te noemen, hij Se volksverir.akcii de Orahje Vlaggen nevens de Nationale
Vlaggen; 7.00 werd aan den maaltijd de eerste feestdronk aan den Koning
gewijd en lioogstdeszelfs jaarfeesY hij herhaling herdacht, als zijtWe onat-
schcidelijk van dezen waren Vaderiandschen gedenkdag; zoo klonk, einde
lijk, nog de daverende kreet van Leve de Koning! uit den mond der juichende
menigte, teen een prachtig vuurwerk 's IConings naamcijfer in helderen flik.
kerglans, te midden van een' schitterenden vuurregen, deed uitblinken.
T U R K Y E.
Smyrna den 3 Augustus. Uit deze plaats wordt gemeld, dat de Tnrksche
vloot, bestaande uit 19 vaartuigen, waaronder 5 linieschepen van 90 h 96
stukken, 8 fregatten, 2 kotters en eene stoomboot van roo paardcnkrach
ten, sedert 30 Julij daar in de haven lag. De inrigting dier vloot was zeer
voortreffelijk, en getuigde van de vorderingen, die in de laatste jaren bij de
marine der Porte gemaakt waren. Dagelijks werd door de schepen gema
noeuvreerd. De aan boord zijnde manschappen hadden soldij voor 5 maan-
den vooruit ontvangen.
De vloot van den onder-Koning vtn Aegypte hield zich volgens berigt
uit Alcxandrie van 6 Augustussteeds in de nabijheid der kust open ver.
wijdérde zich niet verder dan Kandia. De in werkelijke dienst zijnde scheeps.
raagt van gehoemden bewindvoeder bestond uit 9 linieschepen van 90 i 120
snikken, 5 fregatten, 5 corvetten6 brikken en 1 stoomboot. Een tiende
linieschip werd uitgerust. Men zeide echter, dat verscheidene bodems in
gcbreltkigen toestand'waren.
IIer, leger van den Sultan moet in de laatste dagen een dreigende houding
in Kicin-Azie hebben aangenomen. Intusschen stellen de berigten uit het
Oosten eenen oorlog tusschen de Porte en Mchemed-AU steeds als geheel
onwaarschijnlijk voor.
Als een bewijs van voortgang in beschaving in Turkije noemt men een
billet, hetgeen door de vronw van denTurkschen Minister van Buitenlandsche
Zaken onlangs aan de vrouwen der Europesche Gezanten gezonden is; het
is van den volgenden inhoud: „Madame Rescind- Pacha, prie madame.... de
lui faire l'honneur de venir dejeuner chez elle."
PORTUGAL.
Lissabon den 21 Augustus. Thans houden de verkiezingen voor de Cor.
tes aller aandacht bezig. Er zouden hierover te Oporto reeds ernstige on
lusten hebben plaats gehad. De ultra-liberalen staan tegen over de Pedris-
ten, de eersten worden ook Septembristen genoemd; de Generaal-Majoor
das Antasdie hunne partij is toegedaan, zou hun beloofd hebben met zijne
legerafdeeling de stad te naderen en aldus aan zijn partij meerder kracht bij
te zetten. Te Lissabon had zich het gerucht verspreid, dat de Regering
zijn bevelhebberschap aan eenen anderen zou opdragenhieraan sloeg men
echter in den tegenwoordigen toestand geen geloof. De stoomboot, die
tijdingen uit Oporto van den 20sten aan had gebragt, bevacte berigtenmel
dende, dat de Pedristen aldaar de overhand zouden hebben.
De ratificatie van het tractaat der vrije scheepvaart op den Douro, tus
schen de hoven van Madrid en Lissabonwaarover reeds sedert zoo langen
tijd onderhandeld werd, is nog niet tot stand gebragt; naar men verzekert,
heeft de Secretaris van Staat, beiast met het Departement van Buitenlandsche
Zaken, den Spaanschen Gezant alhier gezegd, dat het tractaat vooraf aan
de nieuwe Cortes moest worden voorgelegd. Laatstleden Donderdag bragt
alhier een renboden uit Madrid depecheswaarin het Spaansche Gouverne
ment deszeifs leedwezen betuigt, dat eene voor de beide natiën zoo be
langrijke zaak zoo zeer op de lange baan wordt geschoven.
Hoewel Remechido, dat guerilla's opperhoofdgevangen genomen en
doodgeschoten is, zoo is echter zijne partij niet te niet gedaan; een ander
heeft het bevel over zijne verstrooide bende opgevat en voert haar nu in
naam van Don Miguel aan.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 31 Augustus.
De inneming van de Carlistische wapenplaats Morella, hetgeen door eene
telegraphische depêche was gemeld gewordenschijnt zich nog niet te be -
vestigen. De Gazette de France bevat hieromtrent den volgenden brief van
den 17 Augustus, gedagteekend uit Alcanizbij Morella gelegen:
De Generaal Pardinas is hier met eene bezending gekwetsten van onze
troepen, die bij de belegering van Morella dienen, aangekomen. Ofschoon
gii in een legerberigt van den Generaal Oraa lezen zult, dat het aantal dezer
gekwetsten slechcs 500 bedraagtkunt gij daarvoor veilig het cijfer van
900 stellenwant zoo veel zijn hier aangebragt. Hij zegt echter de waar
heid met te vermelden, dat zich daaronder slechts 22 zwaar (gewonden be
vinden; want, met uitzondering van zoodanig een aantal van deze laatste
soort, zijn alle de zwaar gekwetsten te Monroyo gebleven. Onze stad is
intusschen in een groot hospitaal herschapen.
Gisteren hebben onze troepen de bres, die in de wallen van Morella, bij
de poort van San Miguel, was geschoten, bestormd. Zij zijn echter met
kracht en met vreesselijk verlies afgeslagen. De Carlisten hadden achter de
bres een tweeden wal opgeworpen.
Om een convooi aan den opperbevelhebber Oraa te kunnen doen toeito.
men, is bijna de helft zijner legerafdeeling noodzakelijk; want Cabrera be
weegt zich bestendig in den rug des legers, verontrust het onophoudelijk,
onderschept alle gemeenschapleidt het water der bronnen af, maakt ver-
hakkingen in de wegen, en doet ons in één woord zeer veel kwaad. Onder
zulke omstandigheden is het onmogelijkom een beleg met kracht door te zetten.
Uit Madrid meldt men daaromtrenc het volgende van den i8den:
De ontvangen depêches uit Alcaniz, de dato 15, melden, dat de bres
van Morella, tusschen de poort van San Miguel en eenen belendenden toren,
aan den hoogen kant der stad-, geopend was; van het fort onderhield men
een lievig kanonvuur, zonder evenwel veel schade te veroorzaken; eenige
bommen zijn op lret fort geworpen, en hebben een aantal werken vernield.
De divisie Pardinas is met een convooi levensmiddelen aldaar aangekomen.
Men verzekert, dat de bres den itjden dezer bruikbaar zal zijn. De Carlis
ten, op de hoogten van Morella gestationeerd, hebben getracht onze batte
rijen re vernielendoch zulks is belet.
Tijdidgen eindelijk uit Madrid van den I9den maken de geruchten van
hét opbreken van het beleg voor Morella tot zekerheid, daar uit die stad
.«ene dagorder van Oraa, van den iSden des avonds, wordt medegedeeld,
waarin'hij aan zijne soldaten bekend maakt, dat hij g'enoodzaakt is, het beleg
op te heffen.
Oraa heeft zelf aan den 'militairen bevelhebber te Saragossatoen hij iti
den morgen van den i8den nog zijn hoofdkwartier voor Morella had, eenen
brief geschreven, waarin hij zegt, dat, na tweemaal, doch te vergeefs,
storm te hebben laten ioopen en a! het mogelijke beproefd te hebben, het
hem verder onmogelijk was'het beleg vol te houden, daar hij gebrek aan.
levensmiddelen had en van alle hulp verstoken bleef.
Het gebrek in het leger var, Oraa was zoo groot, dat de paarden der rui
terij voor een gróót gedeelte zijn moeten geslagt wordenen dus dat wapen
bijna onnut werd. Hulp' ltoti hij ook niet erlangen, daar Cabrera met eene
groote strijdkracht' 'alle gemeenschap afsneed en Oraa dus geheel aan zich
zeiven overgelaten werd. t
Hij is me; z'in leger naar Monroyo teruggetrokken, doch op den terugtogt
hevig 'door 'Cabrera vervolgd geworden.
Genoemde gebeurtenissen is zeer ten nadcele der Christinos, daar uit de.
zelve blijkt, dat de Carlisten nog magt genoeg bezitten, om hunne sterkten
te verdedigen en den vijand een gevoelig verlies toe te brengen; terwijl in.
tegendeel daardoor de moed der Carlisten herleeft en'hen tot grootere dadcii
bekwaam maakt.
Men weet nu nog niet hoe Espartero met de belegering van Estclla bande
len zal, daar men in het zekere onderrigt was, dat hij eerst de tijding van
liet innemen vaii Morella wilde afwachten, vóór het beleg om Estella té
slaan. In zijn leger heeft veel desertie plaats; uit de manschappen der rui
terij, die sedert 24 Julij tot Don Carlos zijn overgeloopenzijnde 106 in ge
tal, is een escadron gevormd en uit de overgeloopen infanterie een geheel
bataljon opgerigt.
Don Carlos hield zijn hoofdkwartier nog te Onate.
Men tneldt uit Bilbao, dat de partij in Riskaye, die, in navolging van
Munagorrivrede en voorregten Wil, steeds meerderen aanhang verkrijgt;
ook die van Munagorri zou dagelijks aangroeijenen dezelve uit Fontarabie
door de Engelschen van al het noodige voorzien worden.
ZWITSERLAND.
Zoo als gemeld is, had de FransChe Gezhnt de verwijdering van Lodewyk
Napoleon uit Zwitserland gevraagd en had de Landdag geantwoord, dat dezé
zaak het kanton Thurgau aanging. Den 22Sten is in dat kanton de grootë
Raad verzameld geweest. Op denzelven was de Afgevaardigde van dat kan
ton op den Landdag tegenwoordig en gafzfe kennen, dat de andere Staten
Frankrijks verzoek ondersteunden en de Fransche, Gezant bij eene tweedê'
nota verklaard had, te zullen vertrekken, indien aan frankrijks verzoek niet
werd voldaan.
Met bijna algemeene stemmen is e'chtet in die vergadering besloten: dat
Thurgau op de stelligste wijze de vordering van Frankrijk, om Prins Lode,
wyk Napoleon te verwijderen, van de hand wijst; vermits dezelve, afs in
Thurgau genaturaliseerd, volgens de wetten' van dat kanton zoowèl ais Van
Frankrijk, slechts burger van Thurgau kan wezen; met bijvoeging der ver
klaring, dat Tbtirgan, als souveretne Staat, zich voorbehoudt, .om zelf
onderzoek te doen naar, en maatregelen te nemen tegen staatkundige woe
lingen die de rust van andere Staten zouden kunnen in gevaar brengen.
D U I T S C H L A N D,
Men schrijft uit Munchen, dat de militaire Overheden uit verschillende
garnizoensplaatsen en vooral uit Augsburg, tegen het laatstgenomen besluie
van Z. M., omtrent te maken pligtplegingen jegens het hoogwaardige. Be
denkingen hebben ingezonden, voornamenlijk ter zake der gemengde bekol-
king en militairenwat het godsdienstige betreft.
Zoo als bekend is gemaakt zijn de klagten der zeven afgezetten Göt-
tingsche Hoogleeraren, bij de Justitiële Kanselarij te Hanover ontvangen.
Men meent echter, dat zij in dêrzelver tegenwoordigen vorm niét zullen aan
genomen wordenomdat zij tegen het Kabinet des Konings gerigt zijn en
niet tegen het Ministerie van Kerkelijke Zaken, welke laatste bevel had ge
geven om de tractementen aan genoemde Hoogleeraren niet uit te betalen.
Ook meent men, dat het tegen de orde van proceduur strijdt, dat zes Pro.
fessoren denzelfden Advocaat genomen hebben.
Uit Berlijn meldt men van den 26 Augustus, dat Z. M. den Keizer
van Rusland binnen weinige dagen aldaar verwacht werd.
Het berigt, door een dagblad bekend gemaakt, dat de Prnissische Re.
gering verboden zou hebben, graan uit te voeren, is bezijden de waarheid.
Uit Frankfort schrijft men van 24 Augustus, dat Z. M. de Keizer van
Rusland uit de badplaacs Kreuth zijnen lijfarts naar zijnen zoon te Ems ge
zonden had, om te onderzoeken of zijne gezondheid toeliet naar eerstgemelde
plaats over te komen, doch dat deze raadzaam geoordeeld hid, dat hij Zich
nog eenigen tijd te Ems ophield. De Keizer zelf zou zich daarop naar Ems
begeven en zijnen zoon bezoeken.
Uit Wiesbaden meldt men echter van dat bezoek niets, maar berigt, dat
de Grootvorst-Troonopvolger den 5 September uit Ems zon vertrekken. Ook
wil men weten, dat hij Nederland dit jaar niet zal bezoeken, maar, tot ge-
heele herstelling zijner gezondheid, eenigen tijd in Italië zal gaan doorbrengen.
Te Munchen werd, zooals reeds is medegedeeld, de Keizer den 27<ten
verwacht, die zich daarop naar Friederichshaven en dan met Z K. H. den
Kroonprins van Pruissen bij Augsburg naar het kamp zou begeven.
Van vele kanten hoorde men te Frankfort klagten, wegéns het slecht
uitvallen van den oogst, doch in de binnenstreken was dezelve zeer gunstig,
zoodat daardoor de prijs van het brood gedaald is.
De groothandel der mis was te Frankfort den 24sten begonnener wa.
ren veel kooplieden, die men er anders zag, teruggebleven. Uit Zwitser,
land waren de meeste kooplieden, die niet tot het tolverbond behooren, op.
gekomen; in Saksische pijpen werden met Hollandsche handelaars zeer goede
zaken gedaan.
Men merkte in de omstreken van Leipzig den vroegeren aantogt der
kraanvogels, wier voedsel nog niet rijp is, en besluit daaruit, dat in het
Noorden reeds vorst en sneeuw gevallen was, hetgeen die dieren had ver
dreven.
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 29 Augustus. De Marquis van Clanricarde is door H. M.
benoemd tot Ambassadeur bij den Keizer van Rusland. Hij is sedert 1825 lid
van het Hooger-Hnis, 35 jaren oud en Lord-Luitenant van het Graatschap
Galloway.
De Turksche Ambassadeur heeft bij gelegenheid des geboorredags van
den Sultan, zijn paleis prachtig doen verlichten en door eene troep muzij-l 1
kanten Turksche en Engelsche liederen doen uitvoeren, des middags heeft
hij een luisterrijk diner: aan de Turksche ambtenaren en officieren gegeven,
die zich thans in Londen bevinden.
Te Liverpool is eene aanzienlijke vergadering der Conservaiiven ge.
houden, waarin een Parlements-lid heeft trachten te betoogendat door de
betrachting der constitutionnele beginselen de beste waarborg voor de be<
langen van landbouw en fabrijken werd opgeleverd.
Zaturdag li. heeft te Manchester Ceil ongemeen hevige brand plaats ge
hadin de fabrijk van waterproef-goederen der heeren Maunlosh en Comp.\
Drie of vier personen zijn daarbij omgekomen. De schade wordt op niet
tninder dan 50,000 st. begroot. Slechts voor 5000 was verzekerd.
Bij de schaarschce van bepaald staatkundig nieuwshouden zich onze
bladen voornamelijk met de expeditie der Franschen tegen Mexico bezig. De
Times voert daaromtrent altijd een' uiterst bitsen toon tegen Frankrijkdelft
een ontwerp van de restauratie opom de Zuid-Amerikaansche Staten ondel
den Prins van Lucca tot een Koningrijk te verheffen, en leidt daaruit, alt
gewoonlijk, af, dat Frankrijk, niet minder dan Rusland het op den Val ol
de bekrimping der magt van Engeland toeleggen.
Uit verschillende opgaven nopens de scheepvaart van Londen blijkt,
dat in 183d en 1837 het aantal ingeklaarde schepen en derzelver inhoud bi-
dragen als volgt:
Vermeerdering
I11 geheel Britannie zijn in het jaar, eindigende met 31 December 183/1
ingeklaard 14,823 schepen, metende 1,853,112 ton; zijnde 1,1.68,1001"1
meer, dan de in dat jaar in Frankrijk binnengekomen schepen.
Bij de laatste vergadering der Zoölogische maatschappij heeft de heet"
Porter den leden eene-levende beef of sidder-aal vertoond. Het is de eerste
visch van die soort, welke men nimmer levend naar Euwpa heeft overgebragt-
Jaren. Schepen. Tonnen.
1836 4,949 1,015,090
1837 5,588 1,054,841
639 39,751