.
ziening van het punt der schuld zoude plaats hebben, 0111 Belgie in de jaar-
lijksche rentebetaling te verligten, terwijl tevens van dien kant is aange
drongen, om alvorens tot hec sluiten van een nieuw tractaat over te gaan,
den staat van hec Amortisatie-Syndicaat op te maken en ce regelen, niet te
Utrecht, zoo als oorspronkelijk bepaald is, maar te Londen.
Uit Haarlem wordt van den 11 September geschreven:
In de teregizitting van heden heefc de Officier van Justitie zijne conclusie
in de zaak van den Gouverneur der provincie, tegen den \\cer Barend Moer
beek* voorgelezen. Deze conciusie tendeerde daartoe, dac de regtbank mee
rejeccie der van de zijde des gedaagden voorgedragen exeptien van niet ont
vankelijkheid, den eischer zijnen ciseh en conclusie zoude adjudiceren, mee