leydsche A". 1838.' WOENSDAG, NOTIFICATIE. De Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland,^ Gezien de Missive van den Opperhoutvester voor de Noordelijke Provinciën, in dato §i Augustus 1338,. N°. 48, betreffendej.de opening der groote Jagt, voor dit Jaar; Gelet op art. 11 der wet van 11 Julij 1814, -N®. 9; op 'Zijner Majesteits besluiten Van den 5. July 1823, Staatsblad 'N°; 25 en 26), en op de deliberatien van Hun Ed. Gr. Achtbaren de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ter dezer zake; Brengtbij dezeter kenpisse van de daarbij belanghebbenden i°. Dat de grooce Jagt, in Zuid-Holland, zal worden geopend op Zaturdag den 15\den September 1838, achrérvolgens de bepaling van den Opperhoutvester voor de Noordelijke Provinciën, vastgesteld niet overleg van Gedeputeerde Staten voornoemd; 2°. Dat, insgelijks achtervolgens de door genoemden Opperhoutvester gemaakte be paling, niet zal mogen worden gejaagd dan op gronden, op welke de oogst zal zijn af- geloopen; en dit wijders de lange Jagt alleen des Woensdags, Vrijdags en Zaturdags •zal mogen worden uitgeoefend, en op éénen dag niet meer dan vijf hazen zullen gevan gen of geschoten mogen worden. En, ten einde niemand hiervan eenige onwetenheid voorwende, zal deze worden afge kondigd en aangeplakt, alomme waar zulks te doen gebruikelijk is. Gedaan te Gravcnhageden 5 September 1838. De StaatsraadGouverneur voornoemd van der DUYN. NEDERLANDEN. Leyden den uden September. Wij vernemen, dat het Veld-Escadron-Kurassiers, hetwelk sedert eenige jaren in deze stad in bezetting gelegen heeft, met dat van Amsterdam, van hier zullen vertrekken en naar Noord-Braband verplaatst worden; terwijl daaren. tegen de rijdende artillerie, thans te Haarlem gestationneerdin deze stad in bezetting zal komen. Zijne Maj. de Koning heeft den toden dezer het zomerpaleis in het Bosch verlaten en Hoogstdeszelfs paleis in de Residentie betrokken. De Opper Hofmaarschalk van Zijne Maj. heeft bekend gemaakt, dat het Hof op Mkandag aen ioden dezer, den ligten rouw voor den tijd van veertien dagen heeft aangenomen, wegens het overlijden van Z. D. H. den Hertog Hendrik Frsderik Karei van Wurtemberg. Gelijktijdig met den thans aanwezigen rouw, zal door het Hof ook die wegens het overlijden van H. D. H. de regerende Vorstin van Reuss Greitz geboren Prinses van Löwcnstein, worden gedragen. In de Residentie is II. Donderdag overleden de Directeur van het Or- thopedisch Instituut bij 's Gravenhage, Professor J. G. Heine, Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, gedecoreerd met de Beijersc'nePruis- sische en Weimarsche civiel verdienst-oroen. Het Journal de la Haye bevat het volgende: „Verscheidene Fransche dagbladen hebben zich verwonderd getoond over ons stilzwijgen, betreffende eene zaak, die, sedert eenige weken, de open bare aandacht van gansch Europa tot zich trekt. „Van onze zijde zien wij niet in; waarom wij tot nog toe het woord te dezen aanzien zouden hebben opgevat. „Om den goeden naam van den heer fi»irr'«'»s te verdedigen? 'Maar heeft deze Diplomaat dan niet, tegenover de hatelijke aantijgingen eener bedorvene en gewetenlooze drukpers, eene daadzaak te stellen, die veel luider spreekt dan een apologetisch dagblad-artikel? Zijne langdurige loopbaan van eer en regtschapenheiden de achting van allen die hem kennen? Wat zouden wij van den heer Fabricius hebben kunnen zeggengelijkstaande met het vlei- jende en eervolle onthaal hetwelk hij ontvangen heefc van den kant .des Vorsten, wiens getrouwe dienaar hij zoo lang was geweesten met de bij. zondere onderscheiding, waarmede hij door onze Prinsendoor 's Konings 'Ministers en door de leden van het Corps Diplomatiek te 's Hage behandeld wordt. Er heeft tot nog toe niets aan den heer Fabricius verkregene vol doening ontbroken, en tot zelfs het vreugdegejuich der Belgische dagbladen en de onedele haat van den heer Lchon hebben ertoe bijgedragen om de braaf heid de bekwaamheid en den trouw re doen uitkomen, welke de heer Fabri- eius, in de uitoefening der hem door den Koning opgedragen functien, heeft aan den dag gelegd. „Zoo er voor iemand, die redelijk en ter goeder trouw is, een nieuw be wijs noodig ware, dat de heer Fabricius'het siagtofferjeener onwaardige za. jnenspannir.g is geweest, zouden wij de ordonnantie van non-lieu, door de Raadkamer in de zaak van Chaltas' gegevenhier aanhalen. Men heeft slechts dit zonderlinge document te iezen, om zich te overtuigen dat de goede trouw der regters verrast is geworden/en dar zij hunne meening gegrond hebben op stukkenbaarblijkelijk door Chaltas vervaardigdmet het doel om de lasteringen ingang te doen vinden, welke als voorwendsel tot verwijdering van den heer Fabriciui uit Parijs moesten strekken. „Wie is er, met het eenvoudigste gezond verstand begaafd, die geloof zal hechten aan het bestaan dezer soort van tractaat, gesloten, zegt men, cus- schen den heer Fabricius en Chaltai, en waarbijtegen geldelijke belooning, laatstgenoemde aan dezen Zaakgelastigde stukken uit het Fransche Kabinet zoude geven? Met welk doei worden door twee partijen de onderling ge. maakte stipulatien op papier gebragt? Geschiedt dit niet om wederkeerig het middel te hebben om des noods elkander-door den regter tot naleving der verbindcenis te noodzaken? En then zoude gelooven, dat de heer Fabricius, die -sedert 36 jaren de diplomatische loopbaan volgt, zelfs wanneer hij met Chaltas een mondeling tractaat 'gesloten hadde, strekkende om openbare amb tenaren te doen omkoopen en stukken uit eene der staacs-administratien te doen ontvreemden er op bedacht zou "zijn geweest om zijnen mede-contrac tant in regten te kunnen vervolgen, wanneer deze zijne verbintenissen niet mogt1 willen naleven? Waarlijk deze list is al te lomp en het ware eene be. leediging voor het verstand onzer lezers om dezelve door nog meerdere rede. neringen te willen bestrijden. Dit is overigens te minder noodzakelijk, daar wij thans geretigd zijn om op de plegtigste wijze te verklaren, dat alle soort van overeenkomst of eenig ander stnk, aan de leden der Raadkamer overge legd als afkomstig van den heer Fabricius, ten doel hebbende om zich, door omkooping of ongeoorloofde middelen, staatspapieren te verschaffen, opzet, lelijk vervaardigd is, hetzii door Chaltas zeiven, hetzij door hen, aan welke hii, in de tegen den heer Fabricius ge\\%ten zamenzwering, ten dienste stond. Wij tarten hen, die zich niet geschaamd hebben om de eervolle Fransche regiers, lnins onwetens, aan dit bedrog medepligtig te maken en van hen een vonnis te bekomen op stukken, welke zij in hunne ziel en geweten wisten vaisch en nimmer door den heer Fabricius noch met zijn goedvinden geschre. ven te zijnom deze onze verklaring te logenstraffenwelke wij alle buiten, landsche dagbladen verzoeken, in hec belang der waarheid wel te willen overnemen. N°. 110. COURANT. 12 SEPTEMBER. „En daar men toch wil, dat het. Journal de ia Haye zich bezig honde met deze zaak, die de deugdzame, onomkoopbare schrijvers van het Journal des Débats zoo levendig ontroerd heeft, verzoeken wij op onze beurt deze hee- ren, ons we! te willen kategoriseh antwoorden op de volgende vragen, die er toe bij kunnen dragen om voor het publiek in Frankrijk het oordeelhet. welk men eindelijk daarover vellen zai, gemakkelijk te maken. Hoe komt het, dat een intrigant, reeds drie malen te voren wegens com plot bedrog en eerroof veroordeelddat Chaltasthans weder op vermoe den van misdaad gevat, door de Regering geplaatst is geworden in een ach- tenswaardig huis van gezondheid, waar zelfs ttu Pair van Frankrijk genood, zaakt was zich in gezelschap met dezen ellendeling te bevinden? „Hoe komt het, dat het bedrag der kosten van onderhoud voor Chaltas, aan den eigenaar van dit gesticht betaald zijn geworden, niet door het Mi. nisterie van Justitie, maar door den heer de JussieuDirecteur van Policie aan het Ministerie van Binnenlandscbe Zaken? „Hoe komt het, dat, gedurende het verblijf van Chaltas in gemeld ge. sticht, deze zelfde Directeur van Policie met hem eene geheime zamenkomsc van meer dan twee uren gehad heeft? „Hoe eindelijk komt het, dat de vorige bediende van den heer Fabricius, die voor eenige maanden gepoogd had papieren van dezen Minister te stelen, eenige dagen vóór deze poging in aanraking met dienzelfden Directeur van Policie is geweest „Voor het oogenblik zullen wij het hier laten rusten bij de vragen, welke wij aan de vrienden en beschermers van den heer Lehon hebben te rigten. „Men heeft verlangd ons het stilzwijgen te zien breken; zal men thans voldaan zijn Het Dagblad van 's Gravenhage van den loden, bevat het volgende: Naar wij vernemen, is door de hooge Regering goedgekeurd de veree. niging der Latijnsche en Middelbare Scholen in deze Residentie, en heeft dezelve het stedelijke Bestuur gemagtigd tot de oprigting van een Stedelijk Gymnasium. Dat Gymnasium zal gevestigd worden in een locaal, hetwelk tot hiertoe voor Latijnsche school gediend heeft, waarbij het gedeelte, dat door den Rector bewoond werd, gevoegd is, terwijl thans ter huisvesting van denzelven door de stad aangekocht is het huis, aan de zuidzijde van het Gymnasium gelegen. Het Gymnasium zal in twee hoofddeelen verdeeld zijn: in het eene zal onderwijs gegeven worden aan die jonge lieden, welke voor de Hoogescho- len bestemd zijn, en in het andere aan diegene, voor wie geene geleerde, maar eene beschaafde opvoeding verlangd wordt, en welke zich voor eene of andere burgerlijke of militaire betrekking vvenschen te bekwamen. Aan het hoofd der inrigting staat de Rector, die met het algemeen Bestuur van het Gymnasium belast zal zijn. Met hem zal het getal der onderwij. zers tien zijn; als vier voor de oude talen, twee voor de reken-, stel- en meetkunde, twee voor de Fransche taal- en letterkunde, een voor het Hoog- duitsch en een voor het Engelsch. Aan de meeste dezer onderwijzers zal ook opgedragen worden het onderwijs in eenig ander, of in meerdere vak. ken. Zoodra de nog ontbrekende onderwijzers zullen aangesteld zijn, zullen wij de namen van allen mededeelen. Bij de nieuwe inrigting zullen afgeschaft zijn de tot dus verre bij de La. tijnsche school bestaan hebbende MinervaliaHonorariaenz. enz., en in plaats van deze, zal, zonder meerdere kosten, door elk leerling, iedere drie maanden ƒ25; dat is, in het geheele jaar/100 betaald worden, on. verschillig tot welk der beide gedeelten van de school hij behoort, in welke klasse hij onderwijs geniet. Dit schoolgeld wordt voor de stedelijke kas ontvangen, terwijl aan de onderwijzers eene vaste jaarwedde verzekerd is. De cursus zal niet meer van een half, maar van een geheel jaar zijn, zoodat slechts eenmaal 'sjaars, en wel in de maand September, leerlingen zullen kunnen worden aangenomen, en er ook niet meer dan eenmaal 'sjaars examen en prijsnitdeeling zullen plaats hebben. Uit Rotterdam melde men, dat te Vlaardingen in den verloopen week één haringschip met 13 lasten haring was aangekomen. Voorleden Zondag is te Sluis een schip met 95 ton -Haring gearriveerd, zijnde een van den heer C. Varkevisser té Scheveningén. Van Seheveningen zullen dit jaar 50 pinken ter bokkmn-vangst uitvaren. De Duicsclie dagbladen spreken met den grootsten lof van een werk in 1834 door Professor van Heusde te Utrecht, de Socratische School getiteld, uitgegeven. Dat werk is op de gelukkigste wijs vertaald, door Dr. G. Lent- becher, ep uitgegeven door den boekhandelaar F. Enke te Erlangen. Pro fessor van Heusde heeft exemplaren van deze vertaling aan de voornaamste geleerden in Duitschland en Frankrijk gezonden; onder anderen aan Heeren, Creuzer, Cousin enz. De Minister von /Htemtein in Pruissen heeft hec voortbrengsel van onzen medeburger hoog geprezen. ZWEDEN. Stokholm den 31 Augustus. Voorleden Zondag hadden te Stokholm open. lijke dankzeggingen in de kerken plaats gehad voor de gelukkige herstelling des Konings van zijnen laatsten val van het paard. De dienst werd op hec Koninglijk paleis door den Aarcsbisschop verrigtde geheele Koninglijke famielje was daarbij tegenwoordig. Den 29 en 3osten hadden te Stokholm weder eenige oproerigheden plaats gehad. Het volk was in verschillende wijken te hoop geloopen en had bij onderscheiden personen de glazen ingegooid. De burgerlijke magt had niets kunnen baten, zoodal de militaire is moeten tusschen beide komen, die de rust wel is waar hersteld heefc, doch niet zonder bloedvergieten. Men had ook in Zweden meer dan een maand lang onophoudelijk regen gehad, zoodat men in de provinciën voor den oogst begon bekommerd ce worden. SPANJE. Berigten over Parijs van den 9 September. Cabrera heeft twee rapporten aan Don Carlos gezonden, waarbij hij hem het ontzet van Morelia en de nederlaag der Christinos bekend maakt; hij zegt daarin, dat deze laatsten voor Morelia 2000 man verloren hebben en op den terugtogtwaarop hij hen hevig bestookt en in wanorde gebragt had, een ontzertend getal was gesneuvelddaar zijne soldacen geen kwartier had. den verleend. Voorts is het opmerkelijk dat Cabrera tegen de 20,000 man van Oraabe halve de ruiterijslechts 6000 man voetvolk en bijna geene ruiterij kon tegenoverstellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1